Opdracht: Nu of straks? - vmbo-kgt34

Opdracht: Nu of straks? - vmbo-kgt34

Nu of straks?

Intro

Soraya spaart voor een scooter. Kevin is al een paar maanden de trotse eigenaar van een scooter. 
Om de scooter te kunnen kopen heeft hij geld geleend. Hij noemt dat 'sparen achteraf'.

Hij begrijpt niet waarom Soraya ook geen geld leent, zodat zij nu al de scooter kan kopen.
Maar Soraya wil niet lenen; ze zegt dat lenen geld kost en dat de scooter dan veel duurder is.

Wat zou jij doen?

Zou je het geld om een scooter te kopen lenen of zou je eerst sparen?

Bespreek je antwoord met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • twee verschillende redenen noemen om geld te sparen.
  • omschrijven wat rente is en kun je duidelijk maken dat het rentebedrag dat je betaalt over een lening afhangt van de grootte van de lening, de looptijd van de lening en het rentepercentage.
  • het rentebedrag dat je betaalt over een lening uitrekenen.
  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat het verschil is tussen het nominale rentepercentage en het reële rentepercentage is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat is sparen en wat is lenen?

Stap 2

Hoe bereken je hoeveel op je spaarrekening staat als je 4% rente krijgt?

Stap 3

Wanneer krijg je rente van de bank en wanneer betaal je rente aan de bank?

Stap 4

Wat is het nominale rentepercentage en wat is het reële rentepercentage?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Eindopdracht

In Excel aan de slag met samengestelde rente.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

 

 

 

Aan de slag

Stap 1: Sparen - Lenen

Bestudeer uit de Kennisbank economie de eerste pagina van het onderdeel sparen en de eerste pagina van het onderdeel lenen.

Sparen

Lenen


Beantwoord de vragen in de Oefening 'Sparen en lenen'.

Stap 2: Rente berekenen

Bestudeer uit het onderdeel Sparen de pagina 'Rente bereken'.

Sparen

Doe de oefeningen.

Als je een bedrag op een spaarrekening zet en de rente jaarlijks opneemt, kun je het rentebedrag dat je in het totaal krijgt, berekenen met de formule:

\(\text{r}= \frac{\text{k·p·t}}{100} \)

In de formule is \(\small{\text{k}}\) het bedrag (kapitaal) dat je inlegt, \(\small{\text{p}}\) het rentepercentage dat de bank geeft, \(\small{\text{t}}\) het aantal jaar dat je je geld op de bank laat staan en \(\small{\text{r}}\) het rentebedrag dat je in het totaal krijgt.

Voorbeeld

Janine zet € 2000,- op een spaarrekening. De bank geeft 3% rente.
Janine laat het bedrag 3 jaar op de rekening staan. Janine neemt wel ieder jaar de rente op.

Er geldt:  \(\small{\text{k} = 2000}\) , \(\small{\text{p} = 3}\)  en \(\small{\text{t} = 3}\) .

Gebruik de formule volgt \(\text{r}= \frac{2000·3·3}{100} = \small180 \)

Dus totale rentebedrag is € 180,-


Doe de oefening.

Stap 3: Op de bank

Als je geld op je spaarrekening hebt staan, krijg je rente.
Als je geld van een bank leent, betaal je rente.

Stap 4: Sparen en inflatie

Als je geld op een spaarrekening hebt staan, wordt het bedrag steeds hoger doordat je rente krijgt.
Maar als de prijzen van producten ook stijgen, is het maar de vraag of je meer kunt kopen met je gespaarde geld.

Bekijk de video.

Doe de oefeningen.

Bestudeer uit de Kennisbank economie de pagina 'Reële rentepercentage'.
Bekijk ook de video op de volgende pagina.

Sparen


Doe de oefeningen.

Afronding

Eindproduct: Rente over rente

Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook rekenen met procenten.
Download ook het Excelbestand SamengesteldeInterest.xlsx .

Open het Excelbestand. Je komt op het tabblad rente over rente.
Je kunt het bedrag in cel B3 veranderen. Probeer maar.
Kijk wat er gebeurt met de getallen in de tabel.
Kijk ook hoe de grafiek verandert.

Je kunt ook de jaarlijkse rente in cel B4 veranderen. Doe maar.
Kijk ook nu wat er gebeurt met de getallen in de tabel.
Kijk ook nu weer hoe de grafiek verandert.

Bekijk in cel B5 hoe de groeifactor wordt berekend.
Kijk of je de formules in de cellen B8 t/m B17 begrijpt.
Zorg dat je ook de formules in de cellen C8 t/m C17 begrijpt.
Vraag eventueel hulp aan een klasgenoot of aan de docent.

Kun je nu uitleggen wat wordt bedoeld met rente over rente?
En kun je uitleggen hoe je samengestelde rente kunt berekenen?

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de intro opnieuw. Past de intro goed bij de opdracht?
    Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Zorg dat je alle genoemde begrippen kunt omschrijven.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest?
    Welke stap heeft het meeste tijd gekost? Hoe kwam dat?
  • Inhoud
    Heb je zelf een spaarrekening? Hoeveel rente krijg je op die spaarrekening?
    Is dat de nominale rente of de reële rente?
  • Afronding - Eindopdracht
    Heb je eindopdracht gedaan? Had je al eens met Excel gewerkt?
    Ben je er goed in of had je constant hulp nodig?
  • Het arrangement Opdracht: Nu of straks? - vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-06-13 11:08:13
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Sparen, lenen, huren', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie vmbo-kgt34. De opdracht begint met een intro, hier ga je samen met een klasgenoot nadenken over lenen of sparen als het gaat om een scooter kopen. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit vier verschillende stappen met bijbehorende opdrachten, een eindopdracht en een reflectie. Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig. Bij stap 1 is er een opdracht over sparen - lenen. Hier worden onder andere vragen gesteld over koopkracht, sparen en lenen. Bij stap 2 is er een opdracht over rente berekenen. Hier moet je meerdere rentes berekenen. Bij stap 3 is er een opdracht over op de bank. Hier moet je vragen beantwoorden over spaargeld, geldlening en de spaarrekening. Bij stap 4 is er een opdracht over sparen en inflatie. Hier worden vragen gesteld over sparen, inflatie en het nominale & reële rentepercentage. Na deze vier stappen komt de eindopdracht: Rente over rente. Hier ga je uitleggen wat er wordt bedoeld met samengestelde rente en hoe je dit berekent. Uiteindelijk wordt er teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Economie; Overheid en bestuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, economie, lening, looptijd, nu of straks?, rente, rentepercentage, sparen lenen huren, stercollectie, vmbokgt34