Het gebit en het spijsverteringskanaal van een mens ziet er anders uit dan het gebit en het spijsverteringskanaal van een konijn.
En het gebit en spijsverteringskanaal van een leeuw ziet er weer anders uit.
Waarom?
Dat komt omdat een mens, een konijn en een leeuw verschillende eters zijn.
Wat precies het verschil is, staat centraal in deze opdracht.
Bespreek met een klasgenoot wat jullie denken dat er verschilt in het eetgedrag van een mens, een leeuw en een koe. Welke invloed zou dit kunnen hebben op het gebit en het spijsverteringsstelsel? Brainstorm er over met een klasgenoot.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kan ik:
de begrippen herbivoren, carnivoren en omnivoren beschrijven en van ieder twee voorbeelden benoemen.
de verschillen in gebit tussen herbivoren, carnivoren en omnivoren weergeven.
de verschillen in omvang van het verteringsstelsel tussen herbivoren, carnivoren en omnivoren beschrijven en uitleggen waarom deze verschillen er zijn.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leest informatie over verschillende eters. Ook kijk je een video. Daarna maak je een oefening over omnivoren, herbivoren en carnivoren.
Stap 2
Je maakt het werkblad over het gebit en leert zo ook hoe je een tandformule moet maken.
Stap 3
Verschillende soorten eters hebben verschillende lengtes van hun spijsverteringskanaal. Daarover leer je in deze stap.
Stap 4
Door naar uitwerpselen te kijken kun je ontdekken wat dieren hebben gegeten!
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de Kennisbank en de begrippen van deze opdracht.
Eindopdracht A
Je maakt de toets over de verschillende eters.
Eindopdracht B
Je maakt een mindmap over een dier en verwerkt daarin de leerdoelen van deze opdracht.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Je hebt 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Verschillende eters
Kijk naar de video van Schooltv.
Let tijdens het kijken op de verschillende gebitten van de verschillende eters.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De tandformule is een manier om de samenstelling van een gebit van een mens of dier aan te geven. In de tandformule staat aangeven hoeveel snijtanden, hoeveel hoektanden en hoeveel kiezen een dier heeft.
Bekijk onderstaande video over de tandformule. Hierin wordt uitgelegd hoe de tandformule werkt.
Na het kijken ga je zelf een tandformule maken.
Je gaat met behulp van de tandformule de gebitten van een mens, van een hond en van een cavia vergelijken.
Download het werkblad Googledoc - Het gebit
Sla het googledoc op in je eigen omgeving en bewerk het.
Lees het werkblad een keer helemaal door.
Maak de opdrachten op het werkblad.
Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Je hoort van je docent of jullie de opdrachten ook klassikaal bespreken.
Stap 3: Lengte spijsverteringskanaal
Bij dieren is de lengte van het spijsverteringskanaal heel verschillend. Vleeseters eten alleen vlees. Vlees is opgebouwd uit dierlijke cellen zonder celwand.
De eiwitverterende enzymen breken gelijk de celmembranen af.
De vertering is snel klaar; vleeseters hebben een kort darmkanaal nodig. Planteneters hebben vaak meerdere magen en/of een lange darm.
Daarin leven bacteriën die de cellulose van de celwand afbreken.
Voor de vertering is veel meer tijd nodig.
Stap 4: Vertering
Voordat je lichaam de voedingsstoffen uit je eten kan opnemen, moet het voedsel eerst bewerkt worden. Het wordt gekauwd, gekneed en gemengd met verteringssappen. Dit noem je de vertering.
Het voedsel wordt bewerkt door verteringssappen en door spieren van het verteringskanaal.
De niet verteerde resten van het voedsel komen via de dikke darm en de anus in de ontlasting terecht.
Bij een planteneter zitten er alleen plantenresten in de ontlasting.
Bij een vleeseter de resten van prooien, zoals haren en botjes.
Poep van een vleeseter kan erg stinken.
Sommige dieren maken natte vlaaien, andere droge keutels.
Door goed naar uitwerpselen te kijken, kun je heel wat te weten komen over wat de dieren hebben gegeten. Probeer het maar eens met de opdracht.
Verteren
Het afbreken van voedsel tot kleine door het lichaam opneembare deeltjes.
Verteringsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering. Spijsverteringsorganen zijn o.a. de maag, alvleesklier, dunne darm en dikke darm.
Carnivoren
Vleeseters; eten alleen dierlijk voedsel (o.a. vlees, vis en insecten). Bijvoorbeeld: kat, wolf, mol, egel, haai, spin.
Omnivoren
Alleseters; eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Bijvoorbeeld: varken, mens, kakkerlak.
Vorm poten
Poten van een vogel zijn aangepast (adaptatie) aan hun leefomgeving. Bijvoorbeeld: reiger met lange poten om door ondiep water te waden en eend met zwemvliezen om goed te kunnen zwemmen.
Vorm van lichaam
Vorm van het lichaam is aangepast (adaptatie) aan de functie. Bijvoorbeeld: een gestroomlijnd lichaam van dieren die in het water leven en/of jagen, zoals de dolfijn en pinguïn, om goed te kunnen zwemmen.
Vorm snavel
Bek van een vogel is aangepast (adaptatie) aan het voedsel dat de vogels eten. Bijvoorbeeld: haakvormige snavel bij roofvogels en kegelvormige snavel bij zaadetende vogels.
Vorm kiezen
Kiezen zijn aangepast (adaptatie) aan het voedsel dat de dieren eten: herbivoren hebben plooikiezen, carnivoren hebben knipkiezen en omnivoren hebben knobbelkiezen.
Lengte van spijsverteringsstelsel
Lengte van het spijsverteringsstelsel, ook wel darmkanaal, is aangepast (adaptatie) aan voedsel dat de dieren eten: herbivoren hebben een lang darmkanaal om planten te kunnen verteren en carnivoren hebben aan een korter darmkanaal voldoende.
Insectivoren
Insecteneters.
Eindopdracht A: Toets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Als je nu terugdenkt aan de brainstormsessie met je klasgenoot. Wisten jullie dan al veel van het verschil tussen omnivoren/herbivoren/carnivoren?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Welke stap kostte de meeste tijd?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Welk deel van de inhoud vond je het meest interessant? Welk deel vond je het mist interessant?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
A: Is het gelukt om een voldoende voor de toets te halen? Sloot de toets goed aan bij de leerdoelen?
B: Hoe vond je het dat je zelf een dier mocht kiezen? Heb je liever dat je wordt verteld wat je precies moet doen, of vind je deze vrijheid juist wel fijn?
Het arrangement Verschillende eters hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen
4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en
publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 2. Dit is thema ’Spijsvertering en ademhaling'. Het onderwerp van deze les is: verschillende eters.
Je leert de verschillen in gebit en verteringsstelsel tussen herbivoren, carnivoren en omnivoren weergeven.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Biologie;
Instandhouding en ontwikkeling;
Instandhouding;
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 2. Dit is thema ’Spijsvertering en ademhaling'. Het onderwerp van deze les is: verschillende eters.
Je leert de verschillen in gebit en verteringsstelsel tussen herbivoren, carnivoren en omnivoren weergeven.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Eten en verteren
Verschillende eters
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.