Verantwoording
Collectief leren is het proces waarbij individuen samenwerken om van elkaar te leren. Taal speelt hierbij een grote rol bij het delen van kennis, vaardigheden en inzichten. Ook wordt taal gebruikt om elkaar te informeren en om samen te werken met elkaar. Daarom is taal een super belangrijk onderdeel voor het bevorderen van collectief leren tussen verschillende groepen.
Stappenplan
Stap 1: Naam
De eerste stap is het verzinnen van een naam voor jullie taal. Dit is niet zomaar een naam, maar een naam waar je elke keer weer trots op bent als je hem hoort. Een naam die identiteit en verbondenheid geeft aan hen die de taal straks zullen spreken.
Dus hoe kies je een naam? Haal inspiratie uit verschillende bronnen zoals bijvoorbeeld de cultuur waar jullie taal bij hoort. De ideale taalnaam is uniek maar niet moeilijk te onthouden.
Verzin met z’n alle een aantal opties en bedenk op het einde welke naam jullie het beste vinden passen bij jullie eigen gemaakte taal.
Stap 2: Vocabulaire
Verzin nu een aantal woorden en zinnen in jullie taal. Let op de grammatica en welke grammatica is belangrijk is in jullie taal.
Begin bij de basiswoorden zoals:
- Voornaamwoorden
- Ik, mij, mijn
- Jij, jou, jouw
- Hij, hem, zij, haar
- Het, hen, jullie
- Getallen (van 1 tot 10)
- Werkwoorden (minimaal 10)
- Zelfstandig naamwoorden (minimaal 10)
Maak vervolgens minimaal vier zinnen aan de hand van jullie eigen verzonnen woorden.
Tip: gebruik een paar bestaande woorden uit andere talen ter inspiratie of maak een combinatie van verschillende talen. Let daarbij wel op dat jullie dezelfde grammatica aanhouden in jullie taal.
Stap 3: Alfabet
Verzin een alfabet voor jullie taal. Je kunt hiervoor letters uit een bestaand alfabet gebruiken zoals die uit het Nederlands of Engels, symbolen uit het Chinees, Arabisch, Hebreeuws of zelf uit het spijkerschrift. Pas dit toe bij jullie vocabulaire bij stap 2.
Let erop dat je ook de uitspraak erbij vermeld in het Nederland of Engels zodat andere mensen jullie taal ook zouden kunnen spreken, bijvoorbeeld:
Engels woord |
Nederlandse vertaling |
Nederlandse uitspraak |
Language |
Taal |
laNGwi-j |
Speak |
Spreken |
Sp-ie-k |
Stap 4: Oefenen
Nu jullie de basis van jullie taal af hebben is het tijd jullie taal te oefenen, probeer een kort gesprek te voeren met je groepsgenoten in jullie taal. Gebruik bijvoorbeeld de zinnen of woorden die jullie bedacht hebben bij stap 2. Let op de uitspraak en het alfabet van stap 3.
Stap 5: Uitwisselen
Ben je klaar met alle stappen en lukt het in jullie groepje een kort gepsrekje te voeren met elkaar? Dan is het nu tijd jullie taal te introduceren aan de klas.
Kies een aantal woorden en minimaal twee korte zinnen die jullie de klas willen aanleren in jullie eigen taal.
Beoordeling
De opdracht is behaald indien alle stappen correct zijn uitgevoerd.
Stap 1: Een naam voor jullie taal
Stap 2: Vocabulaire
- Basiswoorden zoals:
- Voornaamwoorden
- Ik, mij, mijn
- Jij, jou, jouw
- Hij, hem, zij, haar
- Het, hen, jullie
- Getallen (van 1 tot 10)
- Werkwoorden (minimaal 10)
- Zelfstandig naamwoorden (minimaal 10)
- Vier zinnen in jullie taal
Stap 3: Een alfabet met uitspraak ernaast
Stap 4: Kort gesprek met groepsgenoten
Stap 5: Taal is gepresenteerd, minimaal 5 woorden en twee zinnen.