Genotmiddelen vmbo-kgt34

Genotmiddelen vmbo-kgt34

Genotmiddelen

Intro

Genotmiddelen geven je een prettig gevoel. Dit is vaak maar van korte tijd waardoor je lichaam en geest, steeds meer gaan vragen om deze middelen. Toch is de één gevoeliger om verslaafd te raken aan genotmiddelen dan de ander.
Hoe dat zit zie je in de volgende Clipphanger.

Ga na het kijken verder met de rest van deze module.

Wat ga ik leren?

Na deze module kun je:

  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat de gevolgen kunnen zijn van overmatig gebruik van medicijnen, alcohol en drugs.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Bekijk de video over de werking van drugs op het brein.

Stap 3A

Keuzestap. Kies uit 3A of 3B.
Bespreek stellingen over blowen.

Stap 3B

Keuzestap. Kies uit 3A of 3B.
Wat vind jij van het gebruik van alcohol?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.

Examenopgaven

Je maakt een aantal examenopgaven die passen bij dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:

Genotmiddelen

 

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Zoveel drugs

Wanneer kun je spreken van een verslaving?
Leg dit uit in je eigen woorden na het kijken van de volgende video:

Je gaat nu een spel spelen in groepjes.
Je ontvangt van de docent een stapeltje met kaartjes .
Op het kaartjes staat een meningsvraag, een kennisvraag of een opdracht.
Geef antwoord of voer de opdracht uit en voer vervolgens de actie uit die op het kaartje staat.
Een voorbeeld van zo’n actie is: Geef je kaartje door.

 

Stap 3A: Blowen?

Kies uit toepassing Blowen? (Stap 3A) of Alcohol? (Stap 3B).

Bekijk de video. Vorm een mening over blowen tijdens het kijken.

Maak groepjes.
Kies drie stellingen die je met elkaar gaat bespreken:

  1. Ik vind dat ik best met blowers om kan gaan zonder zelf te gaan blowen.
  2. Een blowtje is minder schadelijk dan alcohol.
  3. Ik vind dat je nooit moet beginnen met welke drugs dan ook.
  4. Als mijn ouders merken dat ik drugs gebruik, zetten ze me het huis uit.
  5. Ik vind in het weekend blowen oké.
  6. Blowen maakt dom, blijkt uit onderzoek.

Per stelling:

  • Zijn jullie het met de stelling eens of oneens?
  • Leg uit waarom jullie het eens zijn of oneens.

Bespreek de opdracht na in de klas.

Stap 3B: Alcohol?

Kies uit toepassing Blowen? (Stap 3A) of Alcohol? (Stap 3B).

Bekijk de video. Vorm een mening over alcohol tijdens het kijken.

Vorm groepjes.
Kies drie stellingen die je met elkaar gaat bespreken:

  1. Ik vind dat ik best 3 biertjes op een avond kan drinken.
  2. Op mijn 18de ga ik gelijk een keer flink zuipen.
  3. Drinken maakt je minder slim, omdat het hersenschade veroorzaakt.
  4. Ik sta echt voor gek als mijn vrienden geen pilsje krijgen op mijn verjaardag.
  5. Vrienden bij wie je er alleen bij hoort als je meedrinkt, zijn geen goede vrienden.
  6. Als je tot je 18de niet drinkt, ben verstandig bezig.

Per stelling:

  • Zijn jullie het met de stelling eens of oneens?
  • Leg uit waarom jullie het eens zijn of oneens.

Bespreek de opdracht na in de klas.

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Genotmiddel
Middelen die je een prettig gevoel geven als je ze gebruikt.

Alcohol
Bekendste legale genotmiddel. Alcohol wordt snel opgenomen in je bloed en geeft je een roes gevoel.

Drugs
Middelen die je hersenen een bepaalde prikkel geven waardoor een bepaald gevoel ontstaat. Mensen gebruiken drugs als genotmiddel.

Legale middelen
Genotmiddelen die in de winkel te koop zijn en goedgekeurd zijn door de wet. Bijvoorbeeld sigaretten of alcohol.

Illegale middelen
Genotmiddelen die niet in een winkel te koop zijn en zijn verboden door de wet. Je kunt ze krijgen via het criminele circuit. Bijvoorbeeld cocaïne.

Opwekkende middelen
Genotmiddelen die ervoor zorgen dat je alerter wordt. Zoals bijvoorbeeld cafeïne in koffie. Deze middelen verhogen je hartslag en je lichaamstemperatuur.

Pepmiddelen
Illegale opwekkende middelen zoals bijvoorbeeld speed. Ze maken je alerter.

Geestverruimend middel
Illegaal middel dat zorgt voor hallucinaties (dingen zien die er niet zijn).

Doping
Pepmiddelen die in de sport worden gebruikt om een sporter beter te laten presteren.

Nicotine
Nicotine is een voorbeeld van een opwekkend middel. Het zit in tabaksrook. Nicotine beschadigd de wanden van je bloedvaten.

Cocaïne
Ook wel bekend onder de naam Coke. Chemische bewerking van de cocaplant. Een gevaarlijke en illegale drug die ervoor zorgt dat je lichaam zijn eigen grenzen overschrijdt. Je kunt bijvoorbeeld veel langer feesten onder invloed van cocaïne zonder moe te raken. Hierdoor kan je hart ermee stoppen.

XTC
Pepmiddel in tabletvorm dat je remmingen wegneemt. XTC geeft een groot risico op leververgiftiging.

Opium
Drugs van de papaverplant. Zeer verslavend. Het geeft je een gevoel van dromenland.

Morfine
Medicijn dat ook afkomstig is van de papaverplant. Zeer sterk verdovend en pijnbestrijdend middel. Morfine is heel verslavend voor patiënten.

Heroïne
Zeer sterke drugs die van de papaverplant komt. Veroorzaakt een zeer sterke roes. Heroïne wordt meestal in de aderen gespoten.

LSD
Geestverruimend middel. Geeft je het gevoel dat je dingen ziet die niet bestaan.

Marihuana
Wordt gemaakt van de hennepplant. Geestverruimend middel. Een andere naam voor marihuana is wiet. Marihuana gebruik je door het te roken (blowen). Marihuana wordt door de overheid gedoogd. Het is illegaal, maar toch toegestaan. Het wordt verkocht in coffeeshops.

Hasj
Wordt gemaakt van de hennepplant, maar is sterker dan Marihuana. Illegaal geestverruimend middel.

Trippen
Een reis die je met je hoofd maakt na het gebruik van geestverruimende middelen. Anders gezegd: een droom die levensecht voelt.

Badtrip
Angstaanjagende dromen die iemand krijgt door het gebruik van geestverruimende middelen. Zo levensecht dat mensen erdoor in gevaar kunnen komen.

Verslaving
Gewenning van je lichaam waardoor je steeds meer van een bepaalde stof wilt hebben.

Ontwenningsverschijnselen
Reactie van het lichaam als je een bepaald middel niet neemt terwijl je er wel verslaafd aan bent. Je kunt bijvoorbeeld heftig gaan trillen, zweten of braken.

 

 

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Hadden jullie genoeg tijd om met elkaar te discussiëren over drugs en alcohol?
  • Inhoud
    Wat vond je van de discussies in de klas over drugs en alcohol?
    Is je mening over het gebruik van drugs en/of alcohol veranderd?
  • Examenopgaven
    Veel examenopgaven bij deze opdracht.
    Heb je ze allemaal gemaakt? Ging het goed?
  • Het arrangement Genotmiddelen vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-10-14 12:53:23
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 4. Dit is thema ’Zwangerschap'. Het onderwerp van deze les is: genotmiddelen. Je leert met behulp van een voorbeeld duidelijk maken wat de gevolgen kunnen zijn van overmatig gebruik van medicijnen, alcohol en drugs.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 15 minuten
    Trefwoorden
    alcohol, arrangeerbaar, biologie, drugs, genotsmiddelen, medicijnen, misbruik, overmatig gebruik, stercollectie, vmbo kgt 4

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (z.d.).

    Kennisbank Biologie - blauw

    https://maken.wikiwijs.nl/147184/Kennisbank_Biologie___blauw