Zoek op internet een afbeelding op die jij typerend vindt voor het Nederlandse klimaat.
Vergelijk jouw afbeelding met een klasgenoot.
Leerdoel
Na deze opdracht kun je:
de namen van de vier klimaatzones noemen.
op een kaart aangeven waar de verschillende klimaatzones ongeveer liggen.
Eindproduct
Als eindproduct maak je een poster.
Op de poster komt een wereldkaart met de klimaatzones.
Bij iedere klimaatzone plaats je afbeeldingen van flora en fauna die goed passen bij de klimaatzone.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank over weer en klimaat bestuderen.
Stap 2
Alleen
Kennisbank over tropisch klimaat bestuderen, filmpje over klimaatzones kijken en vragen beantwoorden.
Stap 3
Alleen + samen
Kennisbank over droge klimaatzones bestuderen, filmpje over klimaatzones kijken en vragen beantwoorden.
Stap 4
Alleen
Kennisbank over gematigde klimaatzones bestuderen, filmpje over klimaatzones kijken en vragen beantwoorden.
Stap 5
Alleen + samen
Kennisbank over koude klimaatzones bestuderen, filmpje over klimaatzones kijken en vragen beantwoorden.
Stap 6
Alleen
Toets over klimaatzones maken.
Stap 7
Alleen
Wereldkaart met kenmerken van klimaatzones maken en door de docent laten nakijken.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1: Klimaatzones
Op de Noordpool is het weer anders dan in de tropen.
Dat komt omdat er op de Noordpool een ander klimaat is dan in de tropen.
Het weer is niet hetzelfde als het klimaat,
maar het weer en het klimaat hebben wel met elkaar te maken.
Bestudeer uit de Kennisbank Aardrijkskunde het onderdeel over weer en klimaat.
GeoClips zijn korte filmpjes over aardrijkskundige onderwerpen.
In de volgende stappen bekijk je de GeoClip over klimaten.
Na het bekijken van de clips beantwoord je steeds een aantal vragen.
Stap 2: Tropisch klimaat
Bestudeer uit de Kennisbank Aardrijkskunde het onderdeel over het tropisch klimaat.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk nu het vierde deel van de GeoClip over klimaten.
Het vierde deel gaat over de koude zone.
Beantwoord tijdens het kijken de volgende vragen.
Waar liggen de koude klimaatzones?
Omschrijf het landschap in deze zone.
Wat voor soort begroeiing kom je tegen in de koude klimaatzone?
En wat begroeiing kom je niet tegen in deze zone?
Welke dieren leven er in deze zone?
Bespreek ook de antwoorden op deze vragen met een klasgenoot.
Stap 6: Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Klimaatzones'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat een poster op A3-formaat maken met daarop een wereldkaart met de klimaatzones.
Ga op internet op zoek naar een lege, zwart/wit kaart van de wereld.
Plak de kaart op een leeg A3-vel.
Geef op de wereldkaart de verschillende klimaatzones aan.
Schrijf bij de klimaatzones de belangrijkste kenmerken per klimaatzone.
Plak bij iedere klimaatzone minimaal twee foto’s.
Eén foto waarop te zien welke flora er te vinden is in de klimaatzone en
één foto waarop te zien is welke fauna er in de klimaatzone woont.
Schrijf op de poster ook een kort verhaal,
waarin je vertelt in welke klimaatzone jij het liefst zou wonen.
Klaar?
Laat de poster beoordelen door je docent.
Bij het beoordelen gebruikt hij/zij de volgende vragen:
Zijn de klimaatzones op de kaart aangegeven?
Staan de belangrijkste kenmerken van de zone op de poster?
Is per klimaatzone aangegeven welke flora en fauna je er aantreft?
Staat op de poster waar jij het liefst zou willen wonen?
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
Begrippen
Klimaat
De gemiddelde toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats gemeten over dertig jaren.
Savanneklimaat
Behoort tot de warme klimaten. Het savanneklimaat is vergelijkbaar met het tropisch regenwoudklimaat, maar heeft een droog seizoen. Dit is meestal in de winter.
Tropische regenwoudklimaat
Behoort tot de warme klimaten. In het tropisch regenwoud komt de gemiddelde maandtemperatuur het hele jaar door boven de 18 °C en is er het hele jaar door veel neerslag (meer dan 2.000 mm gemiddeld per jaar).
Steppeklimaat
Behoort tot de klimaten met weinig neerslag. Het steppeklimaat is een droog klimaat (ca. 250-500 mm neerslag per jaar).
Woestijnklimaat
Behoort tot de klimaten met weinig neerslag. Het woestijnklimaat is een zeer droog klimaat (ca. minder dan 250 mm neerslag per jaar).
Gematigde klimaten
Een gematigd klimaat of warm gematigd klimaat (bijvoorbeeld het Middellandse Zeeklimaat) is een vochtig klimaat. Een ander kenmerk zijn de relatief gematigde temperaturen. Gematigde klimaten hebben duidelijke seizoenen en de verschillen in temperatuur tussen de winter en de zomer zijn niet groot.
Toendraklimaat
Behoort tot de koude klimaten. In een toendraklimaat komt de gemiddelde temperatuur in de koudste maand niet boven de -3°C en in de warmste maand blijft deze tussen de 0°C en 10°C.
Sneeuwklimaat
Behoort tot de koude klimaten. In een sneeuwklimaat blijft de gemiddelde maandtemperatuur in de koudste maand beneden de -3°C. De warmste maand heeft een gemiddelde maandtemperatuur lager dan 0°C.
Hooggebergteklimaat
Behoort tot de koude klimaten. Het hooggebergteklimaat komt voor in bijvoorbeeld de Alpen en Himalaya. De temperatuur in deze hooggelegen gebieden komt alleen in de zomermaanden boven de 0°C.
Tropisch regenwoud
Gebied waarin het altijd warm is en waar veel soorten bomen en planten groeien die altijd groen blijven.
Savanne
Gebied waarin het altijd warm is met een droge periode in de winter of in de zomer.
Steppe
Gebied met tussen de 250 en 500 mm neerslag per jaar.
Het arrangement Klimaatzones vmbo12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Tropisch klimaat
Gematigde klimaatzone
Klimaatzones
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.