Baby
beeldend
vingerverven
Activiteit
|
Vingerverven
|
Doelgroep
|
Baby vanaf 6 maand
|
Doel
|
het versieren van je eigen beeldend map
|
Benodigdheden
|
vingerverf, verschillende kleuren zoals; rood, geel, groen en blauw. papier.
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
vingerverf en papier klaarzetten op tafels
|
Uitvoering
|
Tijdens de beeldend les zaten we in tafelgroepen bij elkaar. Iedereen pakte zijn eigen 'beeldend' map en je mog hem versieren zoals je zelf wou. Als je hem af hebt leg je hem weg om te laten drogen. De lessen die volgen en de opdrachten die we maken doen we allemaal in de beeldend map.
|
Variatie
|
Er is al heel veel variatie omdat iedereen zijn map anders creeert
|
vingerverven; kuikens maken
activiteit

|
Vingerverven
Kuikens maken
|
Doelgroep
|
Baby vanaf 6 maand
|
Doel
|
Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bepaalde plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning.
|
Benodigdheden
|
Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.
Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!
Gele, rode en zwarte vingerverf.
Vellen papier. Minimaal A3 formaat
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes.
|
Uitvoering
|
Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!
|
Variatie
|
Ander onderwerp kiezen, vlinder, winter sneeuwman, etc.
|
zand erover; Tekenzand
Leeftijd
|
zand erover
Baby v.a. 8 maanden
|
Activiteit

|
Tekenzand
|
Nodig
|
Per kind 1 dienblad met opstaande rand
Aardappelmeel; maïzena
Lepel
Zout
Schoon zand, engels duinzand, vogelzand
|
Voorbereiding
|
Maak een papje van maïzena. Het papje moet slijmerig zijn en van een lepel afdruipen. Meng dit papje door het zand om er ‘pakzand’ van te maken. Als je een hand ‘pakzand’ samenknijpt, staan de afdrukken van je vinger in het zand en blijft de samengedrukte vorm op je hand liggen. Evt. beetje zout toevoegen. Leg op ieder dienblad een laagje zand, laat de kinderen daarin tekenen met hun vinger of stokje.
Evt. zet rustige muziek op.
( paar week bewaren in dichte emmer, ivm maïzena is bederfelijk)
|
Waar
|
Binnen / Buiten
|
Doel, visie
|
Stimuleert spelen met zand, door grijpen, prikken, voelen kinderen de structuur en kunnen opgaan in deze beleving
|
kuikens maken
Leeftijd
|
Baby v.a. 6 maanden
peuter
|
Activiteit
|
Kuikens maken
|
Nodig
|
Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.
Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!
Gele, rode en zwarte vingerverf.
Vellen papier.
|
Voorbereiding
|
Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes. Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bep. Plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning.
|
Spaghetti grijpen
Leeftijd
|
Baby v.a. 6 maanden
Peuter
|
Activiteit
|
Spaghetti grijpen
|
Nodig
|
Afwasteil,Nog stevige, gekookte spaghetti ( evt. gekleurd met vingerverf) Voor een dreumes: bakje. Voor een peuter: bakje en pollepel
|
Voorbereiding
|
Dit is lekker graaien voor alle leeftijden. De glibberige zachte gladde en veerkrachtige structuur van gekookte, lange, spaghettislierten is uniek! Spelen met voedsel kan bezwaren oproepen. Om daaraan tegemoet te komen kan je de spaghetti een onappetijtelijke kleur geven door er een eetlepel vingerverf doorheen te roeren. Vingerverf is gifvrij. Laat de kinderen graaien in de spaghetti. Daag dreumesen uit om de glibberige slierten in een bakje te doen, waarbij niets over de rand mag hangen. Laat ze sliert voor sliert pakken. Peuters kunnen met een pollepen roeren, om een vork draaien.
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Voelen hoort bij ervaren. In spaghetti graaien stimuleert het bewust voelen met handen en vingers. Doordoor zijn de kinderen bewust bezig met fijne spierbewegingen, kracht en gerichtheid. Om een sliertje te kunnen pakken gebruikten ze de pengreep. Dit is een goed voorbereidende schrijfoefening. Extra spannend door de veerkracht in de spaghetti. Werken met een bakje stimuleert de oog-hand coördinatie. Dit past bij de interesse van kleine peuters. De pollepen daagt uit tot ingewikkelde bewegingen met gedoseerde kracht, vanuit de schouder, elle boog en de pols. De draaiende beweging is de alle moeilijkste, maar nodig voor schroeven vastdraaien, schrijven en netjes eten.
|
Watertekenen!
Leeftijd
|
Dreumes v.a. 1 jaar
Peuter
|
Activiteit

|
Watertekening maken
|
Nodig
|
Schoon drinkwater in een emmer
Spuitflessen met grote spuitmond, goed schoongemaakt
Kleinere spuitmond is meer geschikt voor peuter
|
Voorbereiding
|
Spuitflessen vullen met water.
Laat kinderen de fles met 2 handen vasthouden, met spuitmond naar beneden. Drukken en krach zetten is dan nauwelijks nodig. Kleine kinderen kunnen dit al. Op deze manier kunnen ze sporen maken door lopend te spuiten of door spuitend te tekenen. Gericht spuiten stimuleren door met krijt cirkels te trekken waarop ze kunnen mikken.
|
Waar
|
Buiten
|
Doel, visie
|
Spuiten is 1 van de verrassende mogelijkheden van water. Voor kinderen houdt spuiten met water de ontdekking in dat ze door iets te doen met hun handen, iets kunnen veroorzaken buiten hun bereik. Dar is veel oog- hand coördinatie voor nodig.
|
Enge spinnen maken
Leeftijd
|
Dreumes v.a. 1 jaar
Peuter
|
Activiteit

|
Enge spinnen maken
|
Nodig
|
Grote aardappelen
Cocktailprikkers of afgebrande lucifers
Handborsteltje
Water
|
Voorbereiding
|
Geef alle kinderen een aardappel. Goed schoon laten borstelen. Controleren. De kinderen prikken stokjes in de aardappel om een enge spin te maken.
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Aardappelprikken past bij kinderen die graat gaatjes maken en gaatjes vullen. Een spin maken behoort tot de eerste constructies. Zodra kinderen kunnen zitten en beide handen beschikbaar hebben, kunnen ze prikken. Om een stokje in een aardappel te prikken moeten ze deze vastpakken met de pengreep; Duim en wijsvinger en gericht kracht zetten. Het stimuleert de fijne motoriek. Het resultaat kan bewaard blijven, maar minsten zo leuk is om later die dag alle stokjes eruit te halen en in een doosje te doen voor de volgende keer.
|
vingerverf in zakjes
Activiteit
|
Vingerverf in zakjes
|
Doelgroep
|
Baby v.a. 12 maanden
|
Doel
|
met voelzakjes werk je aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit en kleurenkennis
|
Benodigdheden
|
Wat heb je nodig?
- Een hersluitbare diepvrieszak, groot model
- vingerverf, aangelengd met water
- Schilders tape
- Je giet de aangelengde verf in
de diepvrieszak en sluit het af.
|
Plaats
|
Binnen / Buiten
|
Voorbereiding
|
in een paar zakjes 1 of twee verschillende kleuren verf doen. In geval van 2 kleuren; zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.
|
Uitvoering
|
je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden. Voelzakjes!
|
Variatie
|
- witte verf met glitters voor kerst
- scheerschuim of shampoo er in…
je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.
|
spel
activiteit
|
rammelaar
|
Doelgroep
|
6-9 maanden
|
Doel
|
Stimulering van de motoriek.
- Verbetering van de hand-oog coördinatie.
- Verbetering van grip en vasthouden
|
Benodigdheden
|
Omgespoeld 0,2cl flesje
Knikker
papier
|
Plaats
|
Binnen; op de grond/ kussen of in de box
|
Voorbereiding
|
Stop een knikker in een klein drinkflesje. LIJM DE DOP VAST! Plak een papier over de helft van het flesje.
|
Uitvoering
|
Laat de baby het flesje vasthouden.
Help de baby in het begin met bewegingen heen en weer. De baby ziet de knikker wel; en niet meer als de knikker achter het opgeplakte papier ‘verdwijnt’.
Vraag de baby; ‘waar is de knikker?’
|
Variatie
|
Laat het flesje rollen over de grond of door de box.(dichtbij genoeg) Stimuleer de baby om het flesje te pakken.
|
baby spelletjes
activiteit
|
Baby spelletjes
|
soort spel |
-
|
doelgroep |
Baby’s
|
doel |
Sociale en emotionele ontwikkeling
|
benodigdheden |
Baby boekjes, rammelaar
|
plaats |
Overal
|
voorbereiding |
-
|
uitvoering
|
- Zingen
- Kiekeboe
- Kietel spelletjes
- Masseren
- Baby gym
- Knuffelen
- Rammelaar
- Voorlezen
- Praten met de baby
- Lachen en veel liefde geven
|
variatie
|
-
|
muziek
Ontwikkelingsfase: de baby
Activiteit
|
Babyliedjes zingen/opzegversjes opzeggen.
Voorbeeld:
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er vijf voorbeelden van een opzegversje en/of een babyliedje in je map
(ga op zoek naar liedjes die je nog niet kent).
|
Doelgroep
|
Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).
|
Doel
|
Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Op latere leeftijd:
Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Babyliedjes/opzegversjes.
De melodietjes van veel traditionele kinderliedjes zijn, in rustig tempo, er wordt gebruik gemaakt van veel herhaling, voor kinderen al snel mee te zingen; dat geeft zelfvertrouwen.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.
|
Uitvoering
|
Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.
|
Variatie
|
Tekstvariatie; “poesje mauw” wordt “hondje waf”.
Variatie in uitvoering: verander je stem/mimiek/overige lichaamshouding en gebaren.
|
opzegversjes de baby;
Slaap kindje slaap;

Olifantje in het bos;

Visje visje in het water;

op een grote paddenstoel;

lammetje;
Lammetje, lammetje, lammetje
Kom er eens over mijn dammetje
Lammetje lief, lammetje klein
Wil jij wel mijn vriendje zijn
drama
Peuter
beeldend
vingerverf in zakjes
Activiteit

|
Vingerverf in zakjes
|
Doelgroep
|
Peuter
Kleuter
|
Doel
|
Wij werken met deze zakjes aan de fijne motoriek (voorbereidend schrijven)
Maar met voelzakjes werk je ook aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit (op een veilige manier, want wat je niet ‘mooi’ vindt kun je zo weer wegvegen) en kleurenkennis (in dit geval herfstkleuren)
|
Benodigdheden
|
Ziploczakjes, of zakjes met een ‘ritssluiting’ aan de bovenkant (op de foto zie je Ziploc van 1 liter)
Brede doorzichtige tape
Verf
Een raam om ze op te hangen
(Let op: dit laatste is niet noodzakelijk, maar verhoogt wel de waarde van je activiteit. Het tegenlicht zorgt voor een extra effect en kinderen vinden het heerlijk om tussendoor naar buiten te kijken
|
Plaats
|
Binnen / Buiten
|
Voorbereiding
|
in een paar zakjes twee verschillende kleuren verf doen, zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.
|
Uitvoering
|
je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden.Voelzakjes!
|
Variatie
|
- witte verf met glitters voor kerst
- een rijtje zakjes met wit en steeds een beetje meer blauw zodat je van wit naar donkerblauw kunt werken voor de winter (of met een andere kleur voor de lente of zomer)
- een heleboel zakjes dicht tegen elkaar aan om een groot kunstwerk te maken
- haargel of shampoo er in…
je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.
|
stempelen met verf
Activiteit

|
Stempelen met verf
|
Doelgroep
|
Peuter
|
Doel
|
Je biedt allerlei materialen aan om de verf mee te verkennen, te voelen en eigen te maken terwijl het kind ook zijn motoriek oefent en veel leert over verschillende technieken en structuren. Het proces is belangrijker dan het product, vooral voor peuters is het nog zo belangrijk de verf te ervaren met het hele lichaam.
|
Benodigdheden
|
papier, vinger-/plakkaatverfverf, bordjes om de verf op te doen en ‘’dingen ‘’ die geschikt zijn om mee te stempelen.
Denk aan:
achterkant van plastic fles
wc rol
ballon beetje opgeblazen
doormidden gesneden groente en fruit
aardappel waar figuurtje uit gesneden is door begeleider
sponsjes
proppen kranten
bladeren etc.
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
doe wat verf op een bord, niet meer dan 3 kleuren tegelijk, Het is leuk om af te wisselen in kleur omdat kinderen zo leren hoe mengkleuren gemaakt worden
Smeer de verf een beetje uit over het bord zodat er een dun laagje verf ligt om het rolletje in te drukken.
|
Uitvoering
|
Druk de stempel in de verf en maak een afdruk op een groot stuk ( minimaal Aa3) papier. Stempel ook door zodat je het effect ziet van de verf die steeds minder zichtbaar wordt.
Evt. peuter in luier laten stempelen aan tafel zittend of staand ivm klieder-ongelukjes
Of schort aan doen.
|
Variatie
|
Het kan lang duren voor de verf helemaal droog is vanwege de soms grote hoeveelheid verf.
De tekeningen zijn leuk om zo op te hangen, maar je kan er ook kaarten van maken of het gebruiken om rolletjes mee te beplakken, of om een cadeau mee in te pakken.
|
Brooddeegfiguren maken
Leeftijd
|
Dreumes
Peuter
Kleuter
Jongeren
Volwassenen
Ouderen
|
Activiteit
|
Figuren maken van zout broodeeg
|
Nodig
|
3 koppen witte bloem, 1 kop zout, 1-1/4 kop handwarm water, 1 theelepel slaolie
Doe de bloem in een kom, in het midden een kuiltje maken en daar het zout in doen. Het water bij het zout doen en door elkaar gaan mengen. Eerst het zout en dan langzaam steeds meer bloem erbij. Ook de slaolie er nu even doorheen gooien. Blijf het deeg zeker vijf minuten goed door kneden tot het soepel aanvoelt en je er een gladde bal van kunt maken.
Als het deeg te droog is komen er scheurtjes in, dan iets water toevoegen. Als het nat en plakkerig aanvoelt gewoon iets bloem erbij doen.
Bewaren gaat goed in een afgesloten plastic zak.
|
Voorbereiding
|
|
Waar
|
|
Doel, visie
|
Kinderen ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort activiteiten maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt. Ervaring en zelfwaardering zijn met elkaar verbonden, bij dingen die kinderen zelf gemaakt hebben stijgt hun zelfwaardering.
|
Zand erover; zand zeven
Leeftijd
|
Peuter v.a. 2 jaar
|
Activiteit
|
Zand zeven
|
Nodig
|
Bak
Vergiet
Droog fijn zand, schelpenzand
Rijst
Krant of dienblad
Lepel
Trechter
2 potjes of voorraaddozen
|
Voorbereiding
|
Zet alles klaar. Laat de bak vullen met 2 scheppen zand . laat de kinderen bij het zand rijstkorrels strooien. Laat zand en rijst vermengen. Spreidt de krant of geef het dienblad. Zet het vergiet erop. Laat een deel van het mengsel in de vergiet gooien. Laat de kinderen zeven. Zodra het zand uit de vergiet is, zet het kind de trechter in het potje en giet de overgebleven rijst , uit de vergiet in het potje.
|
Waar
|
Binnen / buiten
|
Doel, visie
|
Dit spel past bij peuters, ze houden van sorteren door zeven en dit soort processen waarbij begin en eind op elkaar aansluiten. Het geeft ze behalve ordening, inzicht in oorzaak en gevolg en het leert ze welke middelen je moet gebruiken om je doel te bereiken.
|
Zand erover; gekleurd zand
Leeftijd
|
Peuter v.a. 2 jaar
|
Activiteit
|
Gekleurd zand maken en schilderen met zand
2 dagdelen
|
Nodig
|
Droog fijn zand, schelpenzand
Kleine bakjes
Vingerverf
Lepeltjes
Plastic kleed/vuilniszakken
Kranten of keukenpapier
Kannetje water
Stevig papier
Plaksel (behangerslijm)
Dienblad
|
Voorbereiding
|
Deel 1; Geef ieder kind een bakje. Vul ieder vakje halfvol met zand. Doe bij dit zand een scheutje water en een flinke lepel van een kleur vingerverf. Laat de verf door het zand roeren met de lepeltjes. Alle korreltjes moeten gekleurd raken. Bedek een tafel met tafelkleed en leg daarop de kranten. Keer de bakjes daarop om zonder te mengen met de andere kleuren. Zand goed uitspreiden en laten drogen.
Deel 2; doe het droge gekleurde zand terug in de bakjes, laat een stuk stevig papier insmeren met lijm of behangersplaksel. Maak schilderij door te strooien, met spuitzak zand te strooien of door elkaar te wrijven.
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Peuters ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort spelletjes maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt.om zand te pakken is de pengreep nodig. Zand strooien kan door de duim tegen de wijsvinger te draaien, dit is een moeilijke fijn motorische beweging voor peuters.
|
Zand erover; vindsel in gips
Leeftijd
|
Peuter v.a. 2 jaar
|
Activiteit
|
Vindsels in gips
|
Nodig
|
Plastic weggooi bakjes
Zand
Gips, aangemaakt met water
Oogjes, gemaakt van dubbelgevouwen ijzerdraad
Oude tandenborstel
Vindsles, zoals blaadjes, eikels, schelpen, dopjes
2 dagdelen
|
Voorbereiding
|
Deel 1; Alle kinderen leggen een laagje zand van 2 cm. In hun bakje. Laat ze hun vindsels met de mooie kant naar beneden in het zand drukken. Elk voorwerp krijgt een eigen plekje. Bedek deze collage voorzichtig met een laagje gips. Niets mag uitsteken. Laat de kinderen een ophangoogje in het midden boven aan het gips zetten. Laat alles goed drogen.
Deel 2; Keer het bakje om en laat de maker met een tandenborstel het zand weghalen. Hang het eindresultaat op aan het oogje.
|
Waar
|
Binnen / buiten
|
Doel, visie
|
Vinden, verzamelen en bewaren geven ordening en waarde. Het maken van deze schilderijen blijft boeien door verrassing. Verklap de bedoeling niet bij voorbaat. Zoeken naar mooie dingen is een andere activiteit dan vindsels in het zand drukken. Het terugvinden van verdwenen voorwerpen past bij peuters, net als poetsen!
|
zandtaart maken
Leeftijd
|
Peuter
Kleuter
Schoolkind
|
Activiteit
|
Zandtaart maken
|
Nodig
|
Stevig speelzand in bak
Bakvormen met sluiting
Taartpapier
Mooie steentjes of kralen
Stukjes limonaderietjes
Theelepel
Spuitzak, zeef
Poederzand
Verjaardag kaarsjes
|
Voorbereiding
|
Deel 1; Laat de kinderen een bakvorm tot de bovenste rand vullen met speelzand, druk dit stevig aan.
Taart versieren en zijkant er af halen, nu ook zijkant versieren.
Deel 2; Later het zand weer zeven om nogmaals te gebruiken.
|
Waar
|
Binnen / buiten
|
Doel, visie
|
Zand blijft leuk door het af en toe op een nieuwe manier te gebruiken. Met zand kan niets mislukken, opnieuw beginnen is geen probleem. Zand is daardoor een belangrijk middel om kinderen mogelijkheden zelf te laten ervaren ontdekken en uitproberen. Zand draagt bij aan het ontwikkelen van inventiviteit en zelfvertrouwen. Doen-alsof spelen hoort bij peuters, versieren vereist veel fijne motoriek, is spannend, is creatief en vereist concentratie.
|
Papier-mach
Leeftijd
|
Peuter
Kleuter
Schoolkind
|
Activiteit
|
Paddenstoel van vliegerpapier
Variatie; iedere vorm is mogelijk, sinterklaas, paasei, kerstboom, etc. 2 dagdelen
|
Nodig
|
Vliegerpapier, rood, wit
Watjes of wol
Huishoudfolie
Papier
Lijm en behangerslijm
Tape of plakband
|
Voorbereiding
Variatie;

|
Deel 1; Bereid behangerslijm voor met water, zie verpakking. Teken van te voren 2 vormen, 1 hoed van de paddenstoel, 1 stam van de paddenstoel uit A4 papier. Vormen los van elkaar . Plak over vorm 1 een stuk huishoudfolie, groter dan de vorm zelf.
Laat het kind het rode en witte vliegerpapier in kleine stukjes van ongeveer 2 a 3 cm scheuren. Doe dit in twee verschillende bakjes. Laat het kind een stukje van het folie insmeren met behangerslijm.
Laat de stukjes vliegerpapier op het folie plakken, randjes overlappen elkaar. Daarna over de bovenkant van het vliegenpapier nog wat lijm smeren. Doorgaan tot de hoed van de paddenstoel helemaal gevuld is, mag stukje over de randjes heengaan, niet afknippen.
Herhaal dit met de stam.
Deel 2; Plak de twee delen aan elkaar als alles goed gedroogd is. Laat nu de propjes erop plakken.
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Kinderen ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort activiteiten maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt. Om papier te pakken is de pengreep nodig. Ervaring en zelfwaardering zijn met elkaar verbonden, bij het kleinste dingetje dat kinderen zelf gemaakt hebben stijgt hun zelfwaardering.
|
spel
concentatiespelen
Activiteit
|
Concentratiespelen
|
Doelgroep
|
Peuters
|
Doel
|
Ontwikkelen van de zintuigen
Voelen Proeven Zien Ruiken Horen
|
Benodigdheden
|
Voorwerpen
Grote memory platen
Extra: 2 gasten JAN en Fatima
|
Plaats
|
Speellokaal
|
Voorbereiding
|
Materiaal sorteren
|
Uitvoering
|
Intro door poppen Jan en Fatima
*kring alle kinderen met……….mogen gaan staan
*kring Memory met voorwerpen
*platen verstoppen en weer bij elkaar zoeken
*wat is weg onder kleed
*tik tik tik wie ben ik
( fruit laten proeven)
|
Variatie
|
Gemakkelijker of moeilijker maken door aantal of moeilijkheidsgraad
|
Activiteit
|
Pittenzakken
|
Doelgroep
|
2-4 jaar
|
Doel
|
Stimulering van de motoriek.
- Verbetering van de motoriek van het gehele lichaam. Handen i.c.m. voeten(werk).
- Verbetering van de hand-oog coördinatie.
|
Benodigdheden
|
- Pittenzakken
- Blikken
- Bakken of emmers
|
Plaats
|
Binnen / buiten
|
Voorbereiding
|
Draag zorg voor aanwezigheid van het benodigde materiaal.
|
Uitvoering
|
- Laat de kinderen de pittenzak voelen.
- Laat de kinderen in een kring lopen met een pittenzak in de hand
- Laat de kinderen met de pittenzak met gestrekte armen lopen.
- Laat de kinderen met een pittenzak op het hoofd lopen
- Laat de kinderen met een pittenzak op een schouder lopen en wissel de schouder af.
- Laat een kind de pittenzak op de rug dragen en als een ‘paard’ dragen.
- Laat de kinderen in groepjes een stapel blikken (blokjes) omgooien.
- Laat een kind met gespreide benen staan en een ander de pittenzak erdoor gooien.
- Laat een kind de pittenzak bij zichzelf verstoppen en een ander zoeken.
|
Variatie
|
Zijn reeds bovenstaand beschreven..
|
Activiteit
|
Dierendans
|
Doelgroep
|
1,5 - 3 jaar
|
Doel
|
Stimulering van de motoriek.
Lichaamsdelen leren kennen.
Verbetering van de motoriek van het gehele lichaam. Handen i.c.m. voeten(werk).
Verbetering van de hand-oog coördinatie.
|
Benodigdheden
|
Ruimte om te bewegen
|
Plaats
|
Binnen / buiten
|
Voorbereiding
|
Weet wat de peuters (deels) kunnen
|
Uitvoering
|
Laat de peuters in een kring staan
‘roep’; handen op je hoofd. En doe zelf voor.
Handen op je buik en doe voor
Zo kun je vele lichaamsdelen bij langs.
|
Variatie
|
Doe het geluid en de beweging van dieren na. bijv;
Kikker; ga op de hurken zitten en handen op de grond; spring omhoog.
Olifant; pak met de linkerhand de neus en steek erdoor heen
|
Activiteit
|
Hocus Pocus
|
Doelgroep
|
2-4 jaar
|
Doel
|
Stimulering van het geheugen
|
Benodigdheden
|
Theedoek, meerder kleine voorwerpen
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Draag zorg voor aanwezigheid van he benodigd materiaal; theedoek, lepel, balletje, blokje, enz.…
|
Uitvoering
|
Leg 3 voorwerpen onder de theedoek
Leg de kinderen uit dat je gaat toveren
Haal 1 voorwerp weg en vraag welke weggetoverd is.
|
variatie
|
Voer het geheel uit met meer dan 3 voorwerpen, voeg er een ding extra bij in
|
Activiteit
|
Ballenregen
|
Doelgroep
|
2-4 jaar
|
Doel
|
Stimulering van de motoriek, verbetering van voornamelijk hard lopen. Vergroting van het vermogen om te gooien
|
Benodigdheden
|
Veel ballen, tennis ballen of kleine schuimballen
|
Plaats
|
Binnen/ buiten
|
Voorbereiding
|
draag zorg voor aanwezigheid van het benodigde materiaal
|
Uitvoering
|
Laat de kinderen achter een lijn, denkbeeldige lijn staan
Jij gooit de bal in de ruimte
De kinderen halen zoveel mogelijk ballen tegelijk op
|
Variatie
|
Laat de kinderen 1 bal tegelijk ophalen
Laat de kinderen de bal in een emmer of mand gooien
|
muziek
Ontwikkelingsfase: de peuter
Activiteit
|
Een hoorspel maken voor/met peuters
|
Doelgroep
|
Peuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.
Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.
|
Uitvoering
|
Laat de peuters kennis maken met de instrumenten op een speelse manier. Laat ze tegelijk geluid maken; zacht geluid maken, hard geluid maken, om de beurt geluid maken, alle jongens geluid maken, alle meisjes geluid maken, alle trommels eerst enz. Maak eventueel een op- en afbouw (spreek een volgorde af) en maak zo een muziekstuk/hoorspel met de leerlingen. Geef voorbeelden en doe zelf mee. Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.
|
Variatie
|
Zie benodigdheden; je kunt in deze les ook werken met zelf geknutselde instrumenten (shakers gemaakt van wc rolletjes met rijst erin enz.) en/of met stemmen (klakken met je tong maakt geluid, zoemen als een bij, klanken maken (ha, ho, he) enz.)
Bij oudere kinderen:
Je kunt een leerling de “dirigent-rol” geven; hij/zij kan dan (groepjes) leerlingen aanwijzen die het instrument mogen bespelen, stil moeten houden enz.
|
drama
Kleuter
beeldend
ecoline blazen
Activiteit
|
Ecoline blazen
|
Doelgroep
|
Kleuter
|
Doel
|
Dmv het blazen ben je bezig met mondmotorische oefeningen, deze zullen een ondersteuning zijn voor het spreken: verstevigen van de spraakspieren.
De kinderen komen in aanraking met het thema herfst, donker(paraplu) / licht(wit papier), het materiaal ecoline
|
Benodigdheden
|
A-4 papier, 200 gram, wit, Zwart papier, Malletje van een paraplu zelf gemaakt, overgetrokken van een voorbeeld van internet, Rietjes, Bekertjes, Ecoline, Wit potlood om map over te trekken op zwart papier, Verfschort, Ouder kranten
Schaar, Lijm, Schaar
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de rietjes klaar, je hebt zelf van te voren de paraplu’s uitgeknipt. Ieder kind krijgt een A-4tje. Introduceer de opdracht door over het thema Herfst te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de herfst/regen te maken hebben
|
Uitvoering
|
Laat de paraplu’s aan de onderkant van het papier opplakken
Laat een druppel ecoline op het vel bovenaan het papier vallen ( dmv kwast of rietje in de ecoline te steken). Doe dit met verschillende kleuren.
Blaas met een rietje tegen de druppel zodat de druppel uit gaat lopen.
Doe dit met verschillende kleuren ecoline tot je een ‘’flinke regenbui’’ hebt.
|
Variatie
|
Laat de kinderen een vuurpijl uitknippen uit stroken papier en plak een vuurpijl over het geblazen werkje
Laat de kinderen een monster blazen en plak er 2 ogen op
|
ecoline met wasco
Activiteit
|
Ecoline met wasco
|
Doelgroep
|
Kleuter
|
Doel
|
De kinderen komen in aanraking met het thema oceen/de vis, het materiaal ecoline en wasco ( vet/water) ontwikkelen de fijne motoriek, stimuleren van de creativiteit
|
Benodigdheden
|
Voorbeelden van vissen, of boek over vissen, A-3 papier, 200 gram, Bekertjes, Ecoline, wasco, kwasten, Verfschort, Oude kranten
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de kwasten en het papier en de wasco klaar. Geef eerst iedereen de wasco, daarna pas de ecoline ( als de tekening klaar is) Ieder kind krijgt een A-3tje. Introduceer de opdracht door over het thema te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de vissen/oceaan ed te maken hebben
|
Uitvoering
|
Laat de kinderen een eigen bedachte vis tekenen met wasco, lijnen dik aanzetten.
Ga met de ecoline over de wascotekening heen, dat kan met 1 kleur zijn, maar mag ook meerdere kleuren.
|
Variatie
|
Maak een’’ Tovertekening’’ door met witte wasco te tekenen, de afbeelding verschijnt dan wanneer er met ecoline overheen geschilderd wordt!
|
spel
verwisselspel
activiteit
|
Verwissel spel
|
soort spel |
Geheugen spel
|
doelgroep |
Alle leeftijden
|
doel |
Kunnen/ leren ontdekken wat er veranderd
|
benodigdheden |
Stoelen
|
plaats |
Grote ruimte/ lokaal
|
voorbereiding |
In een kring gaan zitten, iemand kiezen die op de gang moet gaan staan
|
uitvoering |
je zit met de hele groep in een kring. 1 iemand gaat op de gang, de rest blijft in de kring en wisselt iets van wat ze aan of om hebben. (een aantal leerlingen, niet iedereen.) bijv. de sjaal. Degene die op de gang stond komt weer naar binnen en gaat in het midden van de kring staan. Degene die in het midden staat kijkt rond in de kring en kijkt of die kan zien wat er is veranderd. Als alle veranderingen zijn gevonden is het spel afgelopen.
|
variatie |
je kunt elke ‘nieuwe’ ronde iets extra’s doen, bijv. iemand uit de kring halen en kijken of de middenspeler degene die helemaal weg is ook terug kan vinden. Dit spel is ook geschrikt om elkaar beter te leren kennen.
|
levend memorie
Activiteit
|
Levend memorie
|
Soort spel
|
Concentratie spel
|
doelgroep
|
Kleuters
|
Doel
|
Alle ‘’stelletjes’’ bij elkaar vinden
|
Benodigdheden
|
-
|
Plaats
|
Lokaal/ruimte met stoelen
|
Voorbereiding
|
2 mensen gaan op de gang, iedereen kiest een memorie ‘’maatje’’
|
Uitvoering
|
2 mensen gaan op de gang. De andere zitten in de kring, iedereen kiest iemand anders uit de kring als memorie maatje. Je overlegt snel een makkelijke beweging met je maatje. De mensen op de gang mogen weer naar binnen en gaan in de kring staan. Om de beurt mogen zij 2 mensen vragen die hun gebaar moeten doen. als ze 2 mensen hebben aangewezen met hetzelfde gebaar hebben ze een memorie. Degene met de meeste memories; wint!
|
Variatie
|
Meer mensen die de memories gaan raden.
|
de koning heeft hoofdijn
Activiteit
|
De koning heeft hoofdpijn
|
Soort spel
|
Concentratie spel
|
Doelgroep
|
Schoolkind
|
Doel
|
Concentreren zodat niemand de ruimte bij de koning binnenkomt
|
Benodigdheden
|
-
|
Plaats
|
Lokaal
|
Voorbereiding
|
Een koning/koningin uitzoeken
|
Uitvoering
|
De koning staat of zit in het lokaal met de ogen dicht. De docent kiest leerlingen en die moeten zo stil mogelijk in de ‘’kamer’’ van de koning komen. Als de koning iets hoort wijst de koning naar de kant waar hij denkt dat het vandaan komt. Als de koning het goed raadt moet je blijven staan waar je op dat moment staat. Als je in de kamer bent gekomen is het goed gegaan.
|
Variatie
|
Verschillende redenen hoe de koning aan hoofdpijn komt
|
pannenkoeken met stroop
Activiteit
|
Pannenkoeken met stroop
|
Soort spel
|
Reactie spel
|
Doelgroep
|
Kleuter
|
Doel
|
1 iemand moet overblijven, en op een pannenkoek die ‘’over’’ is gaan staan.
|
Benodigdheden
|
Papier, pen
|
Plaats
|
Grote ruimte
|
Voorbereiding
|
Papiertjes klaarleggen, uitdelen en een plekje geven op de grond.
|
Uitvoering
|
Iedereen heeft een papiertje en legt hem ergens door het lokaal. Je loopt door het lokaal en als je een ‘’teken’’ krijgt moet je zo snel mogelijk op een papiertje(pannenkoek) gaan staan, degene die overblijft – zonder pannenkoek gaat op de bank zitten. Er worden steeds pannenkoeken weggestreept, ze liggen dan nog op de grond maar je kunt ze niet meer gebruiken. Degene die over blijft wint het spel.
|
Variatie
|
Meerdere pannenkoeken weghalen, het nadeel is dat het spel nu eerder i9s afgelopen maar het wordt wel lastiger, spannender.
|
schipper, mag ik overvaren?
Activiteit
|
Schipper,
mag ik overvaren
|
Doelgroep
|
4-6 jaar
|
Doel
|
Kinderen in beweging te laten zijn.
Kinderen op verschillende manieren de mogelijkheden van bewegen te laten ontdekken.
Versterking / verbetering van de motoriek.
|
Benodigdheden
|
Grote open ruimte
|
Plaats
|
Binnen / Buiten
|
Voorbereiding
|
-
|
Uitvoering
|
Leer kinderen het spel a.d.h.v. de ‘zongregel’; schipper mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan ook geld betalen ja of nee?
Bij nee kunnen de kinderen gewoon oversteken.
Bij ja; geeft de ‘schipper’ (tikker) aan hoe. Bijv; hinkelend, als een olifant, kruipend enz..
|
Variatie
|
Je zou eventueel obstakels in de ruimte kunnen plaatsen; spannender en uitdagender (moet de groep wel aan toe zijn!)
|
balonnen volleybal
Activiteit
|
Balonnen volleybal
|
Doelgroep
|
4-6 jaar
|
Doel
|
Plezier
Hand-oog coördinatie verbeteren.
|
Benodigdheden
|
Meerdere ballonnen
Touwtje om op te hangen
|
Plaats
|
Open ruimte /gymzaal
Buiten
|
Voorbereiding
|
Hang een touw of draad (of meerdere) in de ruimte op.
Blaas meerdere ballonen op en bewaar ze achteraf. (kunnen kinderen er niet bij).
|
Uitvoering
|
Laat kinderen een ballon hoog houden.
Laat kinderen daarna de ballon over een langere afstand de ballon over een touwtje heen tikken.
|
Variatie
|
Breng meer ballonen in het spel dan er kinderen zijn.
|
muziek
Ontwikkelingsfase: de kleuter
Activiteit
|
Een hoorspel met verhaal maken voor/met kleuters
|
Doelgroep
|
Kleuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.
Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.
Een zelfgemaakt of bestaand kort verhaal die aansluit bij de doelgroep kleuters.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.
Het verhaal kennen; door hebben gelezen; weten waar de leerlingen wat kunnen doen.
|
Uitvoering
|
Laat de kleuters geluiden maken bij een verhaal. Geef van te voren voorbeelden door zelf te doen.
Bijvoorbeeld: het regent: tik zachtjes met ritmestokjes op een tafel, de wind waait: blaas lucht uit met je mond, de olifant komt aanlopen: trommel langzaam een paar keer op een zware trommel.
Begin met duidelijk afspreken wie wat wanneer moet doen.
Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.
|
Variatie
|
Je kunt een ander verhaal gebruiken.
Je kunt zelf gemaakte instrumenten en/of (alleen) stemmen gebruiken.
Je kunt de leerlingen de vrijheid geven om zelf geluiden te maken, of je kunt dingen vastleggen/afspreken van te voren.
|
Kleuter;
Verhaal hoorspel;
Er was eens een lieve goeie fee, die graag de kindjes hielp. Snachts haalde de lieve fee alle tandjes van de kinderen onder de kussens vandaan en legde er een euro voor terug.
Op een avond kwam er een gemene heks die jaloers was op de lieve fee omdat iedereen haar mooi en lief vond. De heks klopt aan de deur van de fee… (bassdrum)
Toen gebeurde het… (bassdrum)
De heks betoverde de fee in een slang (slissend geluid voo de slang)
De kindjes waren bang omdat de lieve fee niet meer kwam voor de tandjes en de kinderen begonnen hun geloof in de lieve fee te verliezen.
Een groepje kinderen die nog wel geloofden in de lieve fee (geluid voor de fee) gingen haar opzoeken… (spannend geluid)
Ze vonden haar als een slang de kinderen vroegen de slang wat de vloek was… de slang vertelde de kinderen dat ze allemaal een tandje moesten meebrengen en aan de slang moesten geven… de vloek zal dan verdwijnen en de slang zal weer veranderen in de lieve fee. De kindjes deden wat de lieve fee zei. (geluid voor de fee). mooi gezang.
De fee leefde nog lang en gelukkig! (eind geluid, harde stomp, bassdrum)
drama
Schoolkind
beeldend
patronen tekenen met fineliner en stift
Activiteit
|
Patronen tekenen met fineliner en stift
|
Doelgroep
|
Het schoolkind
|
Doel

|
Ontwikkelen van de fijne motoriek en concentratievermogen.
Doordat je bezig bent met herhaling van patronen ben je ook bezig met de aanzet tot het schrijven. ( krullen maken, hekjes maken, etc)
Je stimuleert de creativiteit, dmv het maken van fantasie patronen die niet realistisch hoeven te zijn
|
Benodigdheden
|
wit tekenpapier op A4 of A3 formaat, zwarte viltstiften en markers in verschillende diktes, gele ecoline, penselen, zwart papier, foto's van uilen
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bespreek met de kinderen kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's. Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts.
|
Uitvoering

|
De kinderen schetsen met potlood een uil op een tak, waarbij ze rekening houden met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna worden met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen, moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.
Als de tekening klaar is, wordt de achtergrond rondom de uil en de tak met gele ecoline ingekleurd. Pas op dat de tekening niet geraakt wordt, want dan loopt de stift uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.
|
Variatie

|
Bedenk een andere vorm of fantasievormen zoals een Zentangle, zie: http://www.writersplaza.nl/c-1429776/wat-is-zentangle-tekenen/
|
spel
appels en peren
ACTIVITEIT
|
Appels en peren
|
SOORT SPEL
|
Reactie spel
|
DOELGROEP
|
Schoolkind vanaf 8 jaar
|
DOEL
|
Zo snel mogelijk op een lege stoel gaan zitten
|
BENODIGDHEDEN
|
Stoelen
|
PLAATS
|
Grote ruimte/lokaal
|
VOORBEREIDING
|
Stoelen in de kring
|
UITVOERING
|
spelers zitten in een kring op stoelen. Iedereen is gekozen tot appel of peer, iedereen word afgenummerd. Vanuit de kring gaat 1 speler in het midden staan. ( 1 stoel uit de kring). op commando appels wisselen alle appels van plaats. De middenspeler moet op een lege plaats (komen) gaan zitten. Met peren hetzelfde
|
VARIATIE
|
Bij fruitmand wisselt IEDEREEN van plaats
|
zakjes voetbal
ACTIVITEIT
|
zakjes voetbal
|
SOORT SPEL
|
wedstrijd spel
|
DOELGROEP
|
vanaf groep 5
|
DOEL
|
als eerste het zakje kapot maken
|
BENODIGDHEDEN
|
stoelen, zakjes
|
PLAATS
|
lokaal
|
VOORBEREIDING
|
stoelen klaarzetten, zakjes meenemen
|
UITVOERING
|
twee rijen tegenover elkaar elke rij is een team, nummer 1 t/m … er is iemand die het spel lijdt, het aangeeft naar welk nummer het zakje moet of die het aangeeft wanneer er een doelpunt is. Het zakje moet steeds naar het nummer dat de leider zegt. De leider zegt ‘doelpunt’ en het zakje blijft bij de nummers waar het is -) zei moeten blazen en degene die het zakje als eerste kapot heeft, heeft een punt.
|
VARIATIE
|
het zakje kan kapot worden gemaakt op een ander lichaamsdeel, bijv. benen.
|
groenteboer spel
Activiteit
|
Groenteboer spel
|
Soort spel
|
Wedstrijd spel
|
Doelgroep
|
Schoolkind
|
Doel
|
De boer moet zelf weer op de stoel komen te zitten
|
Benodigdheden
|
Stoelen
|
Plaats
|
Grote ruimte
|
Voorbereiding
|
Alle stoelen omgekeerd in een kring zetten
|
Uitvoering
|
Iedereen zit in de omgekeerde kring, de docentkiest een boer, die gaat staan. (De stoel van de boer wordt ook weggezet.) de boer loopt om de kring heen. Alle mensen die in de kring zitten nemen iets wat je bij de groenteboer unt kopen in hun hoofd. De groenteboer roept bijv. appel, iedereen die appel heeft staat op en loopt achter de boer aan. Op een gegeven moment zegt de boer dat hij pauze neemt, en dan moet hij zo snel mogelijk op de stoel gaan zitten.
|
Variatie
|
Groenteboer kan bijv. ook bloemenwinkel, bakker worden.
|
dobbelstenen spel
ACTIVITEIT
|
Dobbelstenen spel
|
SOORT SPEL
|
|
DOELGROEP
|
8 jaar en ouder
|
DOEL
|
Als eerste 1 t/m 100 op het papier hebben staan
|
BENODIGDHEDEN
|
Dobbelsteen, pen en papier
|
PLAATS
|
Binnen
|
VOORBEREIDING
|
Groepjes maken, pen en papier meenemen
|
UITVOERING
|
Door de docent worden er groepjes gemaakt. Elk groepje gaat bij de tafel zitten, ze krijgen 1 pen en ieder een papiertje uitgedeeld. De dobbelsteen gaat rond en de eerste die 6 gooit krijgt de pen. Vanaf dan mag je beginnen met de cijfers 1 t/m 100 op te schrijven, zo snel mogelijk. Als iemand anders weer 6 gooit geef je de pen gelijk door aan die persoon. Degene die als eerste 1 t/m 100 op zijn papier heeft staan, heeft gewonnen.
|
VARIATIE
|
Je kunt bijv. inzetten dat bij elk tiental je een naam van iemand uit de klas moet opschrijven, zo leer je ook de mensen uit je klas beter kennen.
|
geklutste woorden
ACTIVITEIT
|
Geklutste woorden
|
SOORT SPEL
|
Wedstrijd spel
|
DOELGROEP
|
Schoolkind vanaf 8 jaar
|
DOEL
|
Het woord raden, het voorwerp zo snel mogelijk op de stoel leggen
|
BENODIGDHEDEN
|
Stoelen, papier
|
PLAATS
|
Grote ruimte
|
VOORBEREIDING
|
Kaartjes met ‘’geklutste’’ woorden maken, 2 teams maken
|
UITVOERING
|
Er worden 2 teams gemaakt, allebei de teams gaan aan een kant van het lokaal zitten. Er staat een stoel tussen de 2 teams in die verder weg wordt gezet. De begeleider houdt steeds een papiertje omhoog, met geklutste woorden zoals; AJS - JAS, ROOGLE – HORLOGE. De teams overleggen, als je het woord raad mag je het voorwerp zo snel mogelijk opzoeken en op de stoel leggen, de persoon dat als eerste het goede voorwerp op de stoel heeft gelegd; wint. Het team krijgt een punt. Het team dat uiteindelijk de meeste punten heeft, wint.
|
VARIATIE
|
Je kunt bijv. zeggen dat je geen voorwerpen meer van jezelf mag gebruiken. Je kunt ook meer teams maken, dan word het lastiger.
|
hoeveel staan er achter je?
Activiteit
|
Hoeveel staan er achter je?
|
Soort spel
|
Concentratie spel
|
Doelgroep
|
Jong schoolkind
|
Doel
|
Raden hoeveel kinderen er achter je staan
|
Benodigdheden
|
Stoel
|
Plaats
|
Lokaal
|
Voorbereiding
|
Stoel neerzetten
|
Uitvoering
|
Een kindje wordt op de stoel neer gezet, en doet zijn ogen dicht. De docent kiest, wijst bijvoorbeeld 2 kindjes aan die zo stil mogelijk achter de stoel moeten gaan staan. De docent vraagt aan het kindje dat moet raden hoeveel kindjes hij/zij denkt dat er achter hem staan.
|
Variatie
|
Verschillende aantallen
|
commando pinkelen
Activiteit
|
Commando pinkelen
|
Soort spel
|
Reactie en wedstrijd spel
|
Doelgroep
|
Oud schoolkind
|
Doel
|
Iemand af proberen te krijgen, er moet een winnaar overblijven.
|
Benodigdheden
|
Geen materialen
|
Plaats
|
Normaal lokaal
|
Voorbereiding
|
Iedereen gaat in de kring zitten, het spel wordt uitgelegd en een paar keer als voorbeeld gespeeld om te oefenen.
|
Uitvoering
|
Iedereen zit in een kring, de docent zegt; commando pinkelen – dan gaat iedereen pinkelen. Als de docent alleen ‘’pinkelen’’ zegt moet je doorgaan waar je mee bezig was, bijv. commando pinkelen (dan ga je pinkelen) dan zegt de docent; commando hol (dan maak je je handen hol.) zegt de docent bijv. alleen hol, bol of pinkelen – zonder commando ervoor – dan ga je gewoon verder met welke commando je al deed. Degene die als laatst overblijft; wint!
|
Variatie
|
Moeilijker maken door meer commando’s te gebruiken
|
pionnenroof
Activiteit
|
|
Doelgroep
|
|
Doel
|
- Vergroten van reactievermogen
- Omgaan met ‘scheidsrechter’ en regels wel/ niet af.
- Verbetering loopvermogen
|
Benodigdheden
|
- Groot veld
- Pion(nen)
- Mogelijkheid tot afbakenen achterlijnen
|
Plaats
|
|
Voorbereiding
|
-
- Zet een veld af ter grootte van 30 bij 10.
- Gebruik hiervoor lint of bestaande lijnen.
|
Uitvoering
|
- Groep 1 beschermd de Pion en moet de tegenstander aftikken
- Stapt deze groep tikkers over de lijn dan moet een ander getikt worden; zo niet dan is de tikker zelf af. Hij/zij gaat zitten op de bank; zijn alle rovers getikt dan winnen de tikkers.
- De rovers moeten de Pion trachten te stelen
- Zijn zij eerder over de veilige zone achter de lijn, hebben zij gewonnen.
|
Variatie
|
- Afstand verschillend maken
- Attribuut veranderen.
- Niet alleen rennen; iedereen moet hinkelen.
|
als de kat van huis is..
Activiteit
|
- “als de kat van huis is..”
|
Doelgroep
|
|
Doel
|
- Energizer
- Samenspel
- Reactievermogen vergroten
|
Benodigdheden
|
- Vier hoeken, palen, matten of anderzijds ‘hoek’ materiaal
-
|
Plaats
|
|
Voorbereiding
|
- Creëer met vier matten of tape/ linten een veilig ‘holletje’ voor de muizen.
|
Uitvoering
|
- Vier muizen trachten van hoek /holletje te wisselen.
- Als er een lege hoek is, probeert de kat deze plek op te vullen.
- Lukt dit dan is de muis zonder hoek de kat geworden.
|
Variatie
|
- Je kunt dit altijd vergroten met meerdere muizen en katten.
|
de reddingsboot
Activiteit
|
|
Doelgroep
|
|
Doel
|
- Energizer
- Samenspel/ samen werken
|
Benodigdheden
|
- Een of meer gymzaal banke(n)/ afgetapte vorm van max 20 cm breed.
|
Plaats
|
|
Voorbereiding
|
- Zet / maak 1 of meer banken of vormen klaar in de ruimte.
|
Uitvoering
|
- Er staan een x aantal kinderen op de reddingsboot (bank)
- Er zijn ook een aantal haaien.
- De kinderen moeten in een nader aangegeven volgorde gaan staan (bijv; op leeftijd, 1e letter van de voornaam enz.) als er iemand in het water komt is deze af. En wordt door de haaien opgegeten.
|
Variatie
|
- De kinderen moeten zich m.b.v. klein materiaal veilig naar het land begeven.
|
evenwichtsduo's
Activiteit
|
|
Doelgroep
|
|
Doel
|
- Energizer
- Samenspel
- Afhankelijkheid ervaren.
|
Benodigdheden
|
|
Plaats
|
|
Voorbereiding
|
|
Uitvoering
|
- Laat de kinderen tegen over elkaar staan.
- Tenen tegen elkaar (hier kan bijv eerst een omgekeerde gymzaalbank tussen; voor de persoonlijke ruimte) en de handen vast.
- Langzaam gaan de kinderen naar achteren leunen en proberen de armen te strekken.
|
Variatie
|
- Met de rug tegen elkaar en dan omlaag; met de billen op de grond komen, vervolgens weer omhoog.
- Schouders tegen elkaar en leunen tegen elkaar; daarna de voeten langzaam opzij schuiven.
|
muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind
Activiteit
|
Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).
|
Doelgroep
|
Schoolkinderen
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.
Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.
Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)
|
Uitvoering
|
Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.
Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.
|
Variatie
|
Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).
|
Liedjes schoolkind groep 1, 2 en 3;
In de maneschijn;
In de maneschijn, in de maneschijn
Klom ik op een trapje door het raamkozijn
Maar je waagt het niet, nee je waagt het niet
Zo doet een vogel en zo doet een vis
En zo doet een duizendpoot, die schoenenpoetser is
En dat is één en dat is twee
En dat is dikke, dikke, dikke tante Kee
En dat is recht en dat is krom
En zo draaien wij het wieltje nog eens om
Rom-bom.
Bron; Kinderliedjes.info
Genre; Kinderliedje groep; 1/2
Alle eendjes zwemmen in het water;
Alle eendjes zwemmen in het water,
falderalderiere, falderalderare.
Alle eendjes zwemmen in het water,
fal, fal, falderalderalderalde, ra, ra, ra!
Bron; Lievelingsliedjes.nl
Genre; Kinderliedjes, groep 1,2
De wielen van de bus;
De wielen van de bus die draaien rond
Draaien rond, draaien rond
De wielen van de bus die draaien rond
Als de bus gaat rijden
De deuren van de bus gaan open en dicht
Open en dicht, open en dicht
De deuren van de bus gaan open en dicht
Als de bus gaat rijden
De wissers van de bus gaan heen en weer
Heen en weer, heen en weer
De wissers van de bus gaan heen en weer
Als de bus gaat rijden
De lichten van de bus gaan aan en uit
Aan en uit, aan en uit
De lichten van de bus gaan aan en uit
Als de bus gaat rijden
De toeter van de bus gaat toet toet toet
Toet toet toet, toet toet toet
De toeter van de bus gaat toet toet toet
Als de bus gaat rijden
De mensen in de bus gaan op en neer
Op en neer, op en neer
De mensen in de bus gaan op en neer
Als de bus gaat rijden
De mama's in de bus die kletsen maar
Kletsen maar, kletsen maar
De mama's in de bus die kletsen maar
Als de bus gaat rijden
De pappa's in de bus die slapen maar
Slapen maar, slapen maar
De pappa's in de bus die slapen maar
Als de bus gaat rijden
De baby's in de bus gaan op en neer
Op en neer, op en neer
De baby's in de bus gaan op en neer
Als de bus gaat rijden
De buschauffeur zegt dag, dag dag
Dag dag dag, dag dag dag
De buschauffeur zegt dag dag dag
Als de bus gaat rijden!
Bron; Kinderliedjes.info
Genre; Kinderliedjes, groep 2,3
Liedjes bassischool groep 4 en 5;
Kinderen Voor Kinderen – Energie;
Hey!
Daar zijn we weer
Koningsspelen 2015
Is iedereen er klaar voor?
Let’s go!
Dus doe maar 1, 2, 3
Ja, lekker dansen geeft je energie
Je gaat het zien
Dus doe maar 1, 2, 3
Want lekker sporten geeft je energie voor tien
Voor het ontbijt neem ik de tijd
Om goed te eten
Want heel de dag ren ik me rot
Ik hou van zweten
Ook elke dag, zo vaak het mag
Neem ik wat fruit want
Van al dat snoep krijg ik pijn in m’n buik
‘k Wil dansen, springen
Rennen, zingen
Dat geeft magie
Dus wat ik nodig heb is energie
Dus doe maar 1, 2, 3
Ja, lekker dansen geeft je energie
Je gaat het zien
Dus doe maar 1, 2, 3
Want lekker sporten geeft je energie voor tien
Dus doe maar 1, 2, 3
Ja, lekker dansen geeft je energie
Je gaat het zien
Dus doe maar 1, 2, 3
Want lekker sporten geeft je energie voor tien
En we doen het met z’n allen en het voelt zo cool
Yes, we doen het met z’n allen, je weet wat ik bedoel
En we doen het met z’n allen, en het voelt zo cool
Zo cool, zo cool, je weet wat ik bedoel
Bewegen is het woord
Dat bij sport en dansen hoort
Ik voel me sterk en flink
Als ik lekker water drink
Een beetje snoepen is oké
Zolang je maar genoeg beweegt
Dus eet een appel, een banaan
En laat die hamburger maar staan
‘k Wil dansen, springen
Rennen, zingen
Dat geeft magie
Dus wat ik nodig heb is energie
Dus doe maar 1, 2, 3
Ja, lekker dansen geeft je energie
Je gaat het zien
Dus doe maar 1, 2, 3
Want lekker sporten geeft je energie voor tien
Dus doe maar 1, 2, 3
Ja, lekker dansen geeft je energie
Je gaat het zien
Dus doe maar 1, 2, 3
Want lekker sporten geeft je energie voor tien
En we doen het met z’n allen en het voelt zo cool
Yes we doen het met z’n allen, je weet wat ik bedoel
En we doen het met z’n allen en het voelt zo cool
Zo cool, zo cool, je weet wat ik bedoel…
Bron; Songteksten.nl / kinderen voor kinderen website
Genre; Populaire voor basisschoolkinderen
Uit Artis een beer ontsnapt;
Uit Artis is een beer ontsnapt
Een beer ontsnapt? Ja, een beer ontsnapt
Hij heeft bij Albert Heijn gegapt
Tjonge wat een boef!
Een honingpot en een krentencake
En zuurtjes voor een hele week
Een groot pak sprits voor bij de thee
Dat nam-ie allemaal mee
Nu ligt hij languit op zijn rug
Op zijn rug? Ja, op zijn rug
Hij wil nooit meer naar Artis terug
Tjonge wat een boef!
Bron; Wordpress.com
Genre; Kinderliedjes groep 3 en 4
Liedjes bassischool groep 6,7 en 8;
Ik wil jou;
Baby
Ik wil je vragen naar je naam
maar je doet zo crazy
Ik zie het aan die blik je wilt me ook
Nu ben ik hier
Dus verspil je kans niet
Ik heb geen tijd voor arrogantie
Eén ding moet je weten yeah
Je gaat me niet vergeten yeah
Als ik kom in je leven yeah
Zal ik je alles geven
Ik wil jou voor mij alleen
En jij mij ook
Dus draai er niet om heen
Ik wil jou
Als je wist wat ik voor je voelde baby
Ik wil jou
Ik hoor je stem die mij steeds blijft roepen baby girl
Je speelt met m'n hormonen babe
Ik heb alles voor je over babe
Dat is als je van mij was
En als het aan mij lag
Dan was je nu hier bij mij
Oh baby
Ik kom niet hier vandaan
Maar vind je dope baby
En ik geef niet zo snel mijn naam
Maar je maakt me zo crazy
Toch blijf ik hard to get voor wie dan ook
Dus doe je best
Ik wil zien dat je vecht
Want mijn gevoelens voor je
Die zijn echt
Eén ding moet je weten yeah
Je gaat me niet vergeten yeah
Als ik kom in je leven yeah
Zal ik je alles geven
Ik wil jou voor mij alleen
En jij mij ook
Dus draai er niet om heen
Ik wil jou
Als je wist wat ik voor je voelde baby
Ik wil jou
Ik hoor je stem die mij steeds blijft roepen baby boy
Je speelt met m'n hormonen babe
Ik heb alles voor je over babe
Dat is als je van mij was
En als het aan mij lag
Dan was je nu hier bij mij
ooh
Ik heb mezelf niet in de hand
Ik ben betoverd
Dit is magie
Want je hebt me in je macht
Hier heb ik zo lang op gewacht
Blijf kloppen en m'n hart blijft kloppen
We zijn één
Ik kan niet functioneren zonder jou om me heen
Laat me niet alleen
Ik wil jou
Als je wist wat ik voor je voelde baby boy
Ik wil jou
Ik hoor je stem die mij steeds blijft roepen baby boy
Je speelt met m'n hormonen babe
Ik heb alles voor je over babe
Dat is als je van mij was
En als het aan mij lag
Dan was je nu hier bij mij
Ik wil jou
Als je wist wat ik voor je voelde baby girl
Ik wil jou
Ik hoor je stem die mij steeds blijft roepen baby girl
Je speelt met m'n hormonen babe
Ik heb alles voor je over babe
Dat is als je van mij was
En als het aan mij lag
Dan was je nu hier bij mij…
Bron; Muziekum.eu
Genre; Pop en rap
Vanavond is van jou;
Ik heb niet eens iets gemerkt.
Maar wat je met me hebt gedaan heeft gewerkt.
Voor jou zet ik alles opzij.
Sinds ik je ken wil ik jou alleen nog bij mij.
En ik weet dat wij nog jong zijn.
Maar ik beloof je dit kan echt van ons zijn.
Daarom laat ik nu mijn hart spreken, dit mag je weten.
We kunnen lachen in de stad,
Of ff naar de film.
Misschien wel naar het strand.
Of lekker thuis chillen.
Het maakt niet uit, ik vind het allemaal goed.
Dus meisje zeg me wat je doet.
Want vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, helemaal van jou.
Want vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, helemaal van jou.
Ik wil meer van je hebben.
Meer, meer van je hebben.
En ben je ff weg, dan wil ik weer met je appen.
Want ik krijg nooit genoeg van jou,
Dit is niet meer normaal.
En ik weet dat wij nog jou zijn.
Maar ik beloof je dit kan echt van ons zijn.
Daarom laat ik nu mijn hart spreken, dit mag je weten.
We kunnen lachen in de stad,
Of ff naar de film.
Misschien wel naar het strand.
Of lekker thuis chillen.
Het maakt niet uit, ik vind het allemaal goed.
Dus meisje zeg me wat je doet.
Want vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, helemaal van jou.
Want vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, helemaal van jou.
Zeg me of je mij ook ziet, zoals ik jou zie,
Worden wij één team want je bent een,
tien, tien, voor mij.
een tien, tien, voor mij.
Zeg me of je mij ook ziet, zoals ik jou zie,
Worden wij één team want je bent een,
tien, tien, voor mij.
een tien, tien, voor mij.
Want vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, helemaal van jou.
Want vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, jou, jou.
Vanavond is van jou, helemaal van jou.
Dit is er één van b-brave.
Dit is er één voor jou.
Deze avond is van jou.
Bron; Songteksten.nl
Genre; populaire
Single ladies;
All the single ladies! (All the single ladies...)
All the single ladies! (All the single ladies...)
All the single ladies! (All the single ladies!)
All the single ladies! (Now put your hands up!)
Now put your hands up
Up in the club, we just broke up
I’m doing my own little thing
Decided to dip but now you wanna trip
Cuz another brother noticed me
I’m up on him, he up on me
Don’t pay him any attention
Cried my tears, for three good years
Ya can’t be mad at me
Cuz if you liked it
Then you should have put a ring on it
If you liked it then you should have put a ring on it
Don’t be mad once you see that he want it
If you liked it then you should have put a ring on it
Ooh Oh
If you liked it then you should have put a ring on it
If you liked it then you should have put a ring on it
Don’t be mad once you see that he want it
If you liked it then you should have put a ring on it
I got gloss on my lips, a man on my hips
Got me tighter than my Dereon jeans
Acting up, drink in my cup
I can care less what you think
I need no permission, did I mention
Don’t pay him any attention
Cuz you had your turn
But now you gonna learn
What it really feels like to miss me
Cuz if you liked it
Then you should have put a ring on it
If you liked it then you should have put a ring on it
Don’t be mad once you see that he want it
If you liked it then you should have put a ring on it
Ooh Oh
If you liked it then you should have put a ring on it
If you liked it then you should have put a ring on it
Don’t be mad once you see that he want it
If you liked it then you should have put a ring on it
Ooh Oh
Don’t treat me to these things of this world
I’m not that kind of girl
Your love is what I prefer, what I deserve
He’s a man that makes me then takes me
And delivers me to a destiny, to infinity and beyond
Pull me into your arms
Say I’m the one you own
If you don’t, you’ll be alone
And like a ghost I’ll be gone
All the single ladies! (All the single ladies!)
All the single ladies! (All the single ladies!)
All the single ladies! (All the single ladies!)
All the single ladies! (Now put your hands up!)
Oh-oh-oh, oh-oh-oh, oh-oh, oh, oh-oh-oh...
Whoa-oh-oh, oh-oh-oh, oh-oh, oh, oh-oh-oh...
Whoa-oh-oh...
Cuz if you liked it
Then you should have put a ring on it
If you liked it then you should have put a ring on it
Don’t be mad once you see that he want it
If you liked it then you should have put a ring on it
Ooh Oh
If you liked it then you should have put a ring on it
If you liked it then you should have put a ring on it
Don’t be mad once you see that he want it
If you liked it then you should have put a ring on it
Ooh Oh
Bron; Songteksten.net
Genre; populaire
Activiteit
|
Akkoorden c, e en g leren op de piano
|
Doelgroep
|
Schoolkind bovenbouw
|
Doel
|
De 3 akkoorden leren, en al leren om een stukje piano te leren spelen
|
Benodigdheden
|
Piano waar de noten opstaan
|
Plaats
|
Lokaal
|
Voorbereiding
|
In groepjes zodat iedereen elkaar kan helpen
|
Uitvoering
|
Iedereen gaat in groepjes bij een piano zitten zodat iedereen elkaar kan helpen. Op de piano staan de noten c, e en g aangegeven zodat de leerlingen elkaar kunnen helpen wanneer dit nodig is. Uiteindelijk moet iedereen in het groepje de noten geleerd hebben, daarom gaat iedereen om de beurt.
|
Variatie
|
We kunnen natuurlijk ook de andere akkoorden gaan leren zoals; de A
|
Activiteit
|
Djembé spelen
|
Doelgroep
|
Schoolkind middenbouw
|
Doel
|
Om met de hele klas een lied op de djembé te kunnen leren spelen. En om te leren samenwerken, omdat je wel gelijk moet spelen.
|
Benodigdheden
|
Djembés/ stoelen
|
Plaats
|
Grote ruimte/ geluidsdicht
|
Voorbereiding
|
In de kring zitten, iedereen pakt zelf een djembé en er wordt uitleg geven over wat de bedoeling is van de les.
|
Uitvoering
|
De hele klas zit in een kring en iedereen heeft een djembé. Er is een lied uitgekozen door de docent die ze gaan leren spelen. De docent doet eerst dingen voor en de kinderen doen het dan na. Aan het einde van de les kennen de kinderen een deel van het lied die ze samen als afsluiting ‘’voor het echt’’ een keer spelen.
|
Variatie
|
Er is natuurlijk keuze uit verschillende liederen
|
Activiteit
|
Instrumenten maken. Ritme samenspel
|
Doelgroep
|
schoolkind onderbouw
|
Doel
|
Het doel is van dit spel is om 1 ritme gevoel maken/krijgen. ook is dit goed voor de sociale ontwikkeling omdat je samen moet werken om een mooi ritme te krijgen.
|
Benodigdheden
|
Knutselspullen; lijm, wc rollen, rijst. Stoelen/tafels
|
Plaats
|
Grote ruimte
|
Voorbereiding
|
De les begint met een uitleg omdat het anders gaat als normaal, iedereen begint met het knutselen van een instrument voordat ze ermee gaan spelen.
|
Uitvoering
|
Iedereen in de klas maakt een instrument (wc rol-rijst) of gebruikt bijv. de stem of handen.
|
Variatie
|
andere instrumenten maken
|
Blok 2; Ritmes tikken;
Activiteit
|
Ritmes tikken met muziek instrumenten.
|
Doelgroep
|
slechtziende en blinde schoolkinderen. |
Doel
|
Peuter/kleuter/jonge schoolkind:
Motorische ontwikkeling, ritme gevoel ontwikkelen, het begrip ‘maat’ en ‘in de maat mee tikken’ uitleggen. Kennis maken met verschillende ritmes en ritme-instrumenten.
Eventueel: taalontwikkeling.
Oudere schoolkind/jongere/volwassene/oudere:
Ritme gevoel ontwikkelen, het begrip ‘maat’ en ‘in de maat mee tikken’ uitleggen. Kennis maken met verschillende ritmes en ritme-instrumenten.
|
Benodigdheden
|
Het kan beginnen met klappen en uitgebreid worden met allerlei ritme instrumenten (zoals kleine percussie instrumenten: een rasp, sambabal, woodblocks, claves, traingel, tamboerijn, belletjes enz. of grotere zoals: djembe’s, conga’s bongo’s of een drumstel).
|
Plaats
|
Een ruimte waar lawaai gemaakt mag worden, waar genoeg plek is.
|
Voorbereiding
|
Zorg dat er een stilte-teken wordt afgesproken. Zorg dat de materialen zo opgesteld zijn dat er veilig mee gewerkt kan worden (voor de doelgroep en de instrumenten zelf). Zorg voor voorbeelden in schema’s en beeld (bijvoorbeeld pictogrammen).
|
Uitvoering
|
Je zet de materialen klaar. Je spreekt met de doelgroep af wat je gaat doen, hoe lang en welke regels er zijn.
Je legt de doelgroep iets uit over het begrip ‘ritme’ aan de hand van voorbeelden, voordoen.
Je laat de doelgroep ritmes mee klappen, tikken, trommelen (enz.). Ritmes kunnen mee getikt worden op woorden en lettergrepen van woorden, op zinnen, op de maat in een liedje enz.
met ons groepje (Carien, Salome en Amber (ik) ) hebben we ervoor gekozen een sple te gaan doen. wij nemen alle 3 een instrument. er wordt 1 iemand gekozen die een blinddoek omkrijgt, de anderen leerlingen staan er gewoon om heen en kijkt toe. we spelen het spel 3 keer, en elke keer met een ander instrument en een ander persoon die gaat raden.
|
Variatie
|
Je kunt de doelgroep scheiden in groepjes met verschillende ritme instrumenten die bijvoorbeeld hetzelfde ritme tikken, of dezelfde instrumenten die verschillende ritmes tikken, door elkaar, maar wat wel bij elkaar past/elkaar aanvult. Of dit alles combineren.
|
Blok 2, Melodie;
Activiteit
|
Een melodie of liedje spelen op een melodie instrument.
wij gaan alle 3 een stukje spelenop de piano, het kerstliedje; Oh Denneboom. we spelen het tegelijk.
|
Doelgroep
|
schoolkind met een lager denkniveau. Bijv. een denk niveau van een 6 jarige. De kinderen komen uit groep 7, dan zijn ze ongeveer 10/11
|
Doel
|
Peuter/kleuter/jonge schoolkind:
Motorische ontwikkeling, kennis maken met verschillende melodie instrumenten.
Oudere schoolkind/jongere/volwassene/oudere:
Motorische ontwikkeling, kennis maken met verschillende melodie instrumenten. Eventueel: noten leren spelen (en lezen/schrijven), akkoorden leren lezen en spelen.
|
Benodigdheden
|
Een piano/keyboard, gitaar.
|
Plaats
|
Een ruimte waar lawaai gemaakt mag worden, waar genoeg plek is.
|
Voorbereiding
|
Zorg dat er een stilte-teken wordt afgesproken. Zorg dat de materialen zo opgesteld zijn dat er veilig mee gewerkt kan worden (voor de doelgroep en de instrumenten zelf). Zorg voor voorbeelden in schema’s en beeld (bijvoorbeeld pictogrammen).
|
Uitvoering
|
Je zet de materialen klaar. Je spreekt met de doelgroep af wat je gaat doen, hoe lang en welke regels er zijn.
Je legt de doelgroep iets uit over het instrument en hoe deze te bespelen. Je doet voor en laat de doelgroep zelf proberen.
Je laat de doelgroep eventueel noten spelen, akkoorden spelen, meespelen met een liedje enz.
we zitten of staan alle 3 achter een piano en beginnen alle 3 tegelijk te spelen, en als het goed is eindigen we ook alle 3 op hetzelfde moment.
|
Variatie
|
Je kunt de doelgroep scheiden in groepjes met verschillende melodie instrumenten die bijvoorbeeld dezelfde melodie spelen, of dezelfde instrumenten die verschillende melodieën spelen, door elkaar, maar wat wel bij elkaar past/elkaar aanvult. Of dit alles combineren.
|
drama
Tablau Vivant / Fotospel
Drama Werkvorm
|
Tableau Vivant / fotospel
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling
|
|
Deze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.

|
Activiteit
|
Groepsfoto
|
Doelgroep
|
Vanaf 4 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Inzicht in non verbale communicatie vergroten
|
Benodigdheden
|
niets
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden.
|
Uitvoering
|
De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet.
|
Variatie
|
Geef een thema of welke groep mensen het moet zijn.
Geef langer voorbereidingstijd.
Geef de mogelijkheid attributen ed. te gebruiken.Laat een andere groep een foto bedenken tussen 1 en 2.
|
Tableau Vivant / Persfoto
Drama Werkvorm
|
Tableau Vivant / persfoto
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling
|
|
Deze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.

|
Activiteit
|
persfoto
|
Doelgroep
|
Jong/ouder schoolkind
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Inzicht in non verbale communicatie vergroten
- Samenwerken/overleggen
|
Benodigdheden
|
niets
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
er wordt en regisseur uitgekozen. De regisseur mag een situatie uitkiezen zoals; Catwalk, Dierentuin, Feestje. Er zijn geen groepjes, iedereen hoort bij en op de ''persfoto''.
|
Uitvoering
|
Er wordt 1 regisseur uitgekozen, de regisseur kiest een situatie en zet de mensen op hun plekken. Bijvoorbeeld. Bij de situatie Catwalk. Er worden mensen op de ‘’catwalk’’ gezet en moeten een pose doen, of er is publiek die foto’s maken. Als iedereen op zijn plek staat wordt er een ‘’foto’’ gemaakt en blijft iedereen een aantal seconden in zijn/haar pose staan.
|
Variatie
|
Je kunt een andere situatie kiezen of een andere regisseur.
|
Tableau Vivant/Sprookje
Drama Werkvorm
|
Tableau Vivant / sprookje
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling
|
|
Deze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.
|
Activiteit
|
Tablau vivant sprookje
|
Doelgroep
|
Jong/ouder schoolkind
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Inzicht in non verbale communicatie vergroten
- Samenwerken/overleggen
|
Benodigdheden
|
niets
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Er worden groepjes gemaakt. De groepjes gaan bij elkaar zitten en moeten een thema bedenken. Bijv. Disney. De groepjes kiezen als dat het thema is allemaal een verschillende Disney film.
|
Uitvoering
|
Als de groepjes bijv. Assepoester kiezen moeten ze 3 Afbeeldingen maken uit de film. Het groepje is meestal met ongeveer 5 mensen. Je moet dan 3 ‘’foto’s’’ maken. De eerste is dan bijv. de klok die tikt om 12 uur en assepoester verliest haar muiltje. De mensen gaan dan in hun rol staan en blijven stil staan dan wordt er een ‘’foto’’ gemaakt. Dan gaan de mensen naar de volgende foto/dia.
Het publiek raad uit welk verhaal ze foto’s nadoen.
|
Variatie
|
Je kunt verschillende onderwerpen kiezen. De groepjes omwisselen of het moeilijk maken door ze ook hun eigen fantasie in te kunnen brengen.
|
Uitbeeldspel
Drama Werkvorm
|
Uitbeeldspel
De spelers laten hun spel zien zonder tekst te gebruiken, eventueel wel met geluid. Een professionele vorm is mime of pantomime
|
Deze werkvorm is met name geschikt
voor beginnende spelers.
Uitbeelden geeft ook de vrijheid om
zonder decor en attributen toch te
verbeelden dat dat er allemaal is.
De allerjongsten kun je in het uitbeelden
begeleiden door mee te spelen of ze als
verteller mee te nemen in het uit te
beelden spel.

|
Activiteit
|
Twee stoelen
|
Doelgroep
|
Vanaf 6 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) Uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Inzicht in non verbale communicatie vergroten
|
Benodigdheden
|
Twee stoelen naast elkaar, los in de ruimte
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Deel de groep in tweetallen. Elk tweetal bedenkt wat de twee stoelen kunnen voorstellen. Speel eventueel een auto als voorbeeld. Daarbij bedenken ze een begin, midden en een eind van een verhaaltje dat ze op/bij/rondom de stoelen kunnen laten zien zodat het publiek begrijpt waar ze zijn en wat er gebeurt. Controleer eventueel of elk tweetal een andere plek heeft gekozen.
|
Uitvoering
|
De tweetallen spelen om de beurt hun scene met de stoelen. Bespreek na wat het publiek zag en welke plek het dus is. Laat ze ook zeggen wat ze leuk vonden aan het uitbeelden.
|
Variatie
|
Stoelen staan tegenover elkaar
Tweetal maakt de plek duidelijk voor andere spelers die na kort overleggen er een gebeurtenis uitbeelden.
Eén speler begint te spelen tot de plek duidelijk is, freeze en vraagt “Wat nu?’. Het publiek doet suggesties voor het vervolg van het verhaal. Net zo lang herhalen tot een verhaaltje is ontstaan.
|
(levend) Schimmenspel
Drama Werkvorm
|
(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.
|
Dit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter.
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.

|
Activiteit
|
De handeling
|
Doelgroep
|
Vanaf 8 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen
|
Benodigdheden
|
Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek
|
Plaats
|
Binnen of buiten m.b.v. de zon
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.
|
Uitvoering
|
De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
|
Variatie
|
Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
Speel handschimmenspel.
Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.
|
Afspraakspel
Drama Werkvorm
|
Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en oefenen dit.
|

Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.
|
Activiteit
|
Verweggiestan
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar (schoolkind)
|
Doel
|
- Zich aan (spel)afspraken houden
- Samenspel
- Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
- Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
- Durf
|
Benodigdheden
|
(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Maak groepjes. Geef de volgende gegevens: het speelt zich af in een ver vreemd land. Er zijn inwoners van dit Verweggiestan en een paar Nederlandse toeristen die de taal niet spreken. De toeristen hebben geen geld meer en komen in de problemen. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.
Extra uitdaging voor de Verweggiestaanders om een andere (fantasie)taal te spreken. Je kunt vooraf een Jabbertaal oefening spelen om dat te oefenen.
|
Uitvoering
|
Elk groepje speelt hun toneelstukje. Het publiek benoemt de 5 W’s.
|
Variatie
|
- Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.
|
Afspraakspel; Bruiloft
Drama Werkvorm
|
Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en/of oefenen dit.
|

Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleiden je daarin.
|
Activiteit
|
Bruiloft
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar maar wel met begeleiding
|
Doel
|
- Zich aan (spel)afspraken houden
- Samenspel
- Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
- Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
- Durf
- Het belangrijkste van dit spel zijn de duidelijke en overzichtelijke afspraken, voor zowel het publiek al de spelers.
|
Benodigdheden
|
(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Groot lokaal of een grote ruimte
|
Voorbereiding
|
Er worden groepjes van 4 gemaakt. De begeleider of begeleidster legt het spel uit. Het spel gaat over een bruiloft. De kinderen mogen er een eigen wending aan geven, er kan iets geks gebeuren op de bruiloft waardoor alles anders loopt of de bruiloft is heel erg chique en alles gaat volgens de planning.
|
Uitvoering
|
de kinderen gaan in groepjes uit elkaar, er worden eerst duidelijke afspraken gemaakt over de 5 W’s. Daarna gaan de kindjes oefenen, ze krijgen hier een kwartier de tijd voor. Iedereen weet precies waar het zich afspeelt en wie ze spelen, alles is duidelijk voor het publiek en voor de spelers zelf.
|
Variatie
|
Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.
|
Inspringspel; In de wachtkamer.
Drama Werkvorm
|
Inspringspel
Een improvisatiespelvorm waarbij de spelers volgens een bepaalde spelregel na elkaar in het spel komen, oftewel inspringen.
|
Deze werkvorm is een variatie op improviseren en is bestemd voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama.
Meestal spreek je ook af hoe spelers weer uit het spel kunnen. Zo blijft het overzichtelijk.

|
Activiteit
|
In de wachtkamer
|
Doelgroep
|
doelgroep jong/oud schoolkind
|
Doel
|
- In spel durven stappen
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Elkaar verrassen
- Fouten durven maken
- Flexibel reageren op de (spel)situatie zonder eigen rol of speldoel te verliezen (in je rol blijven)
|
Benodigdheden
|
Er staat een rek met verkleed spullen klaar in het lokaal, daar mag je zelf uitkiezen.
|
Plaats
|
Speelvlak
|
Voorbereiding
|
We beginnen in de wachtkamer van de dierenarts. Er staan 6 stoelen klaar in de wachtkamer. Er zijn kaartjes gemaakt waar een typetje op staat die je moet spelen.
De kinderen mogen niet van elkaar weten wat er op het opdrachtkaartje staat. Er beginnen 2 kinderen in het het spel, na 30 seconden komt er een nieuwe speler in het spel, en die wisselt met een andere speler. Indien nodig worden er kleinere groepjes gemaakt.
|
Uitvoering
|
2 kinderen krijgen een kaartje met daarop een type die ze moeten spelen, of er staat bijv. dat er een hondendrol in de wachtkamer ligt. Op het kaartje van de andere speler staat bijv. dat hij/ zij iemand speelt die erg sacherijnig is. De 2 eerste spelers beginnen te spelen en improviseren hun tekst. Na 30 seconden luid er een bel, 1 van de spelers gaat eruit en er komt weer een nieuwe speler met een nieuw kaartje in het spel. Aan het eind van het spel is iedere speler minimaal 1 minuut in het spel geweest. Het spel veranderd continu omdat telkens als er een nieuwe speler in het spel komt, kan hij/zij iets totaal anders op het kaartje hebben staan en zo wordt het spel steeds opnieuw door elkaar gehusseld.
|
Bijlage
Opdrachtkaartjes
|
Maak zo veel kaartjes als nodig zijn voor jouw inspringspel. Ga uit van jouw klas voor het aantal spelers. Noteer de kaartjes op één of meer pagina’s, zodat ze geprint en geknipt kunnen worden.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je speelt een sacherijnige man.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent erg enthousiast en maakt met alle andere baasjes contact.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent erg verdrietig omdat je huisdier erg ziek is en je weet niet hoe het gaat aflopen.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent een verward iemand die niets te zoeken heeft in de wachtkamer. Als je in de wachtkamer van de dierenarts staat, vraag je je af wat je daar eigenlijk doet.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent een erg geïrriteerde dierenarts, een hond heeft gepoept in jou wachtkamer.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent een kattenvrouwtje, je komt binnen met 2 katten. Je vind alle andere katten in de wachtkamer ook geweldig lief.
|
Opdrachtkaartjes
|
Jij bent de assistente en vind al die dieren in de dierenpratijk maar erg vies.
|
Opdrachtkaartjes
|
De kat die jij meebracht is zwanger, en bevalt midden in de wachtkamer.
|
Improvisatiespel; Aanbellen
Drama Werkvorm
|
Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.
|

Deze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.
|
Activiteit
|
Aanbelspel
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Fouten durven maken
|
Benodigdheden
|
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Speelvlak
|
Voorbereiding
|
Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.
|
Uitvoering
|
Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
|
Variatie
|
- De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
- Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.
|
Improvisatiespel; Op het bankje in het park
Drama Werkvorm
|
Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.
|

Deze werkvorm is voor spelers die meer
durven of al ervaring hebben met drama.
Een belangrijke spelregel om een
toneelspel in improvisatie te laten slagen
is dat de spelers elkaars ideeën accepteren.
Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te
blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te
leveren om het verhaal in het toneelstukje
verder te helpen. Daarbij is het belangrijk
dat de spelers snel de 5 W’s concreet
maken, waarbij geldt ‘wie het eerst
concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld:
“Hallo pappa” kun je logischerwijs niet
beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.
|
Activiteit
|
Op het bankje in het park
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Fouten durven maken
|
Benodigdheden
|
Decor (3 stoelen) , attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Speelvlak/ lokaal
|
Voorbereiding
|
De kinderen komen binnen in het lokaal,
De groep wordt in 2 groepen verdeeld.
er moeten papieren met thema's/ typetjes worden gemaakt.
|
Uitvoering
|
De groep is in 2 groepen verdeeld. De groepen staan allebei aan verschillende kanten van het lokaal. De docent staat in het midden en heeft verschillende papieren met thema's op het papier staan. De 2 groepen gaan battelen. De docent laat aan 1 groep een willekeurig papier met een thema daarop zien. De groep moet zonder te overleggen een verhaal gaan vormen. Meestal begint er 1 en doet de rest mee. Wanneer dit team klaar is, raad het andere team de 5W's. natuurlijk gaat het andersom hetzelfde. Elke keer is er 1 minuut om het te laten zien.
|
Variatie
|
Er kunnen nog kleiner groepen gemaakt worden. Inplaats van een thema kunnen er op het papier ook verschillende typetjes staan...
|
Puber
beeldend
street-art
Activiteit

|
Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)
Kijk eens anders naar de dingen om je heen
|
Doelgroep
|
Puber/adolescent
|
Doel

|
Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.
|
Benodigdheden
|
Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei
|
Plaats
|
Binnen en buiten
|
Voorbereiding
|
Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.
|
Uitvoering
|
Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.
bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.
print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften
voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)
maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas
|
Variatie


|
Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)
|
spel
hoi boer
Activiteit
|
Hoi boer
|
Soort spel
|
Kaart spel
|
Doelgroep
|
puber
|
Doel
|
Zo snel mogelijk zorgen dat je je kaarten kwijtraakt
|
Benodigdheden
|
Pak speel kaarten
|
Plaats
|
Ruimte met tafels en stoelen
|
Voorbereiding
|
Commando’s op het bord schrijven
|
Uitvoering
|
Kaarten blind uitdelen. Om de beurt opgooien in het midden. Bij sommige symbolen je iets doen… ( zie de bijlage hieronder) wie het laatst is krijgt de pot. Degene met de meeste kaarten verliest.
|
Variatie
|
Andere of meer uitvoeringen (symbolen) bedenken
|
Bijlage
|
Boer; hand hoog - staan – hoi boer
Aas; rechterhand stapelen
Vrouw; achter stoel gaan staan
Heer; rondje om stoel
|
ABC spel
Activiteit
|
ABC spel
|
Soort spel
|
Wedstrijd spel
|
Doelgroep
|
puber
|
Doel
|
Zo snel mogelijk voorwerpen van A t/m Z neerleggen
|
Benodigdheden
|
Tafel, verschillende voorwerpen
|
Plaats
|
Ruimte met tafels
|
Voorbereiding
|
2 tafelks tegen over elkaar zetten. Teams maken.
|
Uitvoering
|
Er zijn 2 teams die tegenover elkaar aan tafels staan. Bijv. je moet met je team ‘’zelfgekozen’’ voorwerpen in alfabetische volgorde leggen. Het team dat dat als eerst heeft gedaan, wint het spel!
|
Variatie
|
1…2…3
|
familie spel
Activiteit
|
Familie spel
|
Soort spel
|
Reactie spel
|
Doelgroep
|
puber
|
Doel
|
Zo snel mogelijk als familie bij elkaar op een stoel gaan zitten
|
Benodigdheden
|
Stoelen, kaartjes met familie namen
|
Plaats
|
Grote ruimte
|
Voorbereiding
|
Kaartjes met families maken + uitdelen
|
Uitvoering
|
Je maakt een staande kring en deelt kaartjes uit met de familie namen erop. Je loopt door de ruimte en wisselt met elkaar van kaartjes. Op commando moet iedereen zijn kaartje openvouwen en als familie elkaar opzoeken en bij elkaar op een stoel gaan zitten. (vader – moeder – kind) de familie dat als laatst zit is af en de familie dat als laatst overblijft, wint!
|
Variatie
|
Andere namen gebruiken, bijv. dieren – boten
|
pantomine-estaffete
Activiteit
|
|
Doelgroep
|
|
Doel
|
- Samenspel
- D.m.v. uitvoeren en beweging de kinderen comfortabeler laten voelen met en in hun eigen lijf.
|
Benodigdheden
|
- Kaartjes met woorden die uitgebeeld kunnen worden.
|
Plaats
|
|
Voorbereiding
|
- maak genoeg kaartjes met verschillende categorieën woorden / begrippen / personen
|
Uitvoering
|
- maak 2 groepen
- laat de groepen tegen over elkaar zitten
- laat de 1e ‘uitbeelders’ voor de eigen groep staan. De uitbeelders zien tegelijk het kaartje en proberen nu om de eigen groep zo snel mogelijk te laten raden wat uitgebeeld wordt.
|
Variatie
|
- van makkelijk naar moeilijk;
- makkelijk; sporten, gevoelens
- moeilijker; handelingen; koken, naaien, stofzuigen, ook dingen zoals; televisie, mobiel, brievenbus
- nog moeilijker; karaktereigenschappen; eerlijkheid, respect, betrouwbaar…
|
bruggen bouwers
Activiteit
|
|
Doelgroep
|
|
Doel
|
|
Benodigdheden
|
- grote ruimte en veel deelnemers
|
Plaats
|
|
Voorbereiding
|
- maak met 2 lijnen duidelijk een begin en eind.
|
Uitvoering
|
- de groep verdeeld zich in 2 groepen; een kleine en een grote.
- De grote worden de brug onderdelen als start
- De kleine groep zijn de ‘overstekers’.
- De groep overlegt welke vorm wordt gekozen om de “rivier” over te steken. Bijv; op handen en knieen een brug maken of armen gekrijst vasthoudend.
- Wanneer alle ‘oversterkers’ aan de overkant zijn, worden de 1e brugdelen ook overstekers en zijn de overstekers worden brugdelen.
- Doel is van begin tot eindstreep niet de rivier in te gaan en dus geen ‘natte’ voeten te halen.
|
Variatie
|
- Eerst 1 persoon naar de overkant
- Groep weer terug en de volgende halen
|
vlaggenroof
Activiteit
|
|
Doelgroep
|
|
Doel
|
- Samenwerken
- Tactisch leren denken
|
Benodigdheden
|
- Een vlag (bijv een theedoek)
- Een ruimte buiten zoals een groot perceel bos
|
Plaats
|
|
Voorbereiding
|
- Kijk of het bos geschikt is; bramenbosjes / brandnetels end..
|
Uitvoering
|
De spelers worden verdeeld in twee (of meer) gelijke groepen. Elke speler krijgt een wollen draadje, een leven, om de arm. De groepen hebben een verschillende kleur draad. De opdracht voor deze groepen luidt: verover de vlag van een andere groep. Iedere groep heeft op zijn speelveld een vrijplaats waar de vlag wordt verdedigd. De afmetingen van deze vrijplaats zijn van te voren door de leiding vastgesteld. Ook wordt door de leiding de plaats van de vlag gecontroleerd. Je kunt er levens proberen te veroveren. Zo'n leven is een wollen draad die door alle spelers dwars over de borst gedragen wordt. Als een speler zijn leven kwijt is -de draad kapot getrokken-, moet hij eerst naar de spelleider om een nieuw leven te halen. Vervolgens mag deze speler weer meespelen.
|
Variatie
|
- Meerdere teams
- Als het een beetje tegenzit is de vlag binnen een paar minuten gepakt. Een oplossing daarvoor: De vlag bestaat bijvoorbeeld uit 10 linten vastgemaakt aan een stok. Per keer mag er maar 1 lint meegenomen worden. De groep die als eerste een kale stok overhoudt heeft verloren. Als een speler in de vrijplaats van de tegenstander is doorgedrongen, is deze speler vrij, er mag dan geen leven van hem/haar worden afgepakt. Het spel is afgelopen als de vlag van de tegenstander is geroofd en naar het eigen gebied is meegenomen.
- In het donker met Light-sticks
|
blaasvoetbal
Activiteit
|
|
Doelgroep
|
|
Doel
|
|
Benodigdheden
|
- tafel of grote plaat
- rietjes
- kleine doeltjes
|
Plaats
|
|
Voorbereiding
|
- maak een veld op een tafel of een plaat door er een rand op te maken.
- Maak een doeltje op de beide einden van de plaat
|
Uitvoering
|
- Verdeel de spelers in twee partijen rondom een tafel met opstaande randen en daarop twee goals. Alle spelers krijgen een rietje en moeten het pingpong balletje in het goal van de tegenstander blazen. Voor spelers die in hun buigrietje nog wel een hockeystick herkennen en deze ook als zodanig gebruiken, is een schaar aanbevelenswaardig. In elk geval het dreigen ermee. Als het maken van de doelen moeilijk is, of het is voor de spelers lastig om een doelpunt te maken, haal dan de opstaande uiteindes van de tafel af en werk met dit tafelbrede goal.
|
Variatie
|
- i.pv. een harde rand kan er ook meel worden gebruikt (het effect dat het een grote puinhoop wordt moet dan ook maar geaccepteerd worden)
|
muziek
Ontwikkelingsfase: de puber/adolescent/volwassene
Activiteit
|
Rappen
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.
|
Doelgroep
|
Pubers/adolescenten (jong-volwassenen).
Kijk voor volwassene ook bij doelgroep “de oudere”
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
|
Benodigdheden
|
Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).
Tekst (bestaand of zelfgemaakt).
Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).
Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).
|
Uitvoering
|
Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.
Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.
|
Variatie
|
Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.
Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.
|
Muziek (rap/gedichtje)
Puber/adolescent
Dagen gingen voorbij
Nog steeds geen lijstje voor mij
Geen lijstje? Dat vond ik niet zo fijn
Dus begin ik nu maar met mijn rijm
(bovenste 4 zinnen van; Amber)
Ik houd mijn rijm heel kort
Anders word er teveel gestoord
Ik ben al bijna klaar
Mijn lijstje is geheim
(onderste 4 zinnen van; Patricia)
http://www.1001gedichten.nl/gedichten/77405/lang_gedicht,/
https://www.youtube.com/watch?v=um4bN3KhlqE
drama
Adolescent
beeldend
spel
spelencircuit
Activiteit
|
Spelencircuit
|
Doelgroep
|
puber
|
Doel
|
Met een groepje in circuitvorm denk- en doe- opdrachten uitvoeren, groep met meeste punten = winnaar
|
Benodigdheden
|
2 slopen, voorwerpen
Foldermateriaal
Klassenfoto’s
Kleurplaten
Scorebord
Tafels en stoelen
Scharen
Lijm
Papier
Stiften
|
Plaats
|
Speellokaal
|
Voorbereiding
|
Materiaal klaarleggen, 5 tafels in circuitvorm neerzetten
|
Uitvoering
|
De onderdelen zijn;
Voelsloop (20 voorwerpen) … voelen en opschrijven wat het is.
Reclame raden (10 uitgeknipte merken raden)
Foto’s puzzels van gezichten van klasgenoten
Zoek de 20 verschillen op een kleurplaat
Prijzen raden van producten… per onderdeel 10 punten
De klas wordt in 5 groepjes verdeeld
2 personen zijn jury
Elk groepje krijgt een onderdeel om te maken. Later worden de andere gespeeld. Na 5 minuten gaat de bel, antwoorden worden bij de jury ingeleverd. Groepje met de meeste punten = winnaar
|
muziek
drama
ouderen
beeldend
spel
muziek
Ontwikkelingsfase: de oudere
Activiteit
|
Lied zingen uit de tijd van de oudere
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je gemaakte verslag toe aan je online activiteitenmap.
Welke muziek luisterden de ouderen van nu toen ze zo oud waren als jullie?
Zoek muziek op uit de jaren 50 en 60.
Maak een kort verslagje (1A4, mag handgeschreven) in deze les en beantwoord de volgende vragen:
Werk alleen, in een twee-of drietal.
1. Welke muziek was er populair in de jaren 50?
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen)
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
4. Welke muziek was er populair in de jaren 60?
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen)
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. . Luister deze nummers.
Voeg het verslagje toe aan je online activiteitenmap (getypt of duidelijk geschreven en een duidelijke foto ervan).
|
Doelgroep
|
Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen).
|
Doel
|
Vermaak, herinneringen ophalen
|
Benodigdheden
|
Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.
Wil je het lied zingen/aanleren met ouderen: zorg voor tekst op groot formaat.
|
Uitvoering
|
Zing het lied voor of laat het horen. Geef aan welk stuk je eerst gaat oefenen (bijvoorbeeld de eerste twee zinnen van het eerste couplet).
Herhaal het een aantal keer. Besteed eventueel aandacht aan: ritme, melodie (op toon zingen), hoe gebruik je verder je stem.
|
Variatie
|
Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor).
|
drama