Thema: Personalien vmbo-kgt2

Thema: Personalien vmbo-kgt2

Start

Einleitung

Einleitung - Inleiding

Lieber Schüler, liebe Schülerin,
Beste leerling,

Hartelijk welkom bij het thema Personalien!
In de vakantie op de camping, tijdens een uitwisseling op school, op het internet of op facebook; er zijn heel veel mogelijkheden om met jongeren uit andere landen kennis te maken.

De meeste leeftijdsgenoten uit andere landen zullen echter geen Nederlands spreken. Je kunt er ook niet van uitgaan dat overal zo goed Engels wordt gesproken als in Nederland.

Gelukkig leer jij nu nog een vreemde taal die je helpt met mensen uit andere landen te kunnen communiceren: Duits.
Deze taal spreken meer mensen dan je misschien in eerste instantie zou denken.
In veel landen is Duits bovendien een schoolvak.
Daarmee zijn jouw kansen om met iemand Duits te kunnen praten best groot!

Je leert...

Je leert de eerste woorden en zinnen die je nodig hebt als je met iemand in het Duits wilt communiceren. Een taal leer je pas goed als je hem ook gebruikt!

In het onderdeel Sprachaufgaben vind je verschillende situaties die uit het leven gegrepen zijn. Ze zijn bedoeld om alles wat je geleerd hebt ook echt te gebruiken.

Let bij het maken van de Sprachaufgabe op:

  • de uitspraak,
  • de spelling,
  • de woorden en uitdrukkingen die je geleerd hebt,
  • de grammatica (niet alleen van dit thema, maar ook grammatica die je al eerder hebt geleerd).

Voordat je aan de Sprachaufgabe begint, ga je eerst het thema doorwerken.
In de volgende onderdelen leer je alles wat je nodig hebt om de Sprachaufgabe goed te kunnen maken!

Situation
Eines Tages bekommst du über Facebook die Anfrage, ob du Simone, ein deutsches Mädchen, als Facebook-Freund akzeptieren willst. Du kennst kein Simone, bist aber neugierig und akzeptierst sie.

Ihr lernt einander kennen und geht zusammen auf die Suche nach eventuellen gemeinsamen Vorfahren, denn Simone hat in ihrem Stammbaum entdeckt, dass ihr Ururopa ursprünglich aus Holland kommt.

Situatie

Op een dag krijg je via facebook het verzoek om Simone, een Duits meisje, te accepteren als facebook-vriendin. Je kent helemaal geen Simone maar bent wel nieuwsgierig, dus accepteer je haar.

Jullie leren elkaar kennen en jullie gaan samen op zoek naar eventuele gemeenschappelijke voorouders. Simone heeft namelijk in haar stamboom ontdekt dat haar overovergrootvader oorspronkelijk uit Nederland komt.
Misschien zijn jullie dus familie van elkaar.

Was kannst du schon?

Wat kan je al?
Waarschijnlijk heb je nog nooit Duits als schoolvak gehad, maar misschien kan je al best wel wat. Doe de volgende oefeningen om er in te komen.

Hieronder zie je negen begroetingen.
Welke vijf begroetingen gebruik je in het Duits?
 

Servus! Goddag! Guten Tag!
Dzien dorbry!         Gruß Gott!       Dobrij den!
Grüezi! Hallo! Bonjour!


Hieronder zie je drie sleepvragen met ieders vijf Nederlandse en vijf Duitse woorden. Plaats bij ieder Nederlands woord het juiste Duitse woord.

Oefening:Wat kan je al?

Hoe ging het? Wist je van de meeste Nederlandse woorden de Duitse vertaling te vinden? Ja, dan ben je zeker klaar om met het thema te beginnen.

Was wirst du lernen?

Ziele - Doelstellingen

Im abschließenden Projekt in den Sprachaufgaben wirst du mit einem deutschen Mädchen Informationen über euch und eure Familien austauschen.

In het afsluitende project in het onderdeel Sprachaufgaben (taaltaken) ga je met een meisje uit Duitsland informatie uitwisselen over jullie en jullie families.

Daarom:

  • leer je hoe je iemand begroet en afscheid neemt;
  • lees je en luister je naar berichten van verschillende personen over het thema familie;
  • vertel je over jezelf en jouw familie;
  • schrijf je een tekst voor een stripverhaal;
  • teken je de stamboom van jouw familie;
  • krijg je nuttige tips voor de omgang met Duitsers;
  • kom je iets te weten over Duitse autokentekens;
  • hoor je hoe goed bekende Nederlanders Duits praten;
  • leer je belangrijke woorden en uitdrukkingen;
  • leer je enkele basisregels van de Duitse grammatica;
  • leer en doe je nog veel meer...

Bij 'Sprachaufgaben' vind je realistische situaties waarin je alles wat je hebt geleerd kunt gebruiken.

Let daarbij op:

  • de uitspraak
  • de spelling
  • de woorden en de zinnen
  • de grammatica

Het is echt niet erg als je dat nog niet kunt!
Je leert het namelijk pas in dit thema.

Aan de slag!

Arbeitsplan

Arbeitsplan
Ieder thema bestaat uit een groot aantal opdrachten.
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt welke opdrachten je gedaan hebt. Om je te helpen hebben we een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.

Download hier het Arbeitsplan Personalien

Werkzeugkasten 1

Einleitung

Einleitung

De Werkzeugkasten is een soort gereedschapskist.
In dit deel van de Werkzeugkasten vind je de woordjes en zinnen die je nodig hebt bij het maken van de taaltaken van het thema Personalien.

In de Werkzeugkasten vind je de onderdelen:

  • Wortschatz
  • Wortschatz-werken met StudioWozzol
  • Hilfsmittel
  • Spiele


Veel succes!

Wortschatz - 1 Begrüßung

Begrüßung
Hieronder vind je allerlei taaloefeningen.
Een aantal oefeningen gaat over begroeten.

Doe de volgende oefeningen:


Klik op de pijltjes om de begroeting te horen.




NB:
AM is een afkorting voor Ante Meridiem, het Latijns voor “Voor de middag”.
Bijvoorbeeld 10.00 a.m. is 10 uur in de ochtend. Bij de 24-uurs tijd is dit 10:00.

PM is een afkorting voor Post Meridiem, wat staat voor “Na de middag”.
Bij 10.00 p.m. is 10 uur in de avond. Bij de 24-uurs tijdsaanduiding is dit 22:00.

Oefening:Guten Tag!

Oefening:Guten Abend!

Wortschatz - 1 Wie heißt du?

Wie heißt du?
Doe nu ook de volgende oefeningen:

Hallo! Wie heißt du? Hallo! Ich heiße Gabi. Wie heißt du?

Mein Name ist Hans. Tschüss! Tschüss!


Oefening 1:Mein Name ist Barbara

Oefening 2:Tschüss!

Wortschatz - 1 Zahlen

Zahlen
De volgende oefeningen gaan over de getallen 1 t/m 20.

eins

zwei

drei

vier

fünf

sechs

sieben

acht

neun

zehn

elf

zwölf

dreizehn

vierzehn

fünfzehn

sechzehn

siebzehn

achtzehn

neunzehn

zwanzig

 


 

 

Oefening:Wie viele

Oefening:Hör gut zu!

Oefening:Wie viele

Oefening:Rechenaufgabe

Wortschatz - 1 Familie

Familie
Bekijk het onderstaande filmfragment.
Welke familieleden worden genoemd?

 

 


Meine Oma

Mein Opa

Meine Mutter

Mein Vater

Mein Onkel

Meine Tante

Mein großer Bruder

Meine große Schwester

Das bin ich

Mein kleiner Bruder

Meine kleine Schwester

Mein Cousin

Meine Cousine


 

Oefening:Wer ist das?

Oefening:Schreib

Wortschatz - 1 Wie geht's

Wie geht's
Bekijk de video. Welke vraag of vragen hoor je in de video?
Noteer deze vragen.
Doe nu ook de volgende oefeningen:

Wie geht's dir?

Mir geht's gut.


Wie geht's dir?

Nicht sehr gut.


Wie geht's dir?

Nicht Schlecht.


Hallo! Mein Name ist Monika. Wie heißt du?     Mein Name ist Martin. Wie geht's dir?
Gut, danke. Und dir?     Nicht schlecht.


 

Oefening:Mir geht's gut

Oefening:Wie geht's dir, Klaus?

Wortschatz - 2

Wozzol - Personalien
Om de opdrachten in dit thema goed te kunnen maken, moet je een aantal woordjes en zinnen kennen. Voor elk thema staan er in StudioWozzol woordenlijsten klaar, waar je mee kunt oefenen:

 Woordenlijst Wortschatz A

 Woordenlijst Wortschatz B

 Woordenlijst Wortschatz C

 

 Woordenlijst Aussagen A

 Woordenlijst Aussagen B

 Woordenlijst Aussagen C


Je hebt de woordenlijsten geoefend met StudioWozzol.
Met dit programma kun je woordjes op een gemakkelijke en efficiënte manier leren.
Klik op de knop StudioWozzol om met nog veel meer woorden aan de slag te gaan!
De eerste keer moet je je even aanmelden, zodat je voortgang kan worden bijgehouden.

StudioWozzol

Wortschatz - 3

Oefeningen Personalien
Hier vind je een aantal oefeningen over Wortschatz en Aussagen.

Oefening:Wortschatz A

Oefening:Wortschatz B

Oefening:Aussagen A

Oefening:Aussagen B

Oefening:Aussagen C

Hilfsmittel

Hilfsmittel

1 Woordenboek

Zowel echte woordenboeken als ook digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl

2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met Word, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken (bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!

 

Spiele

Los geht's
Op internet vind je veel websites met leuke Duitse spelletjes/oefeningen die te maken hebben met het thema. Hieronder een aantal links naar websites die wij voor jou hebben geselecteerd:

Mit diesen Spielen lernst du bestimmt noch besser Deutsch!
Met deze spelletjes leer je vast nog beter Duits!

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

Tellen en getallen

Bekijk ook de volgende twee video's. Deze behandelen tips bij het opzoeken met een woordenboek en bij het leren van woordjes.

Hoe gebruik je een woordenboek?
Tips bij het leren van woordjes

Let op:
Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Hören

Einleitung

Einleitung - Inleiding
In diesem Punkt findest du die Hörübungen.
Du hörst dir verschiedene Gespräche an.
Die Übungen werden dein Hörverstehen der deutschen Sprache deutlich verbessern.

In dit onderdeel vind je luisteroefeningen.
Je hoort verschillende gesprekken.
Met de oefeningen vergroot je je luistervaardigheid.


Alles wat je hier leert, helpt je de taaltaken bij het thema 'Personalien' goed te kunnen maken.

Je hoort:
  • iets over Larissa,
  • iets over Amadeus,
  • iets over de gezinnen van Selina, Larissa en Lina,
  • een lied over een krokodil.

Veel succes! - Viel Erfolg!

Ich

Larissa en Amadeus
Luister naar Larissa en naar Amadeus.
Doe daarna de oefening 'Larissa en Amadeus'.

Larissa:
Amadeus:

Aan het einde van de oefening kun je oefening inleveren. Als je de oefening inlevert, zie je je score en kun je jouw antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.

Oefening:Larissa en Amadeus

Meine Familie

Selina
Luister naar Selina en maak daarna de vraag.


Welke drie beweringen kloppen?

  1. Maria is ouder dan Selina en Maike is jonger dan Selina.
  2. Sarah is de tweelingzus van Selina.
  3. Maria en Maike zijn een tweeling.
  4. Selina heeft een broer.
  5. Selina heeft drie zussen.
  6. Selina is 15 jaar.

Bespreek je antwoord met een medeleerling.

Larissa en haar familie
Luister naar Larissa en maak daarna de oefening.

Oefening:Larissa en haar familie

Lina
Luister nu ook naar Lina en maak daarna de oefening.

Oefening:Lina

Schnappi

Schnappi
Bekijk het filmpje en luister naar het liedje:

 


Waarin bijt Schnappi?
Zet de opties in de juiste volgorde.

  1. mama
  2. ei
  3. alles waar Schnappi in kan happen
  4. been van papa

Bespreek je antwoord met een medeleerling.

Hieronder staat de songtekst van het liedje over Schnappi.
Probeer de songtekst samen met een klasgenoot te vertalen.

Ich bin Schnappi, das kleine Krokodil.
Komm aus Ägypten, das liegt direkt am Nil.
Zuerst lag ich in einem Ei,
dann schni-,schna-,schnappte ich mich frei.
Schni Schna Schnappi
Schnappi Schnappi Schnapp
Schni Schna Schnappi
Schnappi Schnappi Schnapp
Ich bin Schnappi, das kleine Krokodil,
hab scharfe Zähne, und davon ganz schön viel.
Ich schnapp mir, was ich schnappen kann,
ja ich schnapp zu, weil ich das so gut kann.
Schni Schna Schnappi
Schnappi Schnappi Schnapp
Schni Schna Schnappi
Schnappi Schnappi Schnapp
Ich bin Schnappi, das kleine Krokodil,
und vom Schnappen, da krieg ich nicht zu viel.
Ich beiß dem Papi kurz ins Bein,
und dann, dann schlaf ich einfach ein.
Ich bin Schnappi, das kleine Krokodil,
ich schnappe gern, das ist mein Lieblingsspiel.
Ich schleich mich an die Mama ran,
und zeig ihr, wie ich schnappen kann.
Schni Schna Schnappi
Schnappi Schnappi Schnapp (schnapp!)
Schni Schna Schnappi (ja!)
Schnappi Schnappi Schnapp (schnapp!)
Schni Schna Schnappi
Schnappi Schnappi Schnapp
Schni Schna Schnappi
Schnappi Schnappi Schnapp
Schni Schna Schnappi (mhmm!)
Schnappi Schnappi Schnapp (ja!)
Schni Schna Schnappi
Schnappi (hmm) Schnappi Schnapp.

Lesen

Einleitung

Einleitung - Inleiding
Hier übst du das Lesen.
Du lernst, deutsche Texte besser zu verstehen.

In dit onderdeel oefen je je leesvaardigheid.
Je leert Duitse teksten beter te begrijpen.


De teksten gaan over:
  • de familie van Lotte en Max,
  • de familie van Maria.

Na, dann mal los!

Lotte und Max

Unsere Familie
Lees het verhaal over Lotte en Max en maak dan de oefening.

Hallo, wir sind Lotte und Max!

Wir sind Geschwister.
Max ist 12 und ich bin 14.
Wir wohnen mit unseren Eltern in Dresden. Das liegt im Bundesland Sachsen.

Unsere Mutter heißt Irene, unser Vater heißt Daniel. Wir haben noch eine kleine Schwester. Sie heißt Anne und ist 5 Jahre alt.

Die Eltern von unserer Mutter wohnen in Leipzig. Oma Hilde ist 62 und Opa Gerd ist 65. Papa hat nur noch seine Mutter: Liesbeth. Opa Artur ist schon gestorben.

Unsere Tante heißt Jana. Sie ist die Schwester von Mama.
Einen Onkel haben wir nicht.
Unsere Cousine Paula ist 2 Jahre, unser Cousin Hannes ist 4.
Das sind die Kinder von Tante Jana.

Ach ja, ich habe auch ein Meerschweinchen und Max hat ein Kaninchen. Anne möchte gern einen Hund, aber sie ist noch zu klein.

Beantwoord de volgende vier vragen.
  1. Hoe heet de zus van Max? En hoe de zus van Irene?
  2. Wat is de relatie tussen Irene en Daniël?
  3. Hoe heet de schoonmoeder van Irene?
  4. Welke van de volgende beweringen kloppen?
    • Tante Jana heeft twee kinderen.
    • Max en Lotte zijn een tweeling.
    • Het neefje van Max en Lotte is 4.
    • De vader van Daniël is al overleden.
    • Anne is het nichtje van Lotte en Max.
    • Anne heeft een hond.

Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Hebben jullie op alle vragen hetzelfde antwoord? Bespreek eventuele verschillen.

Maria

Maria
Mein Name ist Maria.
Ich komme aus Tirol und lebe schon 12 Jahre in Wien.
Ich bin Krankenschwester von Beruf.
Ich bin 32 Jahre alt und habe zwei Kinder.
Meine Tochter Jana ist 11 und geht ins Gymnasium.
Mein Sohn Markus ist 7 und geht in die Volksschule.

Mein Mann arbeitet als Automechaniker.
Wir sind seit 12 Jahren verheiratet.

Meine Hobbys sind Lesen und Sport.
Ich treffe auch gerne Freunde und höre gern Musik.

Maak nu de onderstaande oefening.

Oefening:Maria

Werkzeugkasten 2

Einleitung

Einleitung
De Werkzeugkasten is een soort gereedschapskist.
In dit deel van de Werkzeugkasten vind je de grammatica die je nodig hebt bij het maken van de taaltaken van het thema Personalien.

In de Werkzeugkasten vind je de onderdelen:
  • Grammatik
  • Aussprache
  • Hilfsmittel

Veel succes!

Grammatik

Als je de opdrachten die bij dit thema horen goed wilt doen, zul je ook iets moeten weten over de taalregels, de grammatica - Grammatik.

Je gaat leren over:

  • de persoonlijke voornaamwoorden;
  • de werkwoorden haben en sein;
  • de bezittelijke voornaamwoorden.

Over ieder onderwerp bestudeer je de theorie in StudioDuits en maak je één of enkele oefeningen.

Succes!

Grammatik: Personalpronomen

Bestudeer uit de kennisbank Duits het onderdeel over het Persoonlijk voornaamwoord.

KB: Persoonlijk voornaamwoord - Personalpronomen

Maak nu de volgende oefening:

Oefening:Persoonlijk voornaamwoord - Personalpronomen

Grammatik: Haben und Sein

Bestudeer uit de kennisbank Duits het onderdeel over de werkwoorden (Verben) Haben en Sein.

KB: Haben und sein

Maak nu de volgende oefeningen:

Oefening:Haben - Sein - 1

Oefening:Haben - Sein - 2

Grammatik: Possessivpronomen

Bestudeer uit de kennisbank Duits het onderdeel over het bezittelijk voornaamwoord.

KB: Bezittelijk voornaamwoord - Possessivpronomen

Maak nu de volgende oefening:

Oefening:Bezittelijk voornaamwoord

Aussprache

Op languageguide.org vind je de uitspraak (Aussprache) van een aantal belangrijke woorden die passen bij dit thema!


Luister naar de uitspraak van de letters

a. 

b. 

c. 

d. 

e. 

f. 

g. 

h. 

i. 

j. 

k. 

l. 

m. 

n. 

o. 

p. 

q. 

r. 

s. 

t. 

u. 

v. 

w. 

x. 

y. 

z. 

 

 

ä. 

ö. 

ü. 

ß. 


Beweeg met je muis over de plaatjes.
Luister naar de woorden en oefen de uitspraak door ze hardop uit te spreken.
Kies de tien moeilijkste woorden uit elke oefening. Schrijf ze op in je schrift.
Lees ze hardop voor aan een medeleerling.

Hilfsmittel

Hilfsmittel

1 Woordenboek
Zowel echte woordenboeken als ook digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl

2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met Word, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken (bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staan video's die goed passen bij dit thema.
Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot.

Persoonlijke voornaamwoorden
Haben en Sein
Bezittelijk voornaamwoord
Duzen und Siezen

Let op:
Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Sprechen

Einleitung

Einleitung - Inleiding
Es gibt viele Situationen, in denen du dich auf Deutsch vorstellen musst. Denke z.B. an einen Campingurlaub in Deutschland, einen Schüleraustausch mit einer deutschen Schule oder Diskussionsforen und Blogs im Internet.

Er zijn veel situaties te verzinnen waarin je je in het Duits moet voorstellen, bijvoorbeeld aan een vakantie op een camping in Duitsland, aan een uitwisseling met een Duitse school of een discussieforum of blog op het internet.

Ook voor de taaltaken aan het einde van dit thema is het belangrijk dat je iets over jezelf kunt vertellen. Dan moet je denken aan:
  • deinen Namen - je naam
  • dein Alter - je leeftijd
  • dein Land und deinen Wohnort - je land en je woonplaats
  • sich begrüßen und verabschieden - begroeten en afscheid nemen
  • fragen, wie es geht und darauf antworten. - vragen hoe het met iemand gaat en zelf antwoord geven op die vraag.
Hoe je dat doet, leer en oefen je hier.

Dialoge-1

Aufwärmung - Opwarming
Luister naar het geluidsfragment.


Beantwoord samen met een medeleerling de volgende drie vragen.

  1. Welke antwoord heb je in het gesprek gehoord?
    1. Ich heiße Bettina.
    2. Mein Name ist Bettina.
    3. Ich bin Bettina.
  2. En wat zegt Bettina over haar leeftijd?
    1. Ich bin 13.
    2. Ich bin 14.
    3. Ich bin 15.
  3. Wat zegt Bettina over haar woonplaats?
    1. Ich komme aus Bochum.
    2. Ich wohne in Bochum.

Nu jij.

Jetzt du! - Nu jij!
Zoek een partner voor deze opdracht.
Lees de Rollenkarte 1 en Rollenkarte 2 goed door.

Oefen het gesprek zo lang tot je het uit je hoofd kent.
Laat je docent naar het gesprek luisteren of luister samen met de klas naar een aantal gesprekken.

Gebruik de Rollenkarte - beoordeling om het gesprek te beoordelen.

Dialoge-2

Situationen - Situaties

Lees de verschillende situaties goed door.
Zoek voor elke situatie een andere gesprekspartner.
Voer het gesprek spontaan (zonder voorbereiding).
Laat de gesprekken aan je docent horen of luister in de klas naar een aantal gesprekken.

Situatie 1
Je bent op een camping in Duitsland. In de wasruimte op de camping groet iedereen elkaar 's morgens. Het is natuurlijk een beetje onbeleefd om niets terug te zeggen als iemand je groet.
Reageer op een gepaste manier.

Situatie 2
Elke avond is er iets te beleven op de camping in Duitsland. Vanavond doe je mee aan een karaokeshow. Voor je gaat optreden, worden je vragen over jezelf gesteld (naam, leeftijd, land, woonplaats).
Reageer op de vragen van de animator.

Situatie 3

Op de camping maak je ook kennis met een meisje/een jongen uit Polen.
Al gauw komen jullie erachter dat de enige taal die jullie allebei spreken Duits is.
Je vraagt elkaar naar naam, leeftijd en woonplaats.
Voer het gesprek.

Situatie 4
De volgende dag kom je bij het winkeltje van de camping iemand van de karaoke-avond tegen. Zij/hij vraagt hoe het met je gaat en jij geeft antwoord en vraagt hetzelfde aan haar/hem.

Voer het gesprek.

Monolog

Besuch - Bezoek
Deine Schule hat an einem internationalen Projekt teilgenommen.
Heute ist eine Gruppe aus Deutschland bei euch zu Besuch.
Die deutschen Gäste kommen auch in deine Klasse.
Einige Schüler stellen sich auf Deutsch vor.

Jouw school heeft aan een internationaal project meegedaan.
Vandaag is er een groep uit Duitsland bij jullie op school.
De gasten komen ook in jouw klas kijken.
Enkele leerlingen moeten zich in het Duits voorstellen.


Bereid je (met een klasgenoot) voor op dit moment.
Wat je moet noemen is:
  • naam
  • leeftijd
  • land
  • woonplaats
Deine Mitschüler und dein Lehrer beurteilen deinen Monolog.
Je medeleerlingen en je docent beoordelen jouw monoloog.

Schreiben

Einleitung

Einleitung - Inleiding
Hier wirst du das Schreiben üben und verbessern.
Mit den Aufgaben, die du machst, bereitest du dich weiter auf die große Sprachaufgabe vor.
  • Du schreibst ein Profil für einen Schüleraustausch.
  • Du schreibst den Text für einen Trickfilm.
  • Du entwirfst den Stammbaum deiner Familie.

In dit onderdeel ga je je schrijfvaardigheid oefenen en verbeteren.
Met deze opdrachten bereid je je op de afsluitende taaltaak voor.
  • Je schrijft een profiel voor een leerlingenuitwisseling.
  • Je schrijft een tekst voor een tekenfilm.
  • Je ontwerpt de stamboom van jouw familie.

Viel Erfolg!

Schüleraustausch

Mein Profil

Hallo!

Mein Name ist Oskar. Ich bin 13 Jahre alt.
Ich komme aus Deutschland und wohne in Paderborn. Meine Hobbys sind Lesen und Fußball. Ich habe zwei Haustiere, eine Katze und eine Schildkröte.
Meine Lieblingsfarbe ist grün. Ich fahre im Urlaub mit meinen Eltern nach Schweden.

  • Lees het voorbeeld van Oskar.
  • Schrijf je eigen profiel (digitaal of op een wit vel papier).
  • Voeg er een (pas)foto van jezelf bij.
  • Controleer alles nog een keer en verbeter eventuele fouten.
  • Stuur of geef het profiel aan je leraar.

Succes!

Trickfilm

Blind date
Samen met een medeleerling maak je een tekenfilm bij het thema Personalien.
Daarvoor gebruik je de online Moviemaker (deze website maakt gebruik van Flash).

  • Maak samen een gesprek in het Duits: twee jongeren leren elkaar kennen en stellen zich voor (begroeting, 'hoe gaat het', naam, leeftijd, land, woonplaats, afscheid).
  • Gebruik de woorden en zinnen uit de 'Werkzeugkasten' of bijvoorbeeld een (online-)woordenboek.
  • Verdeel de vragen en antwoorden gelijk onder elkaar. Dus zo dat niet één alleen maar vraagt en de ander alleen maar antwoord geeft!
  • Ieder van jullie moet tenminste vijf keer iets zeggen.
  • Laat het gesprek eventueel door je leraar nakijken voordat je de film maakt.

Hoe werkt de online Moviemaker?

  • Open de Moviemaker - flash (klik op de link).
  • Kies een passende achtergrond en klik op NEXT.
  • Kies RENDEZ-VOUS en klik op NEXT.
  • Kies twee figuren en klik op NEXT.
  • Tik je tekst en klik op NEXT.
  • Als je meer tekstregels nodig hebt, voeg je een nieuwe scene toe (ADD NEW SCENE).
  • Kies een achtergrondmuziek en klik op FINISH MOVIE.
  • Kies een titelpagina, tik de titel van het gesprek en jullie namen in en klik op PREVIEW SEND MOVIE.
  • Bekijk het filmpje. Jullie kunnen nog steeds dingen veranderen.
  • Voer de namen en email-adressen van mensen in, waar je de film aan wilt laten zien (bv. leraar, medeleerlingen). Voer ook je eigen email-adressen in
    en klik op SEND.
  • Bekijk enkele filmpjes in de klas. Wie heeft de leukste film gemaakt?
    Wie heeft de beste film gemaakt?

Succes!

Stammbaum

Meine Familie
Je gaat een stamboom van je eigen familie maken.
  • Teken de stamboom van jouw familie op een groot wit vel papier.
  • Plak er eventueel foto's van de personen op.
  • Schrijf bij elke persoon een zin in het Duits.
    Bijvoorbeeld:
    - Das ist meine Tante Angelika.
    - Das ist mein Bruder Marc.
  • Bekijk de stambomen samen in de klas.
    Tip: Hang de mooiste/beste stambomen op aan de muur in jullie lokaal.
Succes

Landeskunde

Einleitung

Einleitung - Inleiding
Hier lernst du mehr über Deutschland, die Deutschen und die anderen deutschsprachigen Länder, z.B.
  • einige besondere Begrüßungen
  • praktische Tipps, wodurch du die Deutschen besser verstehst
  • das Geheimnis der Nummernschilder
  • bekannte Niederländer, die echt gut Deutsch sprechen.
Viel Spaß!

Hier kom je meer te weten over Duitsland, de Duitsers en de Duitstalige landen, bijvoorbeeld:
  • enkele bijzondere begroetingen
  • handige tips waardoor je Duitsers beter zult begijpen
  • het geheim van de autokentekens
  • bekende Nederlanders die echt goed Duits spreken

Viel Spaß!

Begrüßung

Grußformeln - Groeten
Ook in Duitsland horen begroetingen bij het dagelijkse leven.

Thuis begint het al: ook al ben je nog behoorlijk moe, toch wissel je met je ouders een 'goede morgen'. Ook tegen je vrienden op school zeg je even 'hoi'. En je leraar begroet de klas natuurlijk ook.

Maar ook bij het instappen in de bus, bij het binnenkomen in een winkel of aan de kassa van de bioscoop is het gebruikelijk om even te groeten. In Duitsland wordt het als onbeleefd ervaren als je dat niet doet.

En heel belangrijk: in Duitsland geef je elkaar veel vaker een hand bij de begroeting dan in Nederland!

Grüß Gott!
Lees het verhaaltje over 'Grüß Gott' en beantwoord daarna de vraag.


Grüß Gott is een typisch Beierse, Oostenrijkse en Duitstalig -Zwitserse begroeting. Het is een verkorting van Grüße dich Gott, dat "God begroete u" betekent. Noord-Duitsers reageren hier soms erg ironisch op met "Wenn ich ihn sehe." (Nederlands: "Als ik hem zie."; de dubbelzinnigheid schuilt in het feit dat men Grüß Gott ook als "Groet God" kan vertalen.) De begroeting is religieus. Dit komt waarschijnlijk door het feit dat Beieren en Oostenrijk een voornamelijk katholieke bevolking hebben, in tegenstelling tot het voornamelijk protestantse noorden van Duitsland.
  1. Grüß Gott als begroeting wordt het meest gebruikt in ...
    1. Het zuiden van Duitsland
    2. Berlijn
    3. Het Noorden van Duitsland
    4. De provincie Sachsen

Mahlzeit!
Lees het stukje uitleg over 'Mahlzeit' en maak daarna de opgave.


"Mahlzeit" wordt voornamelijk gebruikt in de westelijke delen van Duitsland en Oostenrijk en wordt vaak gebruikt als begroeting bij de lunch. De oorsprong van deze gewoonte is een korte vorm van de vroegere gemeenschappelijke begroeting "Gezegende maaltijd!". In het noorden van Duitsland wordt de begroeting "Mahlzeit" als een gewone begroeting, zoals een "hallo" bij kennissen, gebruikt.
  1. Mahlzeit wordt in de westelijke delen van Duitsland en Oostenrijk gebruikt voor:
    1. Goede reis!
    2. Beterschap
    3. Eet smakelijk!
    4. Tot ziens!

Glück auf!
Lees nu ook het stukje uitleg over 'Glück auf!' en beantwoord vraag 3.


"Glück auf" is een Duitse mijnwerkersbegroeting. Het beschrijft de hoop van de mijnwerkers. Men bedoelt ermee:"Veel geluk ermee. Doe een mooie zilver- of goudader op in de berg".
  1. Glück auf was vroeger de groet van de:
    1. Kooplieden
    2. Mijnwerkers
    3. Artsen
    4. Politieagenten

Vergelijk jouw antwoorden op de drie vragen met de antwoorden van een klasgenoot. Bespreek eventuele verschillen.

Deutschland-ABC

10 Tipps
Er zijn verschillen maar ook veel overeenkomsten tussen Nederlanders en Duitsers. Het belangrijkste is dat je elkaar wilt begijpen.

10 tips om Duitser beter te begrijpen
Open de website 10 tips om Duitsers te begrijpen .
Lees de tips aandachtig door. Maak daarbij de volgende opdracht:
Kies de beweringen die kloppen.

  1. Viele junge Deutsche schämen sich für der 2. Weltkrieg.
  2. Essen und Trinken spielen in Deutschland eine große Rolle.
  3. In Deutschland hält man sich an Regeln.
  4. Deutsche lachen nicht viel.
  5. Deutschland hat neun Nachbarländer.
  6. Deutschland ist größer als die Niederlande.
  7. Deutschland besteht aus 15 Bundesländern.
  8. In Deutschland sagen Menschen schnell "du" zueinander.

Bespreek je antwoord met een medeleerling.

Und du?
Open de website Duitsland A-B-C .

Bekijk enkele onderwerpen in de Duitsland-A-B-C en lees de informatie.

Heb je ervaringen met een van de punten die je gelezen hebt?
Welke ervaringen heb jij met Duitsers en Duitsland?
Praat er in de klas over.

Nummernschilder

Karte
In de 10 tips heb je gelezen dat Duitsland 16 provincies (of deelstaten) heeft.
Bekijk de kaart van Duitsland: Kaart van Duitsland

Schrijf de namen van de 16 provincies op.

Kennzeichen
Bij een auto uit Duitsland kun je aan het kenteken zien waar de auto vandaan komt. De eerste één, twee of drie letters geven namelijk de stad of de regio aan waar de auto geregistreerd is. Dus als iemand naar een andere stad of regio verhuist, verandert ook het kenteken van zijn auto.

Hoe groter de stad, des te minder letters staan er voor het koppelteken.

Voorbeelden
B = Berlin (grote stad)
BO = Bochum (middelgrote stad)
BOT = Bottrop (kleine stad)

 

Klik op de volgende link om de website te openen:
Kennzeichen in Deutschland

Teken in je schrift een tabel met drie kolommen (Kenteken, Stad, Provincie).
Zoek de volgende kentekens op en zet de informatie in de tabel.

Kenteken                      Stad                                   Provincie                              
EF    
F    
LIP    
QLB    
M    
KS    

 

Bekannte Niederländer

Königin Beatrix

Duitsland en Nederland hebben veel met elkaar te maken.
Dat zie je in de economie en in het toerisme maar ook in de politiek, in de sport en op cultureel gebied. Bij de samenwerking van die twee landen speelt de taal natuurlijk een grote rol.

Op deze en de volgende pagina's vind je enkele voorbeelden van bekende Nederlanders die goed of soms zelfs heel goed Duits spreken.

Ook de voormalige koningin Beatrix spreekt goed Duits.
Bekijk het filmpje:

Linda de Mol

Bekijk het volgende filmpje.

Heb jij Linda de Mol wel eens in een Duitse film of in een Duitse spelshow (bv. Traumhochzeit) gezien? Vind je dat ze goed Duits spreekt?

Louis van Gaal
En voor een voetbalcoach is het natuurlijk ook belangrijk dat hij de taal van zijn team tenminste een beetje spreekt als hij wil dat zijn team kampioen wordt.

Ken je nog andere bekende Nederlanders die iets met Duitsland te maken hebben en daarom Duits spreken?
Zoek meer voorbeelden en laat die in de klas zien.

Sprachaufgaben

Einleitung

Einleitung - Inleiding
Situatie
Op een dag zoekt een onbekend meisje via facebook contact met jou. Het gaat om een stamboom. Je bent nieuwsgierig en je accepteert Simone als vriend op facebook. Jullie wisselen informatie uit over jullie familie.
Omdat Simone geen Nederlands kan, doen jullie dat in het Duits.
Lees het facebookbericht van Simone en doe daarna de opdracht.


Facebookbericht van Simone
Hallo,

Ich bin Simone Meier.
Wir machen in der Schule gerade ein Projekt über die Geschichte unserer Familie. Einen Stammbaum nennt man das.

Ich habe herausgefunden, dass mein Ururopa (das ist der Opa von meinem Opa) ursprünglich aus Holland kommt. Er hieß Jan Meijer und lebte in Utrecht. Auf einem Sommerfest hat er meine Ururoma Klara kennen gelernt. Sie haben sich ineinander verliebt und später geheiratet. Danach lebten sie zusammen in Deutschland. Sie bekamen vier Kinder, zu denen auch mein Uropa gehörte: Karl.
Der heiratete Hanna und bekam zwei Söhne: Hans und Helmut.
Helmut ist mein Opa. Er heiratete meine Oma Lenchen. Ihr Sohn (mein Vater) heißt Thomas und meine Mutter heißt Anke.

Irgendwann hat sich der Familienname von Meijer verändert in Meier. Das ist, denke ich, die deutsche Schreibweise. Ich habe auch noch einen Bruder.
Er heißt Andreas und ist 10. Ich bin übrigens 13.
Wir wohnen jetzt in Bochum.

Vielleicht gibt es in deinem Stammbaum ja auch einen Jan Meijer und sind wir verwandt?!
Das wäre lustig! Ich stelle es mir schön vor, um Verwandte in Holland zu haben.

Melde dich bitte! (Auch wenn sich herausstellt, dass wir nicht verwandt sind. Dann können wir ja trotzdem Freunde werden.)

Liebe Grüße
Simone

Kies de vier uitspraken die kloppen. Doe het samen met een klasgenoot.

  1. Simone is met haar stamboom bezig omdat ze er op school een project over hebben.
  2. Simone wil graag contact met je, ook al zijn jullie geen familie van elkaar.
  3. Simone heeft een jongere broer.
  4. Sinds vier generaties woont de hele familie van Simone in Duitsland.
  5. De naam Meier is later verandert in Meijer.
  6. De overgrootvader van Simone komt uit Nederland.

Bericht van Simone

Lees het bericht van Simone opnieuw.


Teken de stamboom van Simone op een vel papier.

  • Schrijf de namen van de personen op die ze noemt.
  • Schrijf in het Duits onder de namen in welke verhouding ze met Simone staan (Opa, Mutter enz.).

Vergelijk het resultaat met enkele medeleerlingen.

Heb je de stamboom goed getekend en de Duitse woorden er goed bijgeschreven?

Sprachaufgaben

Luister naar het voicemailbericht van Simone en beantwoord de vraag.


Welk nieuws heeft Simone?

  1. Haar tante heeft sinds kort een Nederlandse vriend.
  2. De Nederlander Chris Beek is familie van haar.
  3. Haar moeder heeft een Nederlandse tante kunnen opsporen

Heb je hetzelfde antwoord als je buurman/buurvrouw?

Dein Stammbaum

Teken de stamboom van jouw familie op een vel papier (of gebruik de stamboom die je eerder gemaakt hebt).

  • Schrijf de namen van de personen op.
  • Schrijf er in het Duits bij in welke verhouding de personen tot jou staan (mein Opa, meine Cousine enz.).
  • Plak er eventueel foto's van de personen bij.

De stamboom heb je voor de opdracht hieronder nodig.

Sprachaufgaben: Skype-Gespräch

Met Simone heb je afgesproken dat jullie af en toe via skype met elkaar zullen spreken. Jullie hebben allebei een webcam zodat jullie elkaar ook kunnen zien.
Dat is een goede manier om Simone meer over jou en je familie te vertellen en jouw stamboom aan haar te laten zien.
Oefen (met behulp van je stamboom) om zo veel mogelijk over jezelf en je familie te vertellen.
Boots in de klas een skype-gesprek met Simone na:

  • Begroet Simone
  • Vraag hoe het met haar gaat
  • Vertel hoe het met jou gaat
  • Laat je stamboom aan Simone zien
  • Leg je stamboom aan Simone uit.
    Vertel daarbij zo veel mogelijk over jezelf en je familie
  • Neem afscheid

Luister ook naar de verhalen van andere leerlingen in de klas.

Sprachaufgaben: Auswertung

Hoe is het gegaan? - Auswertung

Wähle die Aussagen, die auf dich zutreffen.
Die Aussagen beziehen sich natürlich auf die deutsche Sprache.
Kies de uitspraken die op jou van toepassing zijn.
Alle uitspraken gaan natuurlijk over de Duitse taal.

  • Ich kann auf einfache Fragen zu meiner Person und meinem Wohlbefinden reagieren.
  • Ich kann kurz über mich erzählen (Name, Alter, Land).
  • Ich kann die Wörter zum Thema Personalien.
  • Ich kann deutsche Wörter und Sätze korrekt aussprechen.
  • Ich kann die Grammatik richtig anwenden.
  • Ich kann sagen, wer zu meiner Familie gehört.
  • Ich kann einer anderen Person Fragen stellen (Name, Alter, Land, Wohlbefinden.)
  • Ich fühle mich sicher, wenn ich Deutsch rede.

Ben je tevreden over je vorderingen?

Antworten

Antworten

Antworten
Bekijk hier of je de opdrachten goed hebt gemaakt.

Landeskunde
Nummernschilder - pagina 2.

Kenteken Stad Provincie
EF Erfurt Thüringen
F Frankfurt Hessen
LIP Lippe Nordrhein-Westfalen
QLB Quedlinburg Sachsen-Anhalt
M München Bayern
KS Kassel Hessen
  • Het arrangement Thema: Personalien vmbo-kgt2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2018-10-11 12:04:54
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    StudioVO

    Deze module is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO.

    Fair Use

    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In het thema Personalien leren leerlingen door te luisteren (Hören), te lezen (Lesen), te spreken (Sprechen) en te schrijven (Schreiben) hoe ze in het Duits over hun familie kunnen vertellen. Ze leren ook mensen begroeten.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Informele gesprekken; Dagelijks leven; Schrijven; Gesprekken voeren; Duits; Luisteren en kijken; Lezen om informatie op te doen; Luisteren naar tv, video- en geluidsopnames; Vrij schrijven; Lezen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    10 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare