Rekenen verhaaltjessommen bewerkingen gewicht/prijs

Rekenen verhaaltjessommen bewerkingen gewicht/prijs

Rekenen met verhaaltjessommen

Je bent al erg goed bezig! Je begint het steeds beter te snappen. Daarom gaan we de sommen nu op het internet oefenen.

 

Wat is er allemaal te vinden?

  • Onder het kopje “ Uitleg stappenplan verhaaltjessommen” vind je de uitleg van het stappenplan.
  • Onder het kopje “ Verhaaltjessommen les 4” vind je de sommen die we gaan maken in les 4. De antwoorden om de sommen later na te kijken staan er ook bij! Als laatste vind je hier nog een klaaropdracht. Deze mag je maken als je super snel bent en alle antwoorden goed hebt!
  • Onder het kopje “Verhaaltjessommen les 5” vind je de sommen die we gaan maken in les 5. De antwoorden om de sommen later na te kijken staan er ook bij! Als laatste vind je hier een klaaropdracht. Deze mag je maken als je super snel bent en alle antwoorden goed hebt!

 

Heel veel succes met het oefenen van de sommen!

Uitleg stappenplan verhaaltjessommen

Uitleg stappenplan verhaaltjessommen

stap 1: Lees de tekst goed door.

* Lees de tekst en let op signaalwoorden. Dit zijn woorden zoals meer dan, keer, evenveel. Dan weet je al een beetje wat voor som je straks moet uitrekenen.

 

Stap 2: 

a: Vertel in eigen woorden wat er staat.

b: Stel de situatie die beschreven is, in je hoofd voor.

c: Onderstreep de belangrijke informatie met potlood.

d: Vraag jezelf af wat er eigenlijk gevraagd wordt.

* Ga kijken welke woorden je in het verhaaltje kent en welke je nog niet kent. Wanneer dit is gelukt, maak je het verhaaltje na in je hoofd.

 

Stap 3: 

a: Maak een tekening die je helpt bij het oplossen van de verhaalsom.

b: Wat voor som is het? +, -, :, x

c: Wat is nu de som die je moet uitrekenen?

* Maak van het verhaaltje in je hoofd een tekening. Door deze tekening weet jij precies wat je moet uitrekenen. De som kun jij nu opschrijven op papier. 

 

Stap 4: Reken de som uit.

* Je rekent de som uit en gebruikt de verhoudingstabel.

 

Stap 5: Denk even terug aan wat er gevraagd werd, klopt jouw antwoord?

* Het verhaaltje in jouw hoofd en de gemaakte tekening verklapte ongeveer het antwoord al. Klopt jouw antwoord met wat er gevraagd wordt? Zo niet, ga de som nog eens goed bekijken en probeer het goede antwoord te ontdekken. 

 

Hopelijk snap jij nu het stappenplan goed. Zo niet? Vraag de juf!

Open bestand Stappenplan verhaaltjessommen.docx

Verhaaltjessommen les 4

Som 1

Esther heeft zin in chocolade en gaat naar de winkel. De chocolade kost per kilo 2,60. Ze wil geen hele kilo chocola kopen, maar 0,40 kg. Wat moet Esther betalen?

Som 2

Romy loopt langs de dropwinkel en ziet dat één kilo drop € 4,20 kost. Ze gaat naar binnen en koopt een zakje van 0,6 kg. Hoeveel moet Romy betalen? 

Antwoorden som 1 en 2

Som 1:

gram

1000

100

200

400

2,60

0,26

0,52

1,04

*    1 kilo is 1000 gram.

* Wat je boven de streep doet, doe je ook onder de streep.

 

Som 2: 

 

gram

1000

100

200

400

600

4,20

0,42

0,84

1,68

3,36

 

* 1 kilo is 1000 gram.

* Wat je boven de streep doet, doe je ook onder de streep.

 

Klaar ?

Eén bak aardbeien van één kilo kost € 5,60. Leo gaat een bakje aardbeien kopen. Hij koopt een bakje van 0,35 kg. Hoeveel moet Leo betalen?

Antwoord klaaropdracht

Antwoord klaaropdracht: 

 

gram

1000

100

50

300

350

5,60

0,56

0,28

1,68

1,96

 *   1 kilo is 1000 gram.

*    Wat je boven de streep doet, doe je ook onder de streep.

*    Plussom in een verhoudingstabel.

Verhaaltjessommen les 5

Som 1

Borrelnootjes per kilo kosten € 2,80. Lieuwe gaat borrelnootjes kopen. Hij koopt 0,75 kg borrelnootjes. Hoeveel moet Lieuwe betalen? 

Som 2

Kees ziet in de winkel dat kaas € 5,80 per kilo kost. Hij wil geen kilo kopen, maar 125 gram. Hoeveel kost de kaas die Kees wil kopen? 

Antwoorden som 1 en 2

 Som 1: 

gram

1000

500

250

750

2,80

1,40

0,70

2,10

*  1 kilo is 1000 gram.

* Wat je boven de streep doet, doe je ook onder de streep.

 
 
Som 2: 
 

  

gram

1000

100

50

25

125

5,80

0,58

0,29

0,145

0,725

 € 0,725 = € 0,73

  • 1 kilo is 1000 gram.
  • Wat je boven de streep doet, doe je ook onder de streep.
      *   Geld afronden op 2 cijfers achter de komma.
 

Klaar ?

Eén bak champignons van één kilo kost € 1,60. Sara gaat een bakje Champignons kopen. Ze koopt een bakje van 0,65 kg. Hoeveel moet Sara betalen?

Antwoord klaaropdracht

 

gram

1000

100

50

600

650

1,60

0,16

0,08

0,96

1,04

 

  • 1 kilo is 1000 gram.

      *    Wat je boven de streep doet, doe je ook onder de streep.

  • Het arrangement Rekenen verhaaltjessommen bewerkingen gewicht/prijs is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Monique Hogenkamp Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2015-10-24 17:12:28
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld