Opdracht: Vaardigheden - Naslagwerk - hv12

Opdracht: Vaardigheden - Naslagwerk - hv12

Naslagwerk

Intro

Je leert hoe je een naslagwerk kunt gebruiken bij je schoolwerk.

In de volgende video maak je kennis met Wikipedia. Het grootste online naslagwerk. Alleen de Nederlandse versie van Wikipedia heeft al meer dan 2 miljoen pagina's.

Bespreek na het kijken met een klasgenoot wat de voordelen en wat de nadelen zijn van een online encyclopedie.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • aangeven welke soorten naslagwerken je kunt gebruiken voor je studie en voor andere activiteiten.
  • omschrijven hoe je dingen snel kunt opzoeken met gebruik van trefwoorden, index en register.
  • diverse online naslagwerken gebruiken.
  • uitleggen waarom naslagwerken onmisbaar zijn voor het leren en voor het maken van werkstukken.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Na het bestuderen van het Kennisbankitem 'Naslagwerken' kun je van verschillende zoekopdrachten aangeven welk naslagwerk je het beste kan gebruiken.
Stap 2 Je kunt van verschillende onderwerpen aangeven in welk deel van een 5-delige encyclopedie je deze onderwerpen kunt vinden.
Stap 3 Je kunt met behulp van een online woordenlijst uitzoeken wat de correcte spelling van verschillende woorden is.
Stap 4 Je kunt met behulp van het register plaatsen opzoeken in Google Maps
Stap 5 Je kunt met behulp van het register plaatsen opzoeken in een atlas.
Stap 6 Je kunt de betekenis van woorden opzoeken in De dikke van Dale en deze woorden daarna op de juiste plaats in de tekst plaatsen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht: Toets en Maak een toets voor een klasgenoot.
Extra opdracht  en  Maak de extra opdracht. 
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je één lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank Nederlands het onderwerp:

Vaardigheden: Naslagwerken

Maak daarna de volgende opdracht.
Wat vind je in welk naslagwerk?

 

Stap 2: Een encyclopedie

Hoe gebruik je een encyclopedie?
De eerste encyclopedie werd in Frankrijk bedacht om voor het eerst uitleg te geven over allerlei wetenschappelijke zaken aan iedereen die kon lezen en schrijven.

Nog steeds vind je in een encyclopedie heel veel uitleg over alles wat je maar weten wilt. Omdat dat wel erg veel is, bestaat een encyclopedie uit vele dikke delen, vaak wel meer dan twintig.
Vroeger stond een encyclopedie bij veel mensen in de boekenkast te pronken. Tegenwoordig gebruiken de meeste mensen Wikipedia; die is altijd actueel en... is een stuk goedkoper!

In een encyclopedie staan alle artikelen op alfabet. Op de ruggen van de delen zie je met welke letters een deel begint en eindigt.

 

Stap 3: Hoe schrijf je dat precies?

Naslagwerken zijn bedoeld om dingen op te zoeken. In een woordenboek kun je vinden hoe een woord precies geschreven moet worden, maar ook wat het meervoud is of waar de klemtoon ligt.

Het bekendste woordenboek is het Groene Boekje. Daarin staat precies hoe alle Nederlandse woorden officieel gespeld moeten worden. Omdat scholen en ambtenaren zich hieraan moeten houden, wordt dit veel gebruikt.
Ook op internet vind je de officiële Nederlandse Woordenlijst

Maak de volgende oefening. Niet gokken. Als je twijfelt de juiste spelling opzoeken.

 

Stap 4: Hoe werk je met het register?

Een ander veelgebruikt naslagwerk is de atlas. Om iets in een atlas op te zoeken, gebruik je het register achterin de atlas. Daarin staan alle landen, plaatsen en rivieren keurig op alfabet. Een register wordt ook wel index genoemd, dat betekent: wijsvinger.

In een register staan ook verwijzingen naar langere namen, zoals: Zee van Ochotsk. Maar let op: zoek nu niet bij de Z naar Zee, want dat is geen uniek trefwoord. Er zijn immers veel meer zeeën.
In het register staat: Ochotsk, zee van. Het unieke trefwoord staat dus voorop.
 

 

Stap 5: Atlas

Stap 6: De Dikke Van Dale

In het stadje Sluis kun je logeren in een hotel met de wonderlijke naam De Dikke van Dale. Dat komt, omdat Johan Hendrik van Dale de beroemdste inwoner was van deze plaats. Hij schreef in 1864 een woordenboek waarin je niet alleen kunt vinden hoe je een woord schrijft, maar ook wat het betekent.
Van Dale was een schoolmeester: hij vond dat zijn leerlingen snel de precieze betekenis van een woord moesten kunnen vinden.

Het woordenboek was maar liefst 1400 pagina's dik, geen wonder dus dat het de Dikke van Dale werd genoemd. Het is nog steeds het meest gebruikte woordenboek van onze taal.
De makers van spelletjes en quizzen gebruiken het ook - denk bijvoorbeeld aan Lingo, Scrabble en het Groot Dictee.

Natuurlijk is er inmiddels ook een online versie van dit beroemde woordenboek ( www.vandale.nl ).

 

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Vaardigheden: Naslagwerken

Eindopdracht: Naslagwerk

Nu wordt het tijd om aan je eindopdracht te gaan werken.
Maak een toets voor een klasgenoot. De toets bestaat uit minimaal vijf vragen. Om de antwoorden te vinden, moet je klasgenoot vijf verschillende (digitale) naslagwerken gebruiken.
Gebruik bij het maken van de vragen bijvoorbeeld de volgende websites:

Daarnaast mag je natuurlijk ook 'papieren naslagwerken' gebruiken.
Zorg dat je zelf de antwoorden weet op de vragen.

Klaar? Wissel je toets uit met die van een klasgenoot.
Maak elkaars toets en geef elkaar een cijfer!

Laat de toets daarna ook beoordelen door je docent.

Je docent beoordeelt je eindopdracht op de volgende punten:

  • Voor elke zoekopdracht is een ander naslagwerk nodig.
  • Je hebt de antwoorden zelf opgezocht.
  • In de zoekopdracht staan geen taalfoute

Extra opdracht

Deze woorden worden vaak gebruikt in naslagwerken om snel iets te kunnen opzoeken. Ga nu eens op zoek naar verschillende betekenissen en toepassingen van deze woorden en maak daarvoor onderstaande opdrachten.

  1. Wat is een register? Noem drie verschillende betekenissen.
  2. Waarom is het register een belangrijk onderdeel van een besturingssysteem op de computer?
  3. Uit welke taal komt het woord index en wat betekent het oorspronkelijk?
  4. Wat is het meervoud van index?
  5. Hoe kun je zelf een index maken in Word? Probeer dit uit met een tekstbestand.
  6. Verklaar het begrip AEX-index.
  7. Wat hebben de woorden index en indicatie met elkaar te maken?
  8. Verklaar de naam van het beroep registeraccountant.


Vergelijk de uitkomsten met die van je klasgenoot.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Wist je al hoe Wikipedia precies in elkaar zit en wordt gevuld? Wat was nieuw voor je?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Welke naslagwerken hebben jouw voorkeur? Gebruik je altijd verschillende naslagwerken of juist dezelfde?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het moeilijk om de vragen én de antwoorden te verzinnen voor je klasgenoten.
    Lukte het ook om de vragen van andere klasgenoten te beantwoorden?
     
  • Extra opdracht
    Heb je de extra opdracht gemaakt? Was het een uitdaging of ging het makkelijk?
  • Het arrangement Opdracht: Vaardigheden - Naslagwerk - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2019-08-30 17:03:37
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema "Hygiëne in de keuken" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv12. In deze opdracht leer je welke soorten naslagwerken je kunt gebruiken voor je studie en andere activiteiten. Je leert ook hoe je snel dingen kunt opzoeken met behulp van trefwoorden, index en register. Daarnaast ga je verschillende online naslagwerken gebruiken en uitleggen waarom naslagwerken onmisbaar zijn voor het leren en het maken van werkstukken. Voor de eindopdracht van deze opdracht ga je een toets maken voor een klasgenoot. De toets bestaat uit minimaal vijf vragen. Om de antwoorden op de vragen te vinden, moet je klasgenoot vijf verschillende (digitale) naslagwerken gebruiken, zoals Google Maps, Woordenlijst, Telefoonboek, Reisplanner en Wikipedia. Je mag ook 'papieren naslagwerken' gebruiken. Zorg ervoor dat je zelf de antwoorden op de vragen weet. Daarnaast is er ook een extra opdracht beschikbaar, succes!
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Lezen van zakelijke teksten (Nederlands); Nederlands; Begrijpen; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Opzoeken; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, hv12, hygiëne in de keuken, naslagwerken, nederlands, register, stercollectie, trefwooeden, vaardigheden- naslagwerk, werkstukken

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands Kennisbank hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/90574/Nederlands_Kennisbank_hv12