In Pakistan bijvoorbeeld geeft Nederland aan boerengezinnen kunstmest.
De oogst van akkers wordt daardoor hoger.
Nederland hoopt dat dan meer kinderen naar school gaan.
Wat denk jij?
Waarom kunnen er door de hulp uit Nederland meer Pakistaanse kinderen naar school?
Bespreek het antwoord met een klasgenoot.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen wat het verschil is tussen noodhulp en structurele ontwikkelingssamenwerking door voor elk een voorbeeld te noemen.
verklaren wat het verschil is tussen gebonden hulp en ongebonden hulp.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Leervragen
Stap 1
Wat is ontwikkelingssamenwerking?
Stap 2
Welke twee vormen van hulp zijn er?
Stap 3
Wanneer is er sprake van noodhulp en wanneer is er sprake van structurele hulp?
Stap 4
Waarom blijven veel arme boeren arm?
Stap 5
Hoe noem je een bedrijf met fabrieken in verschillende landen?
Stap 6
Wat is gebonden hulp en wat is ongebonden hulp?
Stap 7
Welk doel heeft de Stichting Max Havelaar?
Stap 8
Wat zijn de voordelen en nadelen van toerisme?
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Ontwikkelingssamenwerking
De samenwerking tussen rijke en arme landen noem je ontwikkelingssamenwerking. Het doel van ontwikkelingssamenwerking is de levensomstandigheden in het ontwikkelingsland te verbeteren.
De Nederlandse regering geeft geld uit aan ontwikkelingssamenwerking.
Daarnaast zijn er veel organisaties die aan ontwikkelingssamenwerking doen.
Denk maar aan: Artsen zonder grenzen, Novib, Stichting Max Havelaar, enzovoorts.
Beantwoord de volgende vragen.
Er zijn verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking,
bijvoorbeeld.:
noodhulp: het geven van voedsel, kleding en medicijnen als de oogst is mislukt of als er een ramp is gebeurd.
structurele hulp: het helpen met geld, materialen of kennis.
De hulp heeft als doel dat het ontwikkelingsland de problemen in de toekomst zelf kan oplossen.
Stap 2: Cirkel doorbreken
In het cirkelschema zie je waarom veel arme boeren arm blijven.
Kijk goed naar het cirkelschema.
Arme boeren hebben geen geld.
Omdat ze geen geld hebben kunnen ze geen kunstmest kopen om hun land te bemesten.
Omdat ze geen kunstmest kunnen kopen, is de opbrengst van de grond laag.
Omdat de opbrengst laat is, hebben ze weinig producten om te verkopen.
Omdat ze geen producten hebben om te verkopen, hebben ze geen geld.
Doe de oefening.
Soms opent een groot bedrijf een fabriek in een ontwikkelingsland.
Het bedrijf doet dat om winst te maken.
Toch kunnen er ook voordelen zijn voor de inwoners van het ontwikkelingsland.
Het openen van een fabriek is vaak goed voor de werkgelegenheid in het ontwikkelingsland.
Stap 3: Gebonden en ongebonden hulp
Als een land dat geld verstrekt aan een ontwikkelingsland voorwaarden stelt aan de besteding van het geld, spreek je van gebonden hulp.
Bij ongebonden hulp mag het ontvangende land het geld vrij besteden.
Stap 4: Max Havelaar
De Stichting Max Havelaar is in 1988 opgericht met als doel 'een duurzame handel' met producenten in ontwikkelingslanden.
'Duurzame handel' heeft twee kanten: een verdelingskant en een milieukant.
De verdelingskant houdt in dat er wordt gestreefd naar een eerlijke verdeling van de opbrengst.
Met de milieukant wordt bedoeld dat er op een milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd.
Er zijn al heel wat producten met het Max Havelaar-keurmerk te verkrijgen, denk aan: koffie, cacao, chocola, bananen, honing, sinaasappelen en thee, maar ook kleding.
Een lage koffieprijs is slecht nieuws voor de koffieboeren, want een lage koffieprijs betekent minder inkomen.
De Stichting Max Havelaar zorgt ervoor dat de koffieboeren die voor Max Havelaar werken een gegarandeerde minimumprijs voor hun koffiebonen krijgen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Veel Nederlandse reisbureaus bieden reizen naar ontwikkelingslanden aan.
Soms gaat het alleen om toerisme. Soms gaat het om vrijwilligerswerk of een stage.
Kijk maar eens op:
Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.
Terugkijken
Intro
Bekijk de intro opnieuw. Past de intro goed bij de opdracht?
Waarom wel/niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Zorg dat je alle genoemde begrippen kunt omschrijven.
Hoe ging het?
Tijd
Hoelang ben je met de opdracht bezig geweest?
Welke stap heeft het meeste tijd gekost?
Inhoud
Wist je al van het bestaan van een cao? Schrijf op wat nieuw voor je was.
Afronding - Samenvattingsopdracht
Was het fijn om de theorie nog even op een rijtje te kunnen zetten?
Het arrangement Opdracht: Ontwikkelingssamenwerking - vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Ontwikkelingslanden', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie vmbo-kgt34. De opdracht begint met een intro, hier ga je samen met een klasgenoot nadenken over Pakistaanse kinderen die naar school moeten. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit vier verschillende stappen met bijbehorende opdrachten en een reflectie. Bij stap 1 is er een opdracht over de ontwikkelingssamenwerking. Hier worden vragen gesteld over de ontwikkelingssamenwerking, noodhulp en structurele hulp. Bij stap 2 is er een opdracht over de cirkel doorbreken. Hier moet je een cirkelschema invullen. Bij stap 3 is er een opdracht over gebonden en ongebonden hulp. Hier worden vragen gesteld over gebonden en ongebonden hulp. Bij stap 4 komt er een opdracht over Max Havelaar. Hier is een oefening over Max Havelaar. Na deze vier stappen komt de eindopdracht: Toerisme. Hier ga je nadenken over voor- en nadelen van toerisme. Uiteindelijk wordt er nog een keer teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
Deze opdracht hoort bij het thema 'Ontwikkelingslanden', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie vmbo-kgt34. De opdracht begint met een intro, hier ga je samen met een klasgenoot nadenken over Pakistaanse kinderen die naar school moeten. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit vier verschillende stappen met bijbehorende opdrachten en een reflectie. Bij stap 1 is er een opdracht over de ontwikkelingssamenwerking. Hier worden vragen gesteld over de ontwikkelingssamenwerking, noodhulp en structurele hulp. Bij stap 2 is er een opdracht over de cirkel doorbreken. Hier moet je een cirkelschema invullen. Bij stap 3 is er een opdracht over gebonden en ongebonden hulp. Hier worden vragen gesteld over gebonden en ongebonden hulp. Bij stap 4 komt er een opdracht over Max Havelaar. Hier is een oefening over Max Havelaar. Na deze vier stappen komt de eindopdracht: Toerisme. Hier ga je nadenken over voor- en nadelen van toerisme. Uiteindelijk wordt er nog een keer teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Max Havelaar
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.