Mw. de Lange - Week 6
Situatie
Mevrouw De Lange klaagt over de toenemende kortademigheid die ze ervaart sinds het overlijden van haar man. Voorheen hielp haar man altijd bij het douchen en aankleden, en samen bestierden ze het huishouden. Nu staat mevrouw er alleen voor en dat valt haar zwaar. Ondanks de ondersteuning bij het wassen en kleden is mevrouw - eenmaal opgestaan - te moe om te ontbijten en gaat ze rechtop aan de keukentafel zitten, zo vertelt ze. Verder komt ze nergens toe. Ze voelt zich er helemaal alleen voor staan. Mevrouw De Lange is bekend met COPD - GOLD 3. Zij gebruikt Ventolin-inhalatie (salbutamol) en pulmicort (budesonide).
Mevrouw wordt door een verpleegkundig specialist begeleid via Tele-COPD. Mevrouw de Lange is echter een tijd niet actief geweest met het bijhouden van haar gezondheidstoestand en -beleving met betrekking tot de COPD. De laatste door haar ingevulde gegevens dateren van meer dan een jaar geleden. Toen was er nog geen sprake van een dyspneu d'effort, was haar zuurstofsaturatie nog voldoende en kon er geen cyanose worden geconstateerd. Niet bij de nagels van de distale phalangen, en niet in haar wangslijmvlies. Maar dat is dus al een tijd geleden. Nu zie je dat mevrouw dyspnoeisch is en tijdens in- en expiratie haar hulpademhalingsspieren gebruikt. Daarom besluit je tijdens een huisbezoek weer eens uitgebreid met haar stil te staan bij wat de ziekte voor haar betekent en hoe zij omgaat met haar ziekte. Je hebt extra aandacht voor mogelijk toegenomen angst naar aanleiding van het signaal dat ze kortademiger is sinds haar man is overleden; hoe ziet ze haar toekomst? Verder komt haar leefstijl ter sprake; in het bijzonder het voedingspatroon, haar medicijngebruik en niet te vergeten het roken, dat ze sinds het overlijden van haar man weer heeft opgepakt. Je legt met haar instemming een en ander vast in haar zorgplan en sluit dit kort met de verzorging die mevrouw ondersteunt bij haar ADL. Je besluit de vinger aan de pols te houden.