Assimilatie en dissimilatie zijn termen die misschien niet gelijk een lampje laten branden. Maar als je het hebt over opbouwen en afbreken klinkt dat een stuk herkenbaarder.
Assimilatie en dissimilatie zijn processen die zich constant afspelen in en om je heen.
Kijk maar eens naar de volgende video. Maak daarna deze module.
Wat kan ik straks?
Na deze module kun je:
het proces van assimilatie en dissimilatie beschrijven.
het belang van assimilatie en dissimilatie beschrijven.
voorbeelden noemen van dissimilatie zonder zuurstof.
omschrijven hoe gisting gebruikt wordt in de klassieke biotechnologie.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.
Stap 2
Bekijk de video 'Verbranding in beeld' en beantwoord de vragen.
Stap 3
Doe het practicum 'Koolstofdioxide' en beantwoord de vragen.
Stap 4
Bekijk de video 'Koolstofdioxide aantonen'.
Stap 5
Wat denk je? Vindt in tuinplanten in de winter nog fotosynthese plaats?
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de Kennisbank en de begrippen van de module.
Examenopgaven
Je maakt een aantal examenopgaven die passen bij dit onderwerp.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 à 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Planten zijn levende organismen, net als dieren.
Alleen in planten vindt fotosynthese plaats.
Planten hebben immers bladgroenkorrels.
Maar in alle levende organismen vindt verbranding plaats.
Bij de verbranding ontstaat energie.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk de video. Lees voor het kijken eerst de vragen door en beantwoord deze na het kijken.
Mensen, dieren en planten hebben zuurstof nodig.
Maar waarvoor eigenlijk?
Beantwoord nu de volgende vragen in de onderstaande oefening.
Je hebt gezien dat dieren energie krijgen door brandstof te verbranden.
Stap 3: Practicum Koolstofdioxide
Je hebt een glazen potje met een waxinelichtje erin.
Wat gebeurt er als je een deksel op de pot schroeft?
Juist! Het kaarsje gaat uit.
De kaars heeft zuurstof nodig om te kunnen branden.
Door het deksel zal de zuurstof opraken en het kaarsje dooft.
Je weet dat bij verbranding koolstofdioxide vrijkomt.
De indicator voor koolstofdioxide is helder kalkwater.
Een indicator is een stof die een ander stof kan aantonen.
Helder kalkwater wordt troebel als er koolstofdioxide aanwezig is.
In dit practicum laat je een kaars branden in een glazen potje.
Practicum Koolstofdioxide
Download nu het practicum Koolstofdioxide. Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het practicum een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Beantwoord de drie vragen bij de conclusie.
Vul de antwoorden hieronder in.
Stap 4: Koolstofdioxide
Door te ademen krijg je zuurstof binnen. De cellen van je lichaam hebben zuurstof nodig.
Ze gebruiken het voor het verbranden van voedingsstoffen.
De koolstofdioxide die bij de verbranding ontstaat adem je uit.
Bevat ingeademde lucht meer of minder koolstofdioxide dan uitgeademde lucht? Wat denk je?
Je docent laat een demo zien of je voert zelf het practicum uit.
Download het werkblad . Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Bekijk tenslotte de video:
In deze proef wordt onderzocht wat meer koolstofdioxide bevat:
ingeademde of uitgeademde lucht.
Klopt dit met wat jij hebt gezien?
Stap 5: Fotosynthese
Verbranding en fotosynthese
In de winter zien veel planten in de tuin er dood uit.
De delen boven de grond zijn verdord of afgestorven.
Toch leeft de plant.
Maak de oefening.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Dissimilatie
Stofwisselingsproces; afbraak van organische stoffen, waarbij energie vrijkomt (verbranding). Alle organismen vertonen dissimilatie.
Verbranding
Afbraak van organische stoffen, waarbij energie vrijkomt.
Melkzuurgisting
Dissimilatie zonder zuurstof, waarbij melkzuur gevormd wordt.
Alcoholische gisting
Dissimilatie zonder zuurstof, waarbij alcohol wordt gevormd.
Mitochondriën
Dit zijn de energiecentrales binnen een dierlijke cel waar de verbranding plaats vindt.
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Het arrangement Dissimilatie vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3/4. Dit is thema ’Schapen'. Het onderwerp van deze les is: dissimilatie.
Je leert het proces van assimilatie en dissimilatie beschrijven, het belang van assimilatie en dissimilatie beschrijven, voorbeelden noemen van dissimilatie zonder zuurstof, omschrijven hoe gisting gebruikt wordt in de klassieke biotechnologie.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3/4. Dit is thema ’Schapen'. Het onderwerp van deze les is: dissimilatie.
Je leert het proces van assimilatie en dissimilatie beschrijven, het belang van assimilatie en dissimilatie beschrijven, voorbeelden noemen van dissimilatie zonder zuurstof, omschrijven hoe gisting gebruikt wordt in de klassieke biotechnologie.