In deze opdracht staat de samenstelling van het bloed centraal.
Iedereen weet wat bloed is, maar wat is eigenlijk de samenstelling van bloed?
Daarover gaat deze opdracht.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
de begrippen rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma benoemen.
uitleggen wat de functie van deze bloedbestanddelen is.
beschrijven hoe de drie soorten bloedcellen eruitzien.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert de Kennisbank en leert over de samenstelling van bloed. Na het kijken van een video maak je vragen over de samenstelling van bloed.
Stap 2
Je leert wat de functie is van rode bloedcellen en ontdekt wat er gebeurt als je te weinig rode bloedcellen hebt. Daarover maak je ook vragen.
Stap 3
Wat zorgt ervoor dat je beter wordt als je ziek bent? Dat lees je in deze stap. Je maakt vragen over de witte bloedcellen en je afweer.
Stap 4
Als je gewond bent zorgt je lichaam er vaak zelf voor dat je wond geneest. Maar hoe doet je lichaam dat? Dat leer je in deze stap.
Stap 5
+
Je bestudeert bloed onder de microscoop en maakt twee schematische tekeningen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de Kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je drie lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Samenstelling bloed
Bloed is samengesteld uit bloedplasma en bloedcellen.
Bloedplasma bestaat voor het grootste deel uit water.
Hierin worden onder andere voedingsstoffen, afvalstoffen en hormonen vervoerd.
In het bloedplasma zweven ook verschillende bloedcellen met een eigen functie.
Bestudeer uit de kennisbank biologie het onderdeel:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De taak van de rode bloedcellen is het vervoeren van zuurstof van de longen naar de cellen en van koolstofdioxide van de cellen naar de longen.
Deze twee stoffen hechten zich aan het eiwit hemoglobine. Hemoglobine bevat ijzer dat zuurstof en koolstofdioxide kan binden.
Bloedcellen met veel zuurstof zijn lichtrood. Bloedcellen zonder zuurstof zijn donkerrood.
Een rode bloedcel heeft een doorsnede van 7 à 8 micrometer (= 0,007 à 0,008 millimeter).
Het bloed bestaat uit 40 tot 50% uit rode bloedcellen.
Reken je het uit, dan zitten er in elke milliliter bloed tussen de 4 à 6 miljard rode bloedcellen.
Rode bloedcellen hebben geen kern. Een cel zonder kern kan zich bij beschadiging niet herstellen.
Rode bloedcellen leven gemiddeld drie maanden.
Nieuwe bloedcellen worden gemaakt in het beenmerg dat zich in het binnenste van je botten bevindt.
Bloedarmoede
Bij een tekort aan rode bloedcellen spreek je van bloedarmoede.
De meeste mensen die hier aan lijden zijn heel snel moe. Waarom?
Bekijk het filmpje om hier meer over te leren:
Een erfelijke vorm van bloedarmoede is sikkelcelanemie.
Klik op de website oscarnederland.nl en bestudeer de eerste pagina over de sikkelcelziekte.
Probeer daarna de volgende vragen te beantwoorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je hebt vast wel eens een infectieziekte gehad.
Gelukkig ben je daarna weer beter geworden. Daar had je de witte bloedcellen voor nodig.
De functie van de witte bloedcellen is het lichaam verdedigen tegen ziektekiemen.
Witte bloedcellen worden net als rode bloedcellen in het beenmerg gemaakt.
Er zijn veel verschillende soorten witte bloedcellen.
Een van de soorten is de macrofaag (= vreetcel).
Hij kan van vorm veranderen en door de kleine openingen van de bloedvaatjes naar buiten kruipen.
Hij eet de bacteriën en virussen die hij tegenkomt. (zie Kennisbank - pagina Witte bloedcellen).
Andere soorten witte bloedcellen maken antistoffen tegen ziektekiemen.
Door die antistoffen kleven bacteriën of virussen aan elkaar vast en kunnen ze het lichaam niet meer ziek maken.
Vervolgens eten de macrofagen ze op. Vaak gaan die macrofagen daarna dood. Dode macrofagen en ziektekiemen samen zijn witachtig van kleur en vormen de pus bij sommige wondjes.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Weet jij wat je moet doen bij een snijwondje?
En weet je hoe het komt dat je een korstje op een wond krijgt?
Iedereen heeft zich weleens gesneden. Meestal groeit de wond vanzelf weer dicht.
Wat gebeurt er dan precies met je huid en hoe kan je ervoor zorgen dat wonden zo snel mogelijk herstellen?
Bekijk vervolgens dit filmpje om te zien welke maatregelen je zelf kunt nemen bij een klein bloedend wondje.
Bloedstolling
De functie van de bloedplaatjes is dus bloedstolling.
Bloedplaatjes worden net als de rode en witte bloedcellen in het beenmerg gemaakt.
De cellen waaruit ze ontstaan vallen echter vaak in duizenden kleine stukjes uit elkaar.
Elk stukje is een bloedplaatje. Een bloedplaatje is dus heel klein.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat straks met een microscoop bloedcellen bekijken en je gaat van witte en rode bloedcellen een tekening maken.
Gebruik de volgende link om je voor te bereiden op het practicum:
Download nu het werkblad Googledoc Bloed bekijken.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het werkblad inclusief de beoordeling een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Voer het practicum uit.
Klaar?
Vul zelf de beoordeling in en laat de beoordeling invullen door je docent.
Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.
Bloedcellen
Bloedcellen vorm samen met het bloedplasma het bloed. Er zijn drie typen bloedcellen: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Bloedplasma
Bloedplasma vormt samen met bloedcellen het bloed en bestaat uit water met plasma-eiwitten en een aantal opgeloste stoffen.
Rode bloedcellen
Rode bloedlichaampjes, die hemoglobine bevatten en een functie hebben bij het vervoeren van zuurstof in het bloed.
Witte bloedcellen
Kleurloze bloedcellen met kern. Ze spelen een belangrijke rol in het afweersysteem.
Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn stukjes van cellen. Ze zorgen voor het ontstaan van stolsel als ze beschadigd worden. Zo kan er uiteindelijk een korst worden gevormd.
Cellulaire afweer
Tweede afweer: witte bloedlichaampjes (witte bloedcellen) kunnen ziekteverwekkers insluiten en uitschakelen.
Lymfe
Lymfe is de vloeistof die door het lymfevatenstelsel stroomt.
Lymfevatenstelsel
Orgaanstelsel dat ervoor zorgt dat weefselvloeistof van overal in het lichaam via lymfevaten wordt teruggevoerd en uiteindelijk weer wordt opgenomen in het bloedvatenstelsel. Daarnaast speelt het lymfevatenstelsel een belangrijke rol bij de afweer tegen ziekteverwekkers.
Lymfeklieren
In de lymfeklieren wordt de lymfe gefilterd op ziekteverwekkers en andere schadelijke stoffen.Ook wel lymfeknopen genoemd.
Hemoglobine
Kleurstof in rode bloedcellen, bindt en vervoert zuurstof en koolstofdioxide (koolzuurgas).
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de intro van deze opdracht nog eens door. Hoeveel steekwoorden over bloed kon je al opnoemen? Schrijf nu nogmaals alle steekwoorden op die je kent die met bloed te maken hebben. Doe het uit je hoofd. Hoeveel woorden ken je nu? Kun je van alle woorden uitleggen wat hun betekenis of functie is?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Noem drie dingen die nieuw voor je waren. Waren er ook drie dingen die je al wist?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Is het gelukt om een voldoende voor de toets te halen? Zo niet, wat heb je dan gedaan om te zorgen dat je de leerdoelen nu wel goed kent?
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 2. Dit is thema ’Bloed en bloedsomloop'. Het onderwerp van deze les is: bloed.
Je leert de begrippen rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma benoemen en uitleggen wat de functie van deze bloedbestanddelen is.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 2. Dit is thema ’Bloed en bloedsomloop'. Het onderwerp van deze les is: bloed.
Je leert de begrippen rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma benoemen en uitleggen wat de functie van deze bloedbestanddelen is.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Samenstelling bloed
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes en bloedstolling
Bloed
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.