Daken zijn de wind en waterdichte schil voor gebouwen.
Er zijn vele materialen in gebruik zoals dakpan, lei. singles, golfplaten Riet ,dakbdekking van PVC en bitumen.
Elk van die materialen en hun ondergrond zijn van invloed op ed keuze van de PV installatie op het dak.
Bij het installeren van zonnepanelen ben je gebonden aan geldende normen en besluiten.
Verder spelen zaken als dakbelasting, windbelasting, ventilatie en oriëntatie een belangrijke rol.
Schuin dak
Plaatsing op hellende daken
Bij plaatsing op hellende daken ben je gebonden aan de oriëntatie en hellingshoek van het dak. Ideaal is een oriëntatie naar het zuiden onder een hellingshoek van 36°. Houd vanaf de nok 30 cm vrije ruimte (1 pan). Rondom de nok treden grotere windbelastingen op, evenals bij de randen van daken.
Gebruik extra verbindingen tussen dak en frame als panelen toch dicht bij dakranden moeten worden gemonteerd. Zorg voor voldoende ventilatieruimte tussen zonnepanelen en dakpannen (10 cm).
De opbrengst van elektrische energie neemt af bij gelijkblijvende hoeveelheid licht als PV-panelen warmer worden. Een paneel dat een temperatuur heeft van 25 °C en 30 V afgeeft levert nog maar 26 V als de temperatuur toeneemt tot 50 °C. Plaats panelen zodanig dat minimale bekabeling nodig is indien zonnepanelen in een array van strings worden opgesteld.
Windgebieden
Schade door wind
Installaties op daken hebben te maken met windbelasting.
Daarom moeten ze voldoen aan bouwkundige normen.
Windbelasting is afhankelijk van de plaats waar men woont.
Luchtstromingen om en op het dak bepalen hoe de contructie eruit moet zien.
Op een plat dak heb je meer vrijheid voor oriëntatie en hellingshoek. De PV-panelen staan in hun draagconstructie (frames) los op het dak. Positioneer ze zo gunstig mogelijk. Breng extra ballast aan om te voorkomen dat ze van het dak waaien.
Afbeelding Windbelasting op PV-paneel
Windbelasting is afhankelijk van de omgeving. Op het vlakke land is de belasting groter dan in de stad. De ballast kun je verkleinen door:
Een kleinere opstelhoek (hellingshoek);
De rijen met elkaar te verbinden;
Windschotten toe te passen.
Vermijd bij platte daken zoveel mogelijk de dakranden vanwege de hogere windbelasting. Als dat niet mogelijk is, verhoog je de ballast met een factor 1,5.
Plaats ballast op de 'hoge kant' van het frame.
Ballast berekenen
Omdat de zonnepanelen los op het plat dak staan dient er ballast gewicht in de onderconstructie geplaatst te worden. Afhankelijk van het toegepaste montagesysteem mogen dit tegels, betonbandjes of grind zijn. De benodigde hoeveelheid ballast is afhankelijk van het toegepaste montagesysteem. De juiste ballastgewichten zijn terug te vinden in de montagehandleidingen van de verschillende systemen.
Meer informatie over het plaatsen en monteren van installatie op platte daken
Schuine of hellende daken
Tradionele dakconstructie
Gordingen
Dakbeschot
Tengels
Panlatten
Dakpannen
Waar maak je de haken vast?
Welke richting lopen de montage profielen van de panelen.
Bij het bepalen van de plaats voor zonnepanelen moet je rekening houden met de volgende zaken:
Bouwvoorschriften, vergunningen;
Dakbelasting;
Schaduw;
Plaatsing op hellende daken;
Plaatsing op platte daken;
Plaatsing op mast;
Bekabeling.
1. Bouwvoorschriften, vergunningen
Zonnepanelen mag je zonder bouwvergunning aanbrengen, mits:
De panelen aan of op het gebouw worden geplaatst;
De opgewekte elektrische energie wordt gebruikt door het gebouw op hetzelfde perceel;
Paneel, omvormer en aansluiting zich op het elektriciteitsnet in hetzelfde gebouw bevinden;
Op een schuin dak:
Het paneel niet uitsteekt;
Het paneel in of direct op het dakvlak komt;
De hellingshoek van de panelen gelijk is aan die van het dak;
Op een plat dak:
De afstand tot de dakrand ≥ hoogte van het paneel;
De hellingshoek van de panelen ≤ 35°.
2. Dakbelasting
Controleer of het dak geschikt is voor de extra belasting. Montage op schuine daken levert meestal geen problemen op. Het gewicht van een PV-paneel van 1,5 m² bedraagt ca. 20 kg. Voor platte daken kan de belasting oplopen tot wel 50 kg/m² vanwege de ballast. PV-panelen worden doorgaans 'los' op platte daken geplaatst. Om te voorkomen dat ze eraf waaien breng je extra ballast (bijvoorbeeld tegels) aan op de draagconstructie (frame).
Houd rekening met obstakels bij het bepalen van de juiste plaats voor zonnepanelen. Voorbeelden van obstakels zijn schoorstenen, dakkapellen, bomen en gebouwen. Op platte daken kan een voorste rij PV-panelen schaduw veroorzaken op de erachter liggende rij. Dat is afhankelijk van de opstelhoek (hellingshoek) en afstand tussen de rijen. Houd rekening met de jaargetijden dat de zon lager staat. In de zomer heb je misschien geen schaduw die er in de winter wel is. Schaduw geeft niet alleen een geringere opbrengst van elektrische energie, het kan panelen ook beschadigen. Beschaduwde cellen veranderen van 'leverancier' in 'consument' van elektrische energie ('hot-spot' effect). Dat treedt vooral op bij scherpe slagschaduw.
Van der Valk haak direct achter de panlat
Van der Valk Schuindak
Platte daken
Golfplaat / stalen daken
van der valk stalen golfdak
Indaksysemen
Dakbouwkundige aspecten
Vormen van zonne-energie
Montage van zonne-energie op schuine daken.
Vermijd lusvorming, leg plus- en minkabel zoveel mogelijk naast elkaar!
Zorg voor een wind- en waterdichte dakdoorvoer van de kabels naar de omvormer of stringkoppelkast.
Zorg ervoor dat de waterafvoer van het dak niet gehinderd wordt door PV-panelen en draagconstructie.
Bekabeling DC
Bij het bepalen van de plaats voor zonnepanelen moet je ook rekening houden met de aansluiting van kabels. Die moeten ergens door het dak naar binnen om ze op de omvormer aan te sluiten. Daar waar kabels door het dak gaan moet de afdichting wind- en waterdicht zijn. Er zijn speciale dakpannen voor kabeldoorvoer.
Afb. 5 Dakpan met kabeldoorvoer
Vermijd altijd lusvorming en leg plus- en minkabel zoveel mogelijk naast elkaar.
Veiligheid: werken op hoogte.
Valgevaar is een van de meest voorkomende oorzaken van een arbeidsongeval. Op een werkplek waar het gevaar bestaat om 2,50 meter of meer te vallen, is in ieder geval sprake van valgevaar. Dit betekent dat er sprake is van een verhoogd risico dat zelfs fatale gevolgen kan hebben. Maar ook onder de 2,50 meter moeten de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Risico’s van werken op hoogte
Er gelden verschillende risico's bij het werken op hoogte.
Dit zijn de belangrijkste risico's:
vallen van hoogte;
vallen door opening van werkvloer;
getroffen worden door vallend voorwerp;
mogelijk langere vluchtweg bij calamiteiten.
Maatregelen bij werken op hoogte
Er kunnen ook persoonlijk beschermingsmiddelen worden ingezet tegen het risico van werken op hoogte, maar altijd als aanvulling op collectieve beveiliging, zoals leuningen en vangnetten. Voorbeelden van persoonlijke beschermingsmiddelen:
Een valbeveiligingssysteem. Samen met de in het valbeveiligingssysteem opgenomen harnasgordel en valdemper is de gebruiker niet alleen beschermd tégen een val, maar ook tijdens de val en daarna. Door het juist kiezen van het bevestigingspunt moet de valafstand wel zo klein mogelijk worden gehouden. Wie een harnasgordel gebruikt, moet precies weten hoe het systeem werkt en hoe te handelen in geval van nood. Daarom is het verplicht medewerkers te trainen in het gebruik.
Een vallijn: ‘fall restraint’ sluit een val volledig uit, omdat de persoon niet bij de rand kan komen, en een ‘fall-arrest’ zorgt ervoor dat de persoon niet tot aan de grond kan vallen.
Daarbij moeten werknemers de juiste trainingen hebben gehad om de benodigde spoedeisende hulpverlening te kunnen bieden wanneer iemand gevallen is.
Wet- en regelgeving voor werken op hoogte
Er zijn verschillende wettelijke regels en richtlijnen opgesteld rondom het werken op hoogte:
Arbobesluit artikel 3.16: Voorkomen valgevaar. De werkgever moet de nodige maatregelen treffen.
Arbobesluit artikel 7.23: Gebruik van arbeidsmiddelen voor werken op hoogte, zoals ladders, steigers en trappen.
Tips om veilig te werken op hoogte
Valgevaar is een groot risico, maar er zijn voldoende mogelijkheden om de risico's te beperken. Werkgevers en werknemers kunnen daar zelf ook aan bijdragen. Hier volgen enkele tips:
Het arrangement Thema 4 Zonne-stroom op het dak is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Energy College
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-10-11 21:29:45
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.