Consumeren
Inleiding
Jongeren zijn voor winkeliers een interessante groep.
Niet alleen als klant, maar ook als (goedkope) arbeidskracht.
Winkeliers proberen door reclame te maken mensen over te halen hun producten te kopen.
Reclame heeft invloed op de manier waarop je jouw inkopen doet.
Als je iets koopt, hebben jij en de verkoper rechten en plichten.
Heb je de keuze uit verschillende merken, kies jij dan het product dat het beste is voor het milieu?
Eindproduct
Als eindproduct van het thema 'Een product verkopen' heb je een verslag gemaakt met als titel 'Winkelen in je woonplaats'.
Aan het eind van dit thema schrijf je bij dit verslag een reclameplan.
Hoe ga je de producten die je in je winkel gaat verkopen aan de man brengen?
Naast de eindopdracht vind je bij de afsluiting ook een overzicht van alle Kennisbankitems van dit thema plus een begrippenlijst, een diagnostische toets, examenvragen en een aantal vragen die je helpen bij het terugkijken op het thema.
Genoeg te doen. Aan de slag!
Wat kan ik straks?
Aan het eind van het thema kun je:
- omschrijven wat een doelgroep is en uitleggen waarom het voor een ondernemer belangrijk is zijn reclame-uitingen aan te passen aan de doelgroep van het product.
- twee redenen noemen waarom jongeren voor veel ondernemers een belangrijke doelgroep zijn.
- (met behulp van een voorbeeld) uitleggen wat het verschil is tussen commerciële en ideële reclame .
- omschrijven wat bedoeld wordt met misleidende reclame en met mond-tot-mondreclame door voor beide een voorbeeld geven.
- omschrijven wat sponsoring is.
- omschrijven wat een koopovereenkomst is.
- de plichten en de rechten van de verkoper en van de koper noemen.
- de eisen noemen waaraan een koopovereenkomst moet voldoen.
- (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wanneer een koopovereenkomst ongeldig is.
- door middel van voorbeelden duidelijk maken wat wordt bedoeld met milieuvriendelijk gedrag.
- het begrip recycling omschrijven.
- een manier noemen waarop consumenten aan producenten kunnen laten weten dat ze een bepaald product niet willen hebben.
Wat ga ik doen?
Het thema Consumeren bestaat uit de volgende onderdelen:
Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier of vijf opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.
Activiteit
|
Aantal lessen
|
Inleiding
|
0,5
|
Wat kan ik straks?
|
|
Wat ga ik doen?
|
|
Opdracht: Jongeren als doelgroep
|
2
|
Opdracht: Reclame
|
2
|
Opdracht: Koopovereenkomst
|
2
|
Opdracht: Consumeren en milieu
|
2
|
Opdracht: Een nieuwe energieleverancier*
|
2
|
Afsluiting
|
|
Samenvattend
|
0,5
|
Eindopdracht
|
2
|
D-toets
|
0,5
|
Examenvragen
|
1
|
Terugkijken
|
0,5
|
Totaal:
|
15
|
*Extra opdracht
Opdrachten
Hieronder vind je de opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.
Afsluiting
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.
doelgroep
de mogelijke kopers van een product.
|
reclame
acties van een winkelier om een product onder de aandacht van de doelgroep te brengen.
|
koopgedrag
de manier waarop een consument zijn aankopen doet.
|
commerciële reclame
reclame die tot doel heeft de winst te verhogen.
|
ideële reclame
reclame zonder winstdoel.
|
misleidende reclame
reclame die het niet zo nauw neemt met de waarheid.
|
mond-tot-mondreclame
de consumenten vertellen elkaar dat ze een product goed (of slecht) vinden.
|
sponsor
een bedrijf dat een vereniging geld geeft omdat de vereniging reclame maakt voor het bedrijf.
|
koopovereenkomst
de koper en verkoper zijn het eens over het gekochte artikel en de prijs.
|
onroerende goederen
de grond en alles wat daaraan vastzit.
|
roerende goederen
alles wat niet onroerend is.
|
milieuvriendelijk gedrag
gedrag dat helpt om de afvalberg niet te groot te laten worden.
|
kopersstaking
consumenten weigeren massaal een product van een bepaalde producent te kopen.
|
Eindopdracht
Een winkel in je eigen woonplaats
Je wilt in je woonplaats een winkel beginnen. Bijvoorbeeld een schoenenwinkel, een speelgoedwinkel, een fietsenwinkel, een restaurant, of .....
In het thema 'Een product verkopen' heb je een verslag geschreven met als titel 'Een winkel in je eigen woonplaats'. In het verslag heb je uitgelegd of jullie woonplaats een geschikte plaats is om een winkel te beginnen.
Als eindproduct van deze opdracht schrijf je een reclameplan.
Je werkt samen met een klasgenoot.
Jullie schrijven een aantal ideeën op waarmee jullie klanten naar jullie winkel willen lokken.
Lukt het jullie om de producten die jullie willen verkopen aan de man te brengen?
Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot een reclameplan voor de winkel in jullie eigen woonplaats.
Werkwijze
Lees het verslag dat jullie gemaakt hebben bij het thema 'Een product verkopen' nog eens door.
Wat voor soort winkel willen jullie beginnen?
Als jullie tot de conclusie waren gekomen dat jullie woonplaats te klein is voor de winkel die jullie wilden beginnen, kies dan een andere winkel uit.
Bedenk een aantal reclameacties die jullie zouden willen doen om jullie winkel onder de aandacht bij klanten te brengen.
- Zijn het eenmalige acties of juist acties die vaak herhaald moeten worden?
- Schrijf per actie op wat de kosten zijn.
- Schrijf ook op wat voor resultaat jullie van de actie verwachten.
Werk twee acties uit in het reclameplan.
Klaar?
Laat het reclameplan beoordelen door je docent.
Beoordeling
Het reclameplan wordt beoordeeld door de docent. De docent let op:
- de inhoud: hebben jullie een duidelijk plan geschreven?
- de originaliteit: is het plan origineel?
- de netheid: is het reclameplan met zorg gemaakt?
- taalfouten: bevat het reclameplan (bijna) geen taalfouten?
Diagnostische toets
Test je kennis. Maak de diagnostische toets.
Examentraining
Je hebt de thema's Consumeren afgerond.
Hier vind je de examentraining Consumeren. In deze examentraining staat de examenstof nogmaals kort uitgelegd, kun je oefenopgaven maken en ga je aan de slag met opdrachten uit eerdere examens.
Overleg met de docent wanneer je de examentraining gaat doen.
Meer oefenen?
Wil je meer oefenen met examenvragen, log dan in op ExamenKracht.
Terugkijken
Intro
- Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Wist je na het lezen van de intro ongeveer wat je in dit thema ging doen?
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Ga na of de vetgedrukte begrippen je bekend voorkomen.
Hoe ging het?
- Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 15 uur met dit thema bezig zou zijn.
Klopte dat ongeveer? Heb je in die tijd ook de extra opdracht kunnen doen?
- Inhoud
Het thema bestaat uit vier gewone opdrachten en één extra opdracht.
Welke opdracht vond je het leukst om te doen?
En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
- Eindopdracht
Heb je de eindopdracht (Reclameplan eigen winkel) gemaakt? Wat vond je van de opdracht?
Past de opdracht goed bij het thema? Ben je tevreden met het resultaat?
- D-toets
Wat was je score voor de D-toets? Ben je tevreden met die score?
Heb je geleerd van de fouten die je hebt gemaakt?
- Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Wil je meer oefenen en met recentere examens?
Ga dan naar ExamenKracht.