Voert aftersales uit
Inhoud LWP Voert aftersales uit
Planning Voert aftersales uit
TWiXX-en
Aftersales-procedures toepassen
Customer relationship management (CRM) toepassen
Inzicht in omgangsvormen tonen
Interculturele vaardigheden toepassen
Inzicht in relevante marketingbegrippen tonen
Mondelinge en schriftelijke taalbeheersing MVT
Mondelinge en schriftelijke taalbeheersing Nederlands
LWP Voert aftersales uit
Casus
LWP Voert aftersales uit
Omschrijving
|
De (junior) accountmanager begeleidt in voorkomende gevallen het uitlevertraject bij de account. Hij neemt na de uitlevering contact op met de klant of bezoekt hem. Hij informeert naar de ingebruikname van het product/de dienst, stuurt bij indien nodig of beantwoordt vragen van de klant. Hij informeert tevens naar de tevredenheid van de klant over het verkooptraject en stelt eventueel verbeterpunten voor verdere samenwerking vast. Hij onderzoekt cross- en upsellingmogelijkheden en maakt een vervolgafspraak om deze met de account te bespreken.
|
Gewenst resultaat
|
- Uitlevertraject wordt conform afspraken afgehandeld.
- De account is afdoende bevraagd over zijn tevredenheid ten aanzien van het verkooptraject.
- Er zijn lijntjes uitgezet om een nieuw of aanvullend verkooptraject te starten.
|
Vakkennis en vaardigheden:
•
|
Aftersales-procedures toepassen
|
•
|
Customer relationship management (CRM) toepassen
|
•
|
Interculturele vaardigheden toepassen
|
•
|
Inzicht in omgangsvormen tonen
|
•
|
Inzicht in relevante marketingbegrippen tonen
|
•
|
Mondelinge en schriftelijke taalbeheersing MVT
|
•
|
Mondelinge en schriftelijke taalbeheersing Nederlands
|
De zes leervragen
1 Wat ga ik leren?
Hier gaat het erom dat je kunt vertellen wat jij wilt leren: vaardigheden, attitude, kennis en inzicht. Je kiest daar¬voor een competentie, een werkproces, een beroepsproduct, een taalvaardigheid en een beroepssituatie.
2 Hoe ga ik dit leren?
Je gaat nu uit van de beroepssituatie(s) die je in stap 1 gekozen hebt. Bij elke situatie staat de ondersteuning beschreven. Je kiest welke ondersteuning je nodig hebt. Je bepaalt hoe je gaat leren bij de situatie: zelfstandig, lessen volgen, simulatie, bpv enzovoort.
3 Wat ga ik maken/doen?
Je beschrijft de eigenschappen van de gekozen beroepsproducten. Vraag dit na bij experts. Beschrijf ook welke eisen die eigenschappen van de producten aan jouw competenties stellen.
4 Hoe ga ik dit maken?
Je maakt een tijdsplanning met lessen, zelfstandig wer-ken, met wie, wan neer enzovoort (pap).
5 Wat ga ik evalueren?
Beschrijf wat je wilt evalueren. Ben je tevreden over je beroepsproducten? Zijn je competenties verder ontwik-keld? Heb je volgens je plan van aanpak gewerkt of heb je dit plan tussentijds aangepast?
6 Hoe ga ik evalueren?
Je bepaalt zelf hoe, met wie en wanneer je je resultaat bespreekt. Overleg dit met je begeleider.
Opdrachten
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4
Opdracht 5
Opdracht 6