Misschien heb je blond haar en blauwe ogen? Of zwart haar en bruine ogen. Heb je een kuiltje in je kin? Kun je je tong dubbelvouwen? Dat zijn allemaal voorbeelden van eigenschappen die je van je biologische ouders hebt gekregen.
Maar wat nou als de vader zwart haar heeft en de moeder blond haar? Welke kleur haar krijgt het kind dan?
Dat ga je ontdekken in deze module! Succes.
Wat ga ik leren?
Na deze module kun je:
het verschil tussen een dominant gen en een recessief gen uitleggen.
de begrippen homozygoot en heterozygoot beschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil is tussen homozygoot en heterozygoot.
(met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken hoe groot de kans is dat een nakomeling een bepaald gen van de ouders krijgt.
een stamboom aflezen.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Bestudeer de Kennisbankitems en test je kennis.
Stap 2
Bekijk de video over het fokken van een zwartbonte koe en doe de oefening.
Stap 3
Doe de oefening 'Muilezel krijgt nakomelingen'.
Stap 4
Doe samen de oefening 'Genetische vraagstukken'.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij dit onderwerp
Examenopgaven
Je maakt enkele examenopgaven die passen bij dit onderwerp.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Bestudeer uit de Kennisbank biologie de onderdelen:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Veel kruisingen beginnen met ouders waarvan de een homozygoot dominant is en de ander homozygoot recessief voor een bepaalde eigenschap, zoals kleur of melkproductie.
Hoe pak je het aan als je een roodbonte of zwartbonte koe wilt fokken? Dat zie je in de volgende video:
Bij een veredelingsprogramma van planten probeert men planten te krijgen met steeds precies dezelfde nakomelingen.
Zulke planten noem je raszuiver of homozygoot. Maak nu de volgende oefening.
Stap 3: Muilezel
Een muilezel is een nakomeling van een paard (vader) en een ezel (moeder).
Een muilezel kan zich theoretisch niet voortplanten, maar toch gebeurt dat wel eens......
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Dominant en recessief
Het gen dat bepaalt welke eigenschap jij krijgt, noem je het dominante gen. Genen met minder invloed noem je recessief.
Homozygoot en heterozygoot
Als van een eigenschap twee dezelfde genen hebt, bent je homozygoot voor deze eigenschap.
Als je van een eigenschap twee verschillende genen (een dominant en een recessief gen) hebt, dan ben je heterozygoot voor deze eigenschap.
Kruisingsschema
Een kruisingsschema is een soort tabel waarin je kan aangeven welke eigenschappen de nakomelingen van een kruising zullen hebben. Ook de kans op de eigenschappen kan je uitrekenen. Je moeten dan wel weten welke genen de ouders bij zich dragen.
Monohybride kruising
Een kruising tussen twee organismen waarbij gelet wordt op één gen is een monohybride kruising.
Dihybride kruising
Een kruising tussen twee organismen waarbij gelet wordt op twee genen is een dihybride kruising.
Stamboom
In een stamboom kun je zien of een bepaalde erfelijke eigenschap in een familie voorkomt en bij welke familieleden.
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Het arrangement Monohybride en dihybride kruisingen vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3. Dit is thema ’Paarden'. Het onderwerp van deze les is: monohybrode en dihybride kruisingen.
Je leert het verschil tussen een dominant gen en een recessief gen uitleggen, de begrippen homozygoot en heterozygoot beschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil is tussen homozygoot en heterozygoot, (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken hoe groot de kans is dat een nakomeling een bepaald gen van de ouders krijgt en tot slot leer je een stamboom aflezen.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3. Dit is thema ’Paarden'. Het onderwerp van deze les is: monohybrode en dihybride kruisingen.
Je leert het verschil tussen een dominant gen en een recessief gen uitleggen, de begrippen homozygoot en heterozygoot beschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil is tussen homozygoot en heterozygoot, (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken hoe groot de kans is dat een nakomeling een bepaald gen van de ouders krijgt en tot slot leer je een stamboom aflezen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Monohybride en dihybride kruisingen
Genetische vraagstukken
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.