In dit project gaat het om macht en politiek en hoe dit samen precies wordt uitgeoefend in onze moderne samenleving; namelijk via onze rechtsstaat met zijn parlementaire democratie. Rechtsstaat en parlementaire democratie zijn twee verplichte onderdelen van het schoolexamenprogramma van maatschappijleer. Je moet hier dus van alles over leren en begrijpen, dat gaan we doen via dit project: je richt in een groepje een politieke partij op en gaat allerlei opdrachten uitvoeren die te maken hebben met ‘power’ (macht) en ‘politics’ (politiek).
Je gaat je door dit project realiseren dat er verschillende gedachtes zijn over hoe de maatschappij moet werken, dat er ruimte en vrijheid is voor deze verschillende gedachtes in onze samenleving en dat je zelf stilstaat wat je eigen gedachte is over de samenleving en hoe deze moet worden vormgegeven.
Oftewel:
- je gaat leren dat er verschillende gedachtes zijn over hoe de maatschappij moet werken, dus je gaat leren wat:
- Links – rechts is
- Progressief – conservatief
- Ideologieën of politiek-maatschappelijke stromingen zijn: liberalisme / socialisme / confessionalisme / populisme
2. dat er ruimte en vrijheid is voor deze verschillende gedachtes in onze samenleving, dus je gaat leren wat:
- een rechtsstaat is en
- hoe deze is vormgegeven, o.a. via de grondwet - parlementaire democratie – kiesstelsel
3. je gaat zelf stilstaan bij wat je eigen gedachte is over hoe de samenleving nu is en hoe deze moet worden vormgegeven. Dus je gaat leren over wat je eigen
- politieke visie en standpunten zijn.
- en hoe je deze overbrengt
Met een groepje van 3 leerlingen vorm je een politieke partij waarbij jullie opdrachten gaan uitvoeren en op een eigen vormgegeven website plaatsen, zoals:
- het schrijven van een visiestuk
- het schrijven van een een partijprogramma
- het ontwerpen van een verkiezingsposter
- het schrijven van de eindopdracht
- een debat over een maatschappelijke kwestie
En een excursie naar Den Haag, naar de Tweede Kamer op 9-1- 2024.
Op dinsdagen het 7e-8e-9e uur.
Het betreft de volgende dinsdagen:
14 november, 28 november, 5 december en 12 december.
Let op:
op dinsdag 9 januari 2024 is er een excursie naar de Tweede Kamer in Den Haag
van 0800 uur t/m 20.00 uur. Vriendelijk verzoek om dit thuis (en op je werk en evt. bij je sportvereniging) te melden.
Je werkt samen in je groepje dat door de docent is samengesteld.
De verantwoordelijke docenten zijn mevr. Y. Ysselmuiden dhr. D. Fluitsma en mevr. I. Vossen.
y.ysselmuiden@hethooghuis.nl
d.fluitsma@hethooghuis.nl
i.vossen@hethooghuis.nl
Een heleboel kennis: over de parlementaire democratie en HBO-vaardigheden: teksten lezen en leren – informatie zoeken en verwerken – plannen en zelfstandig werken – samenwerken en presenteren, communiceren en debatteren.
Een cijfer dat als PTA-onderdeel meetelt bij maatschappijleer.
Het project van Power & Politics is niet herkansbaar!
Links of rechts, progressief of conservatief, het zegt natuurlijk niet alles over hoe je over politiek denkt. Het is slechts een manier om je ideeën te plaatsen.
Politiek draait om de vraag: hoe willen we dat de samenleving eruit ziet? Hoe erg vinden we het als er grote verschillen zijn tussen arm en rijk? Welke zaken moet de overheid regelen en wat kun je zelf doen?
Je eigen antwoorden op bovenstaande vragen maken duidelijk welke politieke ideologie of stroming bij je past. De meeste politieke partijen behoren tot een politieke ideologie of stroming, sommige politieke partijen zelfs tot meerdere politieke ideologieën of stromingen.
Bijna alle politieke partijen ontstaan vanuit een ideologie, een samenhangend geheel van ideeën over de gewenste inrichting van de samenleving. Daarbij gaat het vooral om twee vragen:
- Welke waarden en normen staan centraal?
Vind je bijvoorbeeld economische vrijheid heel belangrijk, dan vind je dat burgers en bedrijven niet te veel belasting moeten betalen. Of vind je juist gelijkheid heel belangrijk. Dan kan het zijn dat je vind dat mensen met lagere inkomens minder belasting hoeven te betalen.
- Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch terrein?
Sommige mensen zijn voor een sterke, actieve rol van de overheid op het gebied van economie, uitkeringen, onderwijs en gezondheidszorg. Dit noemen we ook wel politiek links. Rechts wil juist zo weinig mogelijk bemoeienis van de overheid op sociaaleconomisch gebied.
Hieronder bespreken we drie politieke ideologieën of stromingen uitgebreid. Te weten: het liberalisme, de sociaaldemocratie en confessionalisme. Bij elke ideologie of stroming worden belangrijke uitgangspunten genoemd. De geschiedenis van deze politieke ideologieën / stromingen vind je in paragraaf 3.2 van je lesboek maatschappijleer (Politieke stromingen blz. 74 t/m 76). Ideologieën als 'populisme’ en ‘ecologisme’ worden beknopt behandeld. Hierbij worden kort enkele uitgangspunten en/ of kenmerken genoemd. In deze paragraaf zetten we de belangrijkste stromingen uiteen. Het is belangrijk jezelf wel te beseffen dat dit maar een kleine greep uit de collectie is en dat er nog veel meer mogelijk zijn.
De oudste nog actieve politieke stroming is het Liberalisme. Mensen die het liberalisme aanhangen worden liberalen genoemd. Liberalen vinden dat mensen heel veel vrijheid moeten krijgen en dat de overheid ze zo min mogelijk verplichtingen op mag leggen. Ze zijn van mening dat mensen zelf kunnen beslissen wat goed voor ze is en dat regels hier een beperking voor zijn.
Liberalisme is een hele brede stroming en je kunt op meerdere manieren liberaal zijn. Aan de ene kant is een grote groep vooral economisch liberaal. Deze liberalen zijn een voorstander van de vrije markt en wordt hierdoor vaak rechts in het spectrum geplaatst. De tweede groep liberalen doet dit vooral op basis van grondrechten. Ze vinden dat mensen zelf moeten kunnen beslissen. Deze groep is veelal vooral heel progressief. In principe kan een liberale partij hierdoor zowel links als rechts zijn en zowel progressief als conservatief. Het hangt er net vanaf welke onderdelen van de vrijheid een partij het belangrijkst vindt.
In Nederland zijn er twee liberale partijen, namelijk de VVD en D66. Je ziet in het spectrum van afbeelding 1 al dat deze partijen ver uit elkaar liggen. D66 hecht veel waarde aan de individuele vrijheid en is daardoor vooral een progressieve partij, maar ligt economisch in het centrum. De VVD daarentegen is een economisch heel liberale partij en ligt daardoor rechts in het spectrum. Dit terwijl ze juist weer heel conservatief zijn. Je ziet hierdoor dat binnen een stroming verschillende standpunten mogelijk zijn.
De meest extreme stroming binnen het liberalisme wordt het libertarisme genoemd. Libertairen (zoals de aanhangers van deze stroming heten) vinden de overheid op zichzelf kwaadaardig. Ze zijn van mening dat deze waar mogelijk moet worden afgeschaft en dat mensen zelf beslissingen moeten nemen. Belastingen zouden hierdoor vrijwillig moeten worden en de overheid zou mensen ook niet moeten dwingen zich bijvoorbeeld via de politie aan de regels te houden. Ze zijn van mening dat mensen als ze niet gedwongen worden zichzelf beter aan zelfgemaakte afspraken gaan houden. In Nederland zijn er geen libertaire partijen. In de VS heeft deze stroming echter wel veel volgers en ook in België heeft tot 2014 een libertaire partij in het parlement gezeten.
Liberalen gebruiken vaak blauw als kleur voor hun partij. Blauw is namelijk de kleur van de lucht en vrijheid is alsof je de lucht in kunt vliegen.
Liberalisme: de uitgangspunten
- Persoonlijke vrijheid staat centraal;
- Economische vrijheid staat centraal. Bijvoorbeeld voor een vrijemarkteconomie;
- Passieve/ Terughoudende/ Beperkte rol voor de overheid op sociaaleconomisch gebied;
- Overheid moet zich beperken tot kerntaken als defensie en bestrijding van criminaliteit;
- Accepteren dat de overheid zorg voor goed onderwijs, goede gezondheidszorg en uitkeringen, maar zijn wel voor kortere en lagere uitkeringen en voorzieningen;
- Eigen verantwoordelijkheid voor burgers;
Het socialisme is in de negentiende eeuw ontstaan met de bedoeling de armoede aan te pakken (die voortkomt door de komst van de industrie. In de negentiende eeuw was er namelijk een industriële revolutie gaande). Socialisten zijn van mening dat de gelijkheid tussen mensen groter moet worden en dat de zwakkeren hierdoor moeten worden geholpen. Een socialistische partij is hierdoor in essentie een linkse partij.
Net als bij de liberalen zijn er grote onderlinge verschillen tussen socialisten en is ook dit een heel brede stroming. In Nederland zijn er alleen sociaal democratische partijen. Dit zijn partijen die de vrije markt accepteren en vinden dat een land een democratie moet zijn. Zwakkeren in de samenleving moeten worden geholpen bijvoorbeeld door middel van scholing of uitkeringen. Daarnaast is deze stroom het eens met de liberalen dat vrijheid (zolang je anderen daar niet mee in de weg zit) een belangrijke basis is voor de samenleving.
Sociaal democratische partijen in Nederland zijn de PvdA, SP, GroenLinks en Denk. In Nederland zijn sociaal democratische partijen vaak ook progressief. Ook dit is vooral toeval en hoeft niet altijd het geval te zijn. De Britse labour party is bijvoorbeeld een sociaal democratische partij die ook conservatief is.
Ook van het socialisme is er een “extreme” variant. Deze groep noemen we communisten. Nederland heeft sinds 1990 geen communistische partijen meer, maar wereldwijd is deze stroming wel sterk vertegenwoordigd (bijvoorbeeld de variant in China). Communisten willen in essentie bezit in het geheel afschaffen en om gelijkheid te krijgen moet de overheid alles eerlijk verdelen. Het nadeel daarvan is dat hiermee grote vrijheidsconcessies worden gedaan omdat mensen dit niet vrijwillig gaan doen.
Socialisten gebruiken vaak rood als partijkleur. Rood is namelijk de kleur die de lucht heeft als de zon opkomt. Ze associëren dit met een nieuwe dag waarop dingen eerlijker voor iedereen worden.
Sociaaldemocratie: de uitgangspunten
- Actieve rol voor de overheid op sociaaleconomisch terrein (onderwijs, arbeidsmarkt, zorg, uitkeringen, milieu etc.)
- Streven naar gelijkheid en gelijkwaardigheid;
- Negatieve kanten van de vrije markt (werkloosheid, armoede, milieuvervuiling etc.) moeten door de overheid worden aangepakt (zie punt “actieve overheid op sociaaleconomisch terrein);
- Opkomen voor de zwakkeren (ongeschoolden en laaggeschoolden, lage inkomensgroepen, werklozen, arme mensen, chronisch zieken, ouderen, gediscrimineerden, dieren etc.)
- Eerlijke verdeling van inkomen, kennis en macht;
- Ecologie voor economie.
Confessionele partijen bestaan sinds de tweede helft van de negentiende eeuw. Het zijn partijen die vanuit een religie zijn opgericht. Deze partijen proberen hun religieuze idealen in het parlement te vertegenwoordigen. In Nederland hebben we het vooral over christendemocratische partijen. Dit zijn partijen die vanuit een christelijke geloofsovertuiging hun standpunten bepalen. Christelijke partijen zijn in Nederland veelal conservatief van aard, al zijn hier een klein aantal uitzonderingen op. De KVP (in 1980 opgegaan in het CDA) was bijvoorbeeld een christelijke progressieve partij. Toch is ook hier weer een heel breed spectrum mogelijk. De ChristenUnie is bijvoorbeeld een stuk progressiever dan de SGP.
Confessionele partijen kunnen zowel linkse als rechtse partijen zijn. Omdat in Nederland de confessionele partijen er minder waarden aan hechten of ze links of rechts zijn (ze hebben andere dingen die ze belangrijk vinden) zijn het vaak middenpartijen. Op deze manier spreken ze een breed deel van het electoraat aan.
Confessionele partijen in Nederland zijn bijvoorbeeld: CDA, SGP en ChristenUnie. Vroeger waren dit er veel meer, maar met de ontkerkelijking in Nederland zijn veel christendemocratische partijen samengegaan. De partijen die over zijn veelal protestants christelijk van aard (SGP en ChristenUnie). Het CDA is ontstaan uit een fusie van zowel katholieke als protestantse partijen waardoor deze wat van iedere religie hebben. Voor veel kiezers is ook de christelijke achtergrond van deze partijen niet meer relevant. Zo stemmen veel mensen op een confessionele partij omdat ze op een middenpartij willen stemmen.
Wereldwijd gebruiken confessionele partijen oranje als kleur. Omdat oranje toevallig in Nederland de kleur van het koningshuis doen hier niet alle partijen dat. Zo gebruikt het CDA de kleur groen en de ChristenUnie blauw.
Confessionelen: de uitgangspunten
Het confessionalisme baseert zich op het geloof (confessie = geloofsovertuiging). In Nederland is dat vooral het christendom.
- Bijbelse waarden en normen staan centraal, zoals de waarde ‘naastenliefde’;
- Bijbelse waarden en normen staan centraal, zoals de waarde ‘rentmeesterschap’ (mensen hebben de taak goed te zorgen voor de door God aan ons toevertrouwde aarde);
- Zorgzame samenleving;
- Gespreide verantwoordelijkheid: Overheid laat zo veel mogelijk over aan maatschappelijk middenveld, zoals kerken en (sport) verenigingen);
- Aanvullende rol voor de overheid. De overheid doet alleen datgene wat maatschappelijke organisaties niet kunnen doen, zoals ordehandhaving, financiering van het onderwijs en uitkeringen;
Het CDA en de ChristenUnie zijn voorbeelden van christendemocratische partijen, maar ook de strenge SGP behoort tot het confessionalisme. Als het gaat om de rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied zitten de christendemocraten tussen sociaaldemocraten en liberalen in, waardoor ze thuishoren in het politieke midden.
Populistische partijen zijn van alle tijden maar komen in Nederland vooral sinds de eeuwwisseling weer op. Een populistische partij is een partij vooral de eigen nationale identiteit nastreeft. Een populistist is vooral bang dat Nederlandse gewoontes verloren gaan. Wat de Nederlandse identiteit is blijft echter veelal erg vaag. Populistische partijen kunnen namelijk vaak beter omschrijven wat die identiteit niet is, bijvoorbeeld door zich af te zetten tegen andere culturen. Xenofobie (angst voor de buitenwereld) speelt in deze partijen een grote rol.
Populistische partijen kunnen zowel links als rechts zijn. In Nederland zijn de bekendste populistische partijen de PVV en FvD. Deze partijen omschrijven zichzelf als rechts, maar hebben op veel onderwerpen linkse standpunten. Doordat het populisme niet een duidelijk standpunt heeft over links en rechts zijn de verschillen tussen deze partijen ook erg groot. De PVV zit veel meer in het centrum (ook al zien ze zichzelf als rechts), terwijl FvD duidelijk veel rechtser is. Deze partij neemt veel libertaire onderdelen over.
Een belangrijk onderdeel van het populisme is dat deze partijen zich afzetten tegen de heersende klasse. Ze vinden dat een deel van de mensen slecht worden vertegenwoordigd in de politiek en ze proberen te spreken namens die personen. Een van de termen die bijvoorbeeld gebruikt wordt door FvD is het partijkartel, waarmee ze bedoelen dat bestaande partijen in hun ogen samenwerken tegen de burger.
Vooral dankzij de globalisering hebben populistische partijen een sterke vlucht genomen. De globalisering heeft ervoor gezorgd dat steeds vaker we in aanraking komen met andere culturen. Zowel door buitenlandse (bijvoorbeeld Amerikaanse) media, als door immigratie kan dit plaatsvinden. Zo zet de PVV zich vooral af tegen de islam en zet FvD zich vooral af tegen Europese samenwerking.
Vooral in tijden van economische crisis bloeit het populisme op. In Nederland wordt de PVV als een typische populistische partij beschouwd, omdat Geert Wilders de ‘politiek wil teruggeven aan het volk’. Hij wil afstand nemen van de bestaande politieke elite/ partijen en stelt zich hard op ten opzichte van niet- westerse allochtonen en vluchtelingen. Zo is de PVV onder andere van mening dat geen asielzoekers meer toegelaten mogen worden uit islamitische landen. Daarnaast is de PVV van mening dat Nederland uit de Europese Unie moet stappen, de AOW leeftijd weer naar 65 jaar terug moet en dat er directe democratie (meer inspraak voor burgers→ ‘de wil van het volk’) moet worden ingevoerd.
Kenmerken van populistische partijen/ opvattingen:
- Populisten zeggen op te komen voor de eenvoudige burger. Ze verwijzen naar ‘de wil van het volk’;
- Populisten zetten zich af tegen de politieke, economische en culturele elite, die in hun ogen corrupt is;
- Er wordt de nadruk gelegd op sterk (charismatisch) leiderschap;
- Omdat het geen echte ideologie is zijn de opvattingen van populisten niet altijd gemakkelijk te plaatsen. Populisten zijn niet per se politiek links of politiek rechts;
- Er wordt vaak een beroep gedaan op eenheid en vaderlandsliefde;
- Het gaat bij (rechts) populisme vaak om sterk nationalistische standpunten, bv. tegen immigratie en tegen inmenging van het buitenland in de nationale politiek en economie;
Naast deze stromingen zijn er ook een aantal kleinere stromingen. Meestal vinden deze stromingen hun plek bij andere partijen met vergelijkbare ideeën. De lijst hieronder is bijna oneindig, maar de nadruk ligt op de belangrijkste stromingen in de Nederlandse politiek.
Feminisme
Feminisme komt van origine voort uit vanuit de vrouwenemancipatie. Vrouwen worden soms heel stereotiep weggezet als de verzorgers van het huishouden. Hierdoor hebben ze minder kans carrière te maken omdat de samenleving bijvoorbeeld verwacht dat ze uiteindelijk kinderen krijgen ze hiervoor gaan zorgen. Feministen vinden dit een achterhaald idee.
Het feminisme kan twee soorten aannemen. Een deel van de feministen vinden dat mannen en vrouwen volledig het zelfde moeten worden behandeld. Dat is niet alleen in regels, maar ook vooral in onze cultuur. In hun ogen zijn mannen en vrouwen helemaal hetzelfde en moeten ze ook zo worden gezien. Een ander deel van de feministen is van mening dat er wel verschillen zijn en het niet erg is om verschillen te maken, zolang er maar een mix is van mannen en vrouwen in iedere organisatie.
De laatste jaren is het feminisme breder geworden dan alleen de man-vrouw tegenstellingen. Zo nemen feministen het veelal ook op voor homo-emancipatie, trans- en interseksuelen en andere groepen die in de samenleving minder kansen krijgen.
Feministische bewegingen zijn vaak goed vertegenwoordigd binnen liberale en sociaaldemocratische partijen omdat deze visie sterk aansluit bij deze ideologieën. Helaas is er in de politiek nog wel een flinke weg te gaan. Zo zijn de meeste volksvertegenwoordigers nog steeds mannen. Ook kreeg bijvoorbeeld Jesse klaver (GroenLinks) veel kritiek toen hij in 2017 een dag minder ging werken omdat hij een kind had gekregen. Een ander schrijnend voorbeeld is dat de SGP pas sinds 2010 vrouwen toe laat als lid. Niet omdat ze dit zelf wilden, maar omdat de rechter ze dit verplichtte.
Ecologisme
Een ecologisme houdt in dat het milieu meer aandacht dient te krijgen. Deze stroming krijgt steeds meer aandacht, ook buiten de bestaande ecologische partijen. Millieuvervuiling en de opwarming van de aarde maken het ook een steeds relevanter aandachtspunt. In Nederland hebben GroenLinks en partij voor de dieren veel ruimte gegeven aan ecologie in hun programma. Toch zie je ecologische standpunten ook steeds meer terug bij andere partijen.
Het ecologisme: enkele uitgangspunten:
Het ecologisme vindt de economische groei ondergeschikt aan de kwaliteit van het milieu.
- Ecologische waarden zijn belangrijker dan economische waarden;
- Kleinschalig, milieuvriendelijk en duurzaam produceren;
- Economie van het genoeg. We moeten tevreden zijn met hetgeen we hebben;
- De overheid moet (vergaande) milieumaatregelen afkondigen tegen milieuvervuilende producenten;
- Wijzen een onbeperkt marktmechanisme af.
Voorbeelden van ecologische partijen zijn: GroenLinks en de Partij voor de Dieren. Daarnaast hebben de SP en de PvdA ook zichtbare ecologische uitgangspunten.
Dierenrechtenactivisme
Naast aandacht voor het milieu ontstaat ook steeds meer aandacht voor dierenbelangen. Dierenrechten partijen richten zich vooral tegen de bio-industrie (het massaal houden van dieren voor consumptie, bijvoorbeeld kippen voor eieren of varkens voor vlees). Ze vinden dat er meer aandacht moet zijn voor het welzijn van deze dieren. De partij voor de Dieren is het meest bekende voorbeeld van deze partijen. Ook hier vinden de standpunten echter ook steeds meer ruimte bij andere stromingen. Zo zetten bijvoorbeeld ook de PvdA en de PVV (die op veel punten tegenover elkaar staan) steeds vaker dierenrechten op de agenda.
Nationalisme
Nationalistische partijen vinden dat je trots voor het vaderland uit moet dragen. Vaak valt dit samen met het idee dat andere landen ondergeschikt zijn of onderdeel van het land zouden moeten worden. Nederland heeft geen duidelijke nationalistische partijen, al hebben partijen wel soms nationalistische standpunten. Zo zijn er politici die vinden dat het Nederlandstalige deel van België zich zou moeten aansluiten, je hebt het dan over Nederlands Nationalisme.
Nationalisme: enkele uitgangspunten
- Nationalisten staan minder positief tegen internationale samenwerking (zoals in de EU);
- Nationalisten staan afwijzend tegenover de komst van immigranten naar Nederland;
- Vaderlandse trots.
- Puur nationatistische partijen zijn er op dit moment niet. Er zijn partijen met nationalistische standpunten zoals de herinvoering van de gulden en uittreden uit de EU en het verplicht leren van het nationale volkslied.
Pragmatische partijen:
Dit zijn politieke partijen die een politiek probleem van geval tot geval bekijken en daarna een praktische en haalbare oplossing zoeken. Pragmatisme kent twee kenmerken:
- Men zoekt naar rationele, haalbare en praktische oplossingen voor actuele politieke vraagstukken;
- Men laat zich in tegenstelling tot ideologische partijen niet leiden door een bepaalde ideologie of een samenhangend geel van standpunten over de inrichting van de samenleving.
D66 is een voorbeeld van een pragmatische partij. Heden ten dage positioneert D66 zich als sociaal- liberaal. De partij laat zich dus door sociaaldemocratische en liberale ideeën inspireren.