Start
Welkom op de online reader voor muziek JZ en MZ.
Met behulp van deze reader gaan we stap voor stap de lessen en opdrachten door.
Er staat precies omschreven wat er van je wordt verwacht om te leren of te maken.
Om eerst duidelijkheid te krijgen wat er allemaal staat nemen we eerst de reader klassikaal door.
Let op: Alle opdrachten die je maakt lever je in op papier, gemailde versies worden niet gelezen of beoordeeld.
Voor het vak muziek ontwikkel je een muziekportfolio, dit portfolio voeg je aan het eind van periode 2 toe aan je ontwikkelportfolio van de opleiding.
De Rode knoppen in het menu zijn de thema's, hier staat de algemene informatie, daar onder staat de specifieke theorie of de opdrachten
Muziekportfolio
In deze en de komende periodes ga je voor muziek een muziekportfolio bijhouden.
Alle uitgewerkte opdrachten die je zelf of met een groepje maakt komen hier in te zitten.
aan het einde van periode 2 wordt dit beoordeeld en daarna kun je het muziekportfolio aan je opleidingsportfolio toevoegen.
De voorwaarden van het muziekportfolio:
1. Je maakt een titel blad met een mooi plaatje en je naam en klas er op.
2. Je maakt een inhoudsopgave
3. Je hebt een bladzijde nummering
4. alle gemaakte en beoordeeld producten komen hier in te zitten op volgorde.
5. De voorbereidingingen van activitieten van andere studenten voeg je ook toe aan je muziekportfolio, om deze
te kunnen uitbreiden. Deel hierbij alles met je klasgenoten.
Gedurende 2 periodes zorg je er voor dat je muziekportfolio up to date is.
Waar ga je aan werken deze periode
Hier onder staat precies beschreven wat je moet inleveren en wat je uitgevoerd moet hebben voor een beoordeling.
1. Muziekportfolio voor periode 1
2. Muzikale autobiografie
3. (opdracht 1)Liedlijst met nummers voor kinderen + 5 songteksten
4. (opdracht 2) Ingevuld document Muziek en emoties
5. (opdracht 3) Ontwikkel schema
6. (opdracht 4) Korte activiteit vanuit een ontwikkeling
7. (opdracht 5 ) Zelf geschreven lied
8.(opdracht 6) 5 liedjes uit het hoofdgezongen
9.Theorietoets gemaakt ( minimaal 5,5 behaald ) of 55%
De opdrachten doe je in een mapje met je naam en klas er op!!! en lever je op papier in bij het stip of bij Jurgen
Muzikale autobiografie
Deze opdracht moet je individueel maken en bestaat uit 2 delen:
Deel 1: Verslag.
Je gaat een muzikale biografie maken van de volgende 4 fases uit je leven.
- baby fase (0 tot 4 jaar)
- schoolgaande kind (4 tot 12 jaar)
- pubertijd (12 tot 15 jaar)
- Jong volwassenen (15 tot nu)
Per fase zoek je een liedje (of meerdere liedjes) waar je veel naar hebt geluisterd. Een liedje waar je goede of slechte herinneringen aan hebt. Probeer de songtekst te vinden en erbij te doen.
Schrijf waarom het voor jou een belangrijk liedje was/is. Luister je daarbij naar de muziek(instrumenten) of is de tekst belangrijk voor jou.
De baby fase kun je vragen aan je ouders/verzorgers.
Maak je verslag mooi met eigen plaatjes en songteksten. Je verslag bestaat uit minimaal 5 A4tjes.
- voorkant met daarop je naam en klas
- fase 1(met interviewvragen voor je ouders en de uitwerking van het interview) 3) fase 2 Etc.
Deel 2: Presentatie
In de les ga je jou muzikale autobiografie presenteren aan de rest van je klas. Je krijgt hier 5 minuten voor. In deze 5 minuten kies je belangrijke gebeurtenissen die je met andere wilt delen (ervaringen die privé zijn vertel je dus niet). Je presentatie moet je ondersteunen met minimaal 2 liedjes. De liedjes kunnen worden gebrand op een cd of op mp3 gezet worden (laptop).
Deze opdracht voeg je toe aan je muziekportfolio
Repertoire opbouwen
Thema: Liedrepertoire
In de beroepspraktijk is het handig om over een repertoire aan liedjes te beschikken. Maar wat is een geschikt liedje? Die vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden. Het is afhankelijk van jouw doel, de doelgroep en de situatie. Een kerstfeest met kleuters vraagt om een ander repertoire dan een kampavond met jongeren of een Hollandse avond met mensen met een verstandelijke beperking
In deze reader worden tijdens de meeste thema’s geschikte liedjes behandeld, waardoor die automatisch aan jouw repertoire worden toegevoegd, maar het kan geen kwaad om je eens te verdiepen in jouw repertoire en die aan te vullen met nieuwe liedjes die je kan inzetten op het moment dat het nodig is.
Goede bronnen voor liedjes zijn:
Eigenwijs Rinze van der Leij Bureau SMV 4 – 12 jaar
Dit songboek zocht ik Frank Rich Reba Productions vanaf 12 jaar
Internet
http://www.ultimate-guitar.com (gitaarakkoorden, songteksten)
http://www.songteksten.nl/ (songteksten popmuziek)
en nog veel meer…
Opdracht 1
Maak een lijst met liedjes die jij kent en geschikt zijn voor kinderen. Het gaat erom dat je de langste lijst van iedereen krijgt! Een voorwaarde is dat je de liedjes echt kent!!! dus niet zomaarwat titels op schrijven..
Wanneer je de titels noteert schrijf je ook de uitvoerende artiest er achter.
Van minimaal 5 liedjes uit de lijst voeg je een songtekst toe. ( deze kun je vinden op internet )
Later zullen we een aantal van deze liedjes gaan zingen in de klas.
Misschien zijn er liedjes bij die jij nog niet kent van een andere student, maar dat is dan een mooie kans om deze alsnog te leren.
De docent zal een selectie maken van de liedjes die jullie hebben opgeschreven en jullie begeleiden op de piano tijdens het zingen.
Voeg de lijst toe aan je muziekportfolio en lever een kopie in bij de docent:
Zorg er voor dat je naam en klas er op staan..
Muziek en emoties
Muziek is een uniek middel om je gevoelens naar buiten te brengen. Klank en trillingen geven het lichaam een impuls, het maakt iets los, het zet lichamelijke processen in beweging. Kernwoorden voor de doelgroep waarmee ik werk is het aanbieden van 'structuur en veiligheid'.
Muziek biedt structuur en veiligheid. Door middel van muzikale werkvormen kun je bij de cliënt of deelnemer structuur aanbrengen, wat veiligheid biedt en angst verminderend werkt.
Muziek is voor iedereen toegankelijk. Juist voor mensen met een beperking is muziek, omdat het non-verbaal is laagdrempelig. Je kunt bij de cliënt op ieder niveau aansluiten. Er zijn voor deze doelgroep vele mogelijkheden en instrumenten om samen met muziek bezig te zijn.
Mensen meet een heel laag ontwikkelingsniveau leven vaak in een gesloten, passieve wereld. Je kunt ze stimuleren om te reageren door ze aan te raken, te wiegen, op hun handen of knieën mee te tikken, voor ze te zingen of voor ze te spelen op een instrument. Soms zie je de beleving op iemands gezicht, hij beweegt of kijkt ineens. Luisteren naar muziek kan iemand vrolijk maken, afleiding geven en misschien helpen om zich wat minder troosteloos voelen.
Contact maken kun je met je stem of met een instrument. Bij een deelnemer met een laag niveau kun je een reactie uitlokken op de geluiden die je maakt, de liedjes die je zingt of het spelletje dat je aangeeft. Je werkt hierbij heel individueel. voorbeeld: Pak eens een trommel. Deze is immers gemakkelijk te bespelen. Tik er zachtjes op en zing er een liedje bij waarbij je de deelnemer uitnodigt om mee te trommelen. Houd hem dan zingend de trommel voor. Stimuleer hem om iets te spelen. Als hij een tik geeft kun je ook een slag geven. Kijk of de ander daarop reageert. Door om beurten te spelen krijg je een soort gesprekje. Je kunt alles wat de deelnemer speelt imiteren. Hierdoor stimuleer je hem om initiatief te ontplooien. Door zelf kleine variaties aan te brengen help je de deelnemer zich creatief te uiten. Je kunt allerlei speelmogelijkheden aanbieden, zoals luid en zacht spelen, snel en langzaam, korte en lange klanken, diverse ritmen, tikken met je nagels, wrijven enzovoort. Soms blijft iemand heel erg bij een bepaald soort geluid hangen, bijvoorbeeld luid en agressief of juist zacht en timide. Het kan zijn dat iemand daarmee zijn gevoelens tot uitdrukking brengt. Ombuigen van ongewenst gedrag (mmz) Bij sommige deelnemers pas je gedragtherapie toe. Wanneer een bewoner graag een liedje met je zingt, naar muziek luistert of op een muziekinstrument speelt, kun je deze activiteiten aanbieden als beloning voor gewenst gedrag. je kunt ook muziek gebruiken als middel om hem af te leiden.
Ombuigen van ongewenst gedrag (mmz) Bij sommige deelnemers pas je gedragtherapie toe. Wanneer een bewoner graag een liedje met je zingt, naar muziek luistert of op een muziekinstrument speelt, kun je deze activiteiten aanbieden als beloning voor gewenst gedrag. je kunt ook muziek gebruiken als middel om hem af te leiden.
Opdracht 2
Klik op de onderstaande link voor deze opdracht
Muzikale mogelijkheden
Bij verstandelijk gehandicapten hanteren we een indeling in drie ontwikkelingsniveau’s, namelijk laag, midden en hoog. Laag niveau betreft mensen die een totale verzorging behoeven en zich nauwelijks verder ontwikkelen. Hoog niveau betreft mensen die zichzelf redelijk kunnen redden en verder ontwikkelen. Ondanks die indeling zijn het ontwikkelingsniveau en de mogelijkheden van verstandelijke gehandicapten individueel zeer verschillend.?
Activeren(mmz) Mensen meet een heel laag ontwikkelingsniveau leven vaak in een gesloten, passieve wereld. Je kunt ze stimuleren om te reageren door ze aan te raken, te wiegen, op hun handen of knieën mee te tikken, voor ze te zingen of voor ze te spelen op een instrument. Soms zie je de beleving op iemands gezicht, hij beweegt of kijkt ineens. Luisteren naar muziek kan iemand vrolijk maken, afleiding geven en misschien helpen om zich wat minder troosteloos voelen.
Contact maken(mmz) Contact maken kun je met je stem of met een instrument. Bij een deelnemer met een laag niveau kun je een reactie uitlokken op de geluiden die je maakt, de liedjes die je zingt of het spelletje dat je aangeeft. Je werkt hierbij heel individueel.
voorbeeld: Pak eens een trommel. Deze is immers gemakkelijk te bespelen. Tik er zachtjes op en zing er een liedje bij waarbij je de deelnemer uitnodigt om mee te trommelen. Houd hem dan zingend de trommel voor. Stimuleer hem om iets te spelen. Als hij een tik geeft kun je ook een slag geven. Kijk of de ander daarop reageert. Door om beurten te spelen krijg je een soort gesprekje. Je kunt alles wat de deelnemer speelt imiteren. Hierdoor stimuleer je hem om initiatief te ontplooien. Door zelf kleine variaties aan te brengen help je de deelnemer zich creatief te uiten. Je kunt allerlei speelmogelijkheden aanbieden, zoals luid en zacht spelen, snel en langzaam, korte en lange klanken, diverse ritmen, tikken met je nagels, wrijven enzovoort. Soms blijft iemand heel erg bij een bepaald soort geluid hangen, bijvoorbeeld luid en agressief of juist zacht en timide. Het kan zijn dat iemand daarmee zijn gevoelens tot uitdrukking brengt.
Ombuigen van ongewenst gedrag (mmz) Bij sommige deelnemers pas je gedragtherapie toe. Wanneer een bewoner graag een liedje met je zingt, naar muziek luistert of op een muziekinstrument speelt, kun je deze activiteiten aanbieden als beloning voor gewenst gedrag. je kunt ook muziek gebruiken als middel om hem af te leiden.
Muzikale ontwikkeling
Muzikale ontwikkeling
opdoen van lichamelijke ervaring met ritme
opdoen van lichamelijke ervaring met muziekele tegenstellingen
ontwikkelen van het gehoor
Creatieve ontwikkeling
experimenteren met stemklank, tekst
experimenteren met instrumentklank
expressie in mimiek en stimuleren van de houding
creatief bewegen
Sensomotorische ontwikkeling
trainen van motorische vaardigheden, spierbeheersing
ritmisch bewegen en de fijne motoriek.
stimuleren van de spraak
ontspanning en ontlading
Cognitieve ontwikkeling
stimuleren van de concentratie en het geheugen
ontwikkeling van het selectief gehoor
leren begrijpen van woorden met betrekking tot ruimte, lichaam en klnk
ontwikkelen van taal, woordenschat en begrippen
Sociale ontwikkeling
rekening houden met elkaar
stimuleren van sociale vaardigheden
Persoonlijke ontwikkeling
bieden van een gestructureerde vrijetijdsbesteding
bieden van een middel om zichzelf te ontplooien
vergroten van het zelfvertrouwen
Voor meer informatie lees je verder via onderstaande link.
Muziektherapie voor verstandelijkgehandicapten
Muziektherapie
?De opvang voor de verstandelijk gehandicapte kent in Nederland verschillende vormen. De belangrijkste werkvelden voor de mu-ziektherapeut zijn het kinderdagverblijf (3 - 16 jaar; ernstig verstandelijk gehandicapt met een sensori-motorisch of prelogisch ontwikkelingsniveau), het dagverblijf voor ouderen (ouder dan 16 jaar; het ontwikkelingsniveau is vergelijkbaar met de vorige groep) en de inrichting (alle leeftijden en verschillende niveaus).
Het werken met verstandelijk gehandicapte kinderen op het kinderdagverblijf gebeurt door middel van actieve muziektherapie, zowel individueel als groepsgewijs (Van Rest, 1986). De muziektherapeut is betrokken bij het opstellen van het behandelplan in het multi-disciplinaire team.
De algemene doelstelling is niet "genezing", maar "optimale ontwikkeling" met als basisfilosofie het zich op een eigen wijze kunnen uiten, het ontdekken van nog meer eigen mogelijkheden en het stimuleren van de emotionele en sociale ontwikkeling. Emotionele problemen die een optimale ontwikkeling belemmeren worden door de muziektherapeut behandeld. Lichaamsgebonden doelstellingen zijn het verbeteren van de oog-hand coördinatie en het ontdekken van het eigen lichaam.
Veel gebeurt met behulp van liedjes, al of niet vergezeld van gebaren en het spelen op eenvoudige instrumenten door de kinderen. Zo wordt met het leren van nieuwe liedjes binnen een vaste structuur die bestaat uit reeds bekende liedjes, het stimuleren van de cognitieve ontwikkeling beoogd. Hierbij wordt het tijdsgebeuren geordend en de informatiestroom gedoseerd.
Ik-versterking wordt nagestreefd door de namen van de kinderen in de liedjes op te nemen en het kind in het muzikale groepsspel een bepaalde rol te laten vervullen. Het mag bijvoorbeeld optreden als dirigent of het muzikaal spelletje met een slag op de gong beëindigen. Sociale vaardigheden krijgen vorm in muzikale spelletjes waarbij men naar elkaar moet luisteren, op elkaar moet wachten, iets moet imiteren of de beurt aan elkaar moet geven. Instrumenten die onder andere worden gebruikt zijn de handtrom, claves and klankstaven.
In de individuele muziektherapie behandelt de muziektherapeut problemen van emotionele en sociale aard. Contact wordt opgebouwd doordat de muziektherapeut geluiden en bewegingen van het kind muzikaal nabootst of ondersteunt, vaak gevolgd door het in de dialoog die zo ontstaat muzikaal omvormen van het gedrag van het kind. De muziektherapeut wisselt af tussen het imiteren van het gedrag van het kind en het initiëren van nieuw gedrag, een afwisseling die complementair ook bij het kind optreedt. We vinden hier aanknopingspunten met de methode van Nordoff & Robbins.
In het werken met volwassenen hebben de doelstellingen betrekking op zowel de cognitieve, sociale als emotionele ontwikkeling en het behandelen van psychische problemen die de handicap vergezellen (Adriaansz & Stijlen, 1986). De laatste doelstelling krijgt vorm in een individuele werkwijze.
In de inrichting is de rol van de muziektherapeut sterk afhankelijk van de plek die hij officieel in de instelling inneemt, of hij valt onder de sector "activiteiten", "ontspanning" of "therapie". Op het dagverblijf voor ouderen is muziektherapie een onderdeel van het behandelplan.
De gehanteerde werkvormen in de inrichting hebben, afhankelijk van het niveau van de verstandelijk gehandicapte, als doel sfeerverbetering, het wekken van de aandacht, het exploreren van klanken, het opbouwen van eenvoudige ritmische structuren en het gebruiken van het instrument als imitatieobject. Hiervan heeft de sfeerverbetering en het wekken van de aandacht een receptief karakter en zijn de overige werkvormen actief van aard. Deze doelstellingen passen bij diep en ernstig gehandicapten die functioneren op een sensori-motorisch of prelogisch niveau van cognitieve ontwikkeling.
Op het dagverblijf voor ouderen waar het niveau hoger ligt dan in de instelling, wordt verhoudingsgewijs meer gewerkt met liedjes waarin begrippen voorkomen die betrekking hebben op tijd en ruimte. Grafische partituren en symbolen die verwijzen naar muzikale activiteiten, bijvoorbeeld een bepaalde kleur die spelen op een bepaald instrument betekent, worden evenzeer toegepast. Verder speelt ook hier net als op het kinderdagverblijf het vergroten van het Ik-besef door middel van het noemen van de naam een rol. Een belangrijke plaats nemen de werkvormen in die beogen aan de hand van de klank van verschillende instrumenten het vermogen tot discrimineren te vergroten en door het in klank uitbeelden van gebeurtenissen de fantasie te stimuleren. De werkvormen passen bij het hogere niveau van cognitieve ontwikkeling dat kenmerkend is voor de verstandelijk gehandicapten op het dagverblijf.
Een aparte methode voor het werken met diep en ernstig verstandelijk gehandicapten van verschillende leeftijden in de inrichting werd ontwikkeld door Hulsegge en Verheul (1986). "Snoezelen" wordt, als reactie op gedragstherapeutische technieken, de verstandelijk gehandicapte in de gelegenheid gesteld, aangepast aan het eigen niveau en in het eigen tempo, multisensorische indrukken te ondergaan. Een sfeervol aangeklede ruimte wordt ingericht met zachte zitelementen, een ballenbad, voorwerpen waaraan de gehandicapte kan voelen, materialen waaraan hij kan ruiken, verlichting om naar te kijken en klanken om naar te luisteren. Er zijn vloertegels die als je erop gaat staan geluid maken en oplichten en schakelaars die als je erop drukt een melodie laten horen.
Snoezelen is ook mogelijk doordat de muziektherapeut op het keyboard snoezelmuziek improviseert (Klerkx, 1991).
Motorisch Gehandicapten > inhoudsopgave H.5
Muziektherapie vindt plaats in de revalidatie van kinderen en volwassenen. Hierbij gaat het niet alleen om het ontspannen van de spieren of het activeren van de beweging, maar ook om het bevorderen van de sociale ontwikkeling en het door middel van expressie emotioneel verwerken van de handicap.
In de kinderrevalidatie wordt gewerkt in groepen en individueel, actief en receptief (De Bruijn, 1984, 1986, 1994). Receptief houdt vaak in dat de muziektherapeut op een instrument (b.v. piano, fluit, gitaar) voor het kind speelt.
Ontspanning wordt bevorderd door het luisteren naar muziek die ontspant of het niet prestatiegericht aangepast muziek maken in de groep. In het laatste geval leidt de sociale activiteit niet alleen tot lichamelijke ontspanning maar versterkt zij tevens het zelfvertrouwen en de gerichtheid op de ander. Bij kinderen die zelf niet tot bewegen komen worden met stimulerende muziek bewegingen uitgelokt en wordt het uitvoeren van de bewegingen verbeterd doordat de muziek die de beweging vergezelt een betere timing van de beweging mogelijk maakt. Het lichaamsbesef wordt bevorderd door het zingen van liedjes die handelen over lichaamsdelen.
Een niet onbelangrijke taak heeft de muziektherapie in het tot expressie brengen van emoties. Dit kan geschieden door het zingen van bestaande liedjes waarin deze emoties een uitdrukking vinden, of het zelf bedenken van de muziek en de bijbehorende tekst.
In het werken met volwassenen ligt de nadruk met name bij de emotionele verwerking en acceptatie van de handicap (Runge, 1986; De Bruijn, 1994). De muziektherapie heeft hierin een onmisbare rol omdat de andere therapieën, bijvoorbeeld fysiotherapie of logopedie, gericht zijn op functietraining. In de muziektherapie wordt door het doorlopen van het rouwproces enerzijds toegewerkt naar de acceptatie van de handicap en wordt anderzijds de motivatie gewekt voor de meer op functietraining gerichte therapieën (Romijn, van den Berk & Lameijer, 1994).
In het therapeutische proces wordt door middel van het bespelen van (aangepaste) instrumenten uitdrukking gegeven aan gevoelens van woede en verdriet. Naast deze expressie van emoties krijgen de nog wel bestaande mogelijkheden van de cliënt extra aandacht. Expressie van emoties en exploratie van nog bestaande mogelijkheden maken samen acceptatie mogelijk. Muzikale improvisatie en het aanleren van een bekend liedje op een instrument wisselen elkaar af.
In die gevallen waar verbale communicatie niet meer mogelijk is dient muziek als vorm van nonverbale communicatie. In het werken met cliënten in een comateuse of subcomateuse toetstand speelt de doelstelling activering een belangrijke rol. Muziektherapie met afasiepatiënten is zowel gericht op het verbeteren of vervangen van de spraak als rouwverwerking.
Muziektherapie ouderen
Opdracht 3
Opdracht 4
Van de docent krijg je een getal. De personen met het zelfde getal gaan bij elkaar zitten.
Deze opdracht is de volgende.
Je krijgt per groepje een opgave van een te ontwikkelen vaardigheid voor een bepaalde leeftijd, deze vaardigheden hebben we inmiddels behandeld.
Het is de bedoeling dat jullie het volgende gaan voorbereiden en verwerken:
1. een lied welke de hele klas moet zingen, dus eventueel aanleren
2. er moet een spel bij of iets met bewegingen
3. Het moet iets unieks zijn, dus geen: hoofdschouders knie en teen o.i.d.
Het doel hier achter is dat je in staat bent om vanuit een bepaalde ontwikkeling een activiteit te bedenken en niet eerst een activiteit en daarna de ontwikkeling.
Je krijgt hier per groepje 30 minuten voorbereidingstijd.
Je bereidt dit liedje voor op de volgende manier.
Zet op papier de volgende zaken:
1. Zet de namen van je groepje op papier + de uitvoerings datum er op + het nummer van je groep.
2. De leeftijd van de doelgroep
3. De ontwikkeling die je stimuleert bij deze activiteit
4. de titel van het lied
5. de tekst van het lied
6. de uitleg van de activiteit en de volgorde hoe je de activiteit gaat uitvoeren.
( de activiteit mag niet langer duren dan 10 minuten )
Voeg de uitwerking toe aan je muziekportfolio en lever een kopie in bij de docent.
Opdracht 5
In deze opdracht ga je aan de slag met je leerteam om een eigen lied te schrijven.
In de link hieronder kun je precies lezen hoe je te werk moet gaan.
Het lied wordt gezongen bij opdracht 6
Zorg er voor dat iedereen uit de groep het lied heeft voor het muziekportfolio, want ook deze voeg je hier aan toe.
Schrijven van een lied download
Opdracht 6
In het zelfde groepje van opdracht 5 krijgt de groep een aantal liedjes van de docent om voor te bereiden en te zingen.
De liedjes worden per groepje voor de klas gezongen staand.
De bedoeling is dat je de liedjes uit je hoofd zingt.
Je moet minimaal 5 liedjes uit je hoofd kunnen zingen. De liedjes worden begeleidt op piano door de docent.
Het kan best voorkomen dat een groepje de zelfde liedjes krijgt als een ander groepje.
het zelf geschreven lied wordt hier ook ten gehore gebracht. De liedjes worden opgenomen.
De theorie toets
We gaan een theorie toets maken op basis van de theorie die je nu hebt gehad.
Voor deze toets dien je een voldoende te halen, maar je krijgt hiervoor 2 gelegenheden.
De toets gaat over:
1. De ontwikkelingen per doelgroep
2. Muziektherapie voor verstandelijk gehandicapten en ouderen
3. Overige theorie
Je krijgt 30 minuten om deze toets te maken.
Veel succes.
om bij de toets te komen ga je naar classmarker.com
Je kunt inloggen met je eigen gebruikersnaam en wachtwoord coor deze site.
Weet je deze niet meer dan kun je deze opvragen via de site en dan naar je mail laten sturen.
Inleveren periode 1
Hier onder staat precies beschreven wat je moet inleveren en wat je uitgevoerd moet hebben voor een beoordeling.
1. Muziekportfolio voor periode 1
2. Muzikale autobiografie
3. (opdracht 1)Liedlijst met nummers voor kinderen + 5 songteksten
4. (opdracht 2) Ingevuld document Muziek en emoties
5. (opdracht 3) Ontwikkel schema
6. (opdracht 4) Korte activiteit vanuit een ontwikkeling
7. (opdracht 5 ) Zelf geschreven lied
8.(opdracht 6) 5 liedjes uit het hoofdgezongen
9.Theorietoets gemaakt ( minimaal 5,5 behaald ) of 55%
De opdrachten doe je in een mapje met je naam en klas er op!!! en lever je op papier in bij het stip of bij Jurgen
Periode 2
Pop/Rock en Jazz
In deze periode gaan we het hebben over de meer hedendaagse muziek.
Opdracht 6
Klik op de onderstaande link om een bestand te kunnen downloaden.
Wanneer je dit hebt gedaan, maak je de opdrachten tot De geschiedenis en verschillende soorten van popmuziek
KLIK HIER
Opdracht 7
Bij opdracht 6 heb je een bestand moeten downloaden, deze gebruiken we hier ook, maar nu gaan we klassikaal aan de slag met de opdrachten en luister fragmenten.
We beginnen bij het hoofdstuk: De geschiedenis en verschillende soorten van popmuziek
Opdracht 8
OPDRACHT
VOORSTELLEN VAN JE EIGEN POPMUZIEK
Je kiest 1 favoriet muziekwerk van een groep of zanger(es) naar keuze en komt dit aan de rest van de klas voorstellen. Elke week komt er iemand anders aan de beurt volgens de gemaakte planning. Je voorstelling duurt maximum 10 minuten.
Wat moet je meebrengen:
- Zorg ervoor dat je de dag van de voorstelling een bundeltje voor de leerkracht klaar hebt. Hierin zitten:
- alle gegevens uitgeschreven zoals je die vertelt hebt
- de liedtekst van het beluisterde liedje (en vertaling)
- en een opname van de cd (origineel of gekopieerd).
- Je zorgt ervoor dat iedereen de tekst van het lied (en liefst ook de vertaling) krijgt!
Je kan dit zelf kopiëren voor iedereen of je geeft de tekst minstens 1 week op voorhand aan de leerkracht om te kopiëren.
Wat moet je zeker vertellen (en in je bundeltje steken)
- Naam van de groep, groepsleden, speciale weetjes
- De titel van het lied, waarover gaat het lied, is er een speciale reden waarom ze dit lied geschreven hebben?
- Waarom spreekt dit lied en/of deze groep je aan?
Alles wat je hier op papier zet, voeg je toe aan je muziekportfolio
Slot opdracht
In een groepje van 2 personen ( maximaal 3 ) ga je aan de slag om een muziekactiviteit voor te bereiden volgens een methodisch model.
Dit methodisch model moet je mailen naar de docent als dit af is, zodat andere studenten dit in hun activiteitenportfolio kunnen stoppen.
De muziekactiviteit is bedoeld kinderen of jongeren met een midden of hoog niveau, voor JZ mag je ook een activiteit maken voor
je eigen leeftijdscatergorie.
Hoe bedenk je een muziekactiviteit.
1. Ga uit van de ontwikkeling van het kind en wat je wilt bereiken dat de kinderen kunnen leren.
2. Wanneer je dit doel hebt bepaald ga je kijken hoe je dit kunt bereiken doormiddel van een muziekactiviteit.
3. Je bent vrij om te bepalen wat voor een soort muziekactiviteit je gaat doen.
4. Muziek apparatuur is aanwezig, maar overige materialen moet je zelf voor zorgen.
5. Je krijgt maximaal 3 weken de tijd om de activiteit voor te bereiden en uit te werken.
6. De activiteit wordt door de klas uitgevoerd, maar de klas gedraagt zich niet zoals de doelgroep.
7. De leid(st)er zijn de personen die de activiteit hebben voorbereid.
8. Sport en spel, drama en muziek liggen wat activiteiten betreft heel dicht bij elkaar dus hier kun je gebruik van maken van wat je al weet.
9. De volgende activiteiten zijn niet toegestaan:
* zakdoekje leggen
* hoofdschouders knie en teen
* schipper mag ik overvaren
* Kabouter plop dans
* jan huigen in de ton
* Er zat een klein kaboutertje(zigeuner meisje)
* Stoelendans is ook niet toegestaan!!!!
en geen activiteiten waarbij liedjes de bewegingen aangeven in de tekst zoals chi chi wah of vliegerlied etc.
10. De activiteit mag niet langer duren dan 10 minuten
!! Het is de bedoeling dat je met je groepje iets creatiever bent dan bovenstaande activiteiten!!
Het activiteitenplan kun je hier downloaden.Let er op dat je ook de uitvoerings datum er op zet en met wie je dit hebt gemaakt.
Het activiteitenplan kun je mailen naar de docent. sawsalland@kpnmail.nl Wanneer alle voorbereidingen binnen zijn kun je je activiteiten portfolio weer aanvullen.
Inleveren periode 2