Bekijk het filmpje over het zenuwstelsel op Schooltv.
In het filmpje gaat het over het zenuwstelsel: één groot netwerk van zenuwcellen die met elkaar in contact staan en die er voor zorgen dat je allerlei informatie kunt opnemen. Let goed op de verschillende soorten zenuwcellen.
In deze eerste opdracht van dit thema staat dit zenuwstelsel centraal.
Succes!
Wat kan ik straks?
Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht zenuwstelsel.
Je kunt:
het begrip 'prikkels' in je eigen woorden weergeven.
het verband tussen prikkels en zintuigen uitleggen.
de vijf belangrijkste zintuigen in ons lichaam opsommen.
het verschil tussen een prikkel en een impuls uitleggen.
de weg aanduiden die informatie van de zintuigen naar de hersenen aflegt.
illustreren wat het verschil is tussen bewuste en onbewuste reacties.
het begrip reflex kunnen uitleggen met behulp van een voorbeeld.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je kunt de begrippen zintuigen, prikkels en impulsen uitleggen en toepassen in een opdracht.
Stap 2
Je kunt na het bestuderen van twee kennisbanken de belangrijkste zintuigen in ons lichaam opnoemen en een opdracht maken over het centraal zenuwstelsel.
Stap 3
Je kunt met behulp van de kniepeesreflex benoemen wat een reflex is.
Stap 4
Je kunt na het kijken van een video verwoorden hoe de pupilreflex werkt en deze kennis toepassen in een oefening.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de kennisbanken die zijn gebruikt in deze opdracht. Ook staat hier een lijst met begrippen die aansluiten bij de opdracht zenuwstelsel
Eindopdracht
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Extra
Onderdeel
Activiteit
Extra: Zintuigen bij dieren
Je maakt kennis met de bijzondere zintuigen van dieren en kunt deze zintuigen aan het juiste dier koppelen.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 uur nodig.
Extra
Overleg met je docent of je de extra opdracht 'Andere zintuigen' doet.
Aan de slag
Stap 1: Zintuigen
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het volgende onderdeel:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als iemand met een hamertje op je kniepees slaat, gaat je onderbeen vanzelf omhoog. Dit is bekend als de kniepeesreflex.
Wat er gebeurt bij de kniepeesreflex zie je hieronder:
In de animatie op Bioplek.org kun je zien hoe de kniepeesreflex werkt. In de animatie gaat het over sensorische zenuwcellen, dat zijn gevoelszenuwcellen.
Motorische zenuwcellen zijn bewegingszenuwcellen.
Stap 4: Pupilreflex
Als je naar een oog kijkt, zie je het gekleurde deel, de iris, met daarin een donkere vlek, de pupil.
Eigenlijk is de pupil een gaatje. Door het gaatje valt licht in het oog.
De pupil kan groter en kleiner worden.
Bekijk het volgende filmpje.
Je pupil wordt automatisch kleiner als er veel licht is en groter als er weinig licht is.
Het automatisch groter of kleiner worden van je pupil is een voorbeeld van een reflex met negatieve terugkoppeling.
Probeer samen met een klasgenoot antwoord te geven op de volgende vragen:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Prikkel
Vanuit een intern of extern milieu afkomstige informatie.
Zintuig
Orgaan dat een verandering in de omgeving kan waarnemen en signalen doorgeeft aan delen van het zenuwstelsel (zenuwcellen).
Adequate prikkel
De bepaalde prikkel waar een bepaald zintuig gevoelig voor is noem je de adequate prikkel.
Gezichtszintuig
Orgaan met zintuigcellen die licht registreren/waarnemen, waardoor je kunt zien. Ook wel ogen genoemd.
Gehoorzintuig
Orgaan met zintuigcellen die geluidstrillingen registreren/waarnemen, waardoor je kunt horen. Ook wel oren genoemd.
Reukzintuig
Orgaan met reukzintuigcellen die geuren kunnen waarnemen, waardoor je kunt ruiken. Ook wel neus genoemd.
Smaakzintuig
Orgaan met smaakzintuigcellen die smaken kunnen waarnemen, waardoor je kunt proeven.
Gevoelszintuig
Tastzintuigen, drukzintuigen, warmtezintuigen en koudezintuigen, o.a. in de huid, geven informatie door aan het zenuwstelsel over gevoel.
Zintuigcellen
Zintuigen bestaan uit zintuigcellen. In deze cellen worden prikkels omgezet in impulsen.
Impulsen
Elektrische stroompjes die door zintuigcellen worden doorgegeven aan zenuwcellen.
Reflex
Een zeer snelle reactie van het zenuwstelsel, waarbij het signaal in eerste instantie niet via de hersenen verloopt, maar alleen via het ruggenmerg.
Prikkeldrempel
De waarde van een prikkel die nog net omgezet wordt in een impuls en dus waargenomen wordt.
Gewenning
Het hoger worden van de prikkeldrempel voor een bepaalde drempel door een constante aanvoer ervan.
Centrale zenuwstelsel
Bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.
Perifere zenuwstelsel
Bestaat uit alle zenuwen behalve de hersenen en het ruggenmerg.
Zenuwcellen
Specifieke cellen van het zenuwstelsel, die bestaan uit een cellichaam en heel lange uitlopers. Ze ontvangen signalen en informatie en geven die door.
Ruggenmerg
Deel van het zenuwstelsel dat binnen in de wervelkolom ligt, speelt een rol bij het doorgeven van signalen in het zenuwstelsel.
Gevoelszenuwcellen
Zenuwcellen die impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel brengen.
Schakelcellen
Zenuwcellen die impulsen van de ene naar de andere zenuwcel brengen.
Bewegingszenuwcellen
Zenuwcellen die impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren en/of klieren brengen.
Hersenen
Een buitengewoon ontwikkeld orgaan, dat alle gevoelens, het bewustzijn en alle mogelijkheden om iets te doen bevat.
Grote hersenen
Orgaan van het zenuwstelsel; grootste deel van de hersenen, waar signalen van zenuwen worden verwerkt en de beweging van je lichaam wordt geregeld. Is ook het regelcentrum voor o.a. plannen, redeneren, emotie en het geheugen.
Kleine hersenen
Orgaan van het zenuwstelsel, zorgt o.a. voor coördinatie van bewegingen.
Hersenstam
De hersenstam is het oudste hersendeel, ligt in het verlengde van het ruggenmerg en regelt de basale functies.
Eindopdracht: Toets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Zintuigen'. Het onderwerp van deze les is: zenuwstelsel.
Je leert de begrippen prikkels, impulsen, zintuigen uitleggen en het verband in eigen woorden vertellen, de begrippen bewuste reactie, onbewuste reactie en reflex met eigen woorden vertellen en de belangrijkste zintuigen in ons lichaam opnoemen en aangeven welke weg de informatie van deze zintuigen aflegt in ons lichaam.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Zintuigen'. Het onderwerp van deze les is: zenuwstelsel.
Je leert de begrippen prikkels, impulsen, zintuigen uitleggen en het verband in eigen woorden vertellen, de begrippen bewuste reactie, onbewuste reactie en reflex met eigen woorden vertellen en de belangrijkste zintuigen in ons lichaam opnoemen en aangeven welke weg de informatie van deze zintuigen aflegt in ons lichaam.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Zenuwstelsel
Pupilreflex
Zenuwstelsel
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.