Inleiding
In dit thema staat burgerschap centraal.
Het thema gaat over de volgende onderwerpen:
Leefbaarheid
Het beoordelen van leefbaarheid van gebieden aan de hand van vastgestelde criteria.
Multiculturele samenleving
De gevolgen kunnen omschrijven van de aanwezigheid van verschillende bevolkingsgroepen in een samenleving.
Wereldburgerschap
Het kunnen laten zien dat ieder individu verbonden is met de (internationale) samenleving.
Aan het eind van het thema:
- Het begrip leefbaarheid kunnen omschrijven.
- De leefbaarheid van een gebied kunnen beoordelen.
- Het begrip multiculturele samenleving kunnen omschrijven.
- De gevolgen van de aanwezigheid van verschillende bevolkingsgroepen in een samenleving kunnen omschrijven.
- Weten wat wordt bedoeld met het begrip wereldburgerschap.
- Moet je je mening kunnen geven over mondiale kwesties.
Het thema burgerschap bestudeer je door zes opdrachten en de afsluiting te maken. In iedere opdracht wordt een ander aspect van het burgerschap belicht.
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt. Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.
Download hier het Werkplan Thema Burgerschap
1.1 Buurtinitiatief
Vooraf
Inleiding
Woon jij in een saaie of een supergezellige buurt? Misschien woon je in een 'spookdorp'? Wat bepaalt het karakter van de woonomgeving?
In deze opdracht denk je na over wat jij in jouw buurt veranderd en verbeterd zou willen zien. En mocht je in een perfecte buurt wonen: bedenk dan een zinvol initiatief voor mensen die het minder getroffen hebben.
Aan het eind van deze les:
- Weet je hoe je de eigen leefomgeving kunt beoordelen.
- Ken je het belang van voorzieningen en activiteiten in je eigen leefomgeving.
- Kun je omschrijven aan welke behoefte(n) een bepaalde voorziening of buurtactiviteit tegemoet komt.
- Ken je manieren om de leefbaarheid in de leefomgeving te verbeteren.
- Ken je de betekenis van de volgende begrippen:
kwaliteit leefomgeving - buurtvoorziening - krimpgemeente.
Eindproduct
Je maakt een affiche om een zelfbedacht buurtinitiatief onder de aandacht te brengen.
Beoordeling
Het affiche moet in een oogopslag zichtbaar maken:
- Waar jouw initiatief over gaat.
- Voor wie het bedoeld is.
- Wat het belang ervan is.
- Let ook op een verzorgde vormgeving.
Groepsgrootte
Deze opdracht kan zowel individueel als in tweetallen worden uitgevoerd.
Benodigdheden
- Een computer met internet en Word of Excel (tekstvakken maken moet mogelijk zijn).
- Een printer, eventueel kleurenstiften.
Tijd
Voor de opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Sloppenwijken
Kunstproject
Kunstproject in de buurt: wat vindt u er van?
Bekijk het onderstaande filmfragment.
Wat vind jij van dit project, zou dat bij jullie in de buurt uitvoerbaar zijn? Waarom wel of niet? Wat zouden je buurtgenoten ervan vinden?
Geef je buurt een cijfer
Geef je buurt een cijfer!
Omcirkel per vraag steeds het getal dat je als rapportcijfer wilt geven voor jouw buurt. Kijk aan de hand van jouw scores of je duidelijk kunt krijgen waar vooral nog behoefte aan is in jouw buurt.
Download de enquête, print deze uit en vul hem in!
Kijk kritisch naar het rapport dat je aan jouw buurt gegeven hebt. Waar zitten de verbeterpunten? Welk verbeterpunt is voor jou het belangrijkst?
Voor welk punt zou jij je buurtgenoten in beweging krijgen?
Spookdorpen
Spookdorpen (krimpgemeenten) in Nederland
Lees het onderstaande tekstbestand.
De meeste mensen wonen in de grote steden en dat aantal groeit nog steeds. Ook in Nederland. Dat komt onder meer doordat mensen wegtrekken van het platteland naar de stad. Het klinkt onwerkelijk, maar over 30 jaar zijn er dorpen in Nederland waar bijna geen mensen meer wonen: spookdorpen.
De leegloop van dorpen gebeurt vooral aan de rand van Nederland met name in de provincies Groningen, Limburg en in Zeeland. Daar vinden we dus deze krimpgemeenten. Veel mensen trekken hier weg en gaan naar grote steden in de buurt of naar de Randstad.
Vooral jongeren verhuizen van de dorpen naar de stad, om naar school te gaan of om te werken. Er blijven vooral ouderen over die geen kinderen meer krijgen. Het dorp vergrijst. Dit betekent dat er in weinig kinderen bijkomen terwijl de groep ouderen groeit. De gemiddelde leeftijd van de inwoners van het dorp wordt daardoor steeds hoger.
Dorpen zijn niet hetzelfde als steden. In de dorpen zijn veel minder voorzieningen, zoals winkels, scholen, restaurants enzovoort dan in een stad. Als de mensen verdwijnen, verdwijnen ook de winkels. Er zijn simpelweg te weinig klanten om te kunnen blijven bestaan. Het dorp wordt daardoor weer minder aantrekkelijk en meer mensen trekken weg.
Het dorp wordt door die leegloop steeds leger en stiller. Voor de mensen die er blijven wonen is er steeds minder te doen. En als er nog meer mensen vertrekken kan het dorp veranderen in een ‘spookdorp’
Bekijk nu de onderstaande videofragmenten.
Bespreek na het bekijken van de videofragmenten wat je hebt gezien.
Zijn er in jouw buurt ook soortgelijke projecten aanwezig of woon je in dorp dat langzaam leegloopt en waar niets meer gebeurt.
Eindproduct
Eindproduct
Jullie hebben geïnventariseerd wat de sterke en zwakke punten zijn in je eigen buurt of wijk. En je weet inmiddels wat er gebeurt als voorzieningen onder druk komen te staan of zelfs geheel verdwijnen. De video's hebben je misschien wel geïnspireerd en op ideeën gebracht.
Nu wordt het tijd om aan de slag te gaan: jullie bedenken een actie om de leefbaarheid in de buurt te verbeteren.
- Kies een verbeterpunt uit waarvoor je steun van buurtgenoten denkt te kunnen krijgen.
- Schrijf op wat het doel is van de actie. Wat wil je precies bereiken?
- Bedenk met zijn tweeën een actie om dat doel te bereiken. Wat moet er gebeuren?
- Ontwerp een affiche om de actie zo wervend mogelijk te presenteren.
Kijk nog even bij Eindproduct - Beoordeling hoe jullie docent het affiche gaat beoordelen.
Klaar en tevreden?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.
1.2 Buurtvoorzieningen
Vooraf
Korte inleiding
De dichtstbijzijnde supermarkt of buurtwinkel weet jij vanaf jouw schoolgebouw waarschijnlijk moeiteloos te vinden. Schoolgebouw, buurtwinkel, apotheek, parkeerplaats of bushalte zijn zichtbare voorzieningen in ons ingerichte leefomgeving.
Hoe is de omgeving van jouw school ingericht? Met welke voorzieningen? Wat zijn de dichtstbijzijnde voorzieningen?
Aan het eind van deze les:
- Ken je het belang van voorzieningen in jouw leefomgeving.
- Kun je omschrijven aan welke behoefte(n) een bepaalde voorziening tegemoet komt.
- Kun je een duidelijke kaart maken waarop een selectie van de voorzieningen zijn weergegeven.
- Ken je de betekenis van de volgende begrippen:
Voorziening - Legenda
Eindproduct
In deze opdracht inventariseer je de voorzieningen in de omgeving van de school. Je selecteert minimaal vijf voorzieningen, die volgens jou de belangrijkste zijn. Bedenk daarbij steeds aan welke behoefte een bepaalde voorziening tegemoet komt en voor wie dat bedoeld is of belangrijk zou kunnen zijn.
Je tekent deze voorzieningen in op een plattegrond die de school als middelpunt heeft. Deze plattegrond bestaat uit een kaartje en een legenda. Het kaartje print je uit via Google Maps op een A3 vel, zoomschaal 200meter. De legenda maak je zelf (zie stap 1 en 4) en plaats je op de overblijvende witruimte van het A3 vel.
Je krijgt een goede beoordeling voor je plattegrond als het volgende hierin is verwerkt:
- De voorzieningen die je aantreft in de directe omgeving van jouw school.
- Waar zijn deze voorzieningen te vinden.
- De door jou geselecteerde, belangrijkste voorzieningen, met een toelichting waarom.
Groepsgrootte
Deze opdracht wordt in tweetallen uitgevoerd.
Benodigdheden
- een computer met internet
- een kleurenprinter
- pen, potlood, ruitjespapier
Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 lesuren nodig.
Verkennen
Verkennen
Je begint deze opdracht met het bekijken van een Geoclip.
Bekijk ook onderstaande video.
.
De buurt van de school
De buurt van de school
Beantwoord samen met een klasgenoot de volgende vier vragen.
Bespreek samen bij iedere vraag waarom jullie kiezen voor die beoordeling.
- Wat vinden jullie van de groenvoorzieningen in de buurt van jullie school?
- Wat vinden jullie van de voorzieningen voor de jeugd in de buurt van de school?
- Wat vinden jullie van het aanbod en de kwaliteit van openbaar vervoer in de buurt van de school?
- Wat vinden jullie van het aanbod en de kwaliteit van winkels in de buurt van de school?
Lees verder op pagina 2.
Ideeën
Heeft de vragenlijst je op ideeën gebracht?
Zorg dat je in ieder geval minstens vijf voorzieningen kunt kiezen om op je plattegrond weer te geven! Dus maak er een mooie lijst van en schrijf zoveel mogelijk op. Als de lijst compleet is zet je de voorzieningen in volgorde van belangrijkheid.
Schrijf ook op hoe je tot die rangorde komt, welke kenmerken de doorslag gaven. De eerste vijf komen op je plattegrond. Bedenk daar pictogrammen voor of symbooltjes. Handig voor de legenda.
Eindproduct
Eindproduct.
Hebben de vragen jullie op ideeën gebracht? Hebben jullie al een aardige lijst met voorzieningen rondom de school? Ga nu naar Google Maps en zoek jullie school op.
Kies voor een zoomniveau van 200 m. Print de kaart uit, als het kan op A3-papier. Zet een titel bovenaan de plattegrond. Welke voorzieningen zijn er rondom jouw school? Welke vinden jullie het belangrijkst?
Geef die vijf voorzieningen aan op de kaart. Bedenk voor iedere voorziening een pictogram of symbooltje. Bij de kaart moet een legenda komen. In de legenda staat wat alle gebruikte pictogrammen, symbooltjes en tekens betekenen. Maak de legenda. Schrijf bij de plattegrond een korte toelichting.
In de toelichting leggen jullie uit voor wie de vijf gekozen voorzieningen bedoeld zijn en waarom jullie deze voorzieningen belangrijk vinden.
Klaar?
Laat de plattegrond met legenda en de toelichting beoordelen door jullie docent. Hoe jullie docent de plattegrond beoordeelt, lees je onder Eindproduct - Beoordeling.
www.lvoorl.nl
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder een video die goed past bij deze opdracht.
Bekijk de video.
Leg je buurman/buurvrouw uit waarom deze video goed bij deze opdracht past.
Wijken van de stad
1.3 Multicultureel
vooraf
De Willemsweg in Nijmegen is in de loop der jaren uitgegroeid tot het winkelhart van het Willemskwartier. Het Willemskwartier was van oorsprong een blanke volkswijk. Maar Anno 2012 omschrijven de ondernemers van de restaurants en winkels de Willemsweg als internationaal en multicultureel. Klopt deze omschrijving? En waarom? Daar ga je aan de hand van filmpjes en Google streetview onderzoeken.
Aan het eind van deze les:
- Kun je aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat er met segregatie wordt bedoeld.
- Kun je uitleggen hoe een winkelstraat zoals de Willemsweg kan ontstaan.
Aan het eind van deze opdracht ken je betekenis van de volgende begrippen:
- multicultureel
- segregatie
- etniciteit
Eindproduct
Als eindproduct maken jullie een wervend digitaal straatgidsje met afbeeldingen en namen van een aantal winkels en/of eethuizen in de Willemsweg. Het gidsje heeft een kort voorwoord dat aangeeft hoe de Willemsweg haar multiculturele karakter heeft gekregen.
In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.
Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door elkaar en door jullie docent.
Het gidsje wordt beoordeeld met de volgende vragen:
- Maakt het voorwoord van het gidsje duidelijk hoe het multiculturele karakter van de Willemsweg is ontstaan?
- Illustreert het gidsje het multiculturele karakter van de Willemsweg?
- Nodigt het gidsje uit tot een bezoek aan de Willemsweg?
Groepsgrootte
Je doet deze opdracht met z’n tweeën.
Benodigdheden
- een computer met internet en Google - streetview
- pen en papier om aantekeningen te maken
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Virtuele wandeling
Virtuele wandeling
Jullie beginnen deze opdracht met een korte virtuele wandeling door de Willemsweg te Nijmegen. Deze straat vormt het winkelhart van het Willemskwartier.
Ga naar Google-streetview . Ga met Pegman, de Google-streetviewgids, naar de kruising van de Genestetlaan en de Jan Luykenstraat.
Loop op de Willemsweg in de richting van de Tollensstraat en weer terug tot aan de kruising met de Genestetlaan.
Onderweg krijgen jullie trek in een snack en gaan jullie bij een van de cafetaria's of eethuizen naar binnen. Aan jullie de keuze.
Onder het genot van een virtueel hapje of een drankje maken jullie alvast wat aantekeningen over de winkels en restaurants waar je bent langsgelopen.
Verbeterpunten
Na de virtuele wandeling bekijken jullie het filmpje ‘Willemsweg’.
Het filmpje gaat over de opknapbeurt voor de Willemsweg rond 2006. Maar als ontwerpers van een straatgidsje zijn jullie voornamelijk geïnteresseerd in het multiculturele karakter van de straat. Daar geeft het filmpje ook een overzicht van. Houd pen en papier klaar om aantekeningen te maken.
Let daarbij op:
- de namen van de ondernemers.
- wat voor soort zaak zij runnen.
- hun opmerkingen over het multiculturele karakter van hun winkelstraat.
- hun wensen voor de toekomst van de winkelstraat.
Bekijk het volgende filmpje:
Wat noemt Meneer Reingoud van het Surinaamse eethuis als verbeterpunt van de Willemsweg?
Een beetje geschiedenis
Een beetje geschiedenis
Lees het verhaaltje over de geschiedenis van het Willemskwartier.
Het Willemskwartier is van oudsher een volksbuurt. Oorspronkelijk wonen er voornamelijk laagbetaalde en niet hoogopgeleide mensen. Zo rond 1950 begint de bevolkingssamenstelling te veranderen. Met de groeiende welvaart gaan steeds meer kinderen naar het voortgezet onderwijs en vervolgens naar de universiteit. Na hun opleiding willen ze vaak niet meer in hun oude volkswijk wonen.
Tegelijkertijd verouderden de huizen, een reden voor bewoners om te verhuizen naar modernere woningen in andere gedeeltes van de stad. Met het vertrek van de autochtone Willemskwartierders komt er plek voor de groeiende groep allochtonen. Zij komen hier als gastarbeiders en de lage huren zijn aantrekkelijk.
Anno 2012 wonen in het Willemskwartier meer dan 20% Nederlanders van allochtone afkomst. Het Willemskwartier heeft slechte tijden gekend. Een mix van laag opleidingsniveau van de bewoners, hoge werkeloosheid en slecht onderhoud van de huizen veroorzaakte overlast en criminaliteit. Daardoor kreeg de wijk een slechte naam. Maar na een grondige opknapbeurt - de sloop van oude huizen en vervangende nieuwbouw, gekoppeld aan inspanningen om de gemeenschapszin te bevorderen - zit de buurt nu weer in de lift.
Kijk samen of je antwoord kunt geven op de volgende vragen.
- Waarom veranderde de bevolkingssamenstellling in het Willemskwartier rond 1950?
- Waarom was de buurt aantrekkelijk voor allochtonen?
- Waardoor zit de buurt de laatste jaren in de lift?
Het Willemskwartier heeft slechte tijden gekend. Een mix van laag opleidingsniveau van de bewoners, hoge werkeloosheid en slecht onderhoud van de huizen veroorzaakte overlast en criminaliteit. Daardoor kreeg de wijk een slechte naam. Maar na een grondige opknapbeurt -de sloop van oude huizen en vervangende nieuwbouw, gekoppeld aan inspanningen om de gemeenschapszin te bevorderen -zit de buurt nu weer in de lift.
Winkels in de lift
Winkels in de lift
Lees nu ook het volgende verhaal:
Dat de wijk weer in de lift zit, wordt aangetoond door de vestigingen van allerlei nieuwe winkels in de Willemsstraat.
Er is een markt voor hun producten en het zijn niet alleen de allochtone Willemskwartierders die plezier hebben van het gevarieerde aanbod. Boven de islamitische slagerijen, Turkse bakkers en Surinaamse eethuizen wonen veel studenten. Joyce Goverde, scholiere Communicatie aan de HAN zegt er dit over:
‘Het is een goede plek om te wonen. Door de aanwezigheid van allerlei etniciteiten is hier van alles te koop. Ik heb veel waardering voor de winkeleigenaren in de Willemsweg. Ze verdienen weinig geld, maar werken zich uit de naad. Door de overvloed aan plaatselijke grutters hoeven de meeste studenten voor boodschappen de straat niet uit. Het is net een klein dorp.’
Ook de ondernemers zelf zijn tevreden over de ontwikkelingen.
Luister maar eens naar de interviews met Tugay Yilmaz van Eethuis Anil, Mw. Kailey van New India Kleding en Mimi Schoots van Gaertner Wonen.
Bekijk de volgende interviews:
In het verhaaltje gebruikt de scholiere het woord etniciteiten.
Weten jullie wat dat woord betekent? Zoek het zonodig op.
Zorg dat je elkaar uit kunt leggen wat etniciteit te maken heeft met nationaliteit, religie, taal of cultuur.
Segregatie
Segregatie in het Willemskwartier?
Lees wat wordt bedoeld met segregatie.
Segregatie heeft te maken met afzondering, apart houden, afgescheiden houden. Uit de geschiedenis kennen we de segregatie tussen blank en zwart, de apartheid. Daarbij werd de ene bevolkingsgroep door de ander onderdrukt. Het gescheiden houden was een onderdeel van die onderdrukking.
In het hedendaagse Nederland wordt het begrip segregatie gebruikt voor het verschijnsel dat bevolkingsgroepen met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen in een bepaalde stadswijk gaan samenwonen. Segregatie wordt ook wel het tegenovergestelde van integratie genoemd. Een groep mensen zondert zich af van de rest van de mensen en probeert binnen het eigen gebied bepaalde waarden en normen te handhaven. Ze mengen zich dus bewust niet met de omringende bevolkingsgroepen.
Beantwoord nu samen de volgende vraag:
- Komt volgens jullie segregatie veel voor in het Willemskwartier?
Leg jullie antwoord uit.
Eindproduct
Eindproduct
Tijd voor het eindproduct. Jullie gaan samen in Word of in Publisher een straatgidsje maken met afbeeldingen en namen van vijf winkels en/of eethuizen in de Willemsweg. In het gidsje komt een kort voorwoord om de Willemsweg bij de lezer te introduceren. In het voorwoord vertellen jullie hoe de Willemsweg haar multiculturele karakter heeft gekregen.
Beoordeling
Kijk nog even bij Eindproduct - Beoordeling naar de beoordelingscriteria.
Klaar en tevreden?
Laat het straatgidsje beoordelen door je klasgenoten en door jullie docent.
Natuurlijk beoordelen jullie ook een of meerdere gidsjes van klasgenoten. Geef op een goede manier feedback.
www.lvoorl.nl
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder twee video's die goed passen bij deze opdracht.
Bekijk de video's.
Probleemwijken
Vluchtelingen - asielzoekers
1.4 Als huizen konden praten
Vooraf
Soms hoor je oudere bewoners van een buurt klagen dat ze zich er niet meer prettig voelen. Vooral in grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag kun je die geluiden horen. De samenstelling van de bevolking is daar in veel buurten in de loop van de jaren enorm veranderd. Hoe dat zo gekomen is, daarover gaat deze les.
Aan het eind van deze opdracht:
- Weet je dat de bevolkingssamenstelling van wijken in de loop der jaren kan veranderen.
- Kun je minstens twee oorzaken van deze veranderingen geven.
- Kun je een concreet voorbeeld geven van zo'n verandering.
Aan het eind van deze opdracht ken je de volgende begrippen:
Witte vlucht - Aandachtswijk (of achterstandswijk of Vogelaarwijk) - Gastarbeider
Eindproduct
Je schrijft een verhaal (max.1 A4-tje) waarin de 'hoofdpersoon' een huis is dat al meer dan 50 jaar in een oude volkswijk van een grote stad staat.
Het huis vertelt: Wie hebben er in die jaren allemaal gewoond? Wat voor mensen waren dat? Waarom kwamen ze er wonen? Waarom verhuisden ze weer?
In je verhaal gebruik je de informatie uit de bronnen over de veranderingen in zo'n wijk. Laat je fantasie de vrije loop, maar gebruik ook de geleerde begrippen, zodat je de leerdoelen behaalt. Bij elkaar geven jullie verhalen een mooi beeld van de veranderingen in zulke wijken in de loop der jaren.
Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Jullie krijgen een goede beoordeling als:
- Het verhaal een duidelijk beeld geeft van de veranderingen in bevolkingssamenstelling in een oude volkswijk.
- Het verhaal leesbaar en boeiend geschreven is.
- Het verhaal in goed Nederlands is geschreven.
Groepsgrootte
Je maakt deze opdracht alleen.
Benodigdheden
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Verhuizen
Bespreek samen met een klasgenoot wat je hebt gezien in de filmpjes.
Gebruik daarbij de volgende vragen:
- Bedenk enkele redenen waarom mensen, die het konden betalen, wegtrokken uit de oude binnensteden.
- Waarom bleven ook de ouderen achter in de oude wijken?
- Kun je verklaren waarom deze wijken in een neergaande spiraal terechtkwamen?
Het resultaat van de suburbanisatie lijkt te zijn dat bepaalde bevolkingsgroepen bij elkaar komen te wonen. De rijken bij de rijken, in wijken met dure huizen. De minder rijke mensen in wijken met minder dure huizen. Ook zie je wijken die 'verkleuren'. De oorspronkelijke bewoners, 'witte' Nederlanders maken plaats voor gekleurde nieuwe Nederlanders van bijvoorbeeld Turkse of Marokkaanse oorsprong. Het gaat vaak om buurten met goedkopere huizen. En omdat veel nieuwe Nederlanders vaak een laag inkomen hebben is het logisch dat zij in die wijken een huis zoeken. Daarnaast krijgen zij gemiddeld meer kinderen dan de witte Nederlanders, waardoor de buurt steeds verder verkleurt.
Witte vlucht
Witte Vlucht
Bekijk het onderstaande videofragment. het videofragment is afkomstig uit een aflevering van Rondom 10.
De vrouw in het videofragment voelt zich duidelijk een vreemde in haar
eigen buurt. Dergelijke verhalen kun je in meer volkswijken in grote steden horen. Hoe komt het dat er in deze wijken nog maar zo weinig oorspronkelijke Nederlanders (autochtonen) wonen?
Lees de volgende informatie:
Witte vlucht
De meeste oude stadswijken zijn ooit ontstaan dicht bij fabrieken. Het waren vaak kleine eenvoudige huizen. Toen de welvaart steeg, kregen veel arbeiders behoefte aan een groter huis. Ze verhuisden naar nieuwbouwwijken aan de rand van de stad. De mensen die geen huis in een nieuwbouwwijk konden betalen of heel erg gehecht waren aan hun buurt bleven achter.
In dezelfde periode kwamen er veel gastarbeiders naar Nederland omdat hier een tekort was aan arbeidskrachten. Een gastarbeider is iemand die tijdelijk naar een ander land gaat om er te werken. Maar voor veel gastarbeiders werd Nederland een tweede thuis. Ze bleven en lieten vrouw en kinderen overkomen. Ze trokken vervolgens naar de naoorlogse wijken waar goedkope woningen beschikbaar waren.
Door deze ‘verkleuring’ van de oude wijken zijn de achtergebleven oorspronkelijke bewoners alsnog naar de voorsteden verhuisd. Dit verschijnsel noem je “witte vlucht”.
Kun je nu antwoord geven op de vraag waarom er in volkswijken in grote steden nog maar weinig autochtonen wonen?
Aandachtswijken
Aandachtswijken
De samenstelling van de bevolking in een wijk verandert voortdurend. Maar als de problemen in bepaalde wijken zich opstapelen, dan moet er wat gebeuren. Dan moet de overheid ingrijpen. In 2007 heeft de regering 40 wijken aangewezen die extra aandacht nodig hebben. Ze worden aandachtswijken of ook wel Vogelaarwijken genoemd, naar de toenmalige minister van Wonen, Wijken en Integratie Ella Vogelaar.
Bij de problemen in die wijken moet je denken aan overlast, onveiligheid en verloedering. Met gerichte maatregelen wordt geprobeerd om de leefsituatie in deze wijken te verbeteren. Bijvoorbeeld door beter onderhoud aan de huizen en het bouwen van duurdere nieuwe huizen. Op die manier komen er weer andere mensen in de buurt wonen, krijg je een andere mix, waardoor de buurt verbetert.
Lees de volgende twee berichtjes over het wonen in zo'n aandachtswijk.
Student naar Vogelaarwijk
Woningcorporaties moeten studenten gaan huisvesten in leegstaande wooncomplexen in zogeheten Vogelaarwijken. Dat stelt D66-Kamerlid Kees Verhoeven. Op dit moment staan er in achterstandswijken honderden flats leeg van wel vier of vijf verdiepingen hoog. Het is de bedoeling dat die wooncomplexen allemaal worden gerenoveerd, maar door geldgebrek bij woningcorporaties zijn deze projecten op grote schaal uitgesteld.
"Deze woningen zijn voor gezinnen veel te klein, maar goed genoeg om drie studenten in te kunnen huisvesten. Zo kun je op zeer korte termijn duizenden studenten aan een woonruimte helpen”, zegt Verhoeven. Bovendien ziet hij voordelen voor de wijk: "Studenten hebben relatief meer te besteden en er komt wat meer evenwicht in de wijk als je kijkt naar het gemiddelde opleidingsniveau en culturele achtergronden."
Politicus verhuist van Barneveld naar achterstandswijk
Afgelopen zomer verruilde Roel Kuiper, Eerste Kamerlid voor de ChristenUnie, samen met zijn vrouw Tjitske en hun 14-jarige dochter een prachtige twee-onder-een-kapwoning in Barneveld, voor een eenvoudig rijtjeshuis in Amsterdam-Noord. Het was een bewuste keuze om het christelijk bolwerk Barneveld te verlaten vertelt Tjitske Kuiper. '
In Barneveld woonden we in een ruim comfortabel huis. Toch hadden we er geen vrede mee. Als christen willen we een licht in de wereld zijn. Dan moet je niet in het veilige Barneveld blijven zitten. We willen wat betekenen voor deze wijk.'
De familie Kuiper laat zich niet afschrikken door een gestolen fiets. Ook het feit dat de kentekenplaten van de auto werden geschroefd is geen reden om terug te keren naar het Veluwse platteland. Tjitske Kuiper is al flink aan de slag om in de wijk de handen uit de mouwen te steken. 'Via een stichting heb ik een mevrouw uit de wijk naar het ziekenhuis gereden omdat ze geen vervoer had. Je merkt dat mensen verbaasd zijn dat je dat belangeloos doet. Op deze manier kun je iets van Gods liefde laten zien.'
Eindproduct
Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht maak je alleen.
Je schrijft een verhaal van max.1 A4-tje, waarin de 'hoofdpersoon' een huis is dat al meer dan 50 jaar in een oude volkswijk van een grote stad staat.
Het huis vertelt:
- Wie hebben er in die jaren allemaal gewoond?
- Wat voor mensen waren dat?
- Waarom kwamen ze er wonen?
- Waarom verhuisden ze weer?
In je verhaal gebruik je de informatie uit de bronnen over de veranderingen in zo'n wijk. Laat je fantasie de vrije loop, maar gebruik ook de geleerde begrippen, zodat je de leerdoelen behaalt. Bij elkaar geven jullie verhalen een mooi beeld van de veranderingen in zulke wijken in de loop der jaren.
Kijk nog even naar de beoordelingscriteria bij Eindproduct - Beoordeling.
Klaar en tevreden?
Laat het verhaal beoordelen door je docent.
1.5 Wereldplaats
Vooraf
Honderd jaar geleden woonden er in Nederland bijna alleen mensen die hier of in één van onze buurlanden geboren waren. Nu vind je in Nederland mensen uit (bijna) alle landen van de wereld. In deze opdracht zoek je naar sporen van ‘ver weg’.
Aan het eind van deze les:
- Weet je dat je veel meer met de wijde wereld te maken hebt dan je misschien denkt; je kunt voorbeelden geven waar dat uit blijkt.
- Weet je dat allerlei producten, ook dagelijkse dingen, uit verre streken afkomstig zijn en dat we niet zonder zouden kunnen.
- Kun je de sporen van (ontwikkelings)landen in je eigen (of dichtstbijzijnde) stad presenteren in een handzame en leerzame folder.
Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een wereldwandeltocht.
De wandeltocht voert langs minimaal vijf plekken in de stad waar je woont of naar school gaat, die iets vertellen over een ander deel van de wereld.
Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door de docent. Jullie krijgen een goede beoordeling als jullie:
- een wandeling hebben uitgezet met ten minste vijf 'wereldplekken';
- hebben aangegeven wat de Nederlandse relatie is met die plekken;
- de wandelroute met zorg hebben gemaakt;
- de teksten op de kaart hebben nagekeken op taalfouten.
Groepsgrootte
Deze opdracht voer je uit samen met een klasgenoot.
Benodigdheden
- een computer met internet
- pen, potlood, ruitjespapier
- een zelfgetekende of bestaande kaart van het wandelgebied
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig plus de tijd voor de wandeltocht.
Producten van overal
Producten van overal
De wereld is dichterbij dan je denkt, vaak zonder het zelf te weten.
Kijk naar dit filmpje op SchoolTV.nl.
Beantwoord daarna de volgende vragen. Kies steeds het juiste antwoord.
- Uit welk werelddeel komen de meeste kleren vandaan?
- Hoe kan je zien uit welk werelddeel je kleding vandaan komt?
- Aan de opdruk op de buitenkant van de kleding.
- Aan het materiaal waarmee de stof gemaakt is.
- Aan het etiket aan de binnenkant van de kleding.
- Waarom noemen we een oma-fiets een Nederlands product?
- Omdat de fiets in Nederland in elkaar gezet is.
- Omdat Nederlanders het meeste fietsen.
- Omdat de fiets in Nederland bedacht is.
Producten uit de derde wereld
Producten uit de derde wereld
Sta je wel eens stil bij de vraag hoeveel producten je gebruikt die uit derde wereldlanden of ontwikkelingslanden komen?
Maak een lijstje met vijf producten die jullie thuis regelmatig gebruiken en die afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden. Kijk eventueel even op de website van bijvoorbeeld de wereldwinkel .
Vergelijk jouw lijstje met een lijstje van een klasgenoot.
- Hebben jullie veel dezelfde producten?
- Heeft hij/zij producten op het lijstje waarvan jij niet wist dat ze uit een ontwikkelingsland komen?
In een spotje van Postbus 51 uit de jaren '80 van de vorige eeuw werd de volgende slogan gebruikt: 'De derde wereld is afhankelijk van ons, maar wij ook van de derde wereld. We hebben mekaar nodig, elke dag'
- Zijn jullie het eens met deze slogan? Leg uit waarom wel of waarom niet.
Op zoek
Op zoek
Zoek vijf plekken in het centrum van je eigen (of dichtstbijzijnde) stad die verwijzen naar een plek of een land in een ander werelddeel.
Denk bijvoorbeeld aan een Chinees restaurant of een straatnaam die verwijst naar een koloniaal verleden. Een groentewinkel met exotische vruchten of een winkel met parket van tropisch hardhout.
Wat kun je gebruiken om vijf verschillende plekken te vinden: Google maps, Streetview, Straatnamenregister, (online) telefoongids etc.
Keuze is aan jullie welke hulpmiddelen jullie gebruiken. Om meer over de gevonden plekken te weten te komen kun je bijvoorbeeld Wikipedia gebruiken. Vergeet niet de gevonden informatie te checken op betrouwbaarheid.
Als je vijf plekken hebt gevonden, geef je die plekken aan op een zelfgetekende of bestaande kaart van de door jou gekozen stad (Google maps).
Zorg er ook voor dat de gekozen plekken niet al te ver uit elkaar liggen.
Als je vijf plekken hebt aangegeven op je kaart, teken je met stippeltjes een route, zodat anderen jouw route kunnen nalopen.
De wereld ver en dichtbij
De wereld ver en dicht bij
Voor deze stap heb je de wereldkaart nodig uit de bijlage .
Print deze kaart uit.
Je hebt in stap 3 vijf plekken gevonden in jouw stad.
Deze plekken hebben een verwijzing naar een ander land of werelddeel.
Noteer deze landen/werelddelen onder elkaar in het kader onder het geprinte kaartje.
Teken voor de landen/werelddelen een vakje en geef deze verschillende kleuren: je legenda is gemaakt!
Kleur op de kaart de genoemde landen/werelddelen, de kleur zoals je hebt aangegeven in de legenda.
Eindproduct
Eindproduct
In stap 3 heb je de plekken van jouw eigen 'wereldwandeltocht' opgezocht en uitgestippeld op de kaart. Je hebt in stap 4 gekeken wat de verwijzing is naar andere landen/werelddelen.
Je gaat nu de wereldwandeltocht compleet maken met een toelichting.
Bij elke gevonden plek schrijf je wat deze plek zo bijzonder maakt en hoe deze 'wereldplek' in Nederland terecht is gekomen.
Verder zoek je bij elke plek een afbeelding (foto of tekening).
Ben je klaar en tevreden over de wandeltocht en de bijbehorende toelichting?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.
1.6 Samenwerking
Vooraf
Veel mensen in de rijke landen zijn bereid om een deel van hun inkomen af te staan om de situatie in ontwikkelingslanden te verbeteren. In deze opdracht kijk je naar verschillende manieren waarop ontwikkelingslanden ondersteund worden en naar een aantal organisaties die hier bij betrokken zijn.
Aan het eind van deze opdracht:
- Weet je het verschil tussen noodhulp en structurele samenwerking.
- Weet je het verschil tussen gebonden en ongebonden samenwerking.
- Weet je het verschil tussen bilaterale en multilaterale samenwerking.
- Weet je wat een NGO (niet-gouvernementele organisatie) is.
Eindproduct
Je maakt een schema waarin je duidelijk maakt welke vormen van ontwikkelingssamenwerking er zijn.
Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Jullie krijgen een goede beoordeling als jullie schema duidelijk maakt:
- wat het verschil is tussen noodhulp en structurele samenwerking.
- wat het verschil is tussen gebonden samenwerking en ongebonden samenwerking.
- wat het verschil is tussen bilaterale en multilaterale samenwerking.
- dat er verschillende soorten organisaties betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking.
Groepsgrootte
Deze opdracht voer je uit samen met een klasgenoot.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Soorten ontwikkelingssamenwerking
Soorten ontwikkelingssamenwerking
Ontwikkelingssamenwerking kun je op verschillende manieren indelen.
Ga op de website StudioAardrijkskunde naar het onderdeel Arm en Rijk:
StudioAardrijkskunde: Arm en Rijk
Bestudeer het onderdeel 'Ontwikkelingssamenwerking'.
Hieronder zie je twee voorbeelden van ontwikkelingssamenwerking.
Geef aan of er sprake is van incidentele of van structurele ontwikkelingssamenwerking.
1 Na de tsunami in Zuid-Oost Azië werd er in Nederland geld opgehaald voor de slachtoffers van de ramp. Het geld werd onder andere gebruikt om ervoor te zorgen dat mensen die hun huis kwijt waren geraakt, in tenten opgevangen konden worden.
2 In de Filippijnen wonen ruim 100 miljoen mensen. Als de bevolking zo blijft groeien als de laatste jaren, wonen er in 2025 meer dan 150 miljoen mensen in de Filippijnen. Nederland heeft in de Filippijnen projecten financieel ondersteund die geboortebeperking tot doel hebben.
Nederland en ontwikkelingssamenwerking
Nederland en ontwikkelingssamenwerking
In de begroting van de Nederlandse regering is een bedrag opgenomen voor ontwikkelingssamenwerking. Binnen de Europese Unie is afgesproken dat elke lidstaat 0,7% van het Bruto Nationaal Product besteedt aan ontwikkelingshulp.
Bekijk ook het volgende filmpje op de website van SchoolTV:
Aan welke soorten ontwikkelingssamenwerking geeft Nederland volgens het filmpje geld uit.
Artsen zonder grenzen en Plan Nederland
Artsen zonder grenzen en Plan Nederland
Bezoek de websites van Artsen zonder grenzen en van Plan Nederland.
www.artsenzondergrenzen.nl
www.plannederland.nl
Kijk op beide websites ongeveer 5 minuten rond.
Beantwoord dan de volgende vragen:
- Zijn Artsen zonder grenzen en Plan Nederland overheidsorganisaties of niet?
- Hoe komen de organisaties aan geld voor ontwikkelingssamenwerking?
- Wat is het verschil als je kijkt naar de soort ontwikkelingssamenwerking tussen beide organisaties?
Eindproduct
Eindproduct
Een tabel of een schema is een goede manier om gegevens op een overzichtelijke manier in beeld te brengen. Als eindproduct van deze opdracht maken jullie een tabel of schema waarin jullie duidelijk maken welke vormen van ontwikkelingssamenwerking er zijn.
In het schema laten jullie zien:
- wat het verschil is tussen noodhulp en structurele samenwerking. Geef ook voorbeelden.
- wat het verschil is tussen gebonden samenwerking en ongebonden samenwerking. Geef ook voorbeelden.
- wat het verschil is tussen bilaterale en multilaterale samenwerking. Geef ook voorbeelden.
- dat er verschillende soorten organisaties betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking. Geef ook voorbeelden.
Klaar?
Laat het schema beoordelen door jullie docent.
Afsluiting
Je hebt alle opdrachten van het thema Burgerschap gemaakt, tijd voor de afsluiting.
Je sluit dit thema af met het zoeken van zes afbeeldingen die het
thema burgerschap illustreren. Je zoekt twee afbeeldingen bij 'Leefbaarheid', twee afbeeldingen bij 'Multicurele samenleving' en twee afbeeldingen bij 'Wereldburgerschap'.
Bij elk tweetal afbeeldingen geef je kort (max. 150 woorden) aan waarom de afbeeldingen volgens jou goed bij het onderwerp passen.
Beoordeling
De afbeeldingen en de toelichting worden beoordeeld door je docent.
Hier worden je afbeeldingen en de toelichting op beoordeeld:
- Inhoud: passen de afbeeldingen goed bij de begrippen?
- Inhoud: passen de omschrijvingen bij de afbeeldingen?
- Inhoud: dekken de afbeeldingen en de omschrijvingen de leerdoelen?
- Creativiteit: zijn de afbeeldingen/omschrijvingen origineel?
- Netheid: is er aandacht besteed aan de netheid?
- Taal: bevatten de omschrijvingen niet te veel taalfouten?
Verderkijker
Verderkijker
Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'. De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende digitale fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid. Voor het thema Burgerschap zijn tien fragmenten bij vijf verschillende onderwerpen geselecteerd.
Om de Teleblik fragmenten te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn op teleblik. Voor meer informatie over het inloggen ga naar: teleblik.nl/faq/hoe-krijg-ik-toegang-tot-teleblik
1 Buurtinitiatief
Deurbel tegen anonimiteit in de tarwewijk. Een betere buurt
Minister Eberhard van der Laan is bang voor ontstaan spookdorpen door de daling van het aantal inwoners platteland. Spookdorpen
2 Buurtvoorzieningen
Gemeenten bezuinigen op groenvoorziening. Groenvoorziening
Agent vertelt over de wijk waar hij opgroeide en nu agent is: Geitenkamp in Arnhem. Van arbeiderswijk naar een wijk met veel werklozen. Geitenkamp Arnhem
3 Wereldplaats
Return to sender: Katja Schuurman over eerlijke producten van over de hele wereld.
Wereldburgers: Handel en armoede
4 Als huizen konden praten
Prinses Máxima bij presentatie WRR-rapport over nationale identiteit. De Nederlander bestaat niet. Maxima
Gesprek met bewoners van de Akbarstraat in de Kolenkitbuurt Amsterdam.
Akbarstraat
Mensen praten over hoe hun wijken veranderd zijn in de loop der jaren.
Wijken veranderen
5 Debat Derde Wereld
De derde wereld is afhankelijk van ons, maar wij ook van de derde wereld. We hebben mekaar nodig, elke dag'. Derde wereld
Stef Blok, fractievoorzitter VVD, die zegt dat het geld voor ontwikkelingshulp in de afgelopen decennia niet goed is besteedt. Hij wil wel de mogelijkheden verruimen voor burgers om giften aan een goed doel van de belasting af te trekken.
Ontwikkelingshulp?