Engels 1Mavo

Engels 1Mavo

Welcome! / Welkom!

What are we going to do / Wat gaan we doen

English:

As I just told you, you will be working on your laptops during this lesson.

You will remain seated at your desk and you may quietly discuss things with your classmates if you do not understand something. If you are still having trouble, please ask the teacher.

Each tab on the left side of your screen represents a step, so please follow them one by one, unless it is specified that you can skip a step.

Good luck!

Nederlands:

Zoals ik zojuist aan jullie heb verteld zijn jullie deze les zelf op je laptop bezig.

Je blijft zitten aan je tafel en je mag zachtjes overleggen als je iets niet snapt, kom je er echt niet uit dan vraag je het aan de docent.

Elk tabje aan de linkerkant van je scherm is een stap, deze volg je dus ook stap voor stap.
Tenzij hier staat dat je een stap mag overslaan.

Succes!

What do you remember? / Wat weet je nog?

Wat weet je nog over de:

Present simple

Woordvolgorde

Wat weet je al over:

Meervouden

Explanation / Uitleg

Explanation / Uitleg

English

Watch the video, you will need earphones for this!

In this video, I will explain the grammar one more time.

After watching the video, you can go to 'videos' for additional explanations.

If you do not need or want additional explanations, you can proceed to task 1.

If you do not have earphones, you can also read the explanation below.

 

Nederlands

Bekijk het filmpje, hier heb je wel oortjes voor nodig!

In dit filmpje ga ik nog één keer de grammatica uitleggen.

Na het kijken van het filmpje kan je naar ''videos / filmpjes'' gaan voor extra uitleg.

Als je geen extra uitleg wil/nodig heb dan kan je doorgaan naar opdracht 1.

Als je geen oortjes hebt dan kan je de uitleg hieronder ook lezen.

Present simple, word order and plurals

Explanation / Uitleg

Present simple / Tegenwoordige tijd

De present simple is een Engelse tijd die wordt gebruikt om te praten over gewoonten, routines, feiten en algemenen waarheden. Het wordt ook gebruikt om acties in het heden uit te drukken die regelmatig voorkomen, zoals dagelijkse taken.

Je gebruikt de present simple bij feiten en gewoontes.

I walk to the bus stop every Monday.

We always cycle to school.

I listen to pop music.

 

Je voegt een -s aan het werkwoord toe na he, she of it.

He reads a book.
She calls her uncle.
It feels like home.

 

Je voegt -es toe als het werkwoord eindigt met
-s, -x, -z,
of
ch or -sh na he, she, of it.

I never catch the ball.
She never catches the ball.

 

Je voegt -es toe aan do en go na he, she, of it.

I do my best.
We go to school.
He does his best.
She goes to school.

 

Je vervangt -y aan het eind van een werkwoord door -ies na he, she, of it

I try to be relaxed.
He tries to be relaxed.

 

Als er a, e, i, o, of u voor de -y staat, voeg je -s toe na he, she, of it.

I buy my shirts online.
She buys her shirts online.

 

Extra voorbeelden:

•             She speaks Spanish fluently. (Ze spreekt vloeiend Spaans.)

•             We eat dinner at 6 pm. (Wij eten om 6 uur 's avonds.)

•             He works in an office. (Hij werkt op een kantoor.)

•             They love to travel. (Ze houden van reizen.)

•             I play tennis on Saturdays. (Ik speel tennis op zaterdag.)


Word order / Woordvolgorde

When talking about word order you can use SVOMPT or Who Does What Where When?
Wanneer we het over woordvolgorde hebben kan je SVOMPT gebruiken of Wie Doet Wat Waar Wanneer?

SVOMPT:

Word order - Spake's English

 

SVOMPT staat voor:

  • Subject (onderwerp)
  • Verb (werkwoord)
  • Object (lijdend voorwerp)
  • Manner (wijze)
  • Place (plaats)
  • Time (tijd)

Deze volgorde geeft aan hoe de verschillende delen van een zin in het Engels normaal gesproken worden gerangschikt. De standaardvolgorde van een Engelse zin is als volgt:

Subject + Verb + Object (+ Manner) (+ Place) (+ Time)

Onderwerp + werkwoord + (lijdend) voorwerp (+ (manier/wijze) (+ plaats) (+ tijd)

 

Bijvoorbeeld:

  • He (subject) plays (verb) football (object) in the park (place) every Saturday (time).
  • She (subject) eats (verb) sushi (object) with chopsticks (manner) at the Japanese restaurant (place) on Friday night (time).

 

 


 

Who Does What Where When?

Wie Doet Wat Waar Wanneer?
She has history at school on Tuesday.
We have flowers at home.  
They cook dinner   every Monday.
My new shoes are   downstairs.  
Horses don't like rain.    

 

Plurals / Meervoud

Je voegt meestal -s toe aan een woord als er
ergens meer dan één van is.

Chair - Chairs

Table - Tables

Snack - Snacks

Je voegt -es toe als de laatste letter van het
woord -s, -z, -ch of -sh is.

Bus – buses

Church – Churches

Box – Boxes

Je voegt -es toe als de laatste twee letters
van het woord een medeklinker
(bijvoorbeeld b, l, h, r, t) + -o zijn

Hero – Heroes

Tomato – Tomatoes

Echo - Echoes

Je vervangt -y door -ies als de laatste twee letters
van het woord een medeklinker + -y zijn.

Party – Parties

Baby – Babies

Puppy - Puppies

Je voegt  -s toe wanneer de laatste twee letters van het woord een klinker + -y is

Toy - Toys

Key - Keys

Boy - Boys

Videos / Filmpjes

Present simple

Word order

Plurals

Exercise 1

Maak de onderstaande oefeningen over de present simple, word order en meervouden.

Gaat dit goed?

Sla exercise 2 over en ga naar exercise 3.

Wil je nog even verder oefenen, ga dan eerst naar exercise 2.

Let op ververs je deze pagina of klik je hem weg is voortgang ook weg, je hoeft hem in principe maar een keer te maken.1

Exercise 2

Klik op de link en maak de opdracht, lukt het niet of zijn er vragen geef dit dan even aan!

Exercise 2: Quizwhizzer

Exercise 3

Klik op de link en maak de opdracht, lukt het niet of zijn er vragen geef dit dan even aan!

Educaplay - practice present simple, word order and plurals

Test / toets

Read this first! / Lees dit eerst!

Engels

You're doing great!

You have finished the exercise and now we will take a look at what you have learned.

This is not for a grade, but it will help us understand how far you have come, and where we might need to focus our extra practice.

So, please take this seriously.

The test consists of 5 questions about present simple, 5 questions about word order, and 5 questions about making words plural.

The test concludes with a writing assignment, which you can find on the next tab (Writing options / schrijven keuzes). You can choose from three different levels, so pick the one that suits you best. I am looking forward to seeing your writing!

Nederlands

Lekker bezig!

Je bent klaar met de opdrachten en nu gaan we even kijken wat je geleerd heb.

Dit is niet voor een cijfer, maar zo weten wij hoever jullie zijn en dan weten we wel waar we extra op kunnen oefenen bijvoorbeeld!

Maak dit dus wel serieus.

De toets bestaat uit 5 vragen over de present simple, 5 vragen over word order en 5 vragen over het meervoud maken van woorden
De toets sluit af met een schrijf opdracht, op het volgende tabje (Writing options / Schrijven keuzes) kan je een keuze maken, ze zijn onderverdeeld in 3 niveaus, kies een niveau wat bij jou past. Ik ben benieuwd naar jullie schrijfwerken!

 

Writing options / Schrijven keuzes

Option 1: easy

Schrijf een brief naar huis vanuit een ander land (jou keuze). In deze brief schrijf je over het eten daar en wat je daar van vindt.

200 woorden.

Option 2: medium

Schrijf een brief voor een tijdschrift over je favoriete eten en waarom je dit zo lekker vindt, er mogen meerdere gerechten in voor komen.

250 woorden.

Option 3: hard

Schrijf een recept over een gerecht naar keuze, vermeld hier in wat je nodig hebt voor dit gerecht (boodschappen lijst) en hoe je dit maakt.

300 woorden.

De hoeveelheid woorden is een suggestie het mag iets minder zijn en iets meer, maar geen 100 woorden als het er 200 moeten zijn. Denk aan ongeveer 10% (20 bij 200, 25 bij 250 en 30 bij 300)

Heb je hulp nodig mag je het altijd vragen.

Test / Toets

Heel veel succes!

Toets opdracht

Feedback

Let me know!

Ofcourse after this class I am very curious what your thoughts are on this kind of lesson.

Go to the Padlet and fill in what you think and what could be beter

Vertel me!

Natuurlijk ben ik na deze les heel benieuwd wat jullie van deze les denken.

Ga naar de Padlet en vertel me wat je er van vond en wat beter kan.

Feedback padlet

Done? / Klaar?

Choose one of the following

Practice the vocabulary of A watching and C reading

Oefen de woordenschat van A watching and C reading

Educaplay - A watching and C reading

 

Practice the vocabulary of F listening and G reading

Oefen de woordenschat van F listening en G reading

Educaplay - F listening en G reading

 

All vocabulary of theme 3: food talk

Alle woordenschat van thema 3: food talk

Let op deze blooket heeft 103 vragen, dus hier ben je wel even mee bezig!

Blooket - all vocabulary of theme 3: foodtalk