Opdracht: Lezen - Bruikbaarheid van teksten - hv12

Opdracht: Lezen - Bruikbaarheid van teksten - hv12

Bruikbaarheid van teksten

Intro

Of een tekst bruikbaar is, hangt af van het doel van de tekst en het soort tekst waar je mee te maken hebt. In deze leesopdracht staan daarom tekstsoorten en tekstdoelen centraal.

Begin met het kijken naar het volgende flimpje.
Bespreek na het kijken met een klasgenoot welke tekstdoelen er zijn. 

 

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de vier tekstdoelen opnoemen.
  • uitleggen waarom je soms feiten natrekt bij een informatieve tekst.
  • uitleggen waarom reclamemakers humor gebruiken in hun reclameteksten.
  • uitleggen waarom politici en gelovigen vaak gebruik maken van overtuigende teksten.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bestudeert het Kennisbankitem 'Tekstdoel en tekstsoort' en maakt een oefening over deze Kennisbanken
Stap 2 Vergelijk verschillende teksten. Welke tekst is informatief?
Stap 3 Bekijk een video. Welke tekstsoorten worden er gebruikt?
Stap 4 Welk soort teksten halen mensen over tot actie? 
Stap 5 Waarom is de poster van Loesje overtuigend? 
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Ga opzoek naar verschillende soorten teksten.
Extra opdracht Lees de extra opdracht door en bepaal of je de opdracht wel of niet gaat doen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer eerst onderstaand item uit de Kennisbank Nederlands:

Lezen: Tekstdoel en tekstsoort

Maak daarna de volgende oefening.

Stap 2: Informeren

Bij een informatieve tekst geeft de schrijver informatie over een bepaald onderwerp (bijvoorbeeld dieren, planten, techniek enz.).
In een informatieve tekst worden voornamelijk feiten genoemd.
De schrijver geeft dus niet zijn mening. Maar let op:

  • Soms kloppen de genoemde 'feiten' niet. Dus lees kritisch en stel jezelf de vraag": 'Is dit wel zo?' - en zoek het na.
  • Soms worden meningen verpakt als feiten: "Het is nu eenmaal zo... Iedereen begrijpt toch dat..."
  • Soms worden feiten mooier of lelijker gemaakt, overdreven of weggelaten. Daardoor wordt je ook een mening opgedrongen.

Open de bijlage met teksten over Nicorette.
In de bijlage staan twee teksten over hetzelfde onderwerp.
Bespreek de teksten met je klasgenoot: welke tekst is echt bedoeld als informatieve tekst? En wat is de andere tekst dan voor soort tekst?
Waar zit het verschil nu precies?

Stap 3: Amuseren

Sommige teksten zijn bedoeld om je aan het lachen te maken. Daarvoor worden feiten en meningen vaak overdreven.
In columns geven schrijvers hun mening op een grappige manier.
Spotprenten en strips laten je lachen om gekke gebeurtenissen.
Op Youtube staan leuke filmpjes om je mee te vermaken.
Humor is altijd om te lachen, maar soms verstopt een schrijver serieuze bedoelingen in een grappige tekst. Na het lachen blijf je erover nadenken.
Iemand die grappig is, trekt de aandacht. Dat geldt ook voor teksten. Daarom gebruiken reclamemakers humor om hun boodschap te verpakken. Die boodschap blijft natuurlijk: koop ons product!

Alleen maar om te lachen?
Bekijk met je klasgenoot dit filmpje. Bespreek na het kijken de volgende vragen: 

- Welke twee tekstsoorten lopen hier door elkaar?
- Waarom werkt grappige reclame niet altijd?

Stap 4: Tot actie overhalen

Sommige teksten zijn bedoeld om je over te halen, iets te doen.
Heel vaak gaat het daarbij om iets kopen. Maar het kan ook zijn: lid worden, actie voeren, een enquête invullen. Om dat voor elkaar te krijgen, moet zo'n tekst ook overtuigend zijn.
Teksten die je tot actie willen overhalen, spreken je vaak persoonlijk aan. Er wordt ingewerkt op je gevoel. Daarbij kunnen beelden helpen. Denk bijvoorbeeld aan een hulpactie voor mensen in nood.
Om iemand over te halen, worden feiten vaak erger of mooier gemaakt. "Het lidmaatschap verplicht u tot niets, het gaat om een klein bedrag waar u niets van merkt, met een kleine bijdrage maakt u een groot verschil" enz.

Goed voorbeeld?
Ga naar de website van www.nederlandstopt.nu en bekijk één of twee campagnes.
Bespreek met je klasgenoot de vragen:
- Tot welke actie word je overgehaald?
- Waarom wordt er vaak humor gebruikt in de campagnes?

Stap 5: Overtuigen

Een overtuiging is iets wat je echt meent. Overtuigende teksten zijn er dus op gericht, je van gedachten te veranderen, je mening te beïnvloeden.
Daarbij gaat het er niet altijd om dat je iets koopt of lid wordt. Politici doen hun best om mensen te overtuigen van hun kijk op de maatschappij. Gelovigen willen anderen overtuigen om de wereld te zien zoals zij.

Overtuigende teksten doen vaak een beroep op je gezonde verstand en je gevoel. Je wordt uitgenodigd om de wereld te bekijken door de bril van de schrijver.
Om iemand te overtuigen, worden feiten als voorbeelden gebruikt. Daarbij worden andere feiten weggelaten. Feiten kunnen worden overdreven om een mening kracht bij te zetten.

Leve Loesje!
Bekijk samen met je klasgenoot deze poster van Loesje
Eigenlijk past deze poster bij twee verschillende tekstsoorten. Welke?

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Lezen: Tekstdoel en tekstsoort

Eindopdracht: Teksten

Nu ga je samen aan de slag om voorbeelden te zoeken van alle soorten teksten.
Verzamel op internet voorbeelden van informatieve, overtuigende, amusante en tot actie oproepende teksten, foto's en video's.

  • Verzamel van elke tekstsoort twee of drie voorbeelden en zorg in totaal voor tien voorbeelden. Zet bij elk voorbeeld tussen haakjes een bronvermelding: schrijver / website / boek / krant enz.
  • Zet de voorbeelden door elkaar in een tekstbestand en nummer ze.
  • Noteer ergens anders voor jezelf de nummers met de tekstsoort erachter. Bewaar deze notitie goed.
  • Laat je klasgenoot je bestand lezen en raden om welke tekstsoort het gaat. Geef elkaar een cijfer voor je prestatie!

Klaar? Laat je voorbeelden beoordelen door je docent.
Je docent beoordeelt je eindproduct op de volgende punten:

  • Past de tekst bij het tekstdoel dat je hebt aangegeven?
  • Zijn de teksten goed weergegeven en voorzien van een bronvermelding?
  • Heb je bij elk voorbeeld in goed en duidelijk Nederlands uitgelegd waarom je dit hebt gekozen?
  • Ziet het geheel er netjes en verzorgd uit?

Succes!

Extra opdracht

Zoek voorbeelden van tekstdoelen
Je hebt geleerd dat er vier belangrijke tekstdoelen zijn:

  • Informeren
  • Amuseren
  • Tot actie overhalen
  • Overtuigen

Maak nu de volgende zoekopdrachten met behulp van internet.
Je moet steeds een website zoeken. Laat alle websites openstaan, want je hebt ze later weer nodig. Kopieer en plak elk webadres in een nieuw tekstbestand.

1. Zoek een informatieve tekst over allergie.
2. Zoek een overtuigende tekst over biologisch voedsel.
3. Zoek een activerende tekst over donorschap.
4. Zoek een amuserende tekst over het onderwijs.

Kopieer nu van elke website een paar zinnen die het meest duidelijk maken wat voor soort tekst dit is.
Schrijf erbij waarom je dit zo'n goed voorbeeld vindt.

Lever het tekstbestand ter beoordeling in bij je docent.

Terugkijken

Intro

  • Heb je de video over schrijfdoelen en tekstsoorten bekeken?
    Vind je dat de video goed bij de opdracht past?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de vier tekstdoelen noemen en kun je met behulp met voorbeelden laten zien wanneer de verschillende tekstsoorten worden gebruikt?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer _ uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wat wist je al over tekstdoelen? Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Was het eenvoudig om op internet teksten bij verschillende tekstdoelen te vinden?
  • Extra opdracht
    Heb je de extra opdracht gemaakt? Ging het goed?
  • Het arrangement Opdracht: Lezen - Bruikbaarheid van teksten - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2019-08-27 16:32:37
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Dan liever de lucht in' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv12. In deze opdracht leer je de vier tekstdoelen op te noemen: informatief, overtuigend, amusant en tot actie oproepend. Je leert ook waarom het soms belangrijk is om feiten na te trekken bij informatieve teksten, waarom reclamemakers humor gebruiken in reclameteksten, en waarom politici en gelovigen vaak gebruikmaken van overtuigende teksten. Als eindopdracht ga je samen met een klasgenoot aan de slag om voorbeelden van alle soorten teksten te verzamelen. Op internet zoek je naar voorbeelden van informatieve, overtuigende, amusante en tot actie oproepende teksten, foto's en video's. Verzamel per tekstsoort twee of drie voorbeelden, wat in totaal tien voorbeelden oplevert. Zorg ervoor dat je bij elk voorbeeld een bronvermelding plaatst, zoals de schrijver, website, boek of krant. Laat vervolgens je klasgenoot het tekstbestand lezen en raden bij welke tekstsoort elk voorbeeld hoort. Geef elkaar een cijfer voor de prestatie. Ook is er een extra opdracht beschikbaar, succes!
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Techniek en woordenschat; Schrijven; Lezen van zakelijke teksten (Nederlands); Nederlands; Schrijfvaardigheid; Afstemming op doel; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Opzoeken; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    activeren, amuseren, arrangeerbaar, dan liever de lucht in, hv12, informeren, lezen-bruikbaarheid van teksten, nederlands, overtuigen, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands Kennisbank hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/90574/Nederlands_Kennisbank_hv12