Aan het begin van deze module weer een opfrisser van je geheugen!
Herbivoren, carnivoren, omnivoren...weet jij het nog?
Kijk naar de volgende video. Ga daarna aan de slag met deze module.
Wat ga ik leren?
Na deze module kun je:
omschrijven wat herbivoren, carnivoren en omnivoren eten.
herbivoren, carnivoren en omnivoren herkennen aan hun gebit.
uitleggen wat het verschil in lengte is tussen het spijsverteringskanaal van een herbivoor en een carnivoor.
aan een snavel van een vogel herkennen welk voedsel de soort eet.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.
Stap 2
Je leest de informatie over een civetkat en probeert te achterhalen wat voor soort eter een civetkat is.
Stap 3
Lees de informatie en maak de oefening.
Stap 4
Bekijk de twee video's en beantwoord de vragen.
Stap 5
Download het werkblad Snavelstaren en onderzoek hoe je aan een snavel kunt zien met wat voor eter je te maken hebt.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.
Examenopgaven
Je maakt enkele examenopgaven die passen bij dit onderwerp.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Elk dier moet eten om in leven te blijven.
Door te eten krijgt een dier energie en kan zo bewegen, waarnemen, enzovoort.
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel 'Verschillende eters'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In Azië en Afrika weten ze wel raad met de civetkat. Ze gebruiken hem daar als huisdier, als muizenvanger en als voedsel, want een gebraden civet is een culinair hoogstandje in enkele Aziatische landen. En er is een koffiespecialiteit, gemaakt van bonen die de civet uitpoept na het eten van vruchten van de koffieplant. De geurklieren van de civetkat produceren een olie-achtige substantie met een sterke musk-geur, die wordt gebruikt in de parfumindustrie.
Stap 3: Vleermuizen
Doe de oefening.
Stap 4: Vertering koe
Bekijk de twee video's over het verteren van plantencellen door een koe op SchoolTV.
Maak de oefening.
Stap 5: Snavelstaren
Sommige vogels eten insecten, andere vogels eten muizen, er zijn vogels die vruchten en zaden eten en er zijn vogels die zowel vlees als plantaardig materiaal eten. Welke voorkeur een vogel heeft, kun je vaak wel bedenken als je naar de snavel van de vogel kijkt.
Het volgende werkblad komt van de site www.verrijkingsstof.nl en bevat twee opdrachten over snavelstaren.
Bedenk dat bij deze opdracht vaak meerdere antwoorden goed kunnen zijn.
Het belangrijkste is dat je goed naar de verschillende snavels leert kijken.
Je moet je realiseren dat er een relatie is tussen het soort voedsel dat een vogel eet en de snavel van de vogel.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Vorm snavel
De bek van een vogel is aangepast (geadapteerd) aan het voedsel dat de vogels eten. Bijvoorbeeld: haakvormige snavel bij roofvogels en kegelvormige snavel bij zaadetende vogels.
Vorm poten
De poten van een vogel zijn aangepast (adaptatie) aan hun leefomgeving. Bijvoorbeeld: reiger met lange poten om door ondiep water te waden en eend met zwemvliezen om goed te kunnen zwemmen.
Vorm lichaam
Vorm van het lichaam is aangepast (adaptatie) aan de functie. Bijvoorbeeld: een gestroomlijnd lichaam van dieren die in het water leven en/of jagen, zoals de dolfijn en pinguïn, om goed te kunnen zwemmen
Vorm kiezen
Kiezen zijn aangepast (adaptatie) aan het voedsel dat de dieren eten: herbivoren hebben plooikiezen, carnivoren hebben knipkiezen en omnivoren hebben knobbelkiezen.
Spijsverteringsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering. Spijsverteringsorganen zijn o.a. de maag, alvleesklier, dunne darm en dikke darm.
Carnivoren
Vleeseters; eten alleen dierlijk voedsel (o.a. vlees, vis en insecten). Bijvoorbeeld: kat, wolf, mol, egel, haai, spin.
Omnivoren
Alleseters of allesetend; benaming voor organisme dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel eet. Bijvoorbeeld: varken, mens, kakkerlak.
De lengte van het spijsverteringsstelsel
Lengte van darmkanaal, ook wel spijsverteringsstelsel, is aangepast (adaptatie) aan voedsel dat de dieren eten: herbivoren hebben een lang darmkanaal om planten te kunnen verteren en carnivoren hebben aan een korter darmkanaal voldoende.
Verteren
Het omzetten van voedsel naar voedingsstoffen. Voedingsstoffen kunnen door het lichaam worden opgenomen.
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Het arrangement Verschillende eters vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3. Dit is thema ’Jacobskruid'. Het onderwerp van deze les is: verschillende eters.
Je leert herbivoren, carnivoren en omnivoren herkennen aan hun gebit.
Uitleggen wat het verschil in lengte is tussen het spijsverteringskanaal van een herbivoor en een carnivoor.
Aan een snavel van een vogel herkennen welk voedsel de soort eet.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3. Dit is thema ’Jacobskruid'. Het onderwerp van deze les is: verschillende eters.
Je leert herbivoren, carnivoren en omnivoren herkennen aan hun gebit.
Uitleggen wat het verschil in lengte is tussen het spijsverteringskanaal van een herbivoor en een carnivoor.
Aan een snavel van een vogel herkennen welk voedsel de soort eet.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Eten en verteren
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.