We beginnen deze Quest met het verhaal van Boeddha. Lees het onderstaande verhaal rustig door en maak vervolgens de quiz die onder dit verhaal staat.
Het verhaal van Boeddha begint bij koning Suddhodana en zijn vrouw konigin Maha Maya. Ze leefden in Nepal, meer dan 2500 jaar geleden, in een stad genaamd Kapilavatthu, in de heuvels van de Himalaya. Ze woonden in een groot en prachtig paleis, onderaan de magische bergen van de Himalaya. Koningin Maha Maya was mooi, intelligent, en goed van hart. King Suddhodana werd door iedereen geëerd en kreeg veel respect omdat hij zo goed regeerde. Ze waren beiden geliefd en werden bewonderd door hun onderdanen.
Na vele jaren gelukkig samen te zijn geweest was koningin Maha Maya zwanger geraakt, zij en haar man waren heel blij. Tijdens de volle maan in de maand mei werd de kleine prins geboren in Limbini Park. Vijf dagen na de geboorte van de nieuwe prins ging koning Suddhodana naar vijf oude wijze mannen om te vragen of ze een naam voor de prins konden bedenken. Ze noemde de baby: prins Siddhartha! De naam heeft een betekenis, het betekent: “Zijn wensen zullen waar worden".
Er was een grote vreugde in het paleis na de geboorte van de kleine prins, maar twee dagen nadat de prins zijn naam had mogen ontvangen, stierf koningin Maha Maya. Iedereen was geschrokken en verdrietig, maar de persoon met het grootste verdriet was koning Suddhodana. Naast zijn verdriet maakte hij zich ook nog druk over de prins. Er was een voorspelling gedaan: Als prins Siddhartha iemand zag die oud was, of iemand zag die ziek was, iemand zag die dood was of iemand zag die een monnik was, dan zou prins Siddharta zelf een monnik worden en het paleis verlaten.
De zus van de overleden koningin nam de zorg over de kleine prins over, met net zoveel liefde alsof het haar eigen zoon was. Prins Siddhartha groeide gezond en gelukkig op. De prins hield van leren en het ging hem makkelijk af, hij was de slimste van zijn klas en was heel goed in de spelletjes die er gespeeld werden. Hij kon goed met zijn vrienden opschieten.
De prins werd weer een jaartje ouder, hij was zeer geliefd bij iedereen die hem kende, hij was heel lief en voorzichtig voor zijn paard en alle andere dieren die hij had. Hij was een prins, dus het leven voor hem was heel makkelijk. Hij had koks die voor hem kookten, obers die hem bedienden. Als hij iets wou hebben, dan hoefde hij het maar te vragen. Hij kon de problemen van anderen makkelijk negeren. Maar hij voelde mee met al het andere wat leefde. Of het nu planten, dieren of mensen waren, hij trok zich hun lijden aan. Hij wist dat alles wat leeft gelukkig wil zijn en geen pijn wil hebben.
Op een dag was prins Siddhartha aan het buitenspelen met zijn vriend en neef Prins Devadatta, maar prins Devadatta was het tegenovergestelde van prins Siddhartha. Hij was gemeen en hield ervan om dieren pijn te doen. Prins Devadatta schoot toen ook een zwaan neer met zijn pijl en boog. Voordat Devatta nog iets meer kon doen, pakte prins Siddhartha de zwaan op en nam hem mee. Hij verzorgde de zwaan tot zijn wonden weer waren genezen en toen liet hij hem los.
Prins Siddhartha zag overal om hem heen mensen en dieren die het niet goed hadden, ze konden wel voor een tijd een leuke tijd hebben, bijvoorbeeld op een feest waar hij met zijn vader naar toe ging, maar uiteindelijk lijdden veel mensen door armoede. Prins Siddharta zag ook goe de dieren lijden. Hij zag een mier lopen, die werd opgegeten door een hagedis. Even later liep die hagedis verder en werd opgegeten door een roofvogel.
Prins Siddhartha ging onder een grote boom zitten om na te denken. Hij was wel gelukkig, maar er waren veel mensen en dieren die moesten lijden in dit leven. De prins voelde de pijn die anderen hadden in dit leven, zowel de pijn van dier als mens.
De koning zag prins Siddhartha zitten onder de boom, diep in gedachten. De koning vroeg wat er aan de hand was en de prins vertelde zijn vader wat hem bezig hield.
De koning wilde niet dat zijn zoon zoveel over deze dingen nadacht, want hij herinnerde zich de voorspelling nog dat de prins het paleis zou verlaten en een monnik zou worden. Dus liet de koning een paleis voor prins Siddhartha bouwen. Een paleis met een mooie grote tuin, vol met mooie planten, vijvers en vissen. Dit deed hij om de Prins af te leiden, maar dit hield prins Siddhartha niet tegen om na te denken over alle ellende in het leven.
De prins wist gewoon dat hij meer wilde doen: hij wilde mens en dier helpen, en dat ging niet in het paleis. Dus op een nacht, besloot prins Siddhartha om wat oude kleren aan van de tuinman aan te trekken het het paleis uit te sluipen, op weg naar een diepere betekenis in het leven.
Na dagen lopen kwam Prins Siddhartha bij de oude wijze: Alara Kalama. Hij bleef bij deze wijze man en leerde alles wat Alara wist, hij had zelfs geleerd hoe je je gedachten stil kon maken. Nu hij dit wist en verder niets meer kon leren van Alara ging hij verder, hij wou een oplossing vinden om mens en dier van het lijden te verlossen.
Siddhartha mediteerde jaren en jaren achter elkaar, om zo verlicht te worden en de antwoorden op zijn vragen te krijgen. Hij probeerde zelfs zichzelf uit te hongeren, omdat hij van andere zwervende monniken had gehoord dat door je uithongering tot inzichten kunt komen. Hij vond een plek aan een rivier waar hij zich kon wassen, maar na maanden vasten en mediteren viel hij flauw. Het geluk was dat er een herder langs kwam, die snapte dat als hij Siddhartha zo zou laten liggen, hij dood zou gaan. Vlug pakte de herder wat geitenmelk en gaf dit aan Siddhartha, die na deze ervaring weer gewoon ging eten.
Siddhartha kreeg van een plaatselijke boer wat stro om op te zitten. Hij ging richting het oosten zitten en bleef lang mediteren, de maanden liepen voorbij.
Siddhartha vroeg diep in zichzelf hoe hij het lijden dat de mensen ervaren kon stoppen. Hij vroeg zich af of er een oplossing voor was. Plotseling herinnerde Siddhartha zich dingen uit zijn vorige leven. Hij leerde dat wezens na hun dood opnieuw geboren worden, door de wet van oorzaak en effect, door karma. Hij leerde dat goede daden je vooruit helpen van lijden naar vrede. En hij leerde dat hebzucht de oorsprong van lijden is. Door te mediteren en te denken kwam de prins op deze inzichten en werd hij verlicht.
En dit is het verhaal van hoe prins Siddhartha verlicht, oftwel 'Boeddha', werd.