Menstruatie
Intro
In de puberteit wordt een meisje voor het eerst ongesteld.
Ze verliest dan wat bloed en slijm door de vagina.
Ongesteldheid ofwel menstruatie vindt ongeveer één keer per maand plaats.
Vanaf ongeveer vijftigjarige leeftijd is een vrouw niet meer vruchtbaar en stopt de menstruatie.
De periode tussen twee opeenvolgende menstruaties heet de menstruatiecyclus.
In de video hieronder krijg je uitleg over ongesteld zijn. Bekijk de video goed. Je kunt de informatie gebruiken in deze opdracht.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
- uitleggen wanneer de eisprong (ovulatie) plaatsvindt en wat er gebeurt.
- uitleggen wanneer een vrouw ongesteld is (menstrueert).
- aangeven wanneer een vrouw vruchtbaar is.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
|
Stap
|
Activiteit
|
Stap 1
|
|
Na het bestuderen van de Kennisbank en het bekijken van een video kun je vragen beantwoorden.
|
Afronding
|
Onderdeel
|
Activiteit
|
Begrippenlijst
|
|
Hier vind je de Kennisbank en de begrippen die horen bij de opdracht menstruatie.
|
Eindopdracht
|
|
Collage maken.
|
Terugkijken
|
|
Terugkijken op de opdracht.
|
Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig
Aan de slag
Stap 1: Menstruatiecyclus
De dag waarop een menstruatie begint, noemen we de eerste dag van een menstruatiecyclus.
Bij een meisje dat precies om de 28 dagen ongesteld is, gebeurt de eisprong op de 14e dag. Maar de meeste meiden zijn niet zo regelmatig ongesteld: De cyclus varieert van 26-31 dagen en soms nóg korter of langer.
Heb je een korte cyclus dan vindt de eisprong eerder plaats, bijvoorbeeld op de twaalfde dag. Bij een langere cyclus vindt de eisprong later plaats, bijvoorbeeld op de zeventiende dag.
De periode tussen de eisprong en de volgende menstruatie schommelt wat minder.
Deze periode duurt gewoonlijk zo'n 14 dagen.
Vanaf ongeveer vijftigjarige leeftijd is een vrouw niet meer vruchtbaar. Ze heeft geen eisprong meer en de menstruatie stopt.
Bestudeer nu uit de Kennisbank biologie het volgende item.
Als je ongesteld bent is hygiëne erg belangrijk. Om het bloed op te vangen zijn verschillende materialen beschikbaar.
Kijk maar eens in dit filmpje op de site van SchoolTV. Welke materialen kende jij al? Welke nog niet? Bespreek het met een klasgenoot.
Video: Ongesteld zijn
Maak nu de volgende oefening.
Oefening: Menstruatiecyclus
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Afronding
Begrippenlijst
Menstruatie
Maandelijkse bloeding waarbij het verdikte baarmoederslijmvlies wordt afgestoten (wanneer een vruchtbare vrouw niet zwanger is).
|
Menstruatiecyclus
Vrij regelmatige reeks van processen in het lichaam van een vruchtbare vrouw. Tijdens de menstruatiecyclus vindt de ovulatie en menstruatie plaats. Het baarmoederslijmvlies wordt tijdens de cyclus dikker om eventueel een bevruchte eicel te laten innestelen. Hormonen regelen de menstruatiecyclus. De menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen.
|
Ovulatie
Eisprong: een eicel barst uit een rijpe follikel (blaasje met vocht in de eierstok) en komt vanuit de eierstok in de eileider terecht.
|
Baarmoeder
Deel van de vrouwelijke geslachtsorganen; het embryo nestelt zich hierin en ontwikkelt zich tot foetus. De baby of het jong blijft hier tot de geboorte.
|
Eindopdracht: Collage
Als eindproduct voor deze opdracht maak je een collage.
Omdat menstruatie een cyclisch proces is, wordt de menstruatiecyclus vaak met een cirkel aangegeven.
Ga op internet op zoek naar afbeeldingen van de menstruatiecyclus.
Probeer er een of twee te vinden die veel informatie bevatten over de menstruatiecyclus.
Gebruik die afbeeldingen als basis voor je collage.
Maak de collage af door bij de verschillende delen van de cyclus passende afbeeldingen te plaatsen.
Beoordeling
De collage wordt goed beoordeeld als:
- de collage duidelijk maakt wat de menstruatiecyclus inhoudt.
- in de collage tekst en beeld goed zijn gecombineerd.
- de collage origineel is.
- de collage verzorgd is vormgegeven.
Klaar?
Laat je collage beoordelen door de docent.
|
Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.
|
|
Terugkijken
Intro
- Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Wat wist jij al van ongesteld zijn?
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
- Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
- Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
- Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Is het gelukt om de leerdoelen van deze opdracht weer te geven in de collage? Hoe vond je het om de collage alleen te maken?