Groenland Niveau A

Groenland Niveau A

Inleiding

Groenland, een uitgestrekt eiland van ijs en sneeuw, is veel meer dan alleen een koud en afgelegen oord. Wist je dat wetenschappers dit gebied nauwlettend in de gaten houden om te begrijpen wat er op én onder die dikke ijslaag gebeurt?

Door onderzoek te doen in Groenland, proberen wetenschappers de processen op deze ijskap beter te begrijpen. Onderzoekers voorspellen namelijk dat het ijs op Groenland in de toekomst bijna helemaal zal verdwijnen als de aarde 2°C of 3°C zal opwarmen.Ze kijken naar hoe, waar en hoe snel het ijs smelt, hoe het land eronder verandert en wat dit allemaal betekent voor onze steeds warmere toekomst.

Dit is niet zomaar een taak; het helpt ons te voorspellen hoe het klimaat zal veranderen en wat dit betekent voor plekken over de hele wereld.

In deze opdracht duiken we in de wereld van deze onderzoekers. Hoe meten ze wat er in Groenland gebeurt? Waarom is dit zo belangrijk? En hoe helpt dit ons om voorbereid te zijn op de toekomst?

 

In deze opdracht kan je op de knop "Controleer antwoord" klikken voor een hint als je een vraag moeilijk vindt. De antwoorden van de opdracht kan je opvragen bij je docent na afloop.

Voor je begint...

De opdrachten

Vooraf

Voor dit katern heb je de atlas Groenland van EduGIS nodig om de opdrachten te kunnen maken. Klik hiervoor op deze link: edugis.nl/ipcc-groenland-a-wiki/

Je kunt hier met de schuifbalk de ruimte voor de atlas en de opdrachten zelf bepalen door deze naar links en rechts te schuiven.

Het is het handigst om te werken in duo’s op twee schermen. Hierbij heeft de een de atlas van EduGIS op volledig scherm en de ander de opdrachten. Schuif hiervoor de verticale balk helemaal naar links of juist naar rechts. Zo hoef je niet te wisselen tussen atlas en opdrachten terwijl je het katern doorloopt.

 

 

 

 

 

Optioneel: Wil je de atlas gebruiken zonder de opdrachten? Klik dan op deze link: https://kaart.edugis.nl/v2/#configurl=maps/groenland.json

 

 

 

 

 

 

 

Leerdoelen

Leerdoel van het katern

In deze les ga je je focussen op de Groenlandse ijskap, hoe deze verandert en wat de gevolgen hiervan zijn voor Nederland.

Je weet straks:

  • welke ontwikkelingen de Groenlandse ijskap doormaken.
  • waarom er ruimtelijke verschillen kunnen zijn tussen ijskappen.
  • dat het zeeniveau wordt bepaald door de status van de ijskappen wereldwijd.
  • dat het smelten van de Groenlandse ijskap een bedreiging kan vormen voor verschillende gebieden in Nederland.

Hoofdvraag:

Wat zijn de gevolgen van de ontwikkelingen op de Groenlandse ijskap en de gevolgen hiervan op Nederland?

Deelvragen:

  • Welke ontwikkelingen maken de ijskappen op Groenland de laatste 15 jaar?
  • Wat zijn de ruimtelijke verschillen in ijskap-ontwikkeling op Groenland?
  • Wat zijn de gevolgen van ijskap-ontwikkeling op het zeeniveau?

Kernbegrippen

Aan het einde van dit katern ken je de volgende begrippen:

  • Albedo-effect
  • IJskap
  • Massabalans
  • Broeikaseffect

Deel 1: Ligging, grootte en projectie

De hoofdstad van Groenland is Nuuk.

  • Zoek de hoofdstad met behulp van de zoekfunctie (loep). Die staat in de linkerbalk.
  • Zoom in op de stad.
  • Onderzoek op dit zoomniveau welke achtergrond het meeste detail geeft. Je kan van achtergrond veranderen door bij kaartlagen (2e iceeon) naar het onderste mapje te gaan en daar een andere laag aan te klikken.

Het is goed om een idee te krijgen hoe ver Groenland hier vandaan ligt en hoe groot het is. Je kan met het 3e icoontje in de balk afstanden meten.

De hemelsbrede afstand (recht gemeten afstand) van Leeuwarden (Friesland) naar Maastricht (Limburg) is ongeveer 260 km.

  • Meet de lengte van Groenland (van noord naar zuid).

Hoe een kaart wordt weergegeven, hangt af van hoe je ernaar kijkt. Als een kaart plat is, kunnen de verhoudingen net even anders zijn, dan als je op een wereldbol/globe kijkt. Daarom kunnen sommige landen veel kleiner of groter zijn dan ze eigenlijk zijn.

  • Klik op ‘onderzoekslocaties’ en zet de kaartlaag “Rechthoek” aan.
  • Meet de bovenzijde en onderzijde van de rechthoek.
  • Verander de projectie van Mercator naar Globe.

De globeprojectie geeft een veel realistischer beeld van de vorm en de grootte van Groenland. Experimenteer eventueel met de andere projectie-opties.

 

Deel 2: Klimaat en ijskappen

Klimaat

Op Groenland komen twee verschillende klimaten voor. Dit komt doordat het zeewater de temperatuur van de randen van Groenland een klein beetje opwarmt. Klimaten geven we letters volgens het Köppensysteem en elke letter heeft verschillende eigenschappen, zoals temperatuur.

  • Zet de laag “Klimaten Köppen” aan.
  • Zet de laag “Temperatuur” aan. Deze laat de huidige temperatuur zien in Groenland.
  • Bestudeer met behulp van de informatieprikker de temperatuur in de verschillende klimaatzones.

Albedo-effect

Albedo verwijst naar hoeveel zonlicht een oppervlak reflecteert. Een hoog albedo (1) betekent dat het oppervlak veel licht weerkaatst, bijvoorbeeld lichte oppervlaktes. Oppervlaktes met een laag albedo (0) duidt op minder reflectie, bijvoorbeeld oppervlaktes met een donkere kleur, zoals water. Als een oppervlakte veel licht weerkaatst, betekent dat er weinig warmtestraling wordt gemaakt, dus dat deze oppervlaktes vaak heel koud zijn. Andersom geldt dit ook: een oppervlak met een laag albedo absorbeert veel zonnestraling, en produceert dus veel warmte.

  • Zet de lagen van het albedo van Groenland van juli 2018 en juli 2019 aan.
  • Klik met de informatie knop om de waardes voor het albedoeffect te kunnen aflezen. Deze liggen dus tussen de 0 (heel veel opname, weinig reflectie) tot 1 (heel veel weerkaatsing, weinig opname).

 

Het landoppervlak heeft dus direct te maken met het albedoeffect op deze plek, omdat de kleur van het oppervlakte het albedoeffect beïnvloedt.

 

 

  • Controleer je antwoord met behulp van de laag “Snelheidverandering ijskolomdikte 2003-2019”. De rode gebieden laten een afname in ijskapdikte zien en bij de blauwe gebieden neemt de ijskapdikte toe.

Het proces wat je net hebt beschreven, heet ook wel “positieve terugkoppeling”. Controleer je antwoord met behulp van de definitie van dit begrip in de begrippenlijst.

Het wordt dan wel "positief" genoemd, maar het is zeker geen goed nieuws. Het wordt positief genoemd in de wiskundige term, dat het dus meer wordt, er komt iets bij. Bij "negatieve terugkoppeling" gaat er dus iets af, dus wordt het minder.

Een ander voorbeeld van "positieve terugkoppeling" is bijvoorbeeld als je dorst hebt, zout water drinken. Je drinkt, maar je krijgt alleen maar meer dorst door het zout. "Negatieve terugkoppeling" is gewoon water drinken: je drinkt, en je dorst wordt minder.

 

Deel 3: Bodemtemperatuur en permafrost

Het albedo kunnen we dus gebruiken om erachter te komen of het landschap meer of minder wit wordt, dus of er meer of minder ijs ligt. Wat voor effect zal dat hebben op de bodemtemperatuur? Een groot deel van Groenland is permanent bevroren, dat noem je permafrost. Met behulp van satellieten kunnen wetenschappers de bodemtemperatuur meten.

  • Bekijk de kaart met de gemiddelde bodemtemperatuur van de afgelopen 10 jaar en de kaart die de waarschijnlijkheid op permafrost toont.
  • Vergelijk de hoogste en de laagste bodemtemperaturen in het gebied.

Ook permafrost kan smelten door klimaatverandering. Als er namelijk geen ijs meer op ligt, kan het sneller ontdooien dan dat er een dikke laag ijs nog bovenop ligt. Als de grond ontdooit, kan er methaan (CH4) vrijkomen. Methaan is een broeikasgas, net als koolstofdioxide (CO2), en draagt dus bij aan het broeikaseffect.

Deel 4: Massabalans

IJsdikte

Een gigantische ijskap die kilometers dik is en zich uitstrekt over een enorm gebied. Hoe weten we eigenlijk hoe dik dat ijs precies is?

In deze opdracht gaan we dieper in op de methoden die wetenschappers gebruiken om de dikte van ijskappen te meten. Maar voordat we beginnen, moeten we nadenken over welke gegevens we nodig hebben. Denk bijvoorbeeld aan de oppervlakte van het ijs, hoe snel het smelt en de temperatuur erboven en eronder. Ook gebruiken wetenschappers speciale instrumenten en technieken om deze metingen zo nauwkeurig mogelijk te doen.

Het klinkt misschien als sciencefiction, maar wetenschappers hebben daadwerkelijk de mogelijkheid om "door het ijs te kijken" met behulp van satelliettechnologie. Hoe werkt dit precies?

Satellieten die rond de aarde draaien, kunnen speciale radarsignalen uitzenden. Wanneer deze signalen de aarde bereiken en met name het ijs van Groenland raken, worden ze gedeeltelijk geabsorbeerd en gedeeltelijk teruggekaatst naar de satelliet. Dit fenomeen heet radar-echo. Door de manier waarop de radarsignalen worden teruggekaatst, kunnen wetenschappers onderscheid maken tussen ijs en de onderliggende rots. Gesteente reflecteert het signaal namelijk anders dan ijs. Dit betekent dat als het radarsignaal een harde ondergrond zoals gesteente raakt, de terugkaatsing sterker zal zijn dan wanneer het alleen ijs raakt.

Met deze technologie kunnen wetenschappers dus bepalen waar en hoe diep het gesteente onder de ijskap ligt, zonder ooit fysiek naar die plek te hoeven gaan.

We gaan nu zelf kijken of we de ijsdikte ook kunnen berekenen, net zoals de wetenschappers dat doen.

  • Open de map “Hoogtemodel” en bestudeer de verschillende lagen in deze map.
  • Zet alle lagen in de map “Hoogtemodel” aan.
  • Klik met het informatie icoontje op een plek op de kaart om de gegevens van deze plek op te halen.

Massabalans

De massabalans van een ijskap is als een rekenboek voor de ijskap. Het kijkt naar hoeveel sneeuw en ijs erbij komt (dat noemen we aanvoer) en hoeveel er smelt of afbreekt (dat noemen we afvoer). Als er meer ijs bijkomt dan smelt, groeit de ijskap. Maar als er meer ijs smelt dan bijkomt, krimpt de ijskap. Het is dus een manier om te zien of de ijskap groter of kleiner wordt. In zeer koude gebieden is er sprake van rijp en sublimatie. Bij rijp gaat waterdamp direct over naar ijs en bij sublimatie gaat ijs direct van de vaste vorm over naar een gasvorm.

  • Open de map “Massabalans” en bestudeer de verschillende lagen in deze map.
  • Gebruik de knop “Meer informatie” in de legenda om meer te weten te komen over de kaartlaag.
  • Gebruik ook eventueel de begrippenlijst aan het eind van dit katern.
  • Open de lagen “Sublimatie”, Stuifsneeuwerosie”, “Sneeuwsmelting en “Neerslag (totaal)’.
  • Open nu ook de lagen “Locaties massabalans” en “Labels massabalans”.

Door de eerdere opdrachten te combineren met de massabalans, zou je een voorspelling kunnen maken welke gebieden van Groenland het kwetsbaarst zijn voor klimaatverandering.

  • Open de map “Voorspellingen”: je ziet het resultaat van drie scenario’s.

 

De cijfers die je ziet heten RCP scenario's. Het nummer geeft aan hoeveel broeikasgassen er in de lucht zitten, dus hoeveel broeikaseffect er is. Dus hoe hoger het RCP cijfer, hoe meer broeikasgassen, dus hoe meer klimaatverandering.

Wetenschappers hebben verschillende scenario's berekend, omdat ze niet zo goed weten hoeveel broeikasgassen er in de toekomst in de lucht zullen zitten. Het hangt bijvoorbeeld af van hoeveel fabrieken er in de toekomst nog zullen zijn en of we overgaan op duurzamere energiebronnen of niet. Daarom hebben ze verschillende scenario's berekend, zodat ze in verschillende gevallen kunnen voorspellen wat er gaat gebeuren.

Deel 5: Zeespiegelstijging

Je kunt je misschien voorstellen dat als er ijskappen smelten, dat er meer water in de oceaan komt, en dat daardoor de zeespiegel zal stijgen. Maar niet alleen het smelten van de Groenlandse ijskappen draagt bij aan zeespiegelstijging. Er zijn meer ijskappen die kunnen smelten, denk bijvoorbeeld aan Antarctica. Ook neemt water meer ruimte in als het warmer wordt.

Daarnaast weten we ook niet zo goed hoeveel warmer het echt gaat worden. Zoals je net hebt gezien, zijn er verschillende scenario’s met veel of met weinig opwarming, die uiteindelijk bepalen hoeveel ijs er gaat smelten.

Omdat er zoveel processen zijn die bijdragen aan zeespiegelstijging, kan het moeilijk zijn om te voorspellen hoeveel het zeeniveau omhoog zal gaan. Wetenschappers van het IPCC rapport geven aan dat het waarschijnlijk ergens tussen de 40cm en 110cm zal zijn, afhankelijk van de opwarming.

We gaan in dit laatste deel bekijken wat deze zeespiegelstijging gaat betekenen voor jouw leefomgeving.

  • Neem in plaats van Groenland nu Nederland in beeld en zet de topografische achtergrondlaag aan.
  • Zoek op waar je woont en zoom in op je eigen buurt of wijk.
  • Zet vervolgens de hoogtekaart “Hoogte (AHN)” aan.
  • Bestudeer in je leefomgeving de hoogteligging van verschillende plekken.

Gelukkig zijn Nederlanders heel goed in kustbescherming en hebben we op het vasteland veel dijken en duinen die ons beschermen tegen de zee.

  • Met dezelfde lagen, bestudeer de gemiddelde hoogteligging van de duinen of dijken die het dichtstbij jouw leefomgeving liggen.
  • Bekijk de hoogtekaart van de Waddeneilanden in het noorden van Nederland.
  • Bekijk de kaarten van plaatsgebonden overstromingskans in de Klimaateffectatlas. Deze kaart heeft de kans berekend dat een regio overstroomt, gebaseerd op zeespiegelstijging, maar ook gebaseerd op verandering in rivierafvoer. Bij klimaatverandering kan het namelijk zijn dat er meer water door een rivier gaat stromen, omdat bijvoorbeeld hoog in de bergen ook meer ijs smelt.
  • Zoom in op jou eigen leefomgeving.

Deel 6: Afsluiting

Begrippenlijst

Hieronder een begrippenlijst met de belangrijkste begrippen in deze lesmodule.

Albedo

Het weerkaatsingsvermogen van het aardoppervlak. Wanneer de zon op de aarde schijnt, wordt een deel van het zonlicht direct teruggekaatst naar het heelal. De rest wordt door de aarde geabsorbeerd en omgezet in warmte.


Broeikaseffect

Het broeikaseffect houdt de aarde van nature op temperatuur. Broeikasgassen, vooral waterdamp en kooldioxide, houden de warmte van de zon vast. De zon verwarmt de aarde, de aarde straalt de warmte weer uit. Broeikasgassen houden de warmtestraling vast.

 

Broeikasgas

Gas dat bijdraagt aan het broeikaseffect.

 

IJskappen

Een koepelvormige, aaneengesloten ijsmassa van grote omvang. Een ijskap onderscheidt zich van een gletsjer doordat hij op het landschap ligt en wordt in principe niet door topografie beperkt.

 

Klimaatzone

Gebied met hetzelfde klimaat en klimaatkenmerken

 

Massabalans

Hoeveel sneeuw en ijs erbij komt (dat noemen we aanvoer) en hoeveel er smelt of afbreekt (dat noemen we afvoer).

 

Permafrost

Grond die permanent (het hele jaar door) bevroren is.

 

Positieve terugkoppeling

Het effect van een proces is een versterking van het effect zelf. Een bepaald proces versterkt zichzelf de de veroorzaakte gevolgen.

 

Stuifsneeuwerosie

Met sneeuw beladen wind die een schurende werking heeft op de ijskap.

 

Sublimatie

Verdampen van ijs zonder dat het eerst vloeibaar water wordt.

 

  • Het arrangement Groenland Niveau A is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2024-06-26 07:08:22
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Een interactieve les over klimaatverandering die kennis en vaardigheden combineert. Leerlingen leren door het gebruik van GIS en Geo-ICT instrumenten over de huidige situatie op Groenland en de gevolgen voor de toekomst.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    makkelijk
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    edugis, groenland, ipcc

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    EduGIS. (2024).

    Groenland Niveau B

    https://maken.wikiwijs.nl/206583/Groenland_Niveau_B

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.