Als startopdracht voor Nederlands ga je drie dingen doen:
1. De planning doorlezen en in je eigen agenda zetten.
2. Een account maken in Blink.
3. Een leesboek uitzoeken.
Planning doorlezen en in je eigen agenda zetten
In het menu hiernaast zie je het kopje planning. Hierin heb ik een voorbeeldplanning voor je gemaakt en in het oranje zie je de dealines staan. Lees alles op deze pagina goed door en neem de planning over in je eigen agenda.
2. Vraag HGD om je Direct Code. Het is handig als je even langsloopt, want je code is maar 1 uur geldig. Je moet hem dus gelijk gebruiken.
3. Vul je Direct Code in op bovengenoemde website en maak een wachtwoord aan. Onthoud je Direct Code en wachtwoord goed, want hiermee log je steeds weer in.
4. Maak een knop op het startscherm van je iPad waarmee je snel naar Blink toe kunt gaan.
NB. Pas als jij een keer bent ingelogd, kan ik het werk aan jou koppelen. Je ziet dus eerst even geen werk klaarstaan in Blink. Ik werk dit elke dag bij.
Een leesboek uitzoeken
Lees 'Hoe kies ik een boek' onder 'Boeken lezen' in de quest. Snuffel rond op deze websites, maak een test en kies een boek. Geef je boek tijdens de blox door aan HGD.
Planning
Planning 4V periode 1
Het vak Nederlands bestaat uit lezen, schrijven en spreken. Je gaat met al deze vaardigheden aan de slag.
We werken deze periode voornamelijk in de online methode Blink. Je kunt inloggen met een inlogcode, deze krijg je in de eerste week van mij.
Als eindopdracht presenteer je een poster en je levert een mindmap in.
NB. BHVE staat voor het hoofdstuk ‘Begin van het einde’ in Blink.
Week
Nederlands
36 (2/9)
Startopdracht: Blink activeren (zie quest). Lees ook ‘Hoe kies ik een boek’ in de quest en maak een test/snuffel rond op de websites. Kies een leesboek voor periode 1.
37 (9/9)
- Bemachtig je boek en maak een leesplanning (zie quest).
- Maak in Blink ‘Mannentaal- en vrouwenpraat: Verschil mannen- en vrouwentaal analyseren’.
Let op, opdracht 3 doen we ook samen in de les.
38 (16/9)
- Lees in je leesboek.
- Maak in Blink ‘Mannentaal en vrouwenpraat: Publiek beïnvloeden met mannen- en vrouwentaal’.
Opdracht 8 mag je overslaan.
39 (23/9)
- Lees in je leesboek.
- Maak in Blink ‘BHVE: Start’ en ‘BHVE Biohack: argumenten onderzoeken’.
Let op bij opdracht 6 en 7: je zoekt een ander groepje op en geeft elkaar feedback aan de hand van de opdrachten.
40 (30/9)
- Lees in je leesboek.
- Maak in Blink ‘BHVE Biohack: je mening onderbouwen met argumenten’.
Let op bij opdracht 12: deze sla je over. Je presenteert je poster in de laatste weken van de periode. Zie hiervoor 'Eisen presentatie' in de quest.
41 (7/10)
- Lees in je leesboek.
- Uitloop: posterpresentatie afmaken. Tips tijdens de blox.
42 (14/10)
- Lees in je leesboek.
- Posterpresentaties tijdens de blox
43 (21/10)
- Lees in je leesboek.
- Posterpresentaties tijdens de blox
44 (28/10)
Herfstvakantie
45 (4/11)
- Maak een mindmap bij je boek.
- Posterpresentaties tijdens de blox
We werken dit schooljaar met Blink. In de startopdracht heb je gelezen hoe je een account aanmaakt. Nadat jij je account hebt aangemaakt, kan ik er als docent materiaal aan koppelen.
Blink is een methode waarin je zelfstandig of in groepjes met Nederlands aan de slag kunt gaan. Je maakt opdrachten en kijkt ze na. De docent ziet in de online omgeving waar je mee bezig bent.
Deze periode werk je aan twee hoofdstukken:
- Buitenaards leven
- Medische innovaties
In de planning lees je wat je hiervan moet maken.
Tijdens de blox zoomen we in op een aantal opdrachten. Kom je ergen niet uit? Neem je vraag dan mee naar de blox.
Posterpresentatie
Eisen posterpresentatie
Hieronder vind je het beoordelingsmodel voor de posterpresentatie. Je ziet hierop precies waar je presentatie aan moet voldoen.
Dit volgt later als we hier in de blox mee aan de slag gaan.
Boeken lezen
Hoe kies je een boek?
Een boek kiezen kan best lastig zijn, want de keuze is reuze. Iedereen heeft een andere smaak, wij weten zeker dat er ook iets voor jou bij zit.
Het is in de bovenbouw belangrijk dat je steeds iets moeilijkere boeken gaat lezen. Hierdoor train jij jouw leesvaardigheid en daar ga je bij het vak Nederlands en in je latere leven veel aan hebben.
Hieronder delen we wat tips voor het kiezen van een goed boek.
1. Ga naar Lezen voor de lijst | 15-18 jaar | Jeugdbibliotheek. Hier kun je allerlei boeken vinden die jij sowieso voor Nederlands mag lezen. We dagen je uit om te beginnen bij een boek van niveau 2 en in de bovenbouw op te bouwen naar niveau 4.
Op deze website kun je de boeken sorteren op niveau, maar ook op genre of onderwerp. Vind jij voetbal interessant of lees je graag over liefde? Klik dit dan aan op de website. Je vindt dan alle boeken die hierover gaan.
Je kunt ook een test maken. Na deze test krijg je een niveau aangeraden én je krijgt een paar leestips.
2. Op leesadviezen.nl kun je via een stappenplan boeken vinden die bij jou passen. Klik door de stappen heen en je ziet de boeken die wel wat voor jou zijn!
3. Hebban.nl is een website waarop je allerlei reviews van boeken kunt lezen en ook hier kun je sorteren op genre. Je kunt ook gratis een account aanmaken en leeslijsten maken voor jezelf.
Twijfel je of jij je boek mag lezen voor Nederlands? Vraag het dan aan je vakcoach!
De bieb bezoeken
Nu je weet welk boek je zou willen lezen, moet je dit boek gaan bemachtigen. Je kunt dit op verschillende manieren aanpakken: het boek kopen, het boek van iemand lenen (bijvoorbeeld uit een kast op HVX) of het boek lenen bij de bibliotheek.
Bij de bibliotheek kan iedereen tot 18 jaar gratis boeken lenen. Het enige dat je nodig heb is een bibliotheekpas. Waarschijnlijk heb je die al, want in de onderbouw bieden we leerlingen ook de mogelijkheid om deze pas via HVX te bestellen.
Heb je nog geen pas, dan kan je dit heel makkelijk zelf aanvragen. Ga naar onderstaande website om lid te worden van de bibliotheek Haarlemmermeer. Deze zit o.a. in Nieuw-Vennep. Het is GRATIS (!).
Wil je hier hulp bij? Kom dan langs bij een vakcoach.
Het lezen plannen
Net als al het andere huiswerk moet je lezen ook plannen. We leven nu eenmaal in een wereld waarin er heel veel afleiding is en waarin het steeds lastiger wordt om rustig met een boek te gaan zitten.
Maak met jezelf een afspraak over hoeveel bladzijdes je per week of per dag wilt lezen en zet dit in je eigen planning.
Rekenvoorbeeld:
We gaan uit van 5 weken (35 dagen).
200 bladzijden
40 per week
6 per dag
300 bladzijden
60 per week
9 per dag
400 bladzijden
80 per week
12 per dag
Over een bladzijde lezen doet een gemiddelde leerling 2 minuten. Een boek van 300 bladzijdes lezen komt dus uit op ongeveer 20 minutenper dag.
Wanneer jij het liefst leest, is heel persoonlijk. Wat wij terugkrijgen van leerlingen zijn de volgende momenten:
- Tijdens het ontbijt.
- Aan het begin of einde van een blox.
- Direct als je thuiskomt.
- In bed, voordat je gaat slapen.
Hoe maak je een mindmap?
In je examenjaar heb jij een mondeling over de 8 boeken die jij in de bovenbouw gelezen hebt. Een heel boek onthouden is best lastig. Je maakt daarom een mindmap bij elk gelezen boek. Zo heb jij een fijne spiekbrief voor tijdens je mondeling!
Hoe je zo'n mindmap maakt, wordt tijdens de blox uitgelegd. Kom dus langs tijdens de blox!
In onderstaand document staan de punten die je in ieder geval op moet nemen in jouw mindmap.
Bij sommige begrippen die je tegenkomt geven we hieronder nog wat extra uitleg. In Blink vind je veel begrippen terug via de Toolbox. Dus weet je even niet wat signaalwoorden zijn? Kijk dan zeker in de Toolbox!
Signaalwoorden
In teksten vind je signaalwoorden, die ervoor zorgen dat je de tekst sneller begrijpt.
Verbanden en signaalwoorden (2):
tijdsvolgorde (chronologisch), oorzaak-gevolg en voorwaarde.
Signaalwoorden die een verband in de tijd aangeven, zijn onder meer:
Eerst, nadat, vervolgens, daarna, etc.
Signaalwoorden die oorzaak-gevolg aangeven (oorzakelijk verband), zijn bijvoorbeeld:
daardoor, doordat, hierdoor, waardoor, zodat, etc.
Voorbeeld:
De afgelopen maand heb ik te weinig aandacht besteed aan Nederlands. ( = oorzaak)
Hierdoor ben ik de signaalwoorden en hun verbanden een beetje vergeten. ( = gevolg)
Signaalwoorden die een voorwaarde aangeven (voorwaardelijk verband), zijn bijvoorbeeld:
op voorwaarde dat, mits, als, indien, tenzij.
Voorbeeld:
Als je nu goed meedoet, kun je zeker een voldoende halen voor het SE.
Hieronder vind je nog eens dit handige filmpje. Heb je al aantekeningen gemaakt? Waarover heb jij nog vragen?
Feit, mening en argument
Feit
Een feit is een uitspraak die controleerbaar is. Het is waar of niet waar. Bijvoorbeeld:
'De helft van veertienjarigen krijgt vijftig euro kleedgeld per maand'. Je kunt dit controleren, bijvoorbeeld bij het NIBUD of een andere instantie.
Mening
Een mening is een standpunt, je kunt het er mee eens of oneens zijn. Bijvoorbeeld: 'Ik vind het prima dat jongeren kleedgeld krijgen.'
Argument
Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt. Feitelijke argumenten zijn sterker dan argumenten die niet controleerbaar zijn. Voorbeeld: 'Ik vind het prima dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren ze goed met geld omgaan (argument).
Conclusie
In een conclusie vat je kort de belangrijkste mening en argumenten samen. Je doet dit door signaalwoorden als 'dus, concluderen, kortom, dat betekent...' te gebruiken.
Voorbeeld: 'Het is dus goed dat jongeren kleedgeld krijgen, want dan leren ze goed met geld omgaan.'
(Bron: Gids Nederlands, LessonUp)
Kijk ook het volgende filmpje en noteer de belangrijkste begrippen met een voorbeeld.
Het arrangement Nederlands HVX 4-vwo periode 1 2024-2025 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.