Module: Tom en At aten tomaten - h45

Module: Tom en At aten tomaten - h45

Tom en At aten tomaten

Intro

Er is een overweldigende variatie aan levende wezens op aarde.
Zelfs binnen een soort is de variatie aan vormen en kleuren enorm.
Kwekers maken dankbaar gebruik van die variatie om planten te telen die voldoen aan onze eisen.
Kennis van de klassieke erfelijkheidsleer en moderne kweektechnieken zorgen voor planten voor elke smaak.
Bekijk het filmfragment en ga dan aan de slag met deze module.

 

Wat ga ik leren?

Na deze module kun je:

  • de correcte notatie voor het uitwerken van een kruising met een intermediair fenotype gebruiken
  • verschillende vormen van modificaties, niet erfelijke verschillen in fenotype noemen.
  • uitleggen wanneer er sprake is van selectie op fenotype of op genotype.
  • uitleggen wat het verschil is tussen modificatie onder invloed van het milieu en genetische modificatie.
  • uitleggen welke rol klonen kan spelen bij de veredeling van planten.
  • een gemotiveerde eigen mening vormen rond een aantal problemen op het gebied van menselijk ingrijpen in de erfelijkheid bij planten.

 

Deelconcepten
Allel, natuurlijke selectie, fenotype, genotype, genetische modificatie, variatie, (onvolledig) dominant, intermediair.

 

Wat ga ik doen?

 

Aan de slag
Stap Inhoud
Stap 1 In deze stap ontdek je hoe genetische variate kan ontstaan.
Stap 2 Wat zijn de invloeden van het milieu op een organisme en wat zegt dit over het fenotype?
Stap 3 Wat zijn voorbeelden van genotypische variatie en is dit te beïnvloeden?
Stap 4 Er zijn veel verschillende soorten tomaten. In een practicum ga je tomaten vergelijken.
Stap 5 Om de eigenschappen van je gekozen variëteit constant te houden is ongeslachtelijke voortplanting een mogelijkheid. We noemen dat klonen.
Stap 6 Welke technieken worden gebruikt om planten te kweken en te veredelen?
Stap 7 Wat is genfood en hoe gezond is het voor mensen?
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Je maakt een droomplant.
D-toets Je test je kennis in een d-toets.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 7 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Het ontstaan van variatie

Het ontstaan van variatie
Organismen binnen een soort kunnen erg verschillend zijn.
Er is dan sprake van een grote variatie. Kijk maar naar de foto van de koolsoorten.

Kwekers en fokkers gebruiken die variatie om nieuwe planten en dieren te selecteren en verder te kweken. Door kunstmatige selectie houden kwekers rekening met de wensen van toekomstige gebruikers.
Biologen onderscheiden ook natuurlijke selectie als proces om nieuwe soorten te laten ontstaan.
Meer hierover kun je lezen in het Thema Evolutie.

Maak eerst de volgende oefening.

Stap 2: Modificaties

Modificaties
Fenotypische verschillen kunnen ontstaan door milieu-invloeden terwijl het genotype niet veranderd. Deze verschillen zijn dan niet erfelijk.
We noemen niet overerfbare verschillen in fenotype een modificatie.

 

 

 

 

 

 

Stap 3: Genotypische variatie

Voorbeelden van genotypische variatie
Wanneer het genotype van planten en dieren wel verandert, kunnen ook fenotypische verschillen ontstaan. Dat is dus niet altijd zo.
Homozygoot dominante en heterozygote organismen zijn genotypisch verschillend en meestal fenotypisch gelijk!

Bij de geurende nachtschone (zie de foto) komen witte, rode en roze bloemen voor. Uit de kruising van een plant met homozygoot rode bloemen en één met homozygoot witte bloemen ontstaat een F1 met alleen maar roze bloemen.

Je gaat een kruisingsschema van de kruising maken.
Maak eerst de volgende oefening. Deze gaat over de informatie die je hierboven gelezen hebt. 

Stap 4: Tomaten

Tomaat
In ons land wordt jaarlijks een oppervlak van 3000 voetbalvelden (1545 ha) gebruikt voor de teelt van tomaten. Tomaten in allerlei vormen en kleuren speciaal voor de wensen van de consument.

Bekijk de video over de tomaat. Beantwoord daarna de vragen in de oefening. 

Practicum Tomatenrassen
De laatste jaren zijn er steeds meer verschillende tomaten in de winkel te koop.
Ze verschillen niet alleen in grootte, maar ook in smaak en kleur.
Je gaat een onderzoek doen naar de verschillen tussen tomatenrassen.
Verdeel de klas in zoveel groepen als er tomatenrassen zijn gekozen (in overleg met je docent).
Maak per groep de onderstaande opdrachten.
Zet de resultaten in het practicumblad.

Natuurgetrouwe tekening maken

In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.

 

Zelf kweken

Ga in overleg met je docent op zoek naar zaden van verschillende tomaten rassen.
Kweek op school of thuis de verschillende tomatenrassen en organiseer een proeverij met de klas.
Je kunt de verschillende tomaten ook gebruiken voor de volgende opdracht.

Gebruik deze video voor kweekinformatie:

Stap 5: Klonen

Klonen
Wanneer een kweker een bepaalde variëteit van een plant door kruisen heeft gemaakt dan lukt het niet altijd om daar een zuivere lijn van te maken.
Om de eigenschappen van je gekozen variëteit constant te houden is ongeslachtelijke voortplanting een mogelijkheid. We noemen dat klonen.
Nieuwe eigenschappen kun je inkruisen.

Maak met je klasgenoot een keuze uit één van volgende twee opdrachten.

Opdracht A - Stekken
Veel mensen vermeerderen zelf kamerplanten. Dit heet stekken.
Stekken is een vorm van klonen waarbij een gedeelte van een plant wordt gebruikt om meer planten te maken.
Maak per twee personen een overzicht van de verschillende plantendelen die je kunt stekken.
Zet daarin de namen van de onderdelen die bij het stekken worden gebruikt en geef ook twee voorbeelden van planten.
Gebruik deze link als informatiebron.

Verdeel het aantal methodes om planten te stekken over je klas.
Probeer per tweetal of viertal een methode uit.
Verdeel de stekjes over de liefhebbers in de klas.

Opdracht B - Aardappelen
Bollen en knollen worden in de tuinbouw veel gebruikt om te klonen.
Een aantal Nederlandse aardappelrassen is ontstaan door kruising gevolgd door klonen van de planten.
Bij aardappels worden de knollen gebruikt.
Men kweekt meer dan 200 verschillende aardappelrassen.
Er worden heel veel eisen aan de aardappel gesteld.
De top 7 van Nederlandse aardappelen is:

  1. Bintje
  2. Bildtstar
  3. Nicola
  4. Redstar
  5. Frieslander
  6. Eigenheimer
  7. Doré.

Verdeel de aardappelrassen over het deel van de klas dat opdracht B kiest.

Probeer een voorbeeld van je ‘keuze aardappel te vinden in de winkel.

  • maak een tekening/foto van de aardappel
  • omschrijf de vorm en kleur
  • zoek op waar de aardappel het meest geschikt voor is
  • Welke virussen en schimmels zijn een vijand van het ras?

Gebruik de link

  • Zoek uit wat de aardappel telers doen om er voor te zorgen dat hun rassen steeds beter tegen virussen en ziektes kunnen?

 

Stap 6: De natuur een handje helpen

De natuur een handje helpen
Om planten te kweken en te veredelen, gebruiken telers de genotypische variatie en verschillen in fenotype.
Kruisen en klonen zijn de meest gebruikte technieken.
Planten kweken in de volle grond betekent ook dat je last krijgt van onkruid.
 

 

 

 

 

Stap 7: Genfood

Genfood
Sinds enige jaren bestaat er een rijstvariant met een gen voor de aanmaak van bèta caroteen.
Een oranje kleurstof die in het lichaam wordt omgezet in vitamine A. Dit gen is oorspronkelijk geïsoleerd uit een krokusplant en ingebouwd in het genoom van de rijstplant. De genetisch veranderde rijst met de naam Golden rice (gouden rijst) kan daardoor in theorie meer vitamine A produceren dan gewone rijst.

De genetisch gemodificeerde rijst is bedoeld om blindheid als gevolg van een gebrek aan vitamine A terug te dringen, een probleem dat in ontwikkelingslanden (vooral in Azië) voorkomt.
Vitamine A gebrek kan ontstaan door een eenzijdig voedingspatroon, bijvoorbeeld doordat arme mensen geen geld hebben om gevarieerd voedsel te kopen.

Het probleem
Gentech ofwel genetische modificatie vindt op steeds grotere schaal plaats in de voedingsindustrie. Plantenveredelingsbedrijven hebben een reeks van gemodificeerde plantengewassen (maïs, katoen, soja e.a.) gekweekt, die bijvoorbeeld ongevoelig zijn voor bepaalde bestrijdingsmiddelen of
plaagdieren, of die een hogere opbrengst genereren.
Ook met consumptiedieren wordt geëxperimenteerd. Zo bezit de AquAdvantage-zalm een gen voor een groeihormoon van twee andere vissen (aal en Atlantische zalm), waardoor hij twee keer sneller groeit dan normaal. Lang niet iedereen staat echter achter deze ontwikkelingen.
De tegenstanders van genetische modificatie wijzen o.a. op de mogelijke risico’s van het sleutelen aan erfelijk materiaal. Ook zijn ze vaak niet overtuigd van de noodzaak en menen ze dat economische motieven een grote rol spelen. Een milieuorganisatie als Greenpeace keert zich tegen genetische modificatie van voedsel. Het gebruik van genetische modificatie in landbouw en voedselproductie is dus zeker niet onomstreden.
Overheden en bijvoorbeeld de Europese Unie staan intussen voor de taak om hiervoor regelgeving te maken.

Debat
Houd in de klas een debat over dit onderwerp volgens de regels van het Lagerhuisdebat, waarin je een van de onderstaande stellingen verdedigt.
Spreek vooraf duidelijke regels af over spreektijd, volgorde van sprekers, debatleiding etc.

Stellingen

  1. Genetische modificatie van voedingsproducten moet worden toegestaan, omdat het veel voordelen voor de mens biedt.
  2. Genetische modificatie van voedingsproducten moet worden verboden, omdat de risico’s onvoldoende bekend zijn en/of de voordelen twijfelachtig.

Beoordelingscriteria
Je argumenten vóór of tegen moeten aan de hand van voorbeelden zijn onderbouwd.

Werkwijze:
Voordat je aan de het Lagerhuisdebat gaat deelnemen verzamel je informatie.
Daarna volgt het debat in de klas.

  • Je kunt zo nodig voorkennis over genetische modificatie en erfelijkheid ophalen via Studiobiologie.

Voor genetische modificatie:

Erfelijkheidstechnieken

Landbouw en bio-industrie

 

  • Lees je in m.b.v. de bronnen en verzamel de argumenten voor en/of tegen genetische modificatie van voedingsmiddelen.
    Verdiep je ook in de mogelijke argumenten van je opponenten en bedenk hoe je deze kunt pareren.

Bronnen:
www.kennislink.nl
wp.digischool.nl
Greenpeace over gentech: www.greenpeace.nl
Maak met je docent afspraken over het debat.

Debat voeren

Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.

 

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Afronding
Je gaat beginnen aan de afronding van deze module. In viertallen maak je een ontwerp voor de ideale plant voor een speciale toepassing, denk aan bouwmateriaal of een medicijn.

  • Bedenk een toepassing waar je plant speciaal geschikt voor wordt.
  • Maak een lijst met gewenste eigenschappen van je plant.
  • Gebruik een eigen tekening of bestaand illustratiemateriaal om een collage van je plant te maken.
    Je kunt ook en 3D modelplant gaan bouwen.
  • Onderzoek via welke stappen je de ideale of ‘droomplant’ zou kunnen kweken.
    Beschrijf het proces dat je wilt volgen.

    Je docent beoordeelt het ontwerp op de volgende punten:
  • Toepassing is duidelijk.
  • Gewenste eigenschappen zijn duidelijk.
  • Illustraties zijn duidelijk.
  • De kweekmogelijkheden worden beschreven.

Laat het eindproduct beoordelen door je docent.

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Erfelijkheid en toepassingen'.
De toets bestaat uit een aantal soorten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op de knop om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 7 SLU met deze opdracht bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen helemaal kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Hoe denk jij na het maken van deze module over de invloed van de mens op de groei van verschillende organismen? Ben jij juist van 'puur natuur' of geloof jij dat alles in de wereld maakbaar is. Handel je hier ook naar in je dagelijks leven. 
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed?
  • Het arrangement Module: Tom en At aten tomaten - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 16:07:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit is thema ’Erfelijkheid'. Het onderwerp van deze les is: Tom en At aten tomaten. Na deze module kun je: de correcte notatie voor het uitwerken van een kruising met een intermediair fenotype gebruiken verschillende vormen van modificaties, niet erfelijke verschillen in fenotype noemen. uitleggen wanneer er sprake is van selectie op fenotype of op genotype. uitleggen wat het verschil is tussen modificatie onder invloed van het milieu en genetische modificatie. uitleggen welke rol klonen kan spelen bij de veredeling van planten. een gemotiveerde eigen mening vormen rond een aantal problemen op het gebied van menselijk ingrijpen in de erfelijkheid bij planten.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Biologische eenheid; Biologie; Frequenties van genotypen en fenotypen in populaties kunnen in tijd en ruimte veranderen; Populatie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    7 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, erfelijkheid, fenotype, genotype, havo4/5, intermediair, modificatie, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Koolsoorten

    Kruisingsschema

    Tomaat

    Erfelijkheid en toepassingen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.