In deze module ga je aan de slag met de spijsvertering. Als we iets eten of drinken gaat het van boven naar onder door je lichaam. Via je mond naar binnen en dan via je slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm en endeldarm weer naar buiten.
Je lichaam regelt dit proces helemaal zelf. Je hebt natuurlijk wel invloed op wat je eet, hoe goed je kauwt en of je op tijd naar de wc gaat!
Je lichaam geeft ook duidelijk aan wanneer je weer voedsel nodig hebt. Dit gebeurt alleen niet door, zoals veel mensen denken, een knorrende maag. Hoe dat precies zit zie je in de volgende Clipphanger van SchoolTV. Ga na het kijken aan de slag met deze module.
Wat ga ik leren?
Na deze module kun je:
de belangrijkste organen van het spijsverteringskanaal herkennen.
van ieder orgaan aangeven wat de functie van het orgaan is.
de werking van gal en de verteringssappen beschrijven.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert twee Kennisbankitems die passen bij dit onderdeel en test je kennis.
Stap 2
Je maakt flip cards of flash cards om de functies van de organen te leren.
Stap 3
Je doe het practicum 'Werking van speeksel'.
Stap 4
Bekijk het filmpje over de dunne darm en doe de sleepoefening.
Stap 5
Bekijk de video over de mest van een koe en beantwoord de vraag.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.
Examenopgaven
Je maakt een aantal examenopgaven die passen bij dit onderwerp.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Voordat je lichaam voedingsstoffen uit je eten kan opnemen, moet het eerst bewerkt worden.
Dit noem je verteren en vindt plaats in het spijsverteringsstelsel.
Bestudeer in het Kennisbankitem 'Spijsvertering' uit welke onderdelen het Spijsverteringsstelsel bestaat.
En lees in het onderdeel 'Verteren en verbranden' wat het verschil tussen deze twee begrippen is.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In tweetallen.
'Flip cards' of 'flash cards' zijn kaartjes die gebruikt kunnen worden als hulpmiddel bij het leren.
Op de voorkant van de kaartjes komt een vraag en op de achterkant het antwoord.
Lees voor tips eerst even de Gereedschapskist door.
Flashcards zijn eigenlijk geheugenkaartjes, die gebruikt kunnen worden bij het ophalen van kennis.
Stap 3: Practicum: Speeksel
Practicum: Werking van speeksel
In dit practicum onderzoek je de invloed van speeksel op zetmeel.
Zetmeel in voeding kun je aantonen door er een beetje jodiumoplossing aan toe te voegen.
Jodium is een indicator. Het zetmeel wordt dan paars-zwart.
Als zetmeel verteerd wordt, verdwijnt de paars-zwarte kleur.
Practicum Werking van speeksel
Download nu het practicum Werking van speeksel. Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het practicum een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Maak gebruik van de informatie in de Gereedschapskist.
Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Maak een onderzoeksverslag zoals beschreven in de gereedschapskist.
Beoordeel eerst samen het onderzoeksverslag.
Laat het verslag vervolgens beoordelen door de docent.
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
Stap 4: De darmen
Bekijk de video van de website van SchoolTV over de werking van de darmen. Maak daarna de oefening.
Doe de oefening.
Stap 5: Mest van een koe
Veehouders kunnen aan de mest vaak zien of een koe gezond is of niet.
Ze doen daarvoor een mestonderzoek.
Daarbij wordt gekeken of de mest niet te dik of te dun is en of er niet teveel voedselresten in zitten.
Als dat wel zo is, kan dat een teken zijn dat er iets mis met de spijsvertering van de koe.
Bekijk de video.
Beantwoord de vraag.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Vertering
Het afbreken van voedsel tot kleine door het lichaam opneembare deeltjes.
Verbranding
Chemisch proces waarbij energie vrijkomt uit glucose en zuurstof.
Mechanische vertering
Kauwen en kneden, kleiner maken van voeding door o.a. het gebit en bewegingen in maag en darmen (maag- en darmperistaltiek.
Darmperistaltiek
Afwisselende samentrekking van spieren in o.a. slokdarm en darmen; zorgt voor transport van de voedselbrij door het spijsverteringskanaal.
Maagportier
Een kringspier die de maag kan dichthouden en zo gedoseerd de voedselbrij door kan laten naar de darmen.
Chemische vertering
Omzetten van voedingsstoffen in kleinere delen door verteringssappen met enzymen (bijvoorbeeld maagsap) en zonder enzymen (gal).
Enzymatische vertering
Omzetten van voedingsstoffen in kleinere delen door enzymen in verteringssappen.
Enzym
Helpt met het omzetten van stof A in stof B.
Verteringssappen
De sappen die een rol spelen bij de spijsvertering, zoals speeksel, maagsap/maazuur, galsap, alvleessap en darmsap.
Spijsverteringsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering. Spijsverteringsorganen zijn o.a. de maag, alvleesklier, dunne darm en dikke darm.
Huig
De huig sluit de neusholte af van de mondholte tijdens het slikken.
Strottenklepje
Het strottenklepje sluit de luchtpijp af tijdens het slikken.
Galblaas
Slaat gal (afkomstig van de lever) tijdelijk op.
Alvleesklier
Orgaan dat alvleessap maakt voor de spijsvertering; maakt ook hormonen aan (insuline en glucagon), die de hoeveelheid glucose in het bloed regelen.
Dunne darm
Deel van de darm waar verdere vertering plaatsvindt en de meeste voedingsstoffen in het bloed worden opgenomen.
Twaalfvingerige darm
Eerste deel van de dunne darm dat direct na de maag komt.
Darmplooien
Plooien in de darmwand (vooral dunne darm) om het oppervlak te vergroten.
Darmvlokken
Uitstulpingen van de darmwand (vooral dunne darm) om het oppervlak te vergroten.
Dikke darm
Deel van de darm waar nog enkele voedingsstoffen en veel water in het bloed worden opgenomen; onverteerbare resten gaan naar de endeldarm.
Blinde darm
Stukje van de dikke darm zonder functie; bevat wormvormig aanhangsel, dat kan gaan ontsteken (dit heet een blinde darmontsteking).
Appendix
Wormvormig aanhangsel van de blinde darm. Als dit deel ontsteekt, spreek je van een blindedarmontsteking.
Endeldarm
Laatste deel van de dikke darm waar ontlasting (onverteerbare resten) tijdelijk wordt opgeslagen.
Anus
Uitmonding van de endeldarm waardoor ontlasting het lichaam verlaat.
Maag
Orgaan van het spijsverteringsstelsel dat aansluit op de slokdarm. Dient om voedsel te kneden, een deel van het voedsel te verteren en om met behulp van maagzuur schadelijke organismen uit te schakelen (o.a. bacteriën).
Bacteriële spijsvertering
Omzetten van voedingsstoffen in kleinere delen door bacteriën in de darmen.
Dissimilatie
Stofwisselingsproces; afbraak van organische stoffen, waarbij energie vrijkomt (verbranding). Alle organismen vertonen dissimilatie.
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Het arrangement Spijsverteringsstelsel vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3. Dit is thema ’Jacobskruid'. Het onderwerp van deze les is: spijsverteringsstelsel.
Je leert de belangrijkste organen van het spijsverteringskanaal herkennen, uitleggen wat de functies zijn van de organen en de werking van gal en de verteringssappen beschrijven.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3. Dit is thema ’Jacobskruid'. Het onderwerp van deze les is: spijsverteringsstelsel.
Je leert de belangrijkste organen van het spijsverteringskanaal herkennen, uitleggen wat de functies zijn van de organen en de werking van gal en de verteringssappen beschrijven.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Spijsverteringsstelsel
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.