Zenuwstelsel vmbo-kgt12

Zenuwstelsel vmbo-kgt12

Zenuwstelsel

Intro

Het zenuwstelsel is een groot netwerk van zenuwcellen die met elkaar in contact staan en die er voor zorgen dat je allerlei informatie kunt opnemen.

Bekijk het filmpje over het zenuwstelsel op Schooltv.
Welk orgaan bepaalt hoe je reageert op de signalen van je zenuwcellen?

Video: Je hersenen werken altijd

In deze eerste opdracht van dit thema staat dit zenuwstelsel centraal.

Succes!

 

Wat kan ik straks?

Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht zenuwstelsel.

Na deze opdracht kun je:

  • vijf plekken opsommen waar zintuigen liggen in ons lichaam.
  • het verschil tussen een prikkel en een impuls aangeven.
  • benoemen hoe de informatie van zintuigen naar de hersenen gaat.
  • aangeven wat het verschil is tussen bewuste en onbewuste reacties.
  • benoemen wat een reflex is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je kunt na het lezen van de kennisbank vragen beantwoorden over de manier waarop je prikkels waarneemt door middel van je zintuigen.

Stap 2

Je kunt na het lezen van twee kennisbanken vragen beantwoorden over het centraal zenuwstelsel.  

Stap 3

Je kunt met behulp van de kniepeesreflex benoemen wat een reflex is.

Stap 4

Je kunt na het kijken van een video uitleggen hoe de pupilreflex werkt.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de kennisbanken die zijn gebruikt in deze opdracht. Ook staat hier een lijst met begrippen die aansluiten bij de opdracht zenuwstelsel

Eindopdracht

Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

Extra

Onderdeel

Activiteit

Extra: Speciale zintuigen

Je maakt kennis met de bijzondere zintuigen van dieren en kunt deze zintuigen aan het juiste dier koppelen.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 uur nodig.

Extra
Overleg met je docent of je de extra opdracht 'Speciale zintuigen' doet.

Aan de slag

Stap 1: ​Prikkels en impulsen

Bestudeer uit de Kennisbank Biologie het volgende onderdeel:

Prikkels en impulsen

Maak de volgende oefening.
Vergelijk daarna je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.

Stap 2: Zenuwstelsel

Bestudeer uit de Kennisbank Biologie de volgende twee onderdelen:

Zenuwstelsel

Hersenen

Maak nu de volgende oefening.

Stap 3: Kniepeesreflex

Als iemand met een hamertje op je kniepees slaat, gaat je onderbeen vanzelf omhoog. Dit is bekend als de kniepeesreflex.

Wat er gebeurt bij de kniepeesreflex zie je hieronder:

In de animatie op Bioplek.org kun je zien hoe de kniepeesreflex werkt.
In de animatie gaat het over sensorische zenuwcellen, dat zijn gevoelszenuwcellen.
​Motorische zenuwcellen zijn bewegingszenuwcellen.

 

Stap 4: Pupilreflex

Als je naar een oog kijkt, zie je het gekleurde deel, de iris, met daarin een donkere vlek, de pupil.
Eigenlijk is de pupil een gaatje. Door het gaatje valt licht in het oog.
De pupil kan groter en kleiner worden.
Kijk in de video naar de verandering van de pupil.

Je pupil wordt automatisch kleiner als er veel licht is en groter als er weinig licht is.
Dit komt omdat er twee soorten spieren in en om de pupil zitten. ​Deze spieren trekken afwisselend samen of ze ontspannen.
Dit automatisch groter of kleiner worden van je pupil is een voorbeeld van een reflex met negatieve terugkoppeling.
Dit betekent dat je lichaam er zelf voor zorgt om de balans te houden.

Een ander voorbeeld van een reflex met negatieve terugkoppeling is het regelen van je lichaamstemperatuur.
Je lichaam zorgt er zelf voor dat je temperatuur ongeveer op 37 graden blijft.
Zo ga je bijvoorbeeld zweten om af te koelen en trillen om warm te worden.
Dat gebeurt allemaal automatisch, dat kan je niet zelf regelen.

Probeer samen met een klasgenoot antwoord te geven op de volgende vragen:

Afronding

Begrippenlijst

Prikkels en impulsen

Het gehoorzintuig

Ruiken en proeven

Het zenuwstelsel

Hersenen

Prikkel
Vanuit een intern of extern milieu afkomstige informatie.

Zintuig
Orgaan dat een verandering in de omgeving kan waarnemen en signalen doorgeeft aan delen van het zenuwstelsel (zenuwcellen).

Adequate prikkel
De bepaalde prikkel waar een bepaald zintuig gevoelig voor is noem je de adequate prikkel.

Gezichtszintuig
Orgaan met zintuigcellen die licht registreren/waarnemen, waardoor je kunt zien. Ook wel ogen genoemd.

Gehoorzintuig
Orgaan met zintuigcellen die geluidstrillingen registreren/waarnemen, waardoor je kunt horen. Ook wel oren genoemd.

Reukzintuig
Orgaan met reukzintuigcellen die geuren kunnen waarnemen, waardoor je kunt ruiken. Ook wel neus genoemd.

Smaakzintuig
Orgaan met smaakzintuigcellen die smaken kunnen waarnemen, waardoor je kunt proeven.

Gevoelszintuig
Tastzintuigen, drukzintuigen, warmtezintuigen en koudezintuigen, o.a. in de huid, geven informatie door aan het zenuwstelsel over gevoel.

Zintuigcellen
Zintuigen bestaan uit zintuigcellen. In deze cellen worden prikkels omgezet in impulsen.

Impulsen
Elektrische stroompjes die door zintuigcellen worden doorgegeven aan zenuwcellen.

Reflex
Een zeer snelle reactie van het zenuwstelsel, waarbij het signaal in eerste instantie niet via de hersenen verloopt, maar alleen via het ruggenmerg.

Prikkeldrempel (drempelwaarde)
De sterkte van een prikkel die nog net omgezet wordt in een impuls en dus waargenomen wordt.

Gewenning
Het hoger worden van de prikkeldrempel voor een bepaalde drempel door een constante aanvoer ervan.

Centrale zenuwstelsel
Bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.

Perifere zenuwstelsel
Bestaat uit alle zenuwen behalve de hersenen en het ruggenmerg.

Zenuwcellen
Specifieke cellen van het zenuwstelsel, die bestaan uit een cellichaam en heel lange uitlopers. Ze ontvangen signalen en informatie en geven die door.

Ruggenmerg
Deel van het zenuwstelsel dat binnen in de wervelkolom ligt, speelt een rol bij het doorgeven van signalen in het zenuwstelsel.

Gevoelszenuwcellen
Zenuwcellen die impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel brengen.

Schakelcellen
Zenuwcellen die impulsen van de ene naar de andere zenuwcel brengen.

Bewegingszenuwcellen
Zenuwcellen die impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren en/of klieren brengen.

Hersenen
Een buitengewoon ontwikkeld orgaan, dat alle gevoelens, het bewustzijn en alle mogelijkheden om iets te doen bevat.

Grote hersenen
Orgaan van het zenuwstelsel; grootste deel van de hersenen, waar signalen van zenuwen worden verwerkt en de beweging van je lichaam wordt geregeld. Is ook het regelcentrum voor o.a. plannen, redeneren, emotie en het geheugen.

Kleine hersenen
Orgaan van het zenuwstelsel, zorgt o.a. voor coördinatie van bewegingen.

Hersenstam
De hersenstam is het oudste hersendeel, ligt in het verlengde van het ruggenmerg en regelt de basale functies.

Eindopdracht: Toets

Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de videovraag in de intro nu beantwoorden? Vanuit welk orgaan worden de zenuwen aangestuurd?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Vond je de toets moeilijk of kon je de vragen makkelijk beantwoorden?

Extra: Andere zintuigen

Andere zintuigen gebruiken
Dieren gebruiken vaak andere zintuigen dan mensen.
Maak de toepassing "Andere zintuigen gebruiken".

Je kunt de oefening ook in het googledocument maken.
Andere zintuigen.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

  • Het arrangement Zenuwstelsel vmbo-kgt12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-07-25 08:37:44
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 1 en 2. Dit is thema ’Zintuigen'. Het onderwerp van deze les is: Zenuwstelsel. Deze les bespreekt waar zintuigen in ons lichaam liggen en hoe ze werken. Ook wordt er besproken wat het verschil is tussen een prikkel en een impuls. Er komt aan bod hoe informatie van zintuig naar de hersenen gaat en weet het verschil tussen een bewuste en een onbewuste reactie en wat een reflex is.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; Instandhouding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, bewuste en onbewuste reacties, biologie, impuls, kgt12, prikkel, reflex, stercollectie, zenuwstelsel, zintuigen