KUA 5V 24/27

KUA 5V 24/27

Informatie over KUA

Wat is KUA?

Welkom bij het examenvak Kunst!

 

In deze Quest staat alle informatie - en staan alle opdrachten voor het vak Kunst.

Het examenvak Kunst (KUA) bestaat uit:

- Een PRAKTIJKdeel: Beeldende Vorming

- Een THEORIEdeel: Kunst Algemeen

 

(Deze Quest wordt nog verder uitgewerkt)

KUA Examen Programma

Voor het centraal examen Kunst (algemeen) vwo in 2027 moeten leerlingen zich voorbereiden op vier cultuurhistorische periodes:

  1. Cultuur van de kerk in de elfde tot en met de veertiende eeuw
    Deze periode richt zich op middeleeuwse kunst en architectuur, met nadruk op religieuze thema's en de invloed van de kerk op de kunst.

  2. Cultuur van romantiek en realisme in de negentiende eeuw
    Hierbij worden de stromingen romantiek en realisme behandeld, met aandacht voor de maatschappelijke en culturele context van de negentiende eeuw.

  3. Cultuur van het moderne in de eerste helft van de twintigste eeuw
    Deze periode behandelt moderne stromingen zoals expressionisme, kubisme, futurisme en de opkomst van abstracte kunst.

  4. Massacultuur vanaf 1950
    Deze periode behandelt de invloed van massamedia, popcultuur en technologie op de kunst.

Coaches KUA

Voor het vak KUA kun je terecht bij de volgende coaches:

Meneer van Riel

 

 

Boeken en Materiaal

Deze boeken gebruiken we:

https://staal-roeland.nl/bespiegeling/

 

Kunst analyse modellen

Hier een bestand met alle kunst analyse modellen in een overzichtelijke opzet:

Hier alle kunstvormen uiteen gezet in zo veel mogelijk detail:

4V Periode 24/25.01: Massacultuur

Planning

Schema:

Praktische opdracht periode 1

KUA Periode 1, 24/25

 

OPDRACHT:

‘ONTWERP EEN CROSS-OVER FESTIVAL’

 

In deze opdracht werken jullie alvast aan voorkennis van wat later in de ‘Massacultuur’ behandeld wordt, namelijk over inter- en multidisciplinaire kunst.

Musea, concertzalen en theaters programmeren vaak nog monodisciplinaire kunst, terwijl er in deze tijd juist steeds meer samenwerking en verbanden ontstaan in de kunst.

Verschillende cross-overs zijn mogelijk: tussen verschillende disciplines, tussen hoge en lage kunst, tussen verschillende genders, oosterse en westerse tradities, publieksparticipatie.

 

AAN JOU/JULLIE, EEN INTER- EN MULTIDISCIPLINAIR FESTIVAL TE BEDENKEN.

EEN SENSATIONEEL FESTIVAL WAAR HET PUBLIEK VERMAAKT, VERBAASD EN GECONFRONTEERD WORDT MÉT EN UITGENODIGT WORDT DEEL TE NEMEN ÁAN, KUNST.

 

Je presenteert je/jullie plannen in de vorm van een onderzoek, korte omschrijving van je plan, een plattegrondvan het festivalterrein met daarop diverse inter- en multidisciplinaire werken en één uitgewerkte visualisatie in 3D van een door jou bedacht kunstwerk in de vorm van een installatie. 

 

Hiervoor doorloop je de volgende stappen.

 

1. ONDERZOEK

  • Wat is inter- en wat multidisciplinaire kunst?
  • Beschrijf kort verschillende disciplines in de kunst?
  • Wat is hoge en lage kunst?
  • Wat is een ‘installatie’ in de zin van een kunstwerk/uiting van kunst?
  • Benoem en omschrijft kort tenminste vijf kunstenaars of collectieven die niet op jouw festival mogen ontbreken.

(Het liefst los van elkaar zodat we samen een groot gebied van verschillende kunstenaars ontdekken).

  • Zoek inspiratie voor je kunstwerken en festivalterrein, verzamel deze informatie.

 

Benoem je bronnen door middel van een bronnenlijst!

(ChatGTP kan je helpen zoeken en ontwerpen maar kun je niet aanhalen als bron voor bijv. de kunstenaars. Gebruik je Chat GTP, benoem dan in je onderzoek/ontwerp op welke onderdelen ChatGTP je geholpen heeft. Ik ben benieuwd en nieuwsgierig hiernaar)

 

2. IDEEËN, ONTWERPSCHETSEN VAN FESTIVALTERREIN EN KUNSTWERK

  • Bedenk een (overkoepelend / maatschappelijk) thema voor je festival.
  • Bedenk tenminste vijf kunstwerken op het terrein waar het publiek vermaakt, verbaasd, geconfronteerd of uitgenodigd wordt.
  • Werk je ideeën uit en maak tenminste drie schetsen voorafgaande aan je definitieve plattegrond.

 

3. UITWERKING PLATTEGROND

  • Maak een definitieve schets van het terrein
  • Bedenk en schrijf een prompt voor een artist-impression van jouw festivalterrein.
  • Maak een artist-impression met behulp van een AI-image-genarator. Dit kan evt ook via de coach en zijn Midjourney account

 

4. UITVOERING INSTALLATIE IN 3D OP SCHAAL

  • Bedenk en ontwerp tenminste éen (van de vijf) kunstwerk in de vorm van een installatie.
  • Omschrijf de gebruikte materialen en toegepaste technieken.
  • Werk dit kunstwerk 3D uit op schaal.

 

HOE?

Alleen of met z’n tweeën.

 

OPZET:

Volgende les inleidende PPP

Een les besteden aan AI-iamges-generator

 

EISEN EN BEOORDELING (adv een rubric tijdens de beoordeling)

De leerling heeft al het werk voldoende afgerond als:

  • De leerling heeft een opdracht bedacht, onderbouwd en gepresenteerd.
  • De leerling heeft een goed onderbouwd onderzoek gedaan.
  • Doormiddel van minimaal 3 schetsen.
  • Informatie gezocht en onderzoek gedaan en beeld verzameld ter inspiratie voor het festival.
  • Onderzoek heeft gedaan naar materialen, technische middelen etc ten behoeven van zijn installatie kunstwerk.
  • De leerling maakt tenminste éen werk wat voldoet aan de door leerling zelf opgestelde voorwaarden en zijn vooraf beschreven idee. Besproken aanpassingen gedurende het

Maak proces waardoor de leerling tot een aangepast eindresultaat komt, horen daar ook bij.

  • Alle Blox’s aanwezig is geweest en voldoende inzet heeft getoond.
  • De leerling zijn werk tussentijds heeft (laten) beoordeeld(en) en eventuele feedback heeft verwerkt.
  • Al het werk met zorg heeft gemaakt en verzorgt heeft ingeleverd tijjdens de eindpresenatie.
  • Het eindwerk is door de leerling en de klas beoordeeld.
  • Veel plezier heeft beleefd aan de opdracht!

 

LEERDOELEN:

  • De leerling voert een opdracht uit binnen de dimensie: ‘Mono-, multi- & interdisciplinair’, ‘Individueel & coöperatief’, ‘Amusement & engagement’, ‘Autonoom en toegepast’.
  • De leerling doet kennis op over de begrippen en kunstenaars binnen deze dimensie.
  • De leerling leert samenwerken.
  • De leerling leert het zelfstandig l ontwikkelen van een creatief kunstzinnig onderzoeksproces om zodoende een origineel, eigen werk te produceren en presenteren.
  • De leerling leert alternatieve denkstrategieën kennen en toe te passen.
  • De leerling leert hoe deze ideeën in beelden, muziek of performances kan transformeren.
  • De leerlingen leren met complexe aspecten van kunst, zoals meerduidigheid om te gaan.

 

VEEL PLEZIER MET DEZE OPDRACHT! GROET MR VAN RIEL.

9.1 American Dream

Blader naar hoofdstuk 9 in het boek "Bespiegeling" en lees 9.1

 

Les powerpoint en bronnen:

Alle onderdelen van de lessen apart:

9.2 Nieuwe Wegen

Blader naar hoofdstuk 9.2 in het boek Bespiegeling.

Les powerpoint en bronnen:

Alle onderdelen van de lessen apart:

Toets

4V Periode 24/25.02: Massacultuur

Planning

Theorie:

Week Taak
Startweek (20/11 - 22/11) Terugblikken op toets
Week 2 (25/11 - 29/11) 9.3 intro + tussen culturen + politiek engagement
Week 3 (2/12 - 6/12) 9.3 four on the floor + kunst als ontmoeting + kunst in je wijk
Week 4 (9/12 - 13/12) 9.3 netwerken + virtuele werelden + nieuwe verbindingen
Laatste week voor de vakantie  
Kerstvakantie  
Kerstvakantie  
Week 6 (6/1 - 10/1) 9.3 terugblikken en oefenvragen
Week 7 (13/1 - 17/1) H9 Massacultuur samenvatten en oefenen
Toetsweek (20/1) H9 Massacultuur toets

 

Praktijk:

Week Taak
Startweek (20/11 - 22/11)
Intro opdracht, zoeken kunstwerken voor analyse
Week 2 (25/11 - 29/11) Onderzoek en analyse, HW! Begrippen kunstbeschouwing
Week 3 (2/12 - 6/12) Start onderzoek en uitwerken van ideeën
Week 4 (9/12 - 13/12) Uitwerken ideeën, start eindwerk
Laatste week voor de vakantie In zelfstandig blox werken aan eindwerk
Kerstvakantie  
Kerstvakantie  
Week 6 (6/1 - 10/1) Uitwerken eindwerk
Week 7 (13/1 - 17/1) Uitwerken eindwerk, afvinken onderdelen, presentatie maken
Toetsweek (20/1) Beoordeling PO dmv presentatie en eindwerk in de groep 

Praktische opdracht P2

KUA Periode 2, 24/25

 

‘KUNSTGRENZEN VERLEGGEN, een dialoog tussen disciplines’

OPDRACHT

In deze opdracht onderzoeken jullie twee kunstwerken aan de hand van de aspecten van voorstelling en vormgeving. Daarna werk je een kunstwerk/kunstvorm uit, met (een van) de kunstwerken als uitgangspunt. Echter, jouw nieuwe werk voer je uit in een andere discipline dan het uitgangspunt.

Je werkt aan het verbeteren van je kennis over het analyseren van een werk en de begrippen van kunstbeschouwing. Dit is een belangrijk deel van je examen.

Je krijgt veel keuzevrijheid in deze opdracht zodat je kunt werken aan een vorm die jou het meest aanspreekt.  

Door de gekozen kunstwerken/vormen te presenteren bij de beoordeling leren we van elkaar hierover. De expertgroep: iedereen onderzoekt een klein deel, door delen van deze kennis, weten uiteindelijk iedereen heel veel.

De opdracht is individueel.

 

“KUNST KENT GEEN GRENZEN.”

PRESENTATIE

Je presenteert je plan in een door jou gekozen vorm, deze omvat:

  • Een onderzoek naar twee werken naar eigen keuze binnen jouw examenstof.
  • Een uitvoerige analyse van de aspecten van voorstelling en vormgeving van deze twee werken.
  • Korte omschrijving van je plan.
  • De stappen die het gemaakt in het ontwerpproces. Zodat we jouw gedachtegang kunnen volgen. Er zijn inspiratie/schetsvellen aanwezig.
  • Eén uitgewerkte visualisatie van een door jou bedacht kunstwerk of kunstvorm.
  • Alle teksten, schetsen, ideeën en uitwerkingen.
  • Bronnenlijst

  • Daarnaast presenteer je het door jou gemaakte kunstwerk.

 

EXAMENSTOF

  • Havo 4, 24-26: Cultuur van de kerk, Cultuur van de moderne, Massacultuur.
  • VWO 4, 24-27: Cultuur van de kerk, Cultuur van de romantiek en realisme,
      • Cultuur van de moderne, Massacultuur.
  • Havo 5, 23-25: Cultuur van de kerk, Cultuur van de moderne, Massacultuur.
  • VWO 5, 23-26: Cultuur van de kerk, Burgercultuur van Nederland,
      • Cultuur van de moderne, Massacultuur.
  • VWO 6, 22-25: Cultuur van de kerk, Burgercultuur van Nederland,
      • Cultuur van de moderne, Massacultuur.

  • ANALYSEMODELLEN: in deze Wikiwijs / hand-out.
  • ASPECTEN VAN VOORSTELLING EN VORMGEVING: in deze Wikiwijs (=analysemodellen) / laatste hoofdstuk Bespiegelingen / hand-out

Voor deze opdracht doorloop je de volgende deelopdrachten.

 

1. ANALYSE

  • Zoek twee werken die jou aanspreken uit een van de kunstdisciplines. LET OP!: dit hoeft dus geen schilderij te zijn! Je kunt kiezen uit alle disciplines, dus ook een dansvoorstelling, gebouw, design, beeldhouwwerk, grafisch, film, fotografie, etc. Kies iets wat jou aanspreekt, kies wel twee verschillende disciplines. De werken komen uit de perioden die jouw examenstof omvatten, mooi als je twee perioden kiest, maar dat is niet verplicht. 
  • H5 V6, LET OP!: een van de werken/vormen moet aanwezig zijn in Parijs.

  • Onderstaande voorbeeld geldt voor beeldend kunst, jouw aspecten kunnen anders zijn als je een andere kunstdiscipline uitwerkt.

  • Maak een document aan met twee kolommen en 11 rijen, zet in de eerste rij van ieder kunstwerk een afbeelding, gebruik die afbeelding waarvan jij vindt dat deze het kunstwerk/vorm het beste weergeeft.
  • De analyse van een kunstwerk verloop in een aantal stappen, deze werk je uit in de rijen onder de afbeelding van het kunstwerk. We beginnen met de voorstellingsaspecten. Je geeft puur een omschrijving van wat je ziet. Je observeert het kunstwerk zonder een mening (objectief) hierover te hebben (1). Daarna ga je wat dieper in op wat je ziet en wat de voorstelling zou kunnen betekenen (2). Vervolgens geeft je aan uit welke periode en stroming de kunstwerken komen en of je er een maatschappelijke betekenis aan kunt verbinden of wat de boodschap is die de kunstenaar wilt overbrengen (3). 

  • Na de analyse van de voorstellingsaspecten bekijk je de vormgevingsaspecten. Deze gaan over de vorm (4), lijnvoering (5), compositie (6), kleur (7), lichtgebruik (8) en ruimte (9). Daarnaast gaan ze ook over gebruikte materiaal en technieken (10).
  • Gebruik hiervoor het (UvA) kunstanalyse model en (of) kennis uit je theorielessen.
  • Maak een bronnenlijst.

 

Voorbeeld zie onder.

Omschrijf in de eerste 3 rijen onder de afbeelding:

  1. De aspecten van voorstelling: puur objectief wat je ziet.
  2. De aspecten van voorstelling: wat is het verhaal achter het kunstwerk, wat zou de betekenis of boodschap (kunnen) zijn. Gebruik hiervoor wat je hebt gevonden tijdens het zoeken naar de afbeeldingen.
  3. De aspecten van voorstelling: uit welke periode en stroming komt het werk en wat is de maatschappelijke betekenis tov deze periode.

Omschrijf in de volgende rijen onder de afbeelding:

  1. Welke vorm(en) zijn er gebruikt om het beeld te scheppen?
  2. Welke compositie(s) zijn er gebruikt?
  3. Beschrijf het kleurgebruik en de bijbehorende aspecten.
  4. Omschrijf het lichtgebruik en bijkomende aspecten.
  5. Omschrijf hoe ‘ruimte’ is gebruikt in het kunstwerk.
  6. Geeft aan waarvan het kunstwerk is gemaakt, welke materalen zijn gebruikt?
  7. Welke techniek heeft de kunstenaar gebruikt?

Benoem je bronnen door middel van een bronnenlijst

2. IDEEËN ONTWIKKELEN

  • Je gaat nu werken aan het ontwikkelen van een idee voor jouw eigen werk. Een van de geanalyseerde werken (of beide) is je uitgangspunt, je inspiratiebron. Je eindwerk moet te herleiden zijn naar deze inspiratiebron.
  • Je mag werken binnen iedere discipline, aan jou de keus zodat je kunt werken aan iets wat jij helemaal fijn vindt. Je mag dus ook een dansvoorstelling uitwerken (bijv incl decor, kostuum), een kledingstuk ontwerpen, een gebouw, een gebruiksvoorwerp, een schilderij maken, een film, een fotoserie, etc.
  • LET OP!: De discipline van de inspiratiebron en jouw eindwerk moeten verschillend zijn!
  • Bijv: Je gekozen schilderij is het uitgangspunt voor een voorstelling, gebouw of film. Je gebouw voor een beeldhouwwerk of foto documentaire serie, etc.
  • De opdracht is individueel.

 

Bespreek je stappen en ideeën met mij.

 

3. UITWERKING

  • Je werkt je idee op een passende manier uit, hoe, dat is aan jou. Vraag om feedback of ik het voldoende vind.
  • Je doorloopt uiteraard wel de stappen van mindmap/brainstorm, schetsen, schetsvellen materialen (indien van toepassing), testen/proefmodellen, eindwerk, etc. Zorg dat je alles goed documenteert voor je presentatie zodat er een compleet beeld is van jouw gedachten.

 

4. VIND JE HET LASTIG ZELF EEN IDEE TE ONTWIKKELEN?

Vind je het lastig zelf een idee te bedenken naar aanleiding van je analyse? Dan kun je werken aan één van de volgende opdracht.

  • Je maakt een 2D of 3D werk van papier óf een werk met wol of touw.
  • Het werk van papier is en papier sculptuur, dit kan voor aan de muur of een op zichzelf staand object zijn.
  • Het werk van wol of touw maak je met een weeftechniek.
  • Voor beide werken doorloop je de stappen genoemd onder ‘UITWERKING’ en maak je ook je een passende presentatie.
  • Je maakt het werk op minimaal A3, maar liever groter.
  • Hieronder staan voorbeelden om je op weg te helpen en ter inspiratie.

Aan gezien je bij deze opdracht op weg geholpen wordt, liggend de verwachtingen van het eindwerk hoger dan bij een zelfontworpen eindproduct.

EISEN EN BEOORDELING (adv een rubric nav onderstaande punten)

De leerling heeft al het werk voldoende afgerond als:

  • De leerling heeft een opdracht bedacht, onderbouwd en gepresenteerd.
  • De leerling heeft een analyse uitgevoerd op twee kunstwerken.
  • De leerling heeft een goed onderbouwd onderzoek gedaan.
  • Doormiddel van diverse schetsen, testen, proefmodellen, etc.
  • Informatie gezocht en onderzoek gedaan in woord en beeld te verzamelen (inspiratievellen).
  • Onderzoek heeft gedaan naar materialen, technische middelen, verschijningsvormen etc ten behoeve van het kunstwerk.
  • De leerling maakt tenminste éen werk wat voldoet aan de door leerling zelf opgestelde voorwaarden en zijn vooraf beschreven idee. Besproken aanpassingen gedurende het

maak proces waardoor de leerling tot een aangepast eindresultaat komt, horen daar ook bij.

  • Alle Blox’s aanwezig is geweest en voldoende inzet heeft getoond.
  • De leerling zijn werk tussentijds heeft (laten) beoordeeld(en) en eventuele feedback heeft verwerkt.
  • Al het werk met zorg heeft gemaakt en verzorgt heeft ingeleverd tijdens de eindpresentatie.
  • Het eindwerk is door de leerling en de klas beoordeeld.
  • Veel plezier heeft beleefd aan de opdracht!

LEERDOELEN

Na deze opdracht:

  • Is je kennis met betrekking tot het analyseren van kunstwerken herhaald en verdiept.
  • Is je kennis over de aspecten van voorstelling en vormgeving herhaald en verdiept.
  • Het je vergelijkingen bekeken tussen de verschillende kunstdisciplines.
  • Kun je zelfstandig vanuit een creatief kunstzinnig onderzoeksproces een origineel, eigen werk bedenken, uitwerken en presenteren.
  • Kun je van uit een inspiratiebron als uitgangpunt een werk maken in een andere discipline, waardoor een heel ander werk ontstaat.
  • Je kunt dit uitgangspunt en ideeën in beelden, muziek of performances transformeren.
  • De leerlingen leren met complexe aspecten van kunst, zoals meerduidigheid om te gaan.

VEEL PLEZIER MET DEZE OPDRACHT! GROET MR VAN RIEL.

9.3 Globalisering

Lees hoofdstuk 9.3 in het boek bespiegeling. Hieronder zijn de bijbehorende les powerpoints en een aantal oefenvragen.

4V Periode 24/25.03: Cultuur v.h. Moderne

Les Powerpoints

4V Periode 24/25.04: Cultuur v.h. Moderne

In deze periode gaan we uitgebreid in op kunstbeschouwen en analyseren van alle kunstdisciplines: beeldend kunst, dans, toneel, fotografie, film en architectuur. Maar we beginnen eerst met jet verfraaien van jullie portfolio waarin we vanaf nu al het werk gaan verzamelen. 

Les Powerpoints

5V Periode 25/26.01: Kunstbeschouwen

Jaarplanning

Praktische opdracht

Per les werken aan een praktische opdracht passend bij de behandelde stof. Eerste beginnen we met het verfraaien van jullie portfolie waarin we al het werk van de komende tijd gaan bewaren. Daarnaast werk je aan een praktische opdracht aansluitend bij de periode. 

 

 

5V Periode 25/26.02: Cultuur van de kerk

5V Periode 25/26.03: Cultuur van de kerk en romantiek & realisme

5V Periode 25/26.03: Romantiek & realisme

6V Periode 26/27.01: Herhalen massacultuur en moderne

6V Periode 26/27.02: Herhalen cultuur van de kerk, romantiek & realisme

6V Periode 26/27.03: Herhalen en examentraining, werken aan EO

  • Het arrangement KUA 5V 24/27 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2025-09-04 16:38:39
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In deze Quest vind je alle informatie en opdrachten voor het vak Kunst: (KUBV praktijk - KUA theorie)
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Herbert Vissers eXplore. (z.d.).

    KUA 4V 24/27

    https://maken.wikiwijs.nl/207861/KUA_4V_24_27

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.