Inleiding
Rondkomen
Het is pas woensdag en je zakgeld voor die week is alweer op.
Waar heb je je geld aan uitgegeven?
Het lijkt wel of het weggevlogen is.
Ligt het aan jouw koopgedrag of heeft iedereen dat probleem?
In de opdracht onderzoek je de vraag:
'Wat zijn de verschillen in uitgaven tussen een gezin met een hoog inkomen en een gezin met een laag inkomen?'
Je vergelijkt uitgaven van twee gezinnen met een verschillend inkomen.
De resultaten geef je weer in twee cirkeldiagrammen.
Werkwijzer
De opdracht
In deze opdracht vergelijk je de uitgaven van twee gezinnen:
- een gezin met een laag inkomen,
- een gezin met een hoog inkomen.
Bekijk hier nog eens de uitleg over het cirkeldiagram.
Met wie?
Deze opdracht doe je alleen.
Tijdsduur?
Voor de opdracht heb je ongeveer twee uur de tijd.
Je mag er ook nog thuis aan werken.
Hoe?
Je werkt volgens het stappenplan
Beoordeling?
Het eindproduct wordt beoordeeld door de docent en telt 2 keer mee.
De docent let op:
- de inhoud: zijn de twee cirkeldiagrammen juist?
- de inhoud: geef je antwoord op de vraag: 'Wat zijn de verschillen in uitgaven tussen een gezin met een hoog inkomen en een gezin met een laag inkomen?'
- de netheid: is het A4-tje met zorg gemaakt?
Eindproduct
Je maakt een A4-tje met daarop:
- twee tabellen bij de uitgaven van de twee gezinnen.
- twee cirkeldiagrammen bij de uitgaven van de twee gezinnen.
- antwoord op de vraag:
"Wat zijn de verschillen in uitgaven tussen een gezin met een hoog inkomen en een gezin met een laag inkomen?"
- Vergeet niet je naam en klas op je eindproduct te zetten.
Stap1
Stap 1: tabellen afmaken
Je gaat straks op een A4-tje twee cirkeldiagrammmen maken.
Hiervoor moet je eerst de 2 tabellen hieronder afmaken.
Neem de tabellen netjes over en maak ze verder af.
| Bestedingen |
Bedrag in euro's |
% van het totaal |
| Voeding |
2900 |
17,6 |
| Wonen |
6100 |
... |
| Kleding en schoeisel |
1000 |
... |
| Hygiëne en geneeskundige verzorging |
1300 |
... |
| Ontwikkeling, ontspanning en verkeer |
4700 |
... |
| Overig |
500 |
... |
| Totaal |
16500 |
100 |
| Bestedingen |
Bedrag in euro's |
% van het totaal |
| Voeding |
7900 |
... |
| Wonen |
15200 |
... |
| Kleding en schoeisel |
4300 |
... |
| Hygiëne en geneeskundige verzorging |
3900 |
... |
| Ontwikkeling, ontspanning en verkeer |
18000 |
... |
| Overig |
1400 |
... |
| Totaal |
50700 |
100 |
a) Neem beide tabellen over en vul van iedere tabel de rechterkolom verder in.
b) Maak bij ieder bestedingspatroon een diagram.
Zorg voor een duidelijke titel en een duidelijke legenda.
Stap 2
Stap 2: cirkeldiagrammen tekenen
In stap 1 heb je onderstaande tabellen overgenomen en verder afgemaakt.
Nu ga je bij deze tabellen de cirkeldiagrammen tekenen.
Zorg voor een duidelijke titel en een duidelijke legenda.
| Bestedingen |
Bedrag in euro's |
% van het totaal |
| Voeding |
2900 |
17,6 |
| Wonen |
6100 |
... |
| Kleding en schoeisel |
1000 |
... |
| Hygiëne en geneeskundige verzorging |
1300 |
... |
| Ontwikkeling, ontspanning en verkeer |
4700 |
... |
| Overig |
500 |
... |
| Totaal |
16500 |
100 |
| Bestedingen |
Bedrag in euro's |
% van het totaal |
| Voeding |
7900 |
... |
| Wonen |
15200 |
... |
| Kleding en schoeisel |
4300 |
... |
| Hygiëne en geneeskundige verzorging |
3900 |
... |
| Ontwikkeling, ontspanning en verkeer |
18000 |
... |
| Overig |
1400 |
... |
| Totaal |
50700 |
100 |
Stap 3
Stap 3: conclusie
Bestudeer de twee cirkeldiagrammen goed.
Welke conclusie kun je trekken?
Gebruik bij het trekken van je conclusies de volgende vragen:
- Wat zijn de grootste uitgavenposten voor een gezin?
Zijn dit basisbehoeften of luxe behoeften?
- Waar gaan mensen meer geld aan uitgeven als ze meer geld hebben?
Kun je dat verklaren?
Schrijf deze conclusie netjes en duidelijk op.
Stap 4
Eindproduct
De tabellen, de cirkeldiagrammen en de conclusie vormen samen je eindproduct.
Kijk of je alles hebt gemaakt en of het duidelijk en netjes is.
Lever dan je eindproduct in bij de docent.
