Intro
Je gaat voor je baas bij een akkerbouwer een perceel inzaaien. Het perceel ligt op ongeveer 15 minuten rijden van het bedrijf. Je koppelt de zaaimachine aan de trekker en maakt de combinatie klaar voor transport. Je zorgt dat je voldoende zaad meeneemt. Op het bedrijf stel je de zaaimachine in op het soort zaad dat je gaat zaaien en de zaaihoeveelheid. Let hierbij ook op de regelafstand. Daarna doe je een afdraaiproef om te controleren of de juiste hoeveelheid zaad per ha wordt gezaaid. Stel de hoeveelheid zo nodig bij en doe nogmaals de afdraaiproef.
Je rijdt naar het perceel. Bij het perceel bepaal je eerst de routing. Waar begin je? Zaai je eerst de kopakkers of pas aan het eind? Na enkele meters zaaien, controleer je of de machine zaait, of de zaaidiepte in orde is en of de markeur goed staat. Zo nodig stel je de machine bij. De andere markeur controleer je en stel je af als je weer terug rijdt. De zaaimachine zet je op tijd in en uit het werk. Je rijdt rechte banen en zorgt voor een perfecte aansluiting van de sluitregels. Gebruik je RTK-GPS, dan is recht rijden geen probleem en hoef je ook de markeurs niet te gebruiken. Regelmatig controleer je de werking van de zaaimachine. Je lost meteen geconstateerde afwijkingen op. Je hervult op tijd de zaadbak. Na afloop rijd je terug naar het loonbedrijf. Je zet de machine en de trekker gebruiksklaar weg voor de volgende keer. Eventueel koppel je de machine af. Noteer alle gegevens op de werkbon en lever deze in. Meld geconstateerde gebreken.
Intro leerling
Hoe zit dit leerarrangement in elkaar?
In het menu vind je de volgende hoofdrubrieken:
-
Intro
-
Voorbereiding
-
Theorie
-
Praktijk
-
Afronding
-
Werkbladen
-
Bronnen/links
Intro
Hier vind je een beschrijving van de opdracht die je gaat uitvoeren op jouw leerbedrijf. Je leest hier welke taken je uitvoert bij deze opdracht. Je leest wat je daarvoor moet kennen en kunnen. Ook lees je welke beroepshouding er van je verwacht wordt. Je bespreekt op je leerbedrijf waar en wanneer jij deze taak mag uitvoeren voor een klant.
Voorbereiding
Hier gaat het om de voorbereiding van het leren. Hier word je geholpen om zelf na te denken over hoe je de opdracht gaat uitvoeren en wat je daarvoor moet leren. Later krijg je ook wel eens een opdracht, die je nog niet eerder hebt uitgevoerd. Het is daarom belangrijk dat je leert om jezelf de volgende vragen te stellen:
-
Wat houdt de opdracht precies in? Welke taken moet ik daarvoor uitvoeren?
-
Wat moet ik daarvoor kennen/kunnen? Welke beroepshouding hoort daarbij?
-
Wat weet en kan ik al? En waar moet ik juist voldoende/extra tijd voor nemen?
-
Hoe bereid ik de leeropdracht voor? Wat doe ik op school, wat op het bedrijf, wat met medeleerlingen? Wat in zelfstudietijd? Wanneer? Welke afspraken moet ik daarover maken?
Je voorbereiding werk je uit op het werkblad 'Voorbereiding'. Natuurlijk word je hierbij geholpen door je docent/coach.
Theorie
Hier vind je uitleg, vragen en verwijzingen naar ondersteunende theorie. De vragen helpen je om de onderliggende theorie stapsgewijs te verwerken. Je overlegt met je docent/coach of, waar en hoe je deze theorie doorwerkt. Dat kan op school, thuis als zelfstudie en/of in samenspraak met je leerbedrijf. Je gebruikt voor de verwerking van de theorie het werkblad 'Theorie'.
Praktijk
Hier gaat het om het daadwerkelijk uitvoeren van de opdracht in de praktijk. Overleg met je docent/coach en met je leerbedrijf wat de mogelijkheden zijn op jouw leerbedrijf. Je schrijft op hoe je de opdracht hebt uitgevoerd. Je gebruikt daarvoor het werkblad 'Praktijk'.
Afronding
De afronding bestaat uit een korte terugblik en het vullen van je portfolio.
In de terugblik gaat het om het terugkijken op jouw opdracht. Is de klant tevreden? Is je baas tevreden? Heb je de theorie goed begrepen? Kortom: Wat ging er goed? Wat kan een volgende keer beter?
Met je docent/coach bespreek je welke producten je in je portfolio kunt opnemen.
Werkbladen
Hier vind je werkbladen voor het uitwerken van je opdracht. Dit zijn Wordbestanden die je kunt downloaden. Je slaat ze op onder je eigen naam. Je vindt drie aparte werkbladen. Eén voor de voorbereiding, één voor de theorie en één voor de praktijk. Overleg met je docent/coach wanneer en hoe je deze werkbladen moet aanleveren.
Bronnen/links
Hier vind je titels van bronnen met aanvullende informatie en links naar interessante sites.
Intro school
Hoe zit dit leerarrangement in elkaar?
In het menu vindt u de volgende hoofdrubrieken:
-
Intro
-
Voorbereiding
-
Theorie
-
Praktijk
-
Afronding
-
Werkbladen
-
Bronnen/links
Intro
Hier vindt u een beschrijving van een realistische klus die de leerling gaat uitvoeren op het leerbedrijf. Deze beschrijving geeft de leerling hints over welke handelingen hij daarbij uit moet voeren, welke beroepshouding er van hem verwacht wordt en welke onderliggende kennis en vaardigheden hij daarvoor nodig heeft. U bespreekt met de leerling en het leerbedrijf waar en wanneer de leerling een dergelijke klus mag uitvoeren voor een klant.
Uw rol:
U kunt naar aanleiding van deze beschrijving met de leerling bespreken welke accenten u legt, welke kwaliteitseisen u hanteert. Wanneer is de klus goed uitgevoerd?
Voorbereiding
Hier gaat het om de voorbereiding van het leren. Hier wordt de leerling geholpen om zelf na te denken over hoe hij de klus en de bijbehorende onderliggende kennis en vaardigheden onder de knie gaat krijgen. Later zal hij immers ook geregeld een opdracht krijgen, die hij nog niet eerder heeft uitgevoerd. Het is daarom belangrijk dat hij leert om zichzelf de volgende vragen te stellen:
-
Wat houdt de opdracht precies in? Welke taken moet ik daarvoor uitvoeren?
-
Wat moet ik daarvoor kennen/kunnen? Welke beroepshouding hoort daarbij?
-
Wat weet en kan ik al? En waar moet ik juist voldoende/extra tijd voor nemen?
-
Hoe bereid ik de leeropdracht voor? Wat doe ik op school, wat op het bedrijf, wat met medeleerlingen? Wat in zelfstudietijd? Wanneer? Welke afspraken moet ik daarover maken?
Uw rol:
Het is van belang dat u de leer- en werkplanning doorspreekt met de leerling en het leerbedrijf. Welke voorwaarden stelt het bedrijf aan de leerling voordat hij een perceel mag zaaien? Hoe bereidt u de leerling hierop voor? Wat doet u op school? Wat verwacht u van de leerling? En welke rol verwacht u van het leerbedrijf? U overlegt met het leerbedrijf welke klus in aanmerking komt voor de leerling om het zaaien te oefenen.
Theorie
Hier vindt de leerling uitleg, vragen en verwijzingen naar ondersteunende theorie. Deze informatie helpt de leerling om de onderliggende theorie stapsgewijs te verwerken. De theorie kan op school of als zelfstudie doorgewerkt worden.
Uw rol:
U kunt een belangrijke rol vervullen in het leggen van verbanden tussen theorie en praktijk. U kunt zowel in de voorbereiding op de praktijkopdracht als in de afsluiting ervan theorie en praktijk verbinden. In de arrangementen is geen absolute volgorde voorgeschreven. U kunt de theorie aanbieden in de les op school ter voorbereiding op de praktijkopdracht. U kunt er ook voor kiezen om de theorie te bespreken ná het uitvoeren van de praktijkopdracht.
U kunt ook overleggen welke rol het leerbedrijf hierin kan vervullen. Het kan natuurlijk geen kwaad als er op het leerbedrijf ter voorbereiding op de praktijkopdracht een aantal kritische vragen gesteld worden aan de leerling, bijvoorbeeld over veiligheid of de hoeveelheid zaad. De theorie aangereikt krijgen in de praktijk spreekt altijd meer aan dan uit een boekje!
Praktijk
Hier gaat het om het daadwerkelijk uitvoeren van een klus in de praktijk. U overlegt met de leerling en het leerbedrijf wat de mogelijkheden zijn op het leerbedrijf. U maakt heldere afspraken over de planning, uitvoering en begeleiding van de opdracht.
Uw rol:
Bespreek de uit te voeren klus met de leerling en het leerbedrijf. U zorgt ervoor dat duidelijk is wat het bedrijf van de leerling verwacht en wat de school van het leerbedrijf verwacht. De leerling moet voldoende ruimte krijgen om van de opdracht te leren. Dat betekent dat het leerbedrijf duidelijke instructies geeft, maar de leerling tegelijkertijd uit mag dagen zelf na te denken over wat er moet gebeuren en hoe. Zorg dat er op het leerbedrijf voldoende tijd wordt ingeruimd voor het stellen van vragen.
Afronding
De afronding bestaat uit een korte terugblik en het vullen van het portfolio.
In de terugblik gaat het om een terugblik op het eindresultaat en om het leerproces van de leerling. Is de klant tevreden? Bent u tevreden? Heeft de leerling de theorie juist toegepast? Heeft hij het handig aangepakt? Kortom: Wat ging er goed? Wat kan een volgende keer beter?
Uw rol:
Neem even de tijd om terug te blikken met de leerling. Bekijk de totale opdracht met de leerling. Hoe verliep de voorbereiding? Hoe is de theorie verwerkt? Hoe is de praktijkopdracht uitgevoerd? Formuleer uw belangrijkste tip of aanwijzing voor een volgende klus en noem ook wat er goed ging. Dit hoeft niet lang te duren, maar als het goed gebeurt verhoogt dit het leereffect aanzienlijk! U ondertekent vervolgens het werkblad 'Praktijk' en het werkblad 'Theorie'.
Werkbladen
Hier vindt de leerling een werkblad voor de onderdelen voorbereiding, theorie en praktijk. Dit is een link naar een Wordbestand dat hij kan downloaden en opslaan onder zijn eigen naam. In deze bestanden kan de leerling de verschillende onderdelen uitwerken. De ingevulde documenten kan de leerling aan u voorleggen ter bespreking en goedkeuring.
Bronnen/links
Hier vindt de leerling titels van bronnen met aanvullende informatie en links naar interessante sites.
Intro leerbedrijf
Hoe zit dit leerarrangement in elkaar?
In het menu vindt u de volgende hoofdrubrieken:
-
Intro
-
Voorbereiding
-
Theorie
-
Praktijk
-
Afronding
-
Werkbladen
-
Bronnen/links
Intro
Hier vindt u een beschrijving van een realistische klus die de leerling gaat uitvoeren op uw leerbedrijf. Deze beschrijving geeft de leerling hints over welke handelingen hij daarbij uit moet voeren, welke beroepshouding er van hem verwacht wordt en welke onderliggende kennis en vaardigheden hij daarvoor nodig heeft. De leerling zal met u bespreken waar en wanneer hij een dergelijke klus mag uitvoeren voor een klant.
Uw rol:
U kunt naar aanleiding van deze beschrijving met de leerling bespreken welke accenten u legt, welke kwaliteitseisen u hanteert. Wanneer is de klus goed uitgevoerd?
Voorbereiding
Hier gaat het om de voorbereiding van het leren. Hier wordt de leerling geholpen om zelf na te denken over hoe hij de klus en de bijbehorende onderliggende kennis en vaardigheden onder de knie gaat krijgen. Later zal hij immers ook geregeld een opdracht krijgen, die hij nog niet eerder heeft uitgevoerd. Het is daarom belangrijk dat hij leert om zichzelf de volgende vragen te stellen:
-
Wat houdt de opdracht precies in? Welke taken moet ik daarvoor uitvoeren?
-
Wat moet ik daarvoor kennen/kunnen? Welke beroepshouding hoort daarbij?
-
Wat weet en kan ik al? En waar moet ik juist voldoende/extra tijd voor nemen?
-
Hoe bereid ik de leeropdracht voor? Wat doe ik op school, wat op het bedrijf, wat met medeleerlingen? Wat in zelfstudietijd? Wanneer? Welke afspraken moet ik daarover maken?
Uw rol:
Het is van belang dat u de leer- en werkplanning doorspreekt met de leerling en zijn coach. Welke voorwaarden stelt u aan de leerling voordat hij een perceel mag zaaien? Wat kunt u daarin betekenen? Wat verwacht u van de leerling en van de school? Welke klus komt in aanmerking voor de leerling om het zaaien te oefenen?
Theorie
Hier vindt de leerling uitleg, vragen en verwijzingen naar ondersteunende theorie. Deze informatie helpt de leerling om de onderliggende theorie stapsgewijs te verwerken. De theorie zal veelal op school of als zelfstudie doorgewerkt worden.
Uw rol:
Het kan natuurlijk geen kwaad als u ter voorbereiding op de praktijkopdracht een aantal kritische vragen stelt aan de leerling, bijvoorbeeld over veiligheid of de hoeveelheid zaad. De theorie aangereikt krijgen in de praktijk spreekt altijd meer aan dan uit een boekje!
Praktijk
Hier gaat het om het daadwerkelijk uitvoeren van een klus in de praktijk. U overlegt met de leerling en zijn docent/coach wat de mogelijkheden zijn op uw leerbedrijf.
Uw rol:
Bespreek de uit te voeren klus met de leerling. Geef hem duidelijke instructies, maar daag hem tegelijkertijd uit zelf na te denken over wat er moet gebeuren en hoe. Geef ruimte voor het stellen van vragen.
Afronding
De afronding bestaat uit een korte terugblik en het vullen van het portfolio.
In de terugblik gaat het om een terugblik op het eindresultaat en om het leerproces van de leerling. Is de klant tevreden? Bent u tevreden? Heeft de leerling de theorie juist toegepast? Heeft hij het handig aangepakt? Kortom: Wat ging er goed? Wat kan een volgende keer beter?
Uw rol:
Neem even de tijd om terug te blikken met de leerling. Formuleer uw belangrijkste tip of aanwijzing voor een volgende klus en noem ook wat er goed ging. Dit hoeft niet lang te duren, maar als het goed gebeurt verhoogt dit het leereffect aanzienlijk! U ondertekent vervolgens het werkblad 'Praktijk' en eventueel ook het werkblad 'Theorie'.
Werkbladen
Hier vindt de leerling een werkblad voor de onderdelen voorbereiding, theorie en praktijk. Dit is een link naar een Wordbestand dat hij kan downloaden en opslaan onder zijn eigen naam. In deze bestanden kan de leerling de verschillende onderdelen uitwerken. De ingevulde documenten kan de leerling aan u voorleggen ter bespreking.
Bronnen/links
Hier vindt de leerling titels van bronnen met aanvullende informatie en links naar interessante sites.
De voorbereiding
Wat moet ik doen?
Onder de hoofdkop 'Intro' vind je een beschrijving van de opdracht waar jij je op voor gaat bereiden. Lees de tekst goed door. Noteer in eigen woorden welke stappen je moet zetten om deze opdracht goed uit te voeren. Twee stappen zijn al ingevuld.
Stap
|
Omschrijving
|
1
|
Aannemen van de opdracht
|
2
|
|
3
|
|
etc.
|
Machines netjes terugzetten |
De stappen noteer je op het werkblad 'Voorbereiding'.
Wat moet ik kunnen/kennen?
Je hebt op het werkblad 'Voorbereiding' genoteerd welke stappen je moet uitvoeren om jouw opdracht goed uit te kunnen voeren.
Wat denk je dat je moet weten/kunnen om de stappen uit te voeren?
Noteer dit in de kolom 'Kennen/kunnen' op je werkblad.
Bijvoorbeeld:
Stap
|
Omschrijving
|
Kennen/kunnen
|
1
|
Aannemen van de opdracht
|
Vragen stellen over het perceel
|
2
|
|
|
3
|
|
|
Etc.
|
|
|
Wat weet ik al?
Wat weet je al en aan welke onderwerpen moet je nog werken?
Noteer in de kolom 'Weet of kan ik al/nog leren' welke kennis en vaardigheden je al in je rugzak hebt zitten en welke nieuw of lastig voor je zijn.
Bijvoorbeeld:
Stap
|
Omschrijving
|
Kennen/kunnen
|
Weet of kan ik al/nog leren
|
1
|
Aannemen van de opdracht
|
Vragen stellen over het perceel
|
Ik weet al welke machines ik kan gebruiken.
Ik moet nog leren om door te vragen als ik iets niet snap.
Ik moet nog meer weten over de normalisatie.
|
2
|
|
|
|
3
|
|
|
|
Etc.
|
|
|
|
Mijn leer-/werkplan
Om je leerwerk en je opdracht op tijd en goed af te krijgen moet je goede afspraken maken.
Afspraken met jezelf en met je begeleiders!
Je zet deze afspraken in je leer-/werkplan.
Vul voor elke activiteit in wie er voor nodig is en wanneer je de activiteit gaat uitvoeren.
Je docent/coach helpt je bij het invullen.
Activiteit
|
Met wie
|
Datum
|
Doorpreken opdracht met leerbedrijf/ begeleider
|
Coach: de heer S.C. Cool
Leerbedrijf: de heer B.E. Drijf
|
2 oktober tijdens BPV-bezoek
|
Doorspreken opdracht met coach/docent
|
|
|
Plannen van de praktijkopdracht
|
|
|
Maken theorievragen en doornemen informatiebronnen
|
|
|
Bespreken uitwerking/antwoorden theorievragen
|
|
|
Uitvoeren praktijkopdracht
|
|
|
Invullen werkdocument praktijk
|
|
|
Nabespreken opdracht met leerbedrijf en op school
|
|
|
Nabespreken opdracht met docent/coach en kijken welke bewijsstukken in het portfolio kunnen worden opgenomen
|
|
|
De theorie
Uitleg
Als je de vragen onder 'Voorbereiding' hebt gemaakt, weet je dat jouw opdracht uit een aantal stappen bestaat. Om deze stappen goed te kunnen doen moet je het nodige weten en kunnen.
Onder 'Vragen' vind je een aantal vragen over dingen die je moet weten en kunnen.
Beantwoord de vragen op het werkblad 'Theorie' (te vinden onder menukop 'Werkbladen') en bespreek ze met je leerbedrijf en/of op school.
Voor het beantwoorden van de vragen kun je gebruikmaken van de volgende informatiebronnen.
In deze leereenheid vind je instructiefilmpjes en informatie over het afstellen van een zaaimachine.
Leereenheid: Afstellen van de zaaimachine
In deze leereenheid vind je instructiefilmpjes en informatie over het werken met een zaaimachine.
Leereenheid: Werken met een zaaimachine
In dit hoofdstuk vind je achtergrondinformatie over de normalisatie, de werktuigen voor het zaaien, het zaaien van een perceel en het onderhoud.
Vragen
Beantwoord de volgende vragen op het werkblad 'Theorie' (te vinden onder menukop 'Werkbladen') en bespreek ze met je leerbedrijf en/of op school. Onder 'Uitleg' vind je bronnen die je hiervoor kunt raadplegen.
Aannemen van de opdracht
|
Toelichting
|
Welke informatie heb je nodig van je leidinggevende om de klus goed te kunnen doen?
|
|
Normalisatie
|
Toelichting
|
Wat is 'normalisatie'?
|
|
Wat zijn de voordelen hiervan?
|
|
Zoek uit wat de rijafstand is van 3 gewassen. Controleer of deze afstanden aan de norm voldoen.
|
|
Zaaizaad
|
Toelichting
|
Welke gewassen kun je zaaien met een pijpenzaaimachine?
|
|
Welke gewassen kun je zaaien met een doorzaaimachine?
|
|
Waarom is het op de markt brengen van zaaizaad wettelijk beschermd?
|
|
Hoe ga je om met ontsmet zaaizaad?
|
|
Bestudeer het certificaat op een zak zaaizaad. Noteer de gegevens die op het certificaat staan en geef de betekenis aan.
|
|
Kiezen/meenemen van de juiste machine
|
Toelichting
|
Welke typen pijpenzaaimachines en doorzaaimachines zijn er?
|
|
Noem van alle machines een voor- en nadeel.
|
|
Welke is het meest geschikt voor het perceel dat jij moet gaan zaaien?
|
|
Aankoppelen en controleren machines
|
Toelichting
|
Waar moet je op letten bij het aankoppelen van een zaaimachine?
|
|
Welke handelingen moet je uitvoeren voordat je de weg op kunt met een zaaimachine?
|
|
Instellen en afdraaien van de zaaimachine
|
Toelichting
|
Benoem alle instelmogelijkheden van een zaaimachine.
|
|
Waar heb je deze gegevens gevonden?
|
|
Wat is een afdraaiproef?
|
|
Waarom is het aan te raden om voor dat je begint te zaaien een afdraaiproef uit te voeren?
|
|
Beschrijf stapsgewijs hoe je de afdraaiproef doet.
|
|
Waarom is vaak een tweede en derde afdraaiproef nodig?
|
|
|
|
Veilig naar de locatie rijden
|
Toelichting
|
Aan welke wettelijke eisen en veiligheidsvoorschriften moet je je houden als je via de openbare weg naar het perceel rijdt?
|
|
Routing zaaien en markeur
|
Toelichting
|
Welke voorbereidende handelingen moet je uitvoeren op het perceel?
|
|
Wat is de meest efficiënte zaairoute voor een perceel?
|
|
Zaai je de kopakkers als eerste of als laatste? Waarom?
|
|
Waarom is een goede aansluiting van de werkgangen belangrijk?
|
|
Beschrijf nauwkeurig hoe je de markeur afstelt.
|
|
Wat moet je regelmatig controleren tijdens het zaaien?
|
|
Veilig terugrijden naar het leerbedrijf
|
Toelichting
|
Welke veiligheidsmaatregelen neem je bij het terugrijden naar het leerbedrijf?
|
|
Gebruiksklaar terugzetten van de machine
|
Toelichting
|
Welke handelingen moet je uitvoeren aan de machines om ze netjes achter te laten voor een volgend gebruik?
|
|
De praktijk
Aannemen opdracht
Noteer de gegevens over de opdracht op jouw leerbedrijf.
Omschrijving opdracht
|
Toelichting
|
Te zaaien gewas:
|
|
Oppervlakte perceel:
|
|
Ligging perceel:
|
|
Grondsoort:
|
|
Hoeveelheid zaaizaad/ha:
|
|
Overige bijzonderheden:
|
|
Keuze/controle machines
Noteer de gegevens van de machines die je gaat gebruiken voor jouw opdracht.
Zet in de tabel ook welke controles, instellingen en afstellingen er nodig zijn.
Noteer achter elke vraag hoe je aan de informatie bent gekomen.
Kenmerken zaaimachine
|
Toelichting
|
Merk:
|
|
Type:
|
|
Werkbreedte (meter):
|
|
Inhoud voorraadbak:
|
|
Rijenafstand:
|
|
Zaaidiepte:
|
|
Instellingen/afstelling:
|
|
Beschrijving afdraaiproef:
|
|
Uitgevoerde controles:
|
|
Kenmerken trekker
|
Toelichting
|
Merk:
|
|
Type:
|
|
Vermogen:
|
|
Bandenspanning:
|
Op de weg:
Op het perceel:
|
Uitgevoerde controles:
|
|
Rijden naar locatie
Waarop moet je letten als je naar het perceel rijdt?
Wat heb je gedaan om veilig te rijden op de openbare weg?
Ben je bijzonderheden tegengekomen op jouw route?
Rijden over de openbare weg
|
Toelichting
|
Genomen veiligheidsmaatregelen:
|
|
Bijzonderheden op de route:
|
|
Routing en zaaien
Welke routing heb je gereden?
Hoe heb je gewerkt bij het zaaien?
Routing en zaaien
|
Toelichting
|
Teken op een apart vel het perceel en de routing die je gaat rijden.
|
|
Heb je de markeurs moeten bijstellen? Waarom?
|
|
Hoeveel kg heb je de eerste keer in de voorraadbak gedaan?
|
|
Hoe vaak moest je bijvullen?
|
|
Hoeveel vulde je dan per keer bij?
|
|
Rijsnelheid (km/uur):
|
|
Gehaalde capaciteit (ha/uur):
|
|
Administratie
Wat moest je opschrijven voor het bedrijf over de opdracht?
Voeg kopieën van formulieren toe aan je werkblad 'Praktijk'.
Administratieve afhandeling
|
Toelichting
|
Wat moet je doen met de etiketten die op de zakken zaad zitten?
|
|
Maak een kopie van de werkbon.
|
|
Gebruiksklaar terugzetten
Welke handelingen en controles heb je uitgevoerd om de machines gebruiksklaar terug te zetten?
Gebruiksklaar terugzetten
|
Toelichting
|
Wat heb je bij de trekker gedaan zodat hij gebruiksklaar is?
|
|
Wat heb je bij de zaaimachine gedaan om hem klaar te zetten voor het volgende gebruik?
|
|
De afronding
Tips en tops
Kijk eens terug op jouw opdracht. Is de klant tevreden? Is je baas tevreden? Heb je de theorie goed begrepen? Kortom: Wat ging er goed? Wat kan een volgende keer beter?
Noteer de belangrijkste tips en tops.
Tips zijn dingen die een volgende keer beter kunnen.
Tops zijn dingen die al heel goed gingen.
Noteer jouw eigen mening, de mening van het leerbedrijf en de mening van je docent/coach. Je vindt de invultabel aan het eind van het werkblad 'Praktijk'.
|
Tips
|
Tops
|
Mijn eigen mening
|
|
|
Mening leerbedrijf
|
|
|
Mening docent/coach
|
|
|
Het bewijs
Bespreek met je docent/coach welke bewijzen je kunt toevoegen aan je portfolio.
Werkbladen
Werkblad 'Voorbereiding'
Hier vind je de link naar het werkblad 'Voorbereiding'.
1. Klik op de link. Het werkblad wordt gedownload.
2. Sla het bestand op onder jouw eigen naam en op jouw eigen locatie.
3. Je kunt er nu in werken (in het programma Word).
Tip: sla je werk regelmatig op!
Werkblad 'Theorie'
Hier vind je de link naar het werkblad 'Theorie'.
1. Klik op de link. Het werkblad wordt gedownload.
2. Sla het bestand op onder jouw eigen naam en op jouw eigen locatie.
3. Je kunt er nu in werken (in het programma Word).
Tip: sla je werk regelmatig op!
Werkblad 'Praktijk'
Hier vind je de link naar het werkblad 'Praktijk'.
1. Klik op de link. Het werkblad wordt gedownload.
2. Sla het bestand op onder jouw eigen naam en op jouw eigen locatie.
3. Je kunt er nu in werken (in het programma Word).
Tip: sla je werk regelmatig op!
Bronnen/links
Hieronder vind je aanvullende bronnen die je kunnen helpen bij het uitvoeren van je opdracht.
Een test uit Landbouwmechanisatie mei 2008.
Amazone AS-P 303 Super
Een rapport uit Landbouwmechanisatie oktober 2008.
Kongskilde NCS 5140
Een poster met informatie uit Landbouwmechanisatie augustus 2005.
Rabe Ceria
In dit artikel uit Landbouwmechanisatie september 2004 staat praktische informatie over het onderhoud van een mechanische pijpenzaaimachine.
Goed zaaiwerk in 12 stappen
In dit artikel uit Landbouwmechanisatie maart 2010 staat praktische informatie over het onderhoud van een pneumatische pijpenzaaimachine.
Goed zaaien met nagekeken pneumaat
Colofon
Arrangement gemaakt in het kader van het project “Verhogen van het rendement van leren in de BPV (inhoud)”, in opdracht van de stuurgroep van het convenant “Goed opgeleid is het halve loonwerk”.
Samenstelling projectgroep
Auteurs
-
Erik Bassa – Wellantcollege, locatie Houten
-
Jan Klaver – Clusius College, locatie Hoorn
-
Jaap Steeneveld - Edu Delta, locatie Goes
Onderwijskundige
Redacteur
Projectleider
Terug
Als je op onderstaande link klikt, kom je bij het hoofdarrangement 'Uitvoeren gemechaniseerd loonwerk agrarisch'. Daar zie je alle basisarrangementen die er zijn over het uitvoeren van andere loonwerkzaamheden.
Uitvoeren gemechaniseerde werkzaamheden agrarisch