intro
Je krijgt van je baas de opdracht om kunstmest te gaan strooien. Dit doe je bij een akkerbouwer op een perceel tarwe.
De kunstmest ligt los gestort op een kiepwagen. Er is ook een kleine transportband. Hiermee kun je de kunstmest in de strooier draaien. Je rijdt naar de akkerbouwer. Daar krijg je informatie over de soort kunstmest, de hoeveelheid per hectare en de plaats van het perceel. De tarwe staat 10-20 cm hoog. Met brede banden en een lage bandenspanning zul je weinig schade aan de tarwe toebrengen.
Je zorgt ervoor dat de strooier juist is aangekoppeld. Je stelt de strooier op de juiste hoeveelheid en soort kunstmest in. De werkbreedte van de strooier pas je aan aan de werkbreedte van de spuitmachine van de akkerbouwer.
Voordat je gaat strooien, voer je een afdraaiproef uit. Dan strooi je straks de gewenste hoeveelheid.
Bij het strooien kun je, in dit geval, gebruikmaken van de sporen van de spuitmachine. Je moet nog wel aangeven waar je de strooier aan zet en weer uit zet. Je begint met de kanten van het perceel. De afstelling van de strooier pas je aan, zodat er tot aan de rand van het perceel voldoende gestrooid wordt. Er mag natuurlijk geen kunstmest op het naburige perceel of in de sloot komen.
Als de kanten gestrooid zijn, zet je de machine weer op normaal strooien. Je gaat het perceel strooien. Zorg ervoor dat de voorraadbak van de strooier op het eind bijna leeg is. Haal de overgebleven kunstmest eruit. Maak de banden van de trekker schoon en rijd terug naar het bedrijf.
Maak de strooier schoon en spuit hem in met een beschermende vloeistof. Controleer de machine op gebreken en meld eventuele gebreken bij je baas.
Koppel de machine af en tank de trekker af, zodat hij klaar staat voor de volgende dag. Noteer de gegevens van deze activiteit op een werkbon en lever deze in bij je baas.
Intro leerling
Hoe zit dit leerarrangement in elkaar?
In het menu vind je de volgende hoofdrubrieken:
Intro
Voorbereiding
Theorie
Praktijk
Afronding
Werkbladen
Bronnen/links
Intro
Hier vind je een beschrijving van de opdracht die je gaat uitvoeren op jouw leerbedrijf. Je leest hier welke taken je uitvoert bij deze opdracht. Je leest wat je daarvoor moet kennen en kunnen. Ook lees je welke beroepshouding er van je verwacht wordt. Je bespreekt op je leerbedrijf waar en wanneer jij deze taak mag uitvoeren voor een klant.
Voorbereiding
Hier gaat het om de voorbereiding van het leren. Hier word je geholpen om zelf na te denken over hoe je de opdracht gaat uitvoeren en wat je daarvoor moet leren. Later krijg je ook wel eens een opdracht, die je nog niet eerder hebt uitgevoerd. Het is daarom belangrijk dat je leert om jezelf de volgende vragen te stellen:
Wat houdt de opdracht precies in? Welke taken moet ik daarvoor uitvoeren?
Wat moet ik daarvoor kennen/kunnen? Welke beroepshouding hoort daarbij?
Wat weet en kan ik al? En waar moet ik juist voldoende/extra tijd voor nemen?
Hoe bereid ik de leeropdracht voor? Wat doe ik op school, wat op het bedrijf, wat met medeleerlingen? Wat in zelfstudietijd? Wanneer? Welke afspraken moet ik daarover maken?
Je voorbereiding werk je uit in het werkblad 'Voorbereiding'. Natuurlijk word je hierbij geholpen door je docent/coach.
Theorie
Hier vind je uitleg, vragen en verwijzingen naar ondersteunende theorie. De vragen helpen je om de onderliggende theorie stapsgewijs te verwerken. Je overlegt met je docent/coach of, waar en hoe je deze theorie doorwerkt. Dat kan op school, thuis als zelfstudie en/of in samenspraak met je leerbedrijf. Je gebruikt voor de verwerking van de theorie het werkblad 'Theorie'.
Praktijk
Hier gaat het om het daadwerkelijk uitvoeren van de opdracht in de praktijk. Overleg met je docent/coach en met je leerbedrijf wat de mogelijkheden zijn op jouw leerbedrijf. Je schrijft op hoe je de opdracht hebt uitgevoerd. Je gebruikt daarvoor het werkblad 'Praktijk'.
Afronding
De afronding bestaat uit een korte terugblik en het vullen van je portfolio.
In de terugblik gaat het om het terugkijken op jouw opdracht. Is de klant tevreden? Is je baas tevreden? Heb je de theorie goed begrepen? Kortom: Wat ging er goed? Wat kan een volgende keer beter?
Met je docent/coach bespreek je welke producten je in je portfolio kunt opnemen.
Werkbladen
Hier vind je werkbladen voor het uitwerken van je opdracht. Dit zijn Wordbestanden die je kunt downloaden. Je slaat ze op onder je eigen naam. Je vindt drie aparte werkbladen. Eén voor de voorbereiding, één voor de theorie en één voor de praktijk. Overleg met je docent/coach wanneer en hoe je deze werkbladen moet aanleveren.
Bronnen/links
Hier vind je titels van bronnen met aanvullende informatie en links naar interessante sites.
Intro school
Hoe zit dit leerarrangement in elkaar?
In het menu vindt u de volgende hoofdrubrieken:
Intro
Voorbereiding
Theorie
Praktijk
Afronding
Werkbladen
Bronnen/links
Intro
Hier vindt u een beschrijving van een realistische klus die de leerling gaat uitvoeren op het leerbedrijf. Deze beschrijving geeft de leerling hints over welke handelingen hij daarbij uit moet voeren, welke beroepshouding er van hem verwacht wordt en welke onderliggende kennis en vaardigheden hij daarvoor nodig heeft. U bespreekt met de leerling en het leerbedrijf waar en wanneer de leerling een dergelijke klus mag uitvoeren voor een klant.
Uw rol:
U kunt naar aanleiding van deze beschrijving met de leerling bespreken welke accenten u legt, welke kwaliteitseisen u hanteert. Wanneer is de klus goed uitgevoerd?
Voorbereiding
Hier gaat het om de voorbereiding van het leren. Hier wordt de leerling geholpen om zelf na te denken over hoe hij de klus en de bijbehorende onderliggende kennis en vaardigheden onder de knie gaat krijgen. Later zal hij immers ook geregeld een opdracht krijgen, die hij nog niet eerder heeft uitgevoerd. Het is daarom belangrijk dat hij leert om zichzelf de volgende vragen te stellen:
Wat houdt de opdracht precies in? Welke taken moet ik daarvoor uitvoeren?
Wat moet ik daarvoor kennen/kunnen? Welke beroepshouding hoort daarbij?
Wat weet en kan ik al? En waar moet ik juist voldoende/extra tijd voor nemen?
Hoe bereid ik de leeropdracht voor? Wat doe ik op school, wat op het bedrijf, wat met medeleerlingen? Wat in zelfstudietijd? Wanneer? Welke afspraken moet ik daarover maken?
Uw rol:
Het is van belang dat u de leer- en werkplanning doorspreekt met de leerling en het leerbedrijf. Welke voorwaarden stelt het bedrijf aan de leerling voordat hij een perceel mag bemesten met kunstmest? Hoe bereidt u de leerling hierop voor? Wat doet u op school? Wat verwacht u van de leerling? En welke rol verwacht u van het leerbedrijf? U overlegt met het leerbedrijf welke klus in aanmerking komt voor de leerling om het uitrijden van kunstmest te oefenen.
Theorie
Hier vindt de leerling uitleg, vragen en verwijzingen naar ondersteunende theorie. Deze informatie helpt de leerling om de onderliggende theorie stapsgewijs te verwerken. De theorie kan op school of als zelfstudie doorgewerkt worden.
Uw rol:
U kunt een belangrijke rol vervullen in het leggen van verbanden tussen theorie en praktijk. U kunt zowel in de voorbereiding op de praktijkopdracht als in de afsluiting ervan theorie en praktijk verbinden. In de arrangementen is geen absolute volgorde voorgeschreven. U kunt de theorie aanbieden in de les op school ter voorbereiding op de praktijkopdracht. U kunt er ook voor kiezen om de theorie te bespreken ná het uitvoeren van de praktijkopdracht.
U kunt ook overleggen welke rol het leerbedrijf hierin kan vervullen. Het kan natuurlijk geen kwaad als er op het leerbedrijf ter voorbereiding op de praktijkopdracht een aantal kritische vragen gesteld worden aan de leerling, bijvoorbeeld over veiligheid of mestwetgeving. De theorie aangereikt krijgen in de praktijk spreekt altijd meer aan dan uit een boekje!
Praktijk
Hier gaat het om het daadwerkelijk uitvoeren van een klus in de praktijk. U overlegt met de leerling en het leerbedrijf wat de mogelijkheden zijn op het leerbedrijf. U maakt heldere afspraken over de planning, uitvoering en begeleiding van de opdracht.
Uw rol:
Bespreek de uit te voeren klus met de leerling en het leerbedrijf. U zorgt ervoor dat duidelijk is wat het bedrijf van de leerling verwacht en wat de school van het leerbedrijf verwacht. De leerling moet voldoende ruimte krijgen om van de opdracht te leren.
Intro leerbedrijf
Hoe zit dit leerarrangement in elkaar?
In het menu vindt u de volgende hoofdrubrieken:
Intro
Voorbereiding
Theorie
Praktijk
Afronding
Werkbladen
Bronnen/links
Intro
Hier vindt u een beschrijving van een realistische klus die de leerling gaat uitvoeren op uw leerbedrijf. Deze beschrijving geeft de leerling hints over welke handelingen hij daarbij uit moet voeren, welke beroepshouding er van hem verwacht wordt en welke onderliggende kennis en vaardigheden hij daarvoor nodig heeft. De leerling zal met u bespreken waar en wanneer hij een dergelijke klus mag uitvoeren voor een klant.
Uw rol:
U kunt naar aanleiding van deze beschrijving met de leerling bespreken welke accenten u legt, welke kwaliteitseisen u hanteert. Wanneer is de klus goed uitgevoerd?
Voorbereiding
Hier gaat het om de voorbereiding van het leren. Hier wordt de leerling geholpen om zelf na te denken over hoe hij de klus en de bijbehorende onderliggende kennis en vaardigheden onder de knie gaat krijgen. Later zal hij immers ook geregeld een opdracht krijgen, die hij nog niet eerder heeft uitgevoerd. Het is daarom belangrijk dat hij leert om zichzelf de volgende vragen te stellen:
Wat houdt de opdracht precies in? Welke taken moet ik daarvoor uitvoeren?
Wat moet ik daarvoor kennen/kunnen? Welke beroepshouding hoort daarbij?
Wat weet en kan ik al? En waar moet ik juist voldoende/extra tijd voor nemen?
Hoe bereid ik de leeropdracht voor? Wat doe ik op school, wat op het bedrijf, wat met medeleerlingen? Wat in zelfstudietijd? Wanneer? Welke afspraken moet ik daarover maken?
Uw rol:
Het is van belang dat u de leer- en werkplanning doorspreekt met de leerling en zijn coach. Welke voorwaarden stelt u aan de leerling voordat hij een perceel mag bemesten met kunstmest? Wat kunt u daarin betekenen? Wat verwacht u van de leerling en van school? Welke klus komt in aanmerking voor de leerling om het uitrijden van kunstmest te oefenen?
Theorie
Hier vindt de leerling uitleg, vragen en verwijzingen naar ondersteunende theorie. Deze informatie helpt de leerling om de onderliggende theorie stapsgewijs te verwerken. De theorie zal veelal op school of als zelfstudie doorgewerkt worden.
Uw rol:
Het kan natuurlijk geen kwaad als u ter voorbereiding op de praktijkopdracht een aantal kritische vragen stelt aan de leerling, bijvoorbeeld over veiligheid of mestwetgeving. De theorie aangereikt krijgen in de praktijk spreekt altijd meer aan dan uit een boekje!
Praktijk
Hier gaat het om het daadwerkelijk uitvoeren van een klus in de praktijk. U overlegt met de leerling en zijn docent/coach wat de mogelijkheden zijn op uw leerbedrijf.
Uw rol:
Bespreek de uit te voeren klus met de leerling. Geef hem duidelijke instructies, maar daag hem tegelijkertijd uit zelf na te denken over wat er moet gebeuren en hoe. Geef ruimte voor het stellen van vragen.
Afronding
De afronding bestaat uit een korte terugblik en het vullen van het portfolio.
In de terugblik gaat het om een terugblik op het eindresultaat en om het leerproces van de leerling. Is de klant tevreden? Bent u tevreden? Heeft de leerling de theorie juist toegepast? Heeft hij het handig aangepakt? Kortom: Wat ging er goed? Wat kan een volgende keer beter?
Uw rol:
Neem even de tijd om terug te blikken met de leerling. Formuleer uw belangrijkste tip of aanwijzing voor een volgende klus en noem ook wat er goed ging. Dit hoeft niet lang te duren, maar als het goed gebeurt verhoogt dit het leereffect aanzienlijk! U ondertekent vervolgens het werkblad 'Praktijk' en eventueel ook het werkblad 'Theorie'.
Werkbladen
Hier vindt de leerling voor de onderdelen voorbereiding, theorie en praktijk een werkblad. Dit is een link naar een Wordbestand dat hij kan downloaden en opslaan onder zijn eigen naam. In deze bestanden kan de leerling de verschillende onderdelen uitwerken. De ingevulde documenten kan de leerling aan u voorleggen ter bespreking en goedkeuring.
Bronnen/links
Hier vindt de leerling titels van bronnen met aanvullende informatie en links naar interessante sites.
De voorbereiding
Wat moet ik doen?
Onder de hoofdkop 'Intro' vind je een beschrijving van de opdracht waar jij je op gaat voorbereiden.
Lees de tekst goed door. Noteer in je eigen woorden welke stappen je moet zetten om deze opdracht goed uit te voeren. Twee stappen zijn al ingevuld.
Stap
|
Omschrijving
|
1
|
Aannemen van de opdracht
|
2
|
|
3
|
|
etc.
|
Machines netjes terugzetten |
De stappen noteer je op het werkblad 'Voorbereiding'.
Wat moet ik kennen/kunnen?
Je hebt in het werkblad 'Voorbereiding' opgeschreven welke stappen je moet uitvoeren om jouw opdracht goed uit te kunnen voeren.
Wat denk je dat je moet weten/kunnen om de stappen uit te voeren?
Noteer dit in de kolom 'Kennen/kunnen' op je werkblad.
Bijvoorbeeld:
Stap
|
Omschrijving
|
Kennen/kunnen
|
1
|
Aannemen van de opdracht
|
Vragen stellen over het perceel
|
2
|
|
|
3
|
|
|
Etc.
|
|
|
Wat weet ik al?
Wat weet je al? Aan welke onderwerpen moet je nog werken?
Noteer in de kolom 'Weet of kan ik al/nog leren' welke kennis en vaardigheden je al in je rugzak hebt zitten en welke nieuw of lastig voor je zijn.
Bijvoorbeeld:
Stap
|
Omschrijving
|
Kennen/kunnen
|
Weet of kan ik al/nog leren
|
1
|
Aannemen van de opdracht
|
Vragen stellen over het perceel
|
Ik weet al welke machines ik kan gebruiken.
Ik moet nog leren om door te vragen als ik iets niet snap.
Ik moet goed weten waar de kunstmest klaar staat om te strooien.
|
2
|
|
|
|
3
|
|
|
|
Etc.
|
|
|
|
Mijn leer-/werkplan
Om je leerwerk en je opdracht op tijd en goed af te krijgen, moet je goede afspraken maken.
Afspraken met jezelf en met je begeleiders!
Je zet deze afspraken in je leer-/werkplan.
Vul voor elke activiteit in wie er voor nodig is en wanneer je de activiteit gaat uitvoeren.
Je docent/coach helpt je bij het invullen.
Activiteit
|
Met wie
|
Datum
|
Doorpreken opdracht met leerbedrijf/ begeleider
|
Coach: de heer S.C. Cool
Leerbedrijf: de heer B.E. Drijf
|
2 oktober tijdens BPV-bezoek
|
Doorspreken opdracht met coach/docent
|
|
|
Plannen van de praktijkopdracht
|
|
|
Maken theorievragen en doornemen informatiebronnen
|
|
|
Bespreken uitwerking/antwoorden theorievragen
|
|
|
Uitvoeren praktijkopdracht
|
|
|
Invullen werkblad 'Praktijk'
|
|
|
Nabespreken opdracht met leerbedrijf en op school
|
|
|
Nabespreken opdracht met docent/coach en kijken welke bewijsstukken in het portfolio kunnen worden opgenomen.
|
|
|
De theorie
Uitleg
Als je de vragen onder 'Voorbereiding' hebt gemaakt, weet je dat jouw opdracht uit een aantal stappen bestaat. Om deze stappen goed te kunnen doen moet je het nodige weten en kunnen.
Onder 'Vragen' vind je een aantal vragen over dingen die je moet weten en kunnen op een rijtje. Beantwoord de vragen op het werkblad 'Theorie' (te vinden onder menukop 'Werkbladen') en bespreek ze met je leerbedrijf en/of op school.
Voor het beantwoorden van de vragen kun je gebruikmaken van de volgende informatiebronnen.
Leereenheid strooien met kunstmest.
In deze leereenheid vind je instructiefilmpjes en informatie over het strooien van kunstmest.
Het hoofdstuk over bemesting geeft informatie over meststoffen.
Strooien van kunstmest
Complete leereenheid over de beroepshandeling strooien met de kunstmeststrooier. Deze leereenheid bevat een ori?ntatie, informatie, instructievideo?s, bronnen&links en een toets.
Bemesting; Meststoffen
Voor een goede groei van het gewas zijn lucht, temperatuur en water nodig.Net als bij mensen hebben planten ook voedsel nodig om te kunnen (blijven) leven.
Bemesting; Soorten meststoffen
Veehouders en loonwerkers beginnen al in februari met het uitrijden van drijfmest. Met kunstmest strooien wachten ze meestal nog even tot de temperatuursom van 200?graden bereikt is.Dit is de som van de positieve gemiddelden van de maximum- en minimumluchttemperatuur per etmaal, gerekend vanaf 1?januari, waarbij de gemiddelden beneden 0?graden Celcius niet meegerekend worden.
Bodemsignalen - Onderwijseditie, Voedingsstoffen en structuur
Dit object gaat over de structuur en voedingsstof van een bodem. Bodemeigenschappen zijn af te leiden uit de structuur, doorluchting en omstandigheden voor de groei van het gewas. Structuur en chemie in een bodem zijn maatgevend voor de groeiomstandigheden. Dit hoofdstuk is onderdeel van de uitgave Bodemsignalen - Onderwijseditie, uitgegeven door Roodbont Uitgeverij.
Bodemsignalen - Onderwijseditie, Bemesting
Dit object gaat over bodembemesting als directe voeding voor de plant, maar ook voor bodem, bodemleven en structuur. Uiteindelijk levert een goed groeiend gewas via het wortelstelsel weer voedingsstoffen aan de bodem. Een goede pH is het vertrekpunt van een goede bemesting. Dit hoofdstuk is onderdeel van de uitgave Bodemsignalen - Onderwijseditie, uitgegeven door Roodbont Uitgeverij.
Bodemsignalen - Onderwijseditie, Bodems beoordelen
Dit object gaat over beoordeling van de bodem, nodig om de groei van het gewas te begrijpen. Dit kan met de chemische bodemanalyse. Daarnaast is het nuttig de bodem zelf te beoordelen om de wisselwerking tussen mineralen, bodemstructuur en beworteling te kunnen begrijpen. Dit hoofdstuk is onderdeel van de uitgave Bodemsignalen - Onderwijseditie, uitgegeven door Roodbont Uitgeverij.
Vragen 1
Beantwoord de volgende vragen op het werkblad 'Theorie' (te vinden onder menukop 'Werkbladen'). Bespreek ze met je leerbedrijf en/of op school.
Onder 'Uitleg' vind je bronnen die je hiervoor kunt raadplegen.
Aannemen van de opdracht
|
Toelichting
|
Welke informatie heb je nodig van je leidinggevende om de klus goed te kunnen doen?
|
|
Kennis van kunstmeststoffen
|
Toelichting
|
Welke soorten kunstmest worden er door jouw leerbedrijf vaak gestrooid? Noem er minimaal 3.
|
|
Welke voedingselementen zitten er in die kunstmestsoorten?
|
|
Welke van deze voedingselementen spoelen er gemakkelijk uit naar het bodemwater?
|
|
Hoeveel kg fosfaat (P2O5) per hectare mag je dit jaar op maïsland (zandgrond) strooien?
|
|
Als je de meststof superfosfaat zou strooien, hoeveel kg mag je dan per hectare maximaal strooien dit jaar?
|
|
Kiezen/meenemen van de juiste voertuigen
|
Toelichting
|
Welke 3 typen machines zijn er voor het strooien van kunstmest?
|
|
Noem van alle machines een voor- en nadeel.
|
|
Welke is het meest geschikt voor het perceel dat jij moet gaan strooien?
|
|
Controleren en aankoppelen machines
|
Toelichting
|
Welke handelingen moet je uitvoeren bij het aankoppelen van een kunstmeststrooier?
|
|
Wat controleer je om te zien of de strooier goed achter de trekker hangt?
|
|
Hoeveelheid instellen
|
Toelichting
|
Welke gegevens heb je nodig om de juiste hoeveelheid te kunnen instellen?
|
|
Waar haal je die gegevens vandaan?
|
|
Welke controleproef voer je uit voordat je gaat strooien, zodat je weet of de hoeveelheidsinstelling juist is ingesteld?
|
|
Beschrijf de hierboven genoemde controleproef in stappen.
|
|
Instellen op de juiste werkbreedte
|
Toelichting
|
Hoe weet je op welke werkbreedte je straks met de machine gaat werken?
|
|
Hoe stel je de machine in op de gewenste werkbreedte?
|
|
Hoe zorg je ervoor dat je straks in de praktijk ook op die werkbreedte gaat werken?
|
|
Welke hulpmiddelen zijn er nodig bij het kantstrooien?
|
|
Hoe stel je een kunstmeststrooier in op het strooien van kanten?
|
|
Veilig naar de locatie rijden
|
Toelichting
|
Aan welke wettelijke eisen en veiligheidsvoorschriften moet je je houden als je over de openbare weg naar het perceel rijdt?
|
|
vragen 2
Beantwoord de volgende vragen op het tweede deel van het werkblad 'Theorie' (te vinden onder menukop 'Werkbladen'). Bespreek ze met je leerbedrijf en/of op school.
Onder 'Uitleg' vind je bronnen die je hiervoor kunt raadplegen.
Strooien op het perceel
|
Toelichting
|
Welke voorbereidende handelingen moet je uitvoeren op een perceel?
|
|
Onder aan deze tabel staat een rechthoekig perceel getekend. Teken hierin (in zwart) de meest logische routing.
|
|
Zet in de tekening de plaats van de piketten (in groen). Zet de afstanden tussen de piketten en tot aan de perceelrand erbij.
|
|
Geef in de tekening (in rood) ook aan waar je de strooier aanzet en waar weer uitzet.
|
|
Waarom is een goede afstand tussen de werkgangen belangrijk?
|
|
Wat zijn de gevolgen als je stukken overslaat?
|
|
Wat zijn de gevolgen als je een stuk twee keer bemest?
|
|
Als je het perceel gestrooid hebt, zit er nog kunstmest in de voorraadbak. Wat doe je hiermee?
|
|
Veilig terugrijden naar het leerbedrijf
|
Toelichting
|
Welke veiligheidsmaatregelen neem je bij het terugrijden naar het leerbedrijf?
|
|
Gebruiksklaar terugzetten van de machine
|
Toelichting
|
Welk onderhoud voer je uit aan de machine?
|
|
Welke andere handelingen moet je uitvoeren aan de machine om deze netjes achter te laten voor een volgend gebruik?
|
|
De praktijk
Je gaat de opdracht daadwerkelijk uitvoeren op je leerbedrijf.
De informatie over jouw opdracht verwerk je op het werkblad 'Praktijk'.
Als je er zelf niet uitkomt, vraag dan hulp op je leerbedrijf en/of op school.
Aannemen opdracht
Noteer de gegevens over de opdracht op jouw leerbedrijf.
Beschrijving opdracht
|
Toelichting
|
Grondsoort:
|
|
Is het bouwland of grasland?
|
|
Soort kunstmest:
|
|
Waarin is de kunstmest opgeslagen (zakjes/ bigbag/ kiepwagen/ silo)?
|
|
Transportbandje nodig?
|
|
Gewas op het perceel:
|
|
Hoogte van het gewas/ groeistadium:
|
|
Zijn er al rijpaden op het perceel aanwezig? Zo ja, op welke afstand?
|
|
Oppervlakte perceel:
|
|
Adresgegevens en telefoonnummer klant:
|
|
Heb je te maken met een mestvrije zone langs het perceel? Hoe breed is de mestvrije zone?
|
|
Hoeveelheid te strooien kunstmest per hectare:
|
|
Tijdstip bij klant aanwezig:
|
|
Overige bijzonderheden:
|
|
Keuze/controle machines
Noteer de gegevens van de machines die je gaat gebruiken voor jouw opdracht in het werkblad 'Praktijk'.
Vul ook in welke controles, instellingen en afstellingen er nodig zijn.
Noteer achter elke vraag hoe je aan de informatie bent gekomen.
Rijden naar locatie
Waarop moet je letten als je naar de klant rijdt?
Wat heb je gedaan om veilig te rijden op de openbare weg?
Ben je bijzonderheden tegengekomen op jouw route?
Rijden over de openbare weg
|
Toelichting
|
Genomen veiligheidsmaatregelen:
|
|
Bijzonderheden op de route:
|
|
Routing en strooien
Welke routing heb je gereden?
Hoe heb je gewerkt op de uitvoeringslocatie?
Routing en capaciteit
|
Toelichting
|
Teken op een apart blad papier de oppervlakte van het perceel en (in zwart) de routing die je gereden hebt.
|
|
Zet in de tekening de plaats van de piketten (in groen). Zet de afstanden tussen de piketten en tot aan de perceelrand erbij.
|
|
Geef in de tekening (in rood) ook aan waar je de strooier aangezet en waar weer uitgezet hebt.
|
|
Rijsnelheid in km/uur:
|
|
Gehaalde capaciteit (ha/uur):
|
|
Administratie
Wat moest je opschrijven voor het bedrijf over de opdracht?
Administratieve afhandeling
|
Toelichting
|
Heb je een werkbon ingevuld?
|
|
Wat moest je invullen over het perceel en het werk?
|
|
Wat moest je invullen over de kunstmest?
|
|
Voeg kopieën van formulieren toe aan je werkblad 'Praktijk'.
Gebruiksklaar terugzetten
Welke handelingen en controles heb je uitgevoerd om de machines gebruiksklaar terug te zetten?
Gebruiksklaar terugzetten
|
Toelichting
|
Wat heb je bij de trekker gedaan zodat hij gebruiksklaar is?
|
|
Welk onderhoud heb je uitgevoerd aan de kunstmeststrooier na het gebruik?
|
|
Wat heb je bij de kunstmeststrooier gedaan om hem klaar te maken voor een periode waarin hij niet gebruikt wordt?
|
|
De afronding
Tips en tops
Kijk eens terug op jouw opdracht.
Is de klant tevreden? Is je baas tevreden? Heb je de theorie goed begrepen?
Kortom: Wat ging er goed? Wat kan een volgende keer beter?
Noteer de belangrijkste tips en tops.
Tips zijn dingen die een volgende keer beter kunnen.
Tops zijn dingen die al heel goed gingen.
Noteer jouw eigen mening, de mening van het leerbedrijf en de mening van je docent/coach.
Je vindt de invultabel aan het eind van het werkblad 'Praktijk'.
|
Tips
|
Tops
|
Mijn eigen mening
|
|
|
Mening leerbedrijf
|
|
|
Mening docent/coach
|
|
|
Het bewijs
Bespreek met je docent/coach welke bewijzen je toe kunt voegen aan je portfolio.
Werkbladen
Werkblad 'Voorbereiding'
Hier vind je de link naar het werkblad 'Voorbereiding'.
1. Klik op de link. Het werkblad wordt gedownload.
2. Sla het bestand op onder jouw eigen naam en op jouw eigen locatie.
3. Je kunt er nu in werken (in het programma Word).
Tip: sla je werk regelmatig op!
Werkblad 'Theorie'
Hier vind je de link naar het werkblad 'Theorie'.
1. Klik op de link. Het werkblad wordt gedownload.
2. Sla het bestand op onder jouw eigen naam en op jouw eigen locatie.
3. Je kunt er nu in werken (in het programma Word).
Tip: sla je werk regelmatig op!
Werkblad 'Praktijk'
Hier vind je de link naar het werkblad 'Praktijk'.
1. Klik op de link. Het werkblad wordt gedownload.
2. Sla het bestand op onder jouw eigen naam en op jouw eigen locatie.
3. Je kunt er nu in werken (in het programma Word).
Tip: sla je werk regelmatig op!
Bronnen/links
Hier vind je aanvullende bronnen die je kunnen helpen bij het uitvoeren van je opdracht.
Colofon
Arrangement gemaakt in het kader van het project “Verhogen van het rendement van leren in de BPV (inhoud)”, in opdracht van de stuurgroep van het convenant “Goed opgeleid is het halve loonwerk”.
Samenstelling projectgroep
Auteurs
· Erik Bassa – Wellantcollege, locatie Houten
· Jan Klaver – Clusius College, locatie Hoorn
· Jaap Steeneveld – Edudelta College, locatie Goes
Onderwijskundige
· Annet Scholten – Scholten onderwijskundig advies, Almen
Redacteur
· Clazien Rodenburg – Studio Maan, Geldrop
Projectleider
· Mark van Vliet – Ontwikkelcentrum, Ede
Terug
Als je op onderstaande link klikt, kom je bij het hoofdarrangement 'Uitvoeren gemechaniseerd loonwerk agrarisch'. Daar zie je alle basisarrangementen die er zijn over het uitvoeren van andere loonwerkzaamheden.
uitvoeren gemechaniseerde werkzaamheden agrarisch