SE2 - Sociale verschillen 2324

SE2 - Sociale verschillen 2324

Infographic

Introductie

Lezen

SE1 - Sociale verschillen

Welkom bij het examenonderdeel sociale verschillen. In dit onderdeel leer je hoe sociale verschillen ontstaan, hoe dit soms in stand gehouden wordt en wat mensen en de overheid doen en kunnen doen om deze sociale verschillen te verkleinen.

Bij het examenonderdeel sociale verschillen horen de volgende leerdoelen:

  1. Je kunt uitleggen wat sociale verschillen zijn en hoe sociale mobiliteit werkt.
  2. Je kunt uitleggen hoe belangenconflicten ontstaan in de maatschappij.
  3. Je kunt aangeven welke keuzes mensen maken en wat voor invloed dit kan hebben op hun sociale mobiliteit.
  4. Je kunt maatregelen van de overheid rond sociale ongelijkheid beschrijven en uitleggen.

 

In het bestand 'beoordelingsrubric sociale verschillen' vind je de rubric waarmee het werk beoordeeld wordt. De rubric is handig om te controleren of je hebt voldaan aan de eisen. Het cijfer komt voort uit de eindopdracht.

 

  • Je mag overleggen, maar de opdrachten moeten individueel gemaakt worden en individueel ingeleverd worden.
  • Alle opdrachten moeten uiterlijk 19 december op deadline dag in mijn bezit zijn.

Regels omtrent te laat inleveren werk (zoals beschreven in het PTA):

  • Als het werk te laat wordt ingeleverd, en er zijn geen bijzondere omstandigheden die het te laat inleveren rechtvaardigen, dan volgt puntenaftrek. Vanaf de eerste dag na het inleveren krijgt het werk één punt aftrek. Levert een leerling na één dag, maar voor zeven dagen na de inleverdatum van het werkstuk in dan volgt twee punten aftrek. Is een leerling meer dan een week, maar minder dan twee weken te laat dan is de puntenaftrek drie. Als een leerling meer dan twee weken te laat is met het inleveren van het werk, dan krijgt hij als eindcijfer een 1.

Planner

Planning

Week 1
1. Allemaal verschillend (lezen + opdracht maken)
Week 2
2. Sollicitatie (lezen + opdracht maken)
Week 3
3. Belangen (lezen + opdracht maken)
Week 4
4. Lezen + Eindopdracht lezen + A. bronnenonderzoek doen (zie eindopdracht)
Week 5
B. vraag 1 t/m 5 van de eindopdracht maken  
Week 6       
B. vraag 6 t/m 10 van de eindopdracht maken
Week 7
Laatste hand aan de eindopdracht leggen.

Week 8

Inleveren eindopdracht op deadline day 19 december

 

1. Allemaal verschillend

Lezen

Overal ter wereld worden mensen gelijk en op dezelfde manier geboren. Al heel snel ontstaan er grote verschillen tussen mensen. Sommige van die verschillen zijn biologisch bepaald (vanaf de geboorte). Denk bijvoorbeeld aan de kleur van je ogen of dat je man of vrouw bent. Andere verschillen worden bepaald door de plek waar je opgroeit. Sommige mensen groeien op in extreme armoede, anderen groeien juist op in extreme rijkdom en natuurlijk veel mensen ergens daar tussenin. Door de mate van welvaart, maar ook de plek waar je opgroeit ontstaan dus tussen deze gelijkgeboren homo sapiens (mensen) grote sociale verschillen.

Artikel 1 van de grondwet van Nederland regelt dat wij allemaal gelijk zijn volgens de wet. Toch zijn er grote verschillen tussen mensen. Het inkomen van  mensen is van grote invloed op de positie op de maatschappelijke ladder. Deze maatschappelijke ladder is een denkbeeldige ladder iets zegt over de sociale en maatschappelijke postiie van een persoon ten opzichte van anderen. Deze positie wordt bepaald door een aantal kenmerken. Een aantal belangrijke zijn:

- Opleiding

- Werk

- Inkomen

- Status (aanzien van andere mensen)


De sociale verschillen tussen mensen in Nederland kan je vaak dus aflezen aan de positie op de ladder. Zo zal iemand die een rechtenstudie heeft gedaan, advocaat is geworden en 8000 euro per maand verdiend hoger staan op de ladder, dan iemand die z'n middelbare school heeft afgemaakt bij een supermarkt is gaan werken en 1800 euro per maand verdiend.

Iemands positie op de maatschappelijke ladder zegt niet altijd iets over hoe gelukkig iemand is, maar wel over de maatschappelijke positie en het gemak waarmee iemand zich (vooral) financieel kan redden in een samenleving. Ook zal de advocaat zijn kinderen sneller stimuleren om ook te gaan studeren een hoge positie op de maatschappelijke ladder te verwerven dan dat de supermarktmedewerker dat doet. In die zin is het ook 'erfelijk'.

Sociale mobiliteit is in Nederland wel mogelijk. Dit betekent dat een persoon hoger of lager op de maatschappelijke ladder terecht kan komen. De advocaat kan bijvoorbeeld aan de drank raken en zijn baan verliezen en daardoor lager op de maatschappelijke ladder komen dan de supermarktmedewerker. Andersom kan het natuurlijk ook. De supermarktmedewerker besluit een rechtenstudie te gaan doen en wordt advocaat, hij is nu geklommen op de maatschappelijke ladder.

Opdracht

Opdracht A - De maatschappelijke ladder

In deze opdracht ga je verschillende beroepen op de maatschappelijke ladder plaatsen. Je houdt dus rekening met:
- Opleiding
- Werk
- Inkomen
- Status

De volgende beroepen moet jij in de juiste volgorde van laag naar hoog zetten. Het kan helpen om te bedenken en op te zoeken wat voor salaris bij een beroep hoort, maar ook of je voor dit beroep geen opleiding nodig hebt of mbo, hbo of universitair geschoold moet zijn.

1. Verpleegkundige

2. Leraar

3. Profvoetballer bij Barcelona (bv. Frenkie de Jong)

4. Vakkenvuller bij de Albert Heijn

5. Rechter

6. Manager bij de Mediamarkt

7. Burgemeester

8. Zelfstandig werkend kok

9. Vuilnisman

10. Dierenarts

11. Als laatste voeg jij het beroep toe wat jij later wilt gaan doen. Bedenk welke vervolgopleiding je wil gaan doen en welk beroep hierbij past. Zet deze ook op de maatschappelijke ladder. Heb je nog geen idee, bedenk dan een passend beroep.

 

 

 

 

2. Sollicitatie

Lezen

Sommigen van jullie hebben een baan, anderen hebben misschien geen officieel werk, maar verdienen wel geld. Een baan kan je op verschillende manieren krijgen. Namelijk:

- Netwerken: via bekenden kom je aan de baan;

- Vacatures: een advertentie dat een bedrijf of organisatie op zoek is naar een medewerker;

- Open sollicitatie: je benadert een bedrijf dat je op zoek bent naar werk en dat je graag voor dit bedrijf wilt werken;

- Uitzendbureau of UWV: deze organisaties helpen je met het zoeken naar een geschikte baan.

Opdracht

 

Opdracht B - Waarden in jouw werk

In deze opdracht ga je jouw ideale baan beschrijven. Je gaat eerst een algemene tekst schrijven over jouw ideale baan. Hierin vertel je wat je ongeveer doet. Werk je met mensen of juist alleen, binnen of buiten, je salaris (wees reëel, we willen allemaal miljonair worden), reistijd, achter de computer of meer fysiek en eigenlijk alles wat jij nog kan bedenken over je ideale baan.

Nadat je de basis van je ideale baan hebt beschreven ga je uit de lijst met waarden die je hieronder vindt 5 waarden kiezen die jij (in die volgorde) het allerbelangrijkst vindt in je werk. Je kiest de 5 waarden en beschrijft bij allemaal waarom je dit belangrijk vindt in je werk.

Verder ben en denk je creatief en maak je er één verhaal van waaraan te zien is hoe jouw ideale baan er later uitziet.

 

3. Belangen

Lezen

Mensen die met elkaar samenleven hebben altijd een web aan belangen. Een belang is iets wat jij belangrijk vindt omdat jij daar voordeel van hebt of dat nut voor jou heeft.
Ook in jouw gezin spelen belangen een rol. Zo is het in jouw belang dat je iets eet wat jij lekker vindt, maar je broertje of zusje heeft zijn eigen belang hierin. Je ouders hebben er misschien weer meer belang bij dat jullie een gezonde maaltijd eten.
Ook op school vind je veel belangen terug. Zo vinden leerlingen het vaak fijn als 's ochtends een uur uitvalt, omdat ze dan niet vroeg hun bed uit hoeven. Het schoolbestuur wil niet teveel uitval, want dan kunnen ze niet aan de wettelijke urennorm voldoen. Zij hebben er dus belang bij dat het lesuur wordt overgenomen door een andere docent. Terwijl de andere docent genoeg werk heeft en er dus belang bij heeft dat hij in dat vrije uur kan nakijken. Kortom, belangen kunnen soms lijnrecht tegenover elkaar staan. Er zijn ook veel gedeelde belangen. Zo is het voor jou, je ouders, coaches en het schoolbestuur een gedeeld belang dat jij binnen 4 jaar je diploma haalt.

 

De belangen van Greenpeace staan lijnrecht tegenover de belangen van Shell
De belangen van Greenpeace staan lijnrecht
tegenover de belangen van Shell

De hele maatschappij is eigenlijk een web van belangen. Ook in de politiek of bij bedrijven spelen belangen een grote rol. Zo heeft milieuorganisatie Greenpeace er belang bij dat er snel nieuwe bronnen voor groene stroom bijkomen. Aardoliemaatschappij Shell heeft er
weer meer belang bij dat olie als energiebron zo lang mogelijk gebruikt wordt, want die verdient daar zijn geld mee.

 

 

 

Sociale ongelijkheid en belangen

Eerder spraken we over sociale verschillen. De positie die mensen innemen op de maatschappeiljke ladder wordt bepaald door de combinatie van opleiding, werk, inkomen en status.

Om verschillende redenen is het voor sommige mensen lastig om te klimmen op de maatschappelijke ladder. Redenen hiervoor kunnen liggen in: discriminatie op de arbeidsmarkt; de wijk waarin je opgroeit; of je man of vrouw bent en de mensen om je heen (ouders, vrienden en andere bekenden). We noemen dit 'vastzitten' op de maatschappelijke ladder sociale ongelijkheid. Ook bij sociale ongelijkheid spelen belangen een rol.
Wanneer je last hebt van discriminatie op de arbeidsmarkt wil je graag dat hier aandacht voor is en dat er actief wat aan gedaan wordt. Aan de andere kant wil je wanneer je een hoog inkomen hebt vaak niet teveel belasting betalen. Het belastinggeld dat wordt ingezet om discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken wordt via belastinggeld verkregen. Ook bij sociale mobiliteit spelen belangen dus een grote rol.

 

Opdracht

Opdracht C - Belangen

In deze opdracht krijg je een aantal foto's bij die foto's moet je telkens opschrijven waar het volgens jou over gaat. Welke groepen ermee te maken hebben, let op dat kan direct, maar ook indirect zijn! En als laatste schrijf je op welke belangen de persoon of de groep hierbij hebben. 

De 1e foto is als voorbeeld gedaan. 

Wat zie ik en waar gaat dit over? 

Ik zie twee mensen proosten met Heineken bier. Ik denk dat dit gaat over de belangen die mensen en organisaties kunnen hebben bij het drinken van bier. 


Welke groepen hebben hier belangen bij en welke belangen spelen er?

1. Mensen die graag bier drinken
Zij hebben er belang bij dat je bier kan drinken, dat het betaalbaar is en makkelijk te krijgen. Ook hebben zij belang bij een goede gezondheid.

2. Bier brouwers zoals Heineken
Zij hebben er belang bij dat mensen zoveel en zo makkelijk mogelijk bier kunnen drinken. Zij willen zoveel mogelijk winst maken met de verkoop van hun product. 

3. De Nederlandse overheid
Wil graag dat mensen verantwoord omgaan met het drinken van alcohol zodat mensen er geen gezondheidsproblemen van krijgen. Wil dus proberen om de verkoop van bier lager te krijgen. Ze hebben ook het belang dat ze veel belasting en accijnzen heffen op bier, dus ze verdienen er ook veel geld aan. 

4. Mensen die geen bier drinken (hebben hier indirect mee te maken)
Willen geen overlast van mensen die bier drinken. Willen niet dat de kosten voor gezondheidszorg omhoog gaan, omdat mensen teveel bier drinken. 

 

Sigarettenverkoop

 

Fileprobleem

 

Corona lockdowns

 

4. Sociale ongelijkheid en de overheid

Lezen

Eerder heb je geleerd dat mensen soms vastzitten op de maatschappelijke ladder, dit noemen we sociale ongelijkheid. In artikel 20 van onze grondwet wordt beschreven dat de verdeling van welvaart taak van de overheid is en dat mensen die financieel niet voor zichzelf kunnen zorgen bijstand vanuit de overheid kunnen krijgen.

Een land waar de overheid zorgt voor de bestaanszekerheid van zijn burgers noem je een verzorgingsstaat. Op allerlei verschillende manieren zorgt de Nederlandse overheid voor zijn burgers.
Sommige van deze maatregelen gelden voor alle burgers, en sommige van deze maatregelen gelden voor burgers in een specifieke situatie.

  • AOW (Algemene Oudersdomswet). Iedereen die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt heeft recht op deze uitkering. Hierin wordt rekening gehouden of je alleenstaand bent of dat je een partner hebt.
  • Bijstand is een uitkering die is bedoeld voor mensen die geen werk hebben of kunnen vinden en ook geen werkende partner of spaargeld hebben. Deze uitkering is er om in het bestaansminimum te voorzien (eten, kleding, huur, etc).
  • Kinderbijslag is een uitkering die ouders krijgen tot het 18e levensjaar van hun kind. Ook kunnen ouders kindergebonden budget krijgen, maar dit is inkomensafhankelijk.
  • Kinderopvangtoeslag is een toeslag die ouders kunnen ontvangen wanneer ze hun kind naar de opvang brengen. Deze toeslag is inkomensafhankelijk, dus vanaf een bepaald inkomen heb je geen recht op dit toeslag. Door deze maatregel is het voor mensen met een lager inkomen ook betaalbaar om een kind naar de opvang te brengen en zelf te gaan werken.
  • Ook voor werknemers zijn er verschillende uitkeringen. Wanneer je bijvoorbeeld werkloos, ziek of arbeidsongeschikt raakt kan je ook een uitkering krijgen. Hiervoor betaal je ook maandelijks een bedrag voor dat automatisch van je salaris wordt ingehouden.

Al deze maatregelen zijn ervoor bedoeld om mensen bij de maatschappij te betrekken, extreme armoede uit te bannen en sociale ongelijkheid te verkleinen. In sommige gevallen gaat het helemaal mis, zoals tijdens de toeslagenaffaire. Na jarenlang onderzoek bleek dat de Belastingdienst discriminerend te werk ging. Veel mensen zijn ten onrechte aangemerkt als fraudeur en moesten boetes betalen. Hierdoor heeft de Belastingdienst de sociale ongelijkheid alleen maar groter gemaakt. Bij de eindopdracht ga je een maatschappelijk probleem analyse maken van de toeslagenaffaire.

Bekijk eerst deze video van NOSop3 waarin wordt uitgelegd wat er precies gebeurd is met de toeslagenaffaire.

 

Oefening

Eindopdracht

Maatschappelijk probleem analyse: de toeslagenaffaire

Voor de eindopdracht van het examenonderdeel Sociale verschillen ga je een maatschappelijk probleem analyse maken. In het filmpje over de toeslagenaffaire heb je al wat uitleg gehad over dit maatschappelijk probleem. Voor een goede analyse ga je eerst aan de slag met bronnen zoeken. Door het gebruik van deze bronnen krijg je een compleet beeld van wat er is gebeurd tijdens de toeslagenaffaire. Na het bronnenonderzoek start je met het beantwoorden van de vragen en bekijk je de eisen waaraan het werk moet voldoen.

A.
Je begint dus met het zoeken van 5 geschikte bronnen die jou een goed beeld geven van de toeslagenaffaire. Denk daarbij aan wat er gebeurd is, maar denk ook aan wat de overheid nu doet en wat er recent over de toeslagenaffaire in het nieuws is gekomen. Je gebruikt hiervoor niet de video van NOSop3, maar zoekt naar andere geschikte bronnen. Denk bijvoorbeeld aan nieuwssites of kranten.
In de opdracht zijn de links te zien van deze 5 bronnen. Let op: de bronnen worden ook beoordeeld op betrouwbaarheid.

B.

Het analyseren van het maatschappelijk probleem doe je aan de hand van een aantal vragen.

  1. Wat is precies het probleem? Hier beschrijf je uitgebreid (stap voor stap) wat het probleem is.
     
  2. Wat zijn de oorzaken van het probleem? Hoe komt het dat dit probleem is ontstaan?
     
  3. Wie of welke groepen zijn er bij het probleem betrokken? Denk hier in groepen mensen en organisaties.
     
  4. Welke waarden hebben de betrokken partijen? Tip: gebruik de waardenlijst.
     
  5. Schrijf bij iedere waarde een norm die de betrokken partijen hebben. Klik hier voor een uitleg over normen & waarden.
     
  6. Welke waarden en normen botsen met elkaar? De verschillende groepen hebben vaak botsende normen en waarden. Beschrijf deze botsende normen en waarden.
     
  7. Welke belangen hebben deze groepen? Schrijf hier voor alle groepen op welk belang zij hebben in de toeslagenaffaire.
     
  8. Welke belangentegenstelling(en) hebben deze groepen? Welke belangen van de verschillende groepen botsen met elkaar?
     
  9. Wat doet de overheid (regering) nu al aan dit probleem? Beschrijf het beleid van de regering dat er is gekomen om dit probleem op te lossen.
     
  10. Wat kan de overheid (regering) nog meer aan dit probleem doen? Bedenk wat jij vindt dat de overheid nog meer kan doen.

 

C.

Eisen aan de maatschappelijk probleem analyse Punten
1. Beantwoord de 10 vragen uitgebreid en duidelijk. 30
2. De analyse is in totaal minimaal 1000 woorden en maximaal 2000 woorden.
Noteer het aantal woorden (door Pages of Word geteld) onderaan je document.
5
3. Zorg voor een duidelijke en goede bronvermelding. 5
4. Zorg voor goed verzorgde Nederlandse zinnen. Let op hoofdletters, leestekens en zorg dat je spellingscontrole doet. 5

 

  • Het arrangement SE2 - Sociale verschillen 2324 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2023-11-07 10:08:21
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Examenonderdeel kader/mavo - sociale verschillen
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Herbert Vissers eXplore. (2022).

    SE1 - Sociale verschillen

    https://maken.wikiwijs.nl/183361/SE1___Sociale_verschillen

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Waarden & normen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.