Voortplanting bij dieren vmbo-kgt34

Voortplanting bij dieren vmbo-kgt34

Voortplanting bij dieren

Intro

Voortplanting in het dierenrijk is niet gelijk aan die van de mens. Over het algemeen is van liefde weinig sprake, het gaat om het resultaat!

Niet bij elke diersoort is voortplanting vanzelfsprekend. Kijk maar eens naar de volgende video. Bespreek daarna met een klasgenoot waarom voortplanting bij Panda's niet zomaar gebeurt.

Wat ga ik leren?

Na deze module kun je:

  • (met behulp van voorbeelden) het verschil duidelijk maken tussen inwendige en uitwendige bevruchting.
  • minimaal twee voorbeelden noemen van dieren die eieren leggen.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Bekijk de video en doe de oefening 'Kippen en eieren'.

Stap 3

Vergelijk het voortplantingsstelsel van een kip met het voortplantingsstelsel van een vrouw.

Stap 4

Bekijk hoe stekelbaarsjes zich voortplanten.

Stap 5

Bekijk hoe koraal zich voortplant.

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.

Examenopgaven

Je maakt enkele examenopgaven die passen bij dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:

Voortplanting bij dieren

 

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Kippen en eieren

Bekijk de video over het paren van een haan en hen.

 

Bij de paring drukt de haan zijn lichaamsopening, de cloaca, tegen de cloaca van de hen.
Er komt een kleine penis uit de cloaca van de haan en daar komt sperma uit.
De zaadcellen zoeken hun weg naar de eicel van de hen.
De eileider is een gekronkelde buis van ongeveer 75 centimeter lang.
De dooier zakt langzaam de eileider af naar buiten. Een dooier is eigenlijk een eicel met veel reservevoedsel. Onderweg wordt hij netjes ingepakt. Eerst komt er eiwit omheen, daarna twee vliezen en de schaal.
Terwijl het ei door de eileider glijdt, wordt de voorkant puntig, de achterkant blijft stomp.

Stap 3: Kippen en kuikens

In een bevrucht ei ontwikkelt het kuiken.
Op de kiemschijf op het eigeel (eidooier) groeit een embryo.
Het eigeel en het eiwit zorgen voor voedingsstoffen voor het embryo.
Het eigeel bevat veel vet en het eiwit veel water.
Het hagelsnoer dient ervoor om de eidooier op zijn plaats te houden.
De vliezen en de schaal van het ei beschermen het kuiken tegen ziekteverwekkers.
In de kalkhoudende schaal zitten tienduizend luchtgaatjes.
Door die gaatjes komt zuurstof in het ei en kan verdampt water uit het ei ontsnappen.
Zonder de poriën zal het kuiken verdrinken.

Kippen zijn vogels en mensen zijn zoogdieren.
Toch hebben ze op het gebied van de voortplanting overeenkomsten.

Je kunt gebruik maken van deze afbeeldingen door ze hier te downloaden.

Stap 4: Voortplanting

Bekijk de video. Lees voor het kijken de vragen onder de video door. De antwoorden kun je (deels) in de video vinden.

 

Stap 5: Koraal

Werk in tweetallen. Bekijk de video. Lees eerst de opdracht onder de video, zodat je weet waar je tijdens het kijken op moet letten. 

Koraalpoliepen planten zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk voort.
Maak van beide vormen van voortplanting een tekening waarin je duidelijk maakt op welke manier dit gebeurt bij koraalpoliepen.

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Ongeslachtelijke voortplanting
Voortplanting waarbij geen bevruchting plaatsvindt: uit (een deel van) één organisme ontstaat een nieuw organisme. De nakomelingen zijn genetisch hetzelfde als het ouderorganisme. Bijvoorbeeld: bollen, knollen, stekken, uitlopers, wortelstokken. Ander vormen: voortplanting door deling (bij bacteriën en eencellige planten en dieren) en maagdelijke voortplanting (vrouwtjes van bepaalde diersoorten kunnen nakomelingen krijgen zonder dat hier mannetjes aan te pas komen, bijvoorbeeld bladluizen).

Zaadcel
Zaadcel (spermacel) van dier of mens, mannelijke voortplantingscel.

Eicellen
Vrouwelijke voortplantingscel van dier, mens of plant.

Balts
Gedrag dat vooraf gaat aan de voortplanting (paring): verleiden of versieren van een partner.

Nesteldrang
Instinctief (= erfelijk vastgelegd), vaak door hormonen gestuurd gedrag van dieren en mensen ter voorbereiding op het krijgen van jongen.

Paring
Zich voortplanten.

Penis
Mannelijk geslachtsorgaan, ook wel lid genoemd, dat wordt gebruikt om urine te lozen, voor seksualiteit en geslachtsgemeenschap.

Inwendige bevruchting
Vorm van geslachtelijke voortplanting waarbij de eicel in het lichaam van het vrouwtje wordt bevrucht, bijvoorbeeld bij zoogdieren en vogels.

Uitwendige bevruchting
Vorm van geslachtelijke voortplanting waarbij de eicel buiten het lichaam van het vrouwtje wordt bevrucht. Bijvoorbeeld bij kikkers en vissen.

Zygote
Is in de levenscyclus van een organisme het eerste eencellige stadium, zoals na de bevruchting van een eicel door een zaadcel.

Larve
Eerste levensfase nadat het dier uit het ei gekomen is en waarbij het uiterlijk en de levenswijze afwijkt van het volwassen dier. Bijvoorbeeld een kikkervisje, made, emelt, rups of engerling.

Pop
Levensfase waarbij de larve zich ontwikkelt tot een volwassen dier. Verpoppen is een proces bij de volledige metamorfose van veel insecten, zoals vlinders, vliegen en kevers. Het dier eet niet, beweegt niet, terwijl van binnen nieuwe organen ontwikkelen (bijvoorbeeld vleugels).

Imago
Volwassen insect na metamorfose. In deze levensfase kan het insect zich voortplanten.

Broedzorg
Verschijnsel dat één of beide ouders een kortere of langere tijd voor hun nageslacht zorgen (eieren en jongen).

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Hoeveel tijd ben je met de opdracht bezig geweest?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Examenopgaven
    Veel examenopgaven bij deze opdracht.
    Heb je ze allemaal gemaakt? Ging het goed?
  • Het arrangement Voortplanting bij dieren vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-10-14 13:15:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 4. Dit is thema ’Dieren in Australië'. Het onderwerp van deze les is: voortplanting bij dieren. Je leert met behulp van voorbeelden het verschil duidelijk maken tussen inwendige en uitwendige bevruchting. en je kunt minimaal twee voorbeelden noemen van dieren die eieren leggen.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 15 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, dieren, eieren, inwendige bevruchting, stercollectie, uitwendige bevruchting, vmbo kgt 4, voortplanting

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (z.d.).

    Kennisbank Biologie - blauw

    https://maken.wikiwijs.nl/147184/Kennisbank_Biologie___blauw