In 1997 stond de wereld eventjes op z'n kop. Het was wetenschappers gelukt om een schaap te klonen. Voor die tijd een bijzonder staaltje biotechnologie.
Kijk naar de volgende video over Dolly het schaap. Praat daarna met klasgenoten over het klonen van dieren (of zelfs mensen). Hoe denken jullie hier over? Zorg dat je je mening goed beargumenteerd.
Wat ga ik leren?
Na deze module kun je:
de begrippen selectie, kruisen en veredelen omschrijven.
(met behulp van voorbeelden) het verschil omschrijven tussen klassieke en moderne biotechnologie.
het begrip genetische modificatie omschrijven.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.
Stap 2
Lees de info over selectie, kruisen en veredelen en doe de oefening.
Stap 3
Doe het practicum 'Kaas maken'.
Stap 4
Doe het practicum 'Zuurkool maken'
Stap 5
Bekijk de video's en maak zelf een video over stop-motion biotechnologie.
Stap 6
Zoek uit in welke voedingsmiddelen genetisch gemodificeerde ingrediënten zitten.
Stap 7
Bekijk de video's en discussieer met je klasgenoten over de voor- en nadelen van genetische modificatie.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.
Examenopgaven
Je maakt enkele examenopgaven die passen bij dit onderwerp.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Bestudeer uit de Kennisbank biologie de onderdelen:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Selectie, kruisen en veredelen
De voorouders van de aardappel komen oorspronkelijk uit Bolivia. Duizenden jaren lang is er gekweekt met de voorouders tot de huidige aardappelrassen zijn ontstaan. Tegenwoordig worden stukjes DNA in aardappelplanten geplaatst om ze te beschermen tegen ziekten. Dat heet genetische modificatie.
Lees de tekst. Maak daarna de oefening. Aardappelplant
Genetische modificatie van de aardappelcel gebeurt met bacteriën. Er worden goede genen uit de voorouders van de huidige aardappelrassen geïsoleerd. Deze goede genen worden in een bacterie ingebracht. Vervolgens komen de goede genen in de aardappelcel.
De aardappelcel groeit op tot een aardappelplant.
Alle cellen van de aardappelplant hebben de goede genen.
Door de goede genen krijgen bepaalde ziekten geen kans meer om de aardappel te besmetten.
De aardappelplanten zijn resistent.
Er hoeft daardoor minder met bestrijdingsmiddelen te worden gespoten om de ziekten te bestrijden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De grondstof voor kaas is melk.
In het volgende practicum ga je kaas maken.
Download het practicum kaas maken . Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het practicum een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Beantwoord de twee vragen.
Het stremsel uit de magen van pas geslachte kalveren is moeilijk te krijgen.
Dankzij de biotechnologie is het gelukt om een stukje DNA uit de maagklieren van een kalf in een gistsoort te brengen. De gistsoort wordt gebruikt voor het maken van stremsel.
Zo is er nooit een tekort aan het enzym en wordt de productie van kaas niet al te duur.
Leg uit wat dit met moderne biotechnologie te maken heeft.
Stap 4: Zuurkool maken
Zuurkool maak je van witte kool.
In het volgende practicum ga je zuurkool maken.
Download het practicum zuurkool maken . Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het practicum een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Beantwoord de drie vragen.
OpdrachtZuurkool
Zodra de zuurkool is ingezet ga je het maken van zuurkool in maximaal zes tekeningen uitbeelden.
Je kunt ook een filmpje maken over het maken van zuurkool.
Je filmpje dient dan als handleiding voor het maken van zuurkool voor andere docenten en leerlingen.
Neem na drie weken een beetje van het zuurkoolnat en bekijk dat door de microscoop.
Wat zie je? Noteer je waarnemingen of teken wat je ziet.
Stap 5: Stop-motion biotechnologie
In de introductie van het thema heb je naar de volgende animatie gekeken:
Het is niet moeilijk om zelf, met behulp van je telefoon, een stop-motion animatie te maken.
Je maakt met je telefoon een paar foto’s en speelt deze achter elkaar af.
Het resultaat is een bewegende video! Apps die je hier voor kunt gebruiken zijn Stop Motion Cafe of Stop Motion Studio.
Kies samen met een klasgenoot een onderwerp dat te maken heeft met biotechnologie.
Je gaat met een stop-motion animatie het onderwerp uitleggen aan de rest van je klasgenoten.
Gebruik hiervoor bestaande afbeeldingen, modellen of voorwerpen.
Maak foto’s en maak er een stop-motion van.
Deel jullie filmpje hierna met leerlingen of zet het op een site als YouTube.
Overleg dit eerst met je docent.
Een voorbeeld van een stop-motion met Lego:
Hier vind je een handig stappenplan om een stop-motion filmpje (met Lego) te maken
Video kan voor veel dingen gebruikt worden bijvoorbeeld om iets uit te leggen, een project te evalueren of mensen te interviewen.
Stap 6: Genetisch gemodificeerd
Genetisch gemodificeerde ingrediënten
In veel voedsel dat je eet zitten genetische gemodificeerde ingrediënten.
Dit kun je teruglezen op de etiketten van verschillende voedingsmiddelen. Wanneer meer dan 1% van een genetisch gemodificeerd ingrediënt in een product zit, moet dat op het etiket vermeld staan.
Genetisch gemodificeerde maïs of soja zal je veel op etiketten terugvinden.
Neem vijf verschillende voedingsmiddelen mee naar school, waarvan de ingrediënten op de verpakking zijn vermeld. Denk bijvoorbeeld aan een pot pindakaas, een pak havermout, een reep chocolade of een pizzadoos. Op verse producten, zoals brood en groente, staan de ingrediënten niet vermeld. Dat is ook niet verplicht.
Bekijk samen met een klasgenoot eens nauwkeurig naar de ingrediëntenlijst.
Staan er ingrediënten op die zijn gemaakt met behulp van genetische modificatie?
Maak een lijst van deze ingrediënten.
Stap 7: Voor of tegen
Veel mensen hebben een uitgesproken mening over moderne biotechnologie.
Mensen die voor genetische modificatie zijn, zien het bijvoorbeeld als de oplossing voor het hongerprobleem op aarde. Mensen die er tegen zijn vinden onder andere de gezondheidsrisico’s nog te groot.
Je gaat je verdiepen in de meningen van voor- en tegenstanders van genetische modificatie.
Bekijk de volgende video's met verschillende standpunten. Let op: genetische manipulatie is hetzelfde als genetische modificatie.
De klas wordt verdeeld in groepen van acht leerlingen.
Ieder groepslid krijgt een rolen een standpunt van de docent toegewezen.
De docent kan ook besluiten dat je de rol samen met iemand anders doet.
Je kunt ook een bepaalde rol weglaten.
Je gaat op zoek naar informatie over jouw rol en jouw standpunt over genetische manipulatie.
Welke argumenten kun je vinden voor standpunt?
Schrijf de argumenten op.
Je vormt groepjes in de klas. Per groep zijn alle rollen en standpunten vertegenwoordigd.
Je gaat debatteren over jullie standpunten met hulp van de gevonden argumenten.
Aan de ene kant van een tafel zitten de vier voorstanders.
Aan de andere kant van de tafel zitten de tegenstanders.
Elke deelnemer krijgt 1 minuut de tijd om de argumenten (niet je persoonlijke argumenten!) te delen.
Doe dit dus kort en bondig.
Dan volgt een vragenrondje van 10 minuten. In deze ronde mogen voor- en tegenstanders elkaar vragen stellen over argumenten die je nog niet goed begrijpt of onduidelijk zijn.
Tenslotte volgt het debat. Ook deze ronde duurt een minuut of 10. De voor- en tegenstanders proberen elkaar in deze ronde ervan te overtuigen dat hun mening de beste is. Dit doe je met goede argumenten en door goed naar elkaar te luisteren.
Dus niet door hard te schreeuwen of door elkaar te beledigen.
Tot slot kan er gekeken worden waar jullie het als groepje over eens zijn geworden, of waar er een duidelijk verschil in mening blijft.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Klassieke biotechnologie
Zijn traditionele technieken om dieren en planten te kweken, en het gebruik van bacteriën, gisten en schimmels voor de productie van brood, bier, wijn en kaas.
Kunstmatige selectie
Selectie op grond van menselijke voorkeur. Bijvoorbeeld: fokken van dieren en veredelen van planten.
Veredelen
Het proces van selecteren en kruisen van planten om een beter product te produceren.
Genetische modificatie
Kunstmatige verandering van het DNA van een bepaald organisme, waarbij genen met positieve eigenschappen van bijvoorbeeld bacteriën of planten worden toegevoegd aan een ander organisme.
Chymosine
De stof die nodig is voor de stremming van melk bij het maken van kaas.
DNA
Moleculen die de bouwstenen zijn van chromosomen. In het DNA zijn de erfelijke eigenschappen van een organisme vastgelegd.
Resistent
Als een plant immuun is voor iets of gemakkelijk weerstand kan bieden.
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.
Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Bedenk bij ieder leerdoel een vraag en zorg dat je die vragen kunt beantwoorden.
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Heb je in die tijd alle stappen kunnen doorlopen?
Inhoud
Hoe verliep de discussie over genetisch gemodificeerd voedsel?
Had je een fijne rol? Was het gemakkelijk om argumenten te vinden die paste bij je rol?
Is je mening over genetisch gemodificeerd voedsel veranderd?
Examenopgaven
Zeven examenopgaven bij deze opdracht.
Heb je ze alle zeven gemaakt? Ging het goed?
Het arrangement Biotechnologie vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 4. Dit is thema ’Biotechnologie'. Het onderwerp van deze les is:
Je leert de begrippen selectie, kruisen en veredelen omschrijven, met behulp van voorbeelden het verschil omschrijven tussen klassieke en moderne biotechnologie, het begrip genetische modificatie omschrijven.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 4. Dit is thema ’Biotechnologie'. Het onderwerp van deze les is:
Je leert de begrippen selectie, kruisen en veredelen omschrijven, met behulp van voorbeelden het verschil omschrijven tussen klassieke en moderne biotechnologie, het begrip genetische modificatie omschrijven.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Biotechnologie
Dissimilatie
Selectie, kruisen en veredelen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.