Werkwoordspelling - kopie 1

Werkwoordspelling - kopie 1

Welkom bij werkwoordspelling

Let op: is de pagina niet goed zichtbaar? Maak dan je scherm of je tabblad wat kleiner.

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Dag allemaal,

Welkom op de website over werkwoordspelling. Deze website is gemaakt door mevrouw Kooistra ter ondersteuning van werkwoordspelling. Op deze website vind je alle informatie over werkwoordspelling.

 

Wanneer je vragen hebt over de persoonsvorm, de tegenwoordige tijd of de verleden tijd; alles is te vinden op deze website.

Op deze website vind je uitleg door middel van tekst en uitlegfilmpjes. Daarnaast heb ik oefeningen toegevoegd, zodat je kunt leren door te oefenen.

 

Als je liever persoonlijke uitleg wilt hebben, kom dan altijd bij me. Je mag altijd een mailtje sturen naar swagenaar@lauwerscollege.nl, of je komt even bij me langs. Dan kijken we samen naar je leervraag.

 

Succes!

Groeten,

 

Mevrouw Kooistra

PowerPoint SE Spelling in uitlegvideo

Uitlegvideo PowerPoint

Leerdoelen

Leerdoelen

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Op deze website leer je...

- wat werkwoorden zijn;

- het verschil uit te leggen tussen zwakke en sterke werkwoorden;

- hoe je de stam en de ik-vorm van een werkwoord spelt;
- hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt;

- hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd spelt;

- hoe je het voltooid deelwoord spelt.

 

Let op: is de pagina niet goed zichtbaar? Maak dan je scherm of je tabblad wat kleiner.

Werkwoorden

Tekst: wat zijn werkwoorden?

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Wat zijn werkwoorden?

Een werkwoord is een woord dat aangeeft wat je doet. Met andere woorden: een werkwoord geeft een activiteit aan, zoals lopen, fietsen, rennen, springen en maken.

Toch zijn niet alle werkwoorden even goed herkenbaar als je alleen naar deze eigenschap kijkt.


Dit zijn ook werkwoorden, terwijl ze veel minder duidelijk een activiteit aangeven:

  • gaan
  • twijfelen
  • bedenken
  • beheersen
  • zijn
  • hebben

Daarom is het handig om nog wat meer over werkwoorden te weten.

Werkwoorden kun je vervoegen. Dat betekent dat je ze in verschillende vormen kunt gebruiken. Welke vorm je gebruikt, hangt af van de persoon die de handeling uitvoert en van de tijd waarin de zin staat.

 

Laten we als voorbeeld eens kijken naar het werkwoord dansen. De vervoegingen van dat werkwoord zien er als volgt uit:

 

Je ziet dus dat werkwoorden in verschillende vormen voor kunnen komen.

 

Video: uitleg werkwoorden

Wat is een persoonsvorm?

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Wat is een persoonsvorm:

Een vorm van het werkwoord die zich aanpast aan het onderwerp van de zin.

 

Hoe kun je de persoonsvorm vinden. Je kunt de zin in een andere tijd zetten. Het woord dat verandert of de woorden die veranderen, noemen we de persoonsvorm. 

voorbeeld:

1. Ik fiets naar school.

Wat wordt de zin als ik de zin in de verleden tijd zet?

1. Ik fietste naar school.

Het woord 'fiets' verandert, dus daarom is dat de persoonsvorm van de zin.

 

 

Sterke en zwakke werkwoorden

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Zwakke werkwoorden

Zwakke werkwoorden worden ook wel regelmatige werkwoorden genoemd. Het is verreweg de grootste groep werkwoorden. Deze werkwoorden krijgen in de verleden tijd achter de ik-vorm de uitgang -te(n) of -de(n) en het voltooid deelwoord eindigt op t of d. Voorbeelden van zwakke werkwoorden zijn:

  • werken – werkte – gewerkt
  • spelen – speelde – gespeeld
  • beloven – beloofde – beloofd

Sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen meer in de verleden tijd: die heeft andere klinkers en/of medeklinkers dan de tegenwoordige tijd. Het voltooid deelwoord eindigt op -en. Voorbeelden van sterke werkwoorden zijn:

  • lopen – liep – gelopen
  • komen – kwam – gekomen
  • worden – werd – geworden

Test jezelf: zwakke en sterke werkwoorden

De stam en de ik-vorm

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren.:

De stam is het hele werkwoord zonder -en.

De stam van het werkwoord brengen is breng en de stam van het werkwoord koken is kok.
Je zegt wel: ik breng, maar niet ik kok.

Dus let op: bij de ik-vorm van sommige werkwoorden veranderen er letters:

letter erbij

letter eraf

v wordt f

z wordt s

koken - ik kook                

stoppen - ik stop           

graven - ik graaf          

wijzen - ik wijs

Oefening ik-vorm en de stam

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (t.t.)

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de t.t.?

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Zo schrijf je de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd:

ik-vorm

ik-vorm + -t

hele werkwoord

ik help
help ik?
help jij?         
help!

jij helpt
hij helpt
helpt hij?           

wij helpen
jullie helpen
zij helpen               

 

Gebiedende wijs

De gebiedende wijs is een werkwoordsvorm waarmee je iemand direct aanspreekt, bijvoorbeeld: Kom hier! Je gebruikt de gebiedende wijs als je een bevel geeft of een wens uitspreekt. Je schrijft dan alleen de stam van het werkwoord. Let op: je schrijft alleen de ik-vorm op.

 

Voorbeelden: : Help! Kijk! Ren!

 

 

Oefening persoonsvorm in tegenwoordige tijd

Persoonsvorm in de verleden tijd (v.t.)

zwakke werkwoorden in de v.t.

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd niet van klank veranderen.


De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je door:

-de(n) of -te(n) achter de ik-vorm te zetten. Let op: hiervoor moet je naar de laatste letter van de stam van het werkwoord kijken en niet naar de ik-vorm.

Stam: verhuizen = verhuiz, verven = verv, blozen = bloz

Bij de verleden tijd van zwakke werkwoorden zijn een paar lastige gevallen:
1 Bij t-werkwoorden hoor je één -t, maar je schrijft er twee.

(Ik sport + te = ik sportte) = enkelvoud

(wij sport = ten = wij sportten = meervoud
2 Bij d-werkwoorden hoor je één -d, maar je schrijft er twee.

(ik brand + de = ik brandde) = enkelvoud

(wij brand + den = wij brandden) = meervoud
3 Bij z-werkwoorden schrijf je de ik-vorm met -s en de verleden tijd met -de(n).

(blozen - en = bloz. Laatste letter zit niet in 't Kofschip x, dus met de(n)
4 Bij v-werkwoorden schrijf je de ik-vorm met -f en de verleden tijd met -de(n).

Verven - en = verv. Laatste letter zit niet in 't Kofschip x, dus met de(n)

Bron: Malmberg, Talent

video: uitleg zwakke werkwoorden

Bron: Melanie Lo

 

 

Sterke werkwoorden in de v.t.

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

PV sterke werkwoorden in de verleden tijd

Zoals je eerder hebt gelezen verandert de klank van sterke werkwoorden als je de persoonsvorm in de verleden tijd zet. Dat zijn sterke werkwoorden.

hele werkwoord

lopen

fluiten

snijden

ik-vorm tegenwoordige tijd

ik loop

ik fluit

ik snijd

verleden tijd enkelvoud

hij liep

zij floot

Yoeri sneed

verleden tijd meervoud

wij liepen

zij floten

Romy en Tim sneden

 

Wil je weten of een sterk werkwoord op een -d of een -t eindigt? Maak het woord langer, dan hoor je het:

vond of vont? langer maken: vonden, dus: vond
beet of beed? langer maken: beten, dus: beet

Oefening sterke werkwoorden

Zwakke en sterke werkwoorden in de v.t.

Video: sterke en zwakke werkwoorden in de v.t.

Video: uitleg zwakke en sterke werkwoorden in de verleden tijd.

Vind je de werkwoorden spellen in de verleden tijd lastig? Juf Simmie legt in deze video alles nog één keer uit.

 

Veel plezier met kijken!

Bron: Juf Simmie

 

Voltooid deelwoord

Wat is het voltooid deelwoord?

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Wat is een voltooid deelwoord?


Het voltooid deelwoord (vd) is een vorm van het werkwoord. Het staat vaak achter aan in de zin.

Een voltooid deelwoord begint met ge-, be-, her-, ver- of ont-.

In een zin met een voltooid deelwoord staat meestal een persoonsvorm van hebben, zijn of worden.

Voorbeeld:


persoonsvorm = onderstreept

voltooid deelwoord = vetgedrukt.


1. We zijn naar huis gelopen.

2. Hij heeft het zich herinnerd.

3. Heb jij dat ontdekt?

4. Ik ben dat vergeten.

5. Dat wordt altijd bewaard.

Hoe spel je een voltooid deelwoord?

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden schrijf je zoals je het zegt.
- We hebben heerlijk geslapen.
- Dat had ik nooit gedacht!

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t.
Maak het woord langer. Dan hoor je of het -d of -t moet zijn.
- Ik heb een voldoende voor Nederlands gehaald. (de gehaalde voldoende)
- Zij heeft het cadeau ingepakt. (het ingepakte cadeau)

Video: uitleg voltooid deelwoord

Hieronder zie je een video met de uitleg over het voltooid deelwoord:

Bron: MaesterClint

Oefeningen voltooid deelwoord

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

Leuke taalquizzen en -spellen

Quizzen over Taalfouten

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

 

Heb je zin om je brein te trainen met leuke taalquizen?

Klik dan op de volgende link: website Taalvoutjes (quizzen)

Deze website bevat talloze leuke quizzen over taalfouten die mensen in het dagelijkse leven maken.

Herken jij ze?


Vind jij het leuk om dit op je dagelijkse feed te krijgen zoals op Instagram?

Je kunt hun online pagina op Instagram ook volgen. Zo ben je ook in je vrije tijd nog lekker aan het puzzelen met taal

 

Klik hier voor het account van Taalvoutjes op Instagram.

Spelend spellen (games)

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Je kunt ook spelletjes spelen waarin je oefent met werkwoordspelling. Hieronder vind je een aantal voorbeelden: 

1. Galgje 

2. Fotoquiz

3. Snake

Wil je op je telefoon oefenen? Maak een foto van de code. Veel plezier! 

Eindtoets

Let op: is de pagina niet goed zichtbaar? Maak dan je scherm of je tabblad wat kleiner. 

 

Succes! 

Feedback geven

Je kunt de tekst van deze pagina ook beluisteren. :

Als het goed is, heb je de hele website gezien en ben je nu bij het laatste onderdeel aangekomen: feedback geven. 


Zou je feedback willen geven over deze website? Dat kan op de volgende website: 

Klik hier voor het geven van feedback. 

Alvast bedankt!