Webquest
-
Onderwerp
Vakantie
-
Schooltype
VMBO
-
Doelgroep
Niveau 1 & 2
-
Vakgebieden
Overig
-
Aantal personen
5 leerlingen
-
Totale tijd
2 tot 3 klokuren
Elk jaar gaan er duizenden mensen op vakantie. De één gaat naar Italië, een ander gaat naar Duitsland en weer een ander blijft thuis in eigen land. Veel mensen geven honderden euro's uit aan hun vakantie. Gelukkig krijgen ze in de maand mei vakantiegeld. Hiervan kunnen zij een week of langer van op vakantie. Daan en Lotte zijn al jaren samen op pad gegaan. Ook dit jaar willen zij er weer graag samen op uit. Alleen weten zij niet waarheen. Ze zijn al langs geweest bij een reisbureau, maar hier vonden zij niet iets wat hen aantrok. Ze willen graag dat jij hen helpt. In deze opdracht gaan jullie een vakantie organiseren voor Daan en Lotte. Jullie gaan je ook verdiepen in de achtergronden van het land. Wat is er allemaal te doen, in het door jullie gekozen land? Dit en nog veel meer gaan jullie doormiddel van deze webquest uitzoeken. Ik wens jullie veel plezier. Heb je vragen? Neem dan contact op met: jvangarderen@corlaercollege.nl of met hvansas@corlaercollege.nl Veel succes met deze opdracht.
?
1. Inleiding
De komende lessen gaan wij aan het werk met een opdracht. Deze laatste opdracht gaat over 'vakantie'. Doormiddel van deze opdracht hoop ik dat je inzicht krijgt in de totale kosten van een vakantie. Zo ga je in tweetallen uitzoeken wat de kosten zijn van een hotel, wat de kosten zijn van een vliegticket, wat er te doen is qua attracties in het land wat jullie gekozen hebben, etc.
Voor de opdracht mag je gebruik maken van een computer. Jullie moeten vooraf de taken goed verdelen. Voordat je aan deze opdracht begint ga je een taakverdeling maken. Hierin komt te staan wie welke taken uitvoert. Tussentijds en aan het eind van deze lessenserie wil ik zien wie wat heeft gedaan. Jullie hebben drie lesuren de tijd om aan dit project te werken.
Deze opdracht telt driemaal mee!
Succes met deze opdracht.
?
2. Taak
Daan en Lotte gaan al jaren samen op vakantie. Vorig jaar zijn zij op vakantie geweest naar Andorra in het zuidwesten van Europa.
Al verschillende maanden lang leggen Daan en Lotte geld apart voor hun vakantie. Ook dit jaar willen zij weer op vakantie. Daan heeft al op internet gekeken, maar kon niet iets leuks vinden. Egypte trok hem wel een beetje aan, maar Lotte was bang dat het niet veilig was in dat land. Vandaar dat ze maar verder zijn gaan zoeken.
Doordat zij al een tijd werken, ontvangen zij elke maand een behoorlijk salaris. Netto houden zij allebei € 2.500 over. Daarnaast ontvingen zij vakantiegeld in de maand mei. Hiervan willen zij € 3.000 uitgeven.
Ze willen dit jaar graag weer een mooi hotel hebben. Het eten mag wat hen betreft gevarieerd zijn. Ze willen in totaal minimaal 8 dagen op vakantie?
1) Naar welk land gaan Daan en Lotte op vakantie en waarom?
2) Van welke datum tot welke datum gaan zij op vakantie?
Nu jullie de datum hebben geprikt kun je verschillende dingen plannen. Je kan nu kijken of er in die periode een vliegtuig is naar het land van bestemming. Daarnaast kan je ook kijken of er een hotel beschikbaar is.
3a) Met welk vervoermiddel gaan zij naar het land van bestemming? En waarom per vliegtuig, auto of boot?
3b) Hoeveel kost een vliegticket, auto huren of een bootreis? Denk bij een vliegreis ook aan luchthavenbelasting en overige bijkomende kosten.
3c) Hoe laat vertrekken zij en hoe laat komen zij weer terug?
4a) Geef een beschrijving van hun hotel. Illustreer dit met plaatjes van hun hotel. Waar staat het hotel? Hoe groot zijn de kamers? Hebben zij een douche of bad in het appartement? Enz....!
4b) Hoeveel zijn de hotelkosten voor het aantal dagen dat zij op vakantie gaan?
4c) Is het eten bij de prijs inbegrepen? Zo ja of nee, wat voor eten kunnen zij krijgen in dat land?
5a) Ze willen uiteraard ook iets van het land zien. Bedenk vier dagjes uit. Wat gaan zij die dagen doen? Hoe laat moeten zij opstaan? Hoe laat moeten zij eten? Wat gaan zij ’s morgens doen? Maak een planning wat zij die vier dagen gaan doen. Illustreer dit met plaatjes.
5b) Deze vier dagen kosten uiteraard ook geld. Hoeveel zijn zij kwijt per dag? En waar zijn zij dat aan kwijt? Hoeveel kosten bijvoorbeeld natuurparken of attracties?
6) Geef een omschrijving van jullie vakantieland. Wat voor land is het? Zijn er veel bergen en heuvels of juist niet?
7) Wat voor klimaat heeft jullie land?
8) Als zij met het vliegtuig moeten, moeten zij daar ook een auto huren om van A naar B te rijden. Hoeveel kost een auto huren? Voor hoeveel dagen moesten zij een auto huren? Via welke maatschappij hebben zij een auto gehuurd?
?
3. Werkwijze
4. Bronnen
5. Beoordeling
6. Terugblik
De afgelopen lessen zijn jullie bezig geweest met het project ‘Vakantie’. Beschrijf in je verslag wat jij goed vond gaan. Je kunt daarbij denken aan verbeterpunten voor de volgende keer. Beschrijf ook de samenwerking. Hoe heb jij de samenwerking met jouw klasgenoot ervaren? Kon je de informatie makkelijk vinden, enz.
Wat heb je geleerd van deze opdracht??
7. Docentpagina
