10 mei 1940 - februari 1941
De gematigde fase van de Duitse bezetting. Na vijf oorlogsdagen in mei 1940 was Nederland door Duitsland veroverd. Een klein deel van het Duitse leger bezette Nederland. Nederland kreeg een burgerlijk bestuur onder leiding van Seyss Inquart. |
Februari 1941 - najaar 1944
De fase van de Duitse repressie. De Duitse machthebbers lieten hun gematigde houding varen. De dwang en beperkingen namen toe en anti-Joodse maatregelen volgden elkaar snel op. |
Najaar 1944 - mei 1945
De fase van ontregeling en hongersnood. De zwaarste maanden uit de oorlog. Het transportsysteem dat in de winter van 1944 door de Duitsers volledig stil was gelegd, zorgde voor een dramatisch gebrek aan voedsel. De in het nauw verkerende Duitsers reageerden op vergrijpen en verzetsdaden met veel geweld. Uiteindelijk was Nederland op 5 mei 1945 in zijn geheel bevrijd. |
Blitzkrieg
Snelle verrassingsaanval met een sterk leger, zodat de vijand snel verslagen kan worden.
|
Capitulatie
Overgeven aan de vijand.
|
Brudervolk
Het Nederlandse volk werd door Hitler gezien als een 'Brudervolk', sterk verwant aan het Duitse volk. |
Seyss Inquart
Arthur Seyss-Inquart (1892 – 1946), was een Oostenrijks jurist en nazi-politicus. Hij hoorde in het begin bij de gematigde stroming van de Oostenrijkse nazi's, maar later ontwikkelde hij zich als Rijkscommissaris van Nederland in het bezette Nederland als extremist. |
Propaganda
Communicatie die heel sterk één enkele boodschap laat horen en vaak de waarheid heel simpel voorstelt. Propaganda had in de Tweede Wereldoorlog vaak de vorm van posters.
|
Ballingschap
Naar een ander land vluchten of weggestuurd worden. In mei 1940 vluchtte de Koninklijke familie en regering tijdens de oorlogsdagen naar Groot-Brittanië. Nederland had toen een regering en koningshuis in ballingschap. |
NSB
Nationaalsocialistische Beweging. Een politieke partij die het nationaalsocialisme van Hitler aanhing en in Nederland probeerde te verspreiden. |
Bombardement Rotterdam
In de middag van 14 mei 1940 werd de eeuwenoude historische binnenstad van Rotterdam compleet vernietigd door zware bombardementen. Het Nederlandse leger gaf zich vervolgens snel op.
|
Concentratiekampen
Kampen waar tegenstanders van de nazi’s en Joden werden opgesloten. Ze moesten daar hard werken onder afschuwelijke omstandigheden. De meesten overleefden de kampen niet. |
Voedingsmiddelen bonnen
Vanaf 1944 werd het steeds moeilijker om moeilijkheden te negeren. De maatschappij raakte steeds verder ontregeld en er was schaarste aan producten en levensmiddelen. Om in het levensonderhoud te voorzien werden er voedingsmiddelen bonnen uitgegeven.
|
Dwangarbeid
Arbeid die mensen onder bedreiging van straf, tegen hun wil, verrichten. Vanaf 1942 organiseerde Duitsland gedwongen klussen in de Duitse oorlogsindustrie. Miljoenen volwassen mannen uit de bezette gebieden werden gedwongen in Duitsland te werken in werkkampen en fabrieken. |
Invasie
Een invasie is een militaire actie die bestaat uit het binnengaan van een leger van een gebied dat valt onder een ander land. Over het algemeen met het doel het land te veroveren. |
Nederlandse SS
De Nederlandse SS werd op 11 september 1940 opgericht. Ongeveer 25.000 Nederlanders meldden zich aan bij de SS en vochten mee aan de zijde van de Duitsers. |
Radio Oranje
Radio-uitzendingen door de Nederlandse regering en koningin, die naar Engeland gevlucht waren. |
Razzia
Actie waarbij een straat of wijk werd afgezet en alle huizen werden gecontroleerd op onderduikers of andere vijanden. |
Collaboratie
Samenwerken met de bezetter van je land.
|
Jodenvervolging
Jodenvervolging is gecoördineerd geweld tegen en onderdrukking van de Joodse bevolkingsgroep. De bekendste Jodenvervolging is de Holocaust. |
Onderduiken
Verstoppen in een huis (kelder, zolder o.i.d.) of op het platteland, om te voorkomen dat je werd opgepakt.
|
Anne Frank
Joods meisje dat bekend is geworden door het dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze ondergedoken zat in Amsterdam |
Persoonsbewijzen
De Duitsers verplichtten alle Nederlanders van veertien jaar en ouder om een persoonsbewijs bij zich te hebben.
|
Hongerwinter
De winter van 1944-1945. In het westen van Nederland waren zeer weinig voedselvoorraden en er was geen transport mogelijk. |
Westerbork
Doorvoerkamp in Nederland in de provincie Drenthe. Hier werden Nederlandse Joden verzameld en daarna per trein naar concentratiekampen in andere landen gestuurd. |
Neutraal
Een neutraal land is een land dat in geval van oorlog geen partij kiest. In ruil daarvoor hoopt het land niet aangevallen te worden door een van beide partijen. |
D-Day
6 juni 1944, de dag waarop de legers van de Verenigde Staten, Engeland en Canada Frankrijk via de kust binnenvielen om Europa te bevrijden. |
Jodenster
In mei 1942 werd door de Duitsers de Jodenster ingevoerd. Joden moesten de opvallende ster verplicht op hun kleding dragen. |