Greijdanus Hardenberg - Bijvoeglijke bepaling

Greijdanus Hardenberg - Bijvoeglijke bepaling

Uitleg

Op deze pagina gaan jullie zelfstandig werken aan het onderdeel Bijvoeglijke bepaling van grammatica uit blok 4.

Als jullie de theorie en opdrachten hebben behandeld/gedaan, zijn jullie in staat een bijvoeglijke bepaling te herkennen in een zin. Verder zullen jullie het verschil kennen tussen een bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling.

Deze Wikiwijspagina bestaat uit verschillende onderdelen:

  • De opdracht Mount Everest;
  • Even kijken wat je nog weet van zinsontleding en woordsoortbenoeming;
  • Theorie over de bijvoeglijke bepaling en herhaling van de theorie over de bijwoordelijke bepaling;
  • Verschillende opdrachten om te oefenen met de bijvoeglijke bepaling;
  • Extra oefeningen over zinsontleding;
  • Een toets om te kijken of je de stof snapt;
  • Een reflectie.

 

Als eerste mogen jullie de opdracht Mount Everest gaan maken. Lees beide teksten en maak daarna de vragen die eronder staan.

De theorie

Zoals jullie hebben gezien in de opdracht Mount Everest, kun je door het toevoegen van bijzonderheden, kenmerken of eigenschappen aan kernwoorden (zelfstandig naamwoorden) meer informatie geven. Door het gebruik van bijvoeglijke bepalingen worden teksten aantrekkelijker en kun je meer informatie geven.

Nu kunnen jullie met de theorie aan het werk.

Maar eerst gaan jullie een tweetal opdrachten maken over grammatica. Even kijken wat jullie nog weten over zinsontleding en woordsoortbenoeming. Als je hiermee klaar bent, kun je beginnen met de theorie over de bijvoeglijke bepaling.

Theorie

Bij de theorie kunnen jullie kiezen uit twee verschillende mogelijkheden.

Je kunt de theorie lezen bij Uitleg theorie, maar je kunt ook een filmpje bekijken waarin de theorie (met praktijkvoorbeelden) wordt uitgelegd. Uiteraard mag je ook van beide mogelijkheden gebruik maken.

Mocht nog meer uitleg willen bekijken, kun je onder Links nog twee filmpjes bekijken.

Hoe zat het ook alweer?

Eerst ga je de opfrisopdrachten (opdracht 1 en 2) doen om te kijken hoe het zit met jouw kennis over grammatica.

Hoe is jouw kennis over zinsontleding? Een kleine opfrispuzzel...

Opdracht 2 Wat weten jullie nog van grammatica?

Een stukje theorie

We hebben al verschillende zinsdelen besproken:

  • Werkwoordelijk gezegde
  • Naamwoordelijk gezegde
  • Onderwerp
  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend voorwerp
  • Bijwoordelijke bepaling
  • Voorzetselvoorwerp

Nu gaan we de bijvoeglijke bepaling (bvb) bespreken.

De bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel!

De bijvoeglijke bepaling noemt een bijzonderheid, een kenmerk of een eigenschap van een zelfstandig naamwoord (het kernwoord) in een zinsdeel.

Bijvoeglijke bepalingen zijn meestal bijvoeglijke naamwoorden of bezittelijke naamwoorden. Soms is het een zelfstandig naamwoord.

De bijvoeglijke bepaling kan voor het zelfstandig naamwoord staan, maar ook achter het zelfstandig naamwoord. Als het achter het zelfstandig naamwoord staat, begint het met een voorzetsel.

 

Het interessante artikel in de krant | moet | je | beslist | lezen.

Artikel is in het eerste zinsdeel (onderwerp) het kernwoord.

  • interessante zegt wat over artikel
  • in de krant zegt ook wat over artikel

'interessante' en 'in de krant' zijn bijvoegelijke bepalingen bij artikel.

 

Stappenplan:

  1. Hak de zin in zinsdelen.
  2. Zoek in de zinsdelen de kernwoorden (= zelfstandig naamwoorden).
  3. Kijk bij elk zelfstandig naamwoord of er binnen het zinsdeel een bijvoeglijke bepaling voor of achter het woord staat.

Als je denkt, dat je de theorie snapt, kun je gaan oefenen.

Wil je je nog meer verdiepen in de theorie, kun je het filmpje bekijken. Hierin worden ook veel voorbeelden gegeven.

Onder 'Links' kun je nog meer filmpjes met uitleg vinden.

 

Hoe zat het ook alweer met de bijwoordelijke bepaling?

 

Een filmpje met uitleg over de bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling

Uitleg bijvoeglijke bepaling

En nu gaan jullie zelf oefenen...

Oefenen met bijvoeglijke bepalingen

Als je denkt, dat je de theorie over bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling wel snapt, is het tijd om te gaan oefenen.

Hieronder vind je diverse verschillende opdrachten. Je kunt alle opdrachten maken, maar maak in ieder geval de opdrachten 3, 5 en 7. Mocht het je makkelijk afgaan, kun je de opdrachten bij Extra toetsen (verdieping) maken.

Veel succes!

 

Opdracht 6 - Oefening Cambiumned

Extra oefeningen (verdieping)

Even toetsen of jullie het begrepen hebben...

Nu gaan we kijken of de theorie en de opdrachten zin hebben gehad met deze oefentoets.

Je bent verplicht deze te maken en hier een voldoende voor te halen.

Lukt het in eerste instantie niet, kun je de theorie nog een keer doornemen, nog een paar opdrachten maken om te oefenen of je kunt mij om uitleg vragen.

Heel veel succes!

 

Links

Uitleg bijvoeglijke bepaling 1

Uitleg bijvoeglijke bepaling 2

Hoe ging het?

Nu ben je aan het einde gekomen van deze lessenserie over het bijvoeglijk naamwoord.

Als laatste mag je nog de onderstaande vragen beantwoorden. Noteer de antwoorden op een proefwerkblaadje en lever deze in bij mij.

 

Reflectieformulier lessenserie bijvoeglijke bepaling

  1. Met welk onderdeel heb je vandaag gewerkt? Wat heb je vandaag geleerd?
  2. Hoe ben je aan het werk gegaan? Wat heb je gedaan en in welke volgorde?
  3. Vond je dit een prettige manier om aan een nieuw onderwerp te werken? Wat vind je prettig aan dit lesmateriaal? Wat vind je minder prettig?
  4. Hoe ging het? Weet je nu hoe je een bijvoeglijk naamwoord kunt herkennen in de zin?
  5. Zou je het de volgende keer anders doen? En zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
  6. Wat kan er beter of anders bij deze lessenserie?