Cellen nader bekeken - hv12

Cellen nader bekeken - hv12

Intro

Intro

Planten en dieren bestaan uit cellen. Maar er zijn duidelijke verschillen tussen dierlijke cellen en 
plantaardige cellen. Over de verschillen tussen deze cellen gaat deze opdracht.

Bekijk het volgende filmpje:


Wat denk je: is dit een dierlijke of een plantaardige cel?

In deze opdracht bekijk je dierlijke en plantaardige cellen met een microscoop en leer je de onderdelen van
een cel kennen. Daarnaast leer je hoe cellen samen een weefsel vormen.

Veel succes!

Vooraf

Leerdoelen

Aan het eind van deze opdracht:

  • Ken je de begrippen celwand, celmembraan, celkern, kernmembraan, cytoplasma, vacuole, plasticiden, chloroplast, chromoplast en leukoplast.
  • Ken je de verschillen tussen een plantaardige en een dierlijke cel.
  • Kun je uitleggen wat de functies van de verschillende cel onderdelen zijn.
  • Kun je uitleggen dat cellen samen weefsel vormen, dat weefsels samen organen vormen en dat organen samen een orgaanstelsel vormen.
  • Ken en herken je verschillende typen plantenweefsels.

 

Eindproduct-Beoordeling

Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het maken van:

  • biologische tekeningen van een plantaardige en een dierlijke cel.
  • een kruiswoordpuzzel over de bouw van cellen.

Beoordeling
Bij de beoordeling van de tekeningen gebruikt je docent de volgende vragen:

  • Heb je een dierlijke en een plantaardige cel getekend?
  • Heb je je gehouden aan de tekenregels?
  • Heb je netjes gewerkt?

Bij de beoordeling van de kruiswoordpuzzel wordt gelet op:

  • de inhoud: bevat de kruiswoordpuzzel minimaal 10 woorden?
  • de inhoud: komen de belangrijkste onderdelen van de cel aan de orde?
  • de vormgeving: is de puzzel met zorg gemaakt?
  • de planning: is de kruiswoordpuzzel op tijd klaar?

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Informatie lezen en vragen beantwoorden over de bouw van een cel.
Stap 2 Alleen Voorbereiden practica met behulp van de gereedschapskist.
Stap 3 Alleen Practicum 'Waterpest en ui' uitvoeren en beoordelen.
Stap 4 Alleen Practicum 'Wangslijmvlies' uitvoeren en beoordelen.
Stap 5 Alleen Vragen over dierlijke en plantaardige cellen beantwoorden.
Stap 6 Alleen Toets 'Cellen nader bekeken' maken.
Stap 7 Samen Samen met een klasgenoot een kruiswoordpuzzel over dierlijke cellen, plantaardige cellen en plantenweefsels maken.
Extra Alleen + samen Video's bekijken en bespreken met klasgenoot.

 

Benodigdheden


Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1

Bouw van een cel
Bestudeer uit de kennisbank biologie het volgende onderdeel: 

KB: Bouw van een cel

Beantwoord nu de volgende vragen.

  1. In welke cel/cellen is een celmembraan aanwezig?
    1. Alleen in een dierlijke cel.
    2. Alleen in een plantaardige cel.
    3. Zowel in een dierlijke als in een plantaardige cel.
  2. In welke cel/cellen is een celwand aanwezig?
    1. Alleen in een dierlijke cel.
    2. Alleen in een plantaardige cel.
    3. Zowel in een dierlijke als in een plantaardige cel.
  3. In welke cel/cellen is een celkern aanwezig?
    1. Alleen in een dierlijke cel.
    2. Alleen in een plantaardige cel.
    3. Zowel in een dierlijke als in een plantaardige cel.
  4. In welke cel/cellen is cytoplasma aanwezig?
    1. Alleen in een dierlijke cel.
    2. Alleen in een plantaardige cel.
    3. Zowel in een dierlijke als in een plantaardige cel.
  5. In welke cel/cellen is een vacuole aanwezig?
    1. Alleen in een dierlijke cel.
    2. Alleen in een plantaardige cel.
    3. Zowel in een dierlijke als in een plantaardige cel.
  6. In welke cel/cellen zijn plastiden aanwezig?
    1. Alleen in een dierlijke cel.
    2. Alleen in een plantaardige cel.
    3. Zowel in een dierlijke als in een plantaardige cel.
  7. Welke plastiden kun je in plantencel aantreffen?
    1. Alleen chromoplasten en chloroplasten.
    2. Alleen chromoplasten en leukoplasten.
    3. Zowel chromoplasten, chloroplasten als leukoplasten.
  8. Wat is een ander woord voor chloroplasten?
    1. Kleurstoffen
    2. Bladgroenkorrels
    3. Leukoplasten

Stap 2

Voorbereiding practica
Je gaat straks met een microscoop een dierlijke cel bekijken en van die cel ga je een tekening maken.
Gebruik de volgende drie links om je goed voor te bereiden op de practica:

Stap 3

Practicum waterpest en rode ui
Je gaat twee schematische tekeningen maken van plantencellen en je benoemt de zichtbare onderdelen:

  • celwand
  • celmembraan
  • celkern
  • cytoplasma
  • bladgroenkorrel (chloroplast)
  • kleurstofkorrel (chromoplast)
  • vacuole
Practicum
  • Download het werkblad Waterpest en rode ui .
  • Lees het werkblad inclusief de beoordeling een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit zoals beschreven in de werkwijze.

Klaar?
Vul zelf de beoordeling in en laat de beoordeling invullen door je docent.

Stap 4

Practicum wangslijmvlies
Je gaat nu een schematische tekening van enkele wangslijmvliescellen maken.
Ook nu benoem je de zichtbare onderdelen:

  • celmembraan
  • celkern
  • cytoplasma
Practicum
  • Download het werkblad Wangslijmvliescellen .
  • Lees het werkblad inclusief de beoordeling een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit zoals beschreven bij de werkwijze.

Klaar?
Vul zelf de beoordeling in en laat de beoordeling invullen door je docent.

Stap 5

Dierlijke en plantaardige cellen
Je hebt plantencellen en dierencellen onder de microscoop bekeken.
Beantwoord nu de volgende vragen.

  1. Welke plastiden zijn aanwezig in een blaadje van waterpest?
    1. Chromoplasten
    2. Chloroplasten
    3. Leukoplasten
  2. Welke plastiden zijn aanwezig in een vliesje van een rode ui?
    1. Chromoplasten
    2. Chloroplasten
    3. Leukoplasten
  3. Als een rozenbottel rijp wordt, verandert de kleur van groen naar rood. Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?
    1. Chromoplasten zijn overgegaan in chloroplasten.
    2. Chloroplasten zijn overgegaan in leukoplasten.
    3. Chloroplasten zijn overgegaan in chromoplasten.
  4. Je ziet een aardappelplant.
    Waar bevinden zich de leukoplasten?
    1. In de aardappelen.
    2. In de bladeren.
    3. In de stengels en bloemen.

Stap 6

Toets Cellen nader bekeken
Voor je deze opdracht afsluit maak je de toets 'Cellen nader bekeken'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Om de toets te maken heb je inloggegevens van Quayn nodig.
Klik op de volgende link om te beginnen:

Toets Quayn: Cellen nader bekeken


Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

Toets:Cellen nader bekeken

Stap 7

Eindproduct
Je gaat samen met een klasgenoot een kruiswoordpuzzel maken.
Een kruiswoordpuzzel is een creatieve manier om begrippen en hun omschrijvingen te
presenteren. Door in een patroon van vakjes de letters van woorden in te vullen is de puzzel
op te lossen. De antwoorden worden meestal gegeven aan de hand van omschrijvingen.
Maar je kunt bijvoorbeeld ook een afbeelding als omschrijving gebruiken.

Jullie kruiswoordpuzzel gaat over dierlijke en plantaardige cellen en over plantenweefsels.
Zoek woorden en afbeeldingen op die passen bij dit onderwerp.
Maak van ieder woord een (korte) omschrijvingen.
Maak nu het hokjespatroon en schrijf de omschrijvingen erbij.

Kopieer de puzzel één of twee keer en laat de puzzel oplossen door één of twee klasgenoten.
Vraag om commentaar op jullie puzzel. Natuurlijk proberen jullie ook een puzzel van jullie
klasgenoten op te lossen. Geef op een positieve manier feedback aan jullie klasgenoten.

Beoordeling
Klaar?
Laat de kruiswoordpuzzel beoordelen door jullie docent.
Jullie krijgen een goede beoordeling voor de opdracht als:

  • De kruiswoordpuzzel minimaal 10 woorden bevat.
  • De omschrijvingen op de juiste manier naast de puzzel staan.
  • De puzzel niet te makkelijk en niet te moeilijk is; de puzzel moet door klasgenoten te
    maken zijn.
  • De kruiswoordpuzzel er verzorgd uitziet.

 

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staan een paar video's die goed passen bij dit thema.
Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot.

Microscoop 1
Microscoop 2
Tekenregels

Let op:
Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Begrippenlijst

Cellen nader bekeken

Cel
Kleinste organisatie-eenheid (bouwsteen) van een organisme.
Organisme
Een levend wezen: een bacterie, schimmel, plant of dier. Organismen vertonen levensverschijnselen, zoals zich voortplanten, zich voeden en reageren.
Protoplasma
De inhoud van een cel, bestaande uit het cytoplasma en de kern.
Cytoplasma
Vloeistof waarin alle celonderdelen liggen.
Celkern
Het deel van een cel dat erfelijke informatie (chromosomen) bevat.
Organel
Onderdeel van een cel met een bepaalde functie.
Celmembraan
Buitenste deel van een cel dat de cel vorm geeft en zorgt dat het celplasma in de cel blijft.
Kernmembraan
De buitenste laag van het kernplasma.
Celwand
Stevige structuur rondom een cel; bestaat uit cellulose. Komt voor bij bacteriën, schimmels en planten.
Vacuole
Ruimte in een cel gevuld met vocht. Een plantencel heeft een grote centrale vacuole, dierlijke cellen hooguit enkele kleine.
Plastiden
Verzamelnaam voor verschillende soorten korrels; chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten. Komen voor in het cytoplasma van plantencellen.
Planten
Organismen waarvan de cellen een celkern hebben en een celwand, meestal met bladgroenkorrels. Er bestaan zowel eencellige (eencellige algen) als meercellige planten. Door bladgroenkorrels doen planten aan fotosynthese. Planten zijn producenten (ze maken voedsel).

 

 


 

 

  • Het arrangement Cellen nader bekeken - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2016-04-19 13:11:25
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Cellen nader bekeken

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.