Wist jij dat bacteriën en schimmels zeer nuttig kunnen zijn bij het bereiden van voedsel? Nee?
Misschien wist je dan wel dat bacteriën en schimmels voedselvergiftiging kunnen veroorzaken en er voor kunnen zorgen dat sommige voedingsmiddelen bederven.
Bacteriën en schimmels kunnen zowel nuttig als lastig zijn.
Hoe dat precies zit ga je in deze opdracht leren.
Je leert meteen ook hoe je voedsel goed kunt bewaren en hoe je hygiënisch werkt in de keuken.
Genoeg te doen.
Aan de slag!
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
het verschil tussen de cellen van bacteriën en schimmels benoemen.
twee voorbeelden beschrijven waaruit blijkt dat bacteriën en schimmels nuttig zijn en twee voorbeelden waaruit blijkt dat bacteriën en schimmels lastig zijn.
vier manieren opnoemen om voedsel te conserveren.
uitleggen waarom goede hygiëne (in de keuken) belangrijk is en drie voorbeelden opnoemen van hygiënisch gedrag, om voedselinfecties te voorkomen.
uitleggen wat kruisbesmetting betekent en hoe je er kans op maakt.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Na het bestuderen van de Kennisbank kun je de celopbouw van schimmels en bacteriën benoemen.
Stap 2
Je kunt van schimmels en bacteriën aangeven waarom ze soms nuttig en soms lastig zijn.
Stap 3
Je kunt na het uitvoeren van het practicum bacteriën een onderzoeksverslag schrijven.
Stap 4
Je kunt van verschillende voedingsmiddelen aangeven hoe ze het beste geconserveerd kunnen worden.
Stap 5
Je kunt, na het lezen van de Kennisbank, aangeven waarom hygiëne zo belangrijk is.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A
Eindopdracht A bestaat uit een toets.
Eindopdracht B
Bij eindopdracht B maak je een waarschuwingspictogram.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Het practicum + benodigdheden (zie practicum).
Googledoc - Bacteriën
Tijd
Voor deze opdracht heb je drie lesuren nodig.
Let op het practicum bestaat uit twee delen.
De twee delen moeten een week na elkaar worden gedaan.
Aan de slag
Stap 1: Schimmels en bacteriën
Bestudeer de Kennisbankitems over de bouw van bacteriën en de bouw van schimmels.
Levende organismen worden onderverdeeld in vier rijken:
het dierenrijk, het plantenrijk, het rijk van de schimmels en het rijk van de bacteriën.
Tot welk rijk een organisme behoort, kun je zien aan de cellen waaruit het organisme is opgebouwd.
Je kijkt dan of de cellen wel of geen celwand hebben, of de cellen wel of geen celkern hebben en of de cellen wel of geen bladgroen hebben.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bacteriën kun je met het blote oog niet zien. Overal om ons heen zitten bacteriën.
Bacteriën kunnen zich heel snel vermenigvuldigen. Ze groeien in kolonies.
Een kolonie kun je wel met het blote oog zien.
In dit practicum ga je samen met een klasgenoot bacteriën kweken en bekijken.
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
Schimmels
Organismen waarvan de cellen een celkern hebben en een celwand, en geen bladgroenkorrels. Er bestaan zowel eencellige (gist) als meercellige schimmels (zoals paddenstoelen).
Bacteriën
Eencellige organismen zonder kern. Bacteriën hebben vaak nuttige eigenschappen voor mensen (10% van het lichaamsgewicht bestaat uit bacteriën): ze ruimen dode organismen op, maken voedingsmiddelen en helpen bij de spijsvertering. Ze kunnen ook schadelijke eigenschappen hebben, zoals ziekten veroorzaken en voedselbederf.
Eencellige organisme
Organisme bestaande uit één cel.
Bladgroen
Groene kleurstof in bladgroenkorrels (in planten), hebben functie bij fotosynthese.
Hyphen
Andere benaming voor 'schimmeldraden'.
Mycelium
Ook wel zwamvlok genoemd; het netwerk van alle schimmeldraden van een schimmel.
Sporen
Voortplantingscellen van schimmels en sporenplanten.
Sporendrager
De organen van de schimmel waarin de sporen gevormd worden.
Zwamvlok
Ook wel mycelium genoemd; het netwerk van alle schimmeldraden van een schimmel.
Melkzuurbacterie
Bacterie die gebruikt wordt om producten zoals yoghurt, karnemelk en zuurkool te maken.
Conserveren
Voedsel zo bewaren dat het relatief lang eetbaar blijft.
Pasteuriseren
Bij pasteuriseren worden de meeste sporen van de schimmel bestreden (bij 70 graden Celsius).
Steriliseren
Bij steriliseren worden alle sporen van de schimmel bestreden (bij 120 graden Celsius).
Vacuüm verpakken
Als je iets vacuüm verpakt, pak je het in zonder zuurstof. De meeste schimmels gaan dan dood, omdat voor hen zuurstof noodzakelijk is.
Voedselvergiftiging
Je spreekt van een voedselvergiftiging als je ziek bent door een schimmel en/of bacterie die zich in je eten bevond.
Hygiëne
Alles wat je doet om ervoor te zorgen dat organismen (planten, dieren en mensen) gezond blijven door ziekteverwekkers uit de buurt te houden of uit te schakelen.
Cel
Kleinste organisatie-eenheid (bouwsteen) van een organisme.
Celkern
Het deel van een cel dat erfelijke informatie (chromosomen) bevat.
Organel
Onderdeel van een cel met een bepaalde functie.
Celmembraan
Buitenste deel van een cel dat de cel vorm geeft en zorgt dat het celplasma in de cel blijft.
Kernmembraan
De buitenste laag van het kernplasma.
Celwand
Stevige structuur rondom een cel; bestaat uit cellulose. Komt voor bij bacteriën, schimmels en planten.
Bladgroenkorrels
Groene korrels waarin fotosynthese plaatsvindt; ze bevinden zich in het celplasma van planten en soms in bacteriën.
Cytoplasma
Het cytoplasma bestaat uit een stroperige basissubstantie waarin organellen drijven.
Chromosoom
Chromosomen zijn voor te stellen als lange strengen. Ze bestaan uit een stof die we DNAnoemen. In het DNA zit de code waarin onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd.
Bacteriën hebben een los chromosoom. Ze hebben geen kern zoals dierlijke, planten- of schimmelcellen.
Eindopdracht A: Toets
Eindopdracht A bestaat uit een toets.
De toets bevat 11 vragen. Je hebt een voldoende als je 9 vragen goed beantwoord.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als eindproduct van deze opdracht maak je een waarschuwingspictogram.
Een pictogram is een symbool of afbeelding die de plaats inneemt van een tekst.
Zonder woorden begrijpt iedereen wat het betekent.
Het waarschuwingspictogram dat je gaat maken, gaat over de hygiëneregels in de keuken. Denk bijvoorbeeld aan het handen wassen voordat je gaat koken. Of het voorkomen van kruisbesmetting. Of ...
Je mag helemaal zelf kiezen welk materiaal en welke verwerkingsmethode je gebruikt voor het pictogram. Je mag knippen, plakken, kleuren of digitaal werken.
De keuze is aan jou. Eventueel kan je nog inspiratie opdoen in de gereedschapskist.
Beoordeling
De docent beoordeelt het pictogram aan de hand van de volgende vragen:
Is duidelijk wat met het pictogram wordt bedoeld?
Heeft het pictogram te maken met een hygiëneregel in de keuken?
Ziet het pictogram er verzorgd uit?
Zijn er geen of weinig woorden in het pictogram te zien?
Klaar?
Laat het resultaat beoordelen door je docent.
Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Leek de afbeelding van de bacteriën op het petrischaaltje dat je tijdens het practicum hebt gemaakt?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
A: Vond je de toets moeilijk? Sloten de vragen goed aan bij de leerdoelen van deze opdracht?
B: Is het gelukt om een pictogram te ontwikkelen die in één oogopslag laat zien welke hygiënemaatregel er bedoeld wordt?
Het arrangement Voedselbereiding hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Voeding'. Het onderwerp van deze les is: voedselbereiding.
Je leert voorbeelden geven van functies die schimmels en bacteriën vervullen, uitleggen wat de gevaren zijn van voedselbederf en hoe dit wordt voorkomen in de productie van voedingsmiddelen en bij het bewaren thuis.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Biologische eenheid;
Biologie;
Instandhouding en ontwikkeling;
Instandhouding;
Opbouw van leven;
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Voeding'. Het onderwerp van deze les is: voedselbereiding.
Je leert voorbeelden geven van functies die schimmels en bacteriën vervullen, uitleggen wat de gevaren zijn van voedselbederf en hoe dit wordt voorkomen in de productie van voedingsmiddelen en bij het bewaren thuis.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Cellen van bacteriën en schimmels
Voedselbereiding
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.