In deze grammaticaopdracht staat het lijdend voorwerp centraal.
Wat is het lijdend voorwerp? Dat wordt uitgelegd in de video hieronder.
Let goed op. De informatie die je in de video hoort, kun je goed gebruiken in deze opdracht.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het lijdend voorwerp in een zin aanwijzen.
uitleggen waarom je eerst het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in een zin moet vinden voordat je het lijdend voorwerp kunt vinden.
met een voorbeeld laten zien waarom niet in iedere zin een lijdend voorwerp hoeft te zitten.
Wat kan ik al?
Zoals je in de video in de inleiding hebt gezien, kun je het lijdend voorwerp vinden door: wie of wat + onderwerp + werkwoordelijk gezegde = lijdend voorwerp.
Maar hoe vind je ook alweer het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde in een zin?
Dat herhalen we hier kort.
Lees voor je onderstaande oefeningen maakt even de volgende kennisbanken:
Maak nu de volgende oefeningen. Scoor je onvoldoende? Lees dan nogmaals de kennisbank en maak de oefening opnieuw.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
Oefening: Werkwoordelijk gezegde
0%
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het werkwoordelijk gezegde.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Scoor je onvoldoende, maak dan de oefening opnieuw. Lees eventueel eerst nogmaals de kennisbank. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het onderwerp.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Scoor je onvoldoende, maak dan de oefening opnieuw. Lees eventueel eerst nogmaals de kennisbank. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Na het bestuderen van de Kennisbank kun je het lijdend voorwerp vinden in de zin.
Stap 2
en
Je kunt zinnen maken die geen lijdend voorwerp bevatten omdat er een naamwoordelijk gezegde in de zin zit.
Stap 3
Je kunt het lijdend voorwerp vinden in een zin.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A
Als je kiest voor eindopdracht A maak je een toets: 'Het lijdend voorwerp'.
Eindopdracht B
Als je kiest voor eindopdracht B schrijf je een raptekst over het lijdend voorwerp.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je één lesuur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Als je het lijdend voorwerp in een zin wilt vinden, moet je eerst het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp opzoeken. Dat heb je net kunnen oefenen bij 'Wat kan ik al?'.
Bestudeer nu de Kennisbank over het lijdend voorwerp.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van het lijdend voorwerp.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In deze zin zit geen lijdend voorwerp.
Er is namelijk sprake van een naamwoordelijk gezegde (ng).
Het ng in deze zin is: 'is de knapste leerling'.
Een zin met een naamwoordelijk gezegde heeft nooit een lijdend voorwerp.
Weet je nog wat het naamwoordelijk gezegde is?
Als je twijfelt, bestudeer dan het volgende item in de Kennisbank:
Kun je een aantal zinnen bedenken waarin geen lijdend voorwerp voorkomt?
Schrijf er minstens vijf in je schrift.
Laat de zinnen die je hebt opgeschreven zien aan een klasgenoot
Bekijk ook haar/zijn zinnen. Lijken de zinnen op elkaar?
Bespreek elkaars zinnen.
Stap 3: Lijdend voorwerp
Maak de volgende sleepoefening.
Je ziet tien zinsdelen. Elk zinsdeel is een lijdend voorwerp.
Kies bij elke zin het juiste lijdend voorwerp en maak de zin compleet!
Afronding
Samenvattend
Hier vind je de kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit vijftien vragen.
Je moet twaalf vragen goed beantwoorden om een voldoende te halen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als je kiest voor eindopdracht B schrijf je een rap van minimaal vijftien zinnen over het lijdend voorwerp. Verwerk alles wat je weet over het lijdend voorwerp in de rap. Gebruik ook voorbeelden in de rap.
Hier heb je alvast een begin, maar je mag ook de hele rap zelf schrijven.
Rap over het lijdend voorwerp
Goedemorgen beste vrienden en vriendinnen
deze rap gaat over een paar gekke zinnen
het lijdend voorwerp is het onderwerp van deze rap
geloof me deze tekst is echt en zeker niet nep
...
Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van de rap op het volgende:
In de rap heb je verwerkt hoe je het lijdend voorwerp kunt vinden.
In de rap heb je voorbeelden verwerkt van het lijdend voorwerp.
De rap bestaat uit minimaal 15 zinnen.
De overige beoordelingseisen vind je in het overzicht in de gereedschapskist.
Klaar?
Laat je klasgenoten, in overleg met je docent, genieten van jouw rap.
Een raptekst kun je goed gebruiken om je mening over een onderwerp over te brengen. Maar een rap kun je ook gebruiken om een verhaal te vertellen.
Een rap presenteer je natuurlijk op een goede beat.
Succes!
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door. Vond je de video al een duidelijk beeld geven van het lijdend voorwerp? Snapte je de uitleg in de video gelijk?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees het leerdoel van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
Inhoud
Lukte het om elke keer het lijdend voorwerp te vinden in de oefeningen? Vond je de uitleg in stap 2, over het naamwoordelijk gezegde/lijdend voorwerp duidelijk?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdrachten:
A: Heb je een voldoende gescoord voor de toets? Zo niet, weet je dan waar het fout ging? Heb je de kennisbank nogmaals gelezen en opnieuw de toets gemaakt?
B: Is het gelukt om de informatie over het lijdend voorwerp in de rap te verwerken? Had je veel aan de informatie in de gereedschapskist? Mocht je de rap voor de klas opvoeren? Hoe vond je dat?
Het arrangement Opdracht: Grammatica - Lijdend voorwerp - vmbo-kgt12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Dichter bij dieren', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt12. In deze opdracht staat het lijdend voorwerp centraal. Na het behandelen van de theorie is er ruimte om te oefenen met het vinden van het lijdend voorwerp en het naamwoordelijk gezegde in een zin.
Om de opdracht af te sluiten is er zowel een eindtoets als een eindopdracht beschikbaar. In deze eindopdracht kan je een rap schrijven waarin het lijdend voorwerp centraal staat. Veel succes!
Deze opdracht hoort bij het thema 'Dichter bij dieren', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt12. In deze opdracht staat het lijdend voorwerp centraal. Na het behandelen van de theorie is er ruimte om te oefenen met het vinden van het lijdend voorwerp en het naamwoordelijk gezegde in een zin.
Om de opdracht af te sluiten is er zowel een eindtoets als een eindopdracht beschikbaar. In deze eindopdracht kan je een rap schrijven waarin het lijdend voorwerp centraal staat. Veel succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Zinsontleden
Lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.