Themalessen Klas 1 en 2

Luisteroefening (A2) met muziek van Gims: “Le Pire”

Luisteroefening

In deze luisteroefening leer je de songtekst begrijpen van het nummer Le Pire (betekenis: het ergste) van de Franstalige zanger Gims. We gaan kijken naar een indrukwekkende videoclip, die al meer dan 50 miljoen keer is bekeken: een ontroerend nummer over een actueel thema.

Maak opdracht A t/m E en eventueel de bonusopdracht.
Als je klaar bent met de opdrachten ga je de 10 Franse woorden leren. Frans > Nederlands.

Naar de opdrachten...

 

Vocabulaire  
les hommes de mensen
les enfants de kinderen
la méchanceté de boosaardigheid
le silence de stilte
la mer de zee
hésiter twijfelen
obligé verplicht
salée zout
les poissons de vissen
pleuré gehuild

 

Je kan de woorden leren met WRTS. De woordenlijst in WRTS heet:
Luisteroefening (A2) met muziek van Gims: “Le Pire”

Regelmatige werkwoorden op -ER

 

Bekijk het filmpje over het regelmatige werkwoord op -ER.

 

Video

 

 

Regelmatige werkwoorden op -ER
aimer houden van, leuk vinden
chercher zoeken
commencer beginnen
danser dansen
détester een hekel hebben aan
écouter luisteren naar
habiter wonen
oublier vergeten
parler praten
regarder kijken
travailler werken
trouver vinden
donner geven
jouer spelen

 

Oefenen

 

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Sinterklaas

Sinterklaasfeest

Het Sinterklaasfeest in Frankrijk wordt alleen
in het noorden en midden van het land gevierd.

Wat zijn overeenkomsten met het Sinterklaasfeest
in Nederland?
En wat zijn de verschillen?
Lees het in dit Franse Sinterklaas-ABC.


Sinterklaas ABC

Na het lezen van het ABC mag je de quizvragen proberen te beantwoorden.

QUIZ

Klaar? Ga dan onderstaande vocabulaire leren.
Frans > Nederlands.
De woordenlijst staat ook in WRTS.

 

VOCABULAIRE        
le Saint-Nicolas Sinterklaas 1 les enfants de kinderen
le Père Fouettard de Zwarte Piet 111111111 une idée een idee
l’âne de ezel 11 le jour de fête de feestdag
la légende de legende 1 les kilomètre de kilometer
les cadeaux de kado’s   les macarons de Franse koekjes
les friandises het snoep 1 une orange een sinaasappel
le chocolat de chocola 1 quand wanneer
le massepain de marsepein 1 remercier bedanken
le macaron de macaron 1 la tournée de optocht
le défilé de intocht 1 l'usage de gewoonte
le bateau de boot 1 vendredi vrijdag

Lichaam

Bekijk onderstaande video en leer vocabulaire 1. Maak daarna oefening 1.

 

De onderdelen van het gezicht - Les parties du visage

 

vocabulaire 1  
le visage het gezicht
la tête het hoofd
le front het voorhoofd
les oreilles de oren
l'oreille het oor
les joues de wangen
les cheveux het haar
les yeux de ogen
l'oeil het oog
les paupières de oogleden
les sourcils de wenkbrauwen
la bouche de mond
le nez de neus
les cils de wimpers
le menton de kin
les dents de tanden

 

 

 

Bekijk onderstaande video en leer vocabulaire 2. Maak daarna oefening 2 t/m 4.

 

De lichaamsdelen - Les parties du corps

 

 

vocabulaire 2  
le corps het lichaam
la tête het hoofd
le cou de hals
les épaules de schouders
le bras de arm
la main de hand
le ventre de buik
la jambe het been
le pied de voet
le tronc de romp
le doigt de vinger
le genou de knie
le dos de rug
le coude de elleboog
la peau de huid
les os de botten
la gorge de keel
la cheville de enkel

 

 

 

Bekijk onderstaande video. Maak daarna oefening 5 t/m 9.

 

Oefening 7
Sleep het Franse woord naar het juiste vakje.

https://www.digipuzzle.net/kids/humanbody/puzzles/sorting_body_parts.htm?language=french&linkback=../../../fr/jeuxeducatifs/science/index.htm

 

Oefening 8
Klik op een plaatje en klik vervolgens op het bijbehorende woord.

https://www.bookwidgets.com/play/t:eKySwmoW44jHKh19_Wsdi52_u25EIbF4Siqy6zIJg49DQ1ZRUkNL

 

Oefening 9
> Klik op "Commencer"
> Vervolgens verschijnt er steeds een Frans woord en moet jij in het vakje klikken van het lichaamsdeel dat bij dit woord hoort.

https://fr.educaplay.com/jeu/751171-les_parties_du_corps_a1.html#!

être en avoir

Bekijk onderstaand filmpje over het werkwoord hebben (= avoir).

Het werkwoord AVOIR (hebben)

 

Bekijk onderstaand filmpje over het werkwoord zijn (= être).

 

Het werkwoord Être (zijn)

 

Maak oefening 3 t/m 11. Kijk goed welk werkwoord je moet gebruiken. Het werkwoord hebben (avoir) of zijn (être) of allebei.

 

 

Klaar met de oefeningen? Ga dan de werkwoorden leren.
Frans > Nederlands en Nederlands > Frans.

 

Je mag leren met StudyGo (WRTS).

In jouw groep van klas 2 vind je:
Klas 2 - Werkwoorden zijn (être) en hebben (avoir)

 

 

avoir - être - aller

Bekijk onderstaande theorie over het werkwoord hebben (= avoir).

 

Bekijk onderstaande theorie over het werkwoord zijn (= être).

 

 

Bekijk onderstaande theorie over het werkwoord aller (= gaan).

 

Maak oefening 4 t/m 16. Kijk goed welk werkwoord je moet gebruiken. Het werkwoord hebben (avoir) of zijn (être) of aller (gaan) of alledrie.

 

 

Klaar met de oefeningen? Ga dan de werkwoorden leren.
Frans > Nederlands en Nederlands > Frans.

 

Je mag leren met WRTS. ​In de groep van klas 2 vind je:
Klas 2 - Werkwoorden (avoir, être, aller)

Klok kijken

Vocabulaire 1  
Het is 5 uur. Il est cinq heures.
Het is 5 over 5. Il est cinq heures cinq.
Het is 10 over 5. Il est cinq heures dix.
Het is kwart over 5. Il est cinq heures et quart.
Het is 10 voor half 6. Il est cinq heures vingt.
Het is 5 voor half 6. Il est cinq heures vingt-cinq.
Het is half 6. Il est cinq heures et demie.
Het is 5 over half 6. Il est six heures moins vingt-cinq.
Het is 10 over half 6. Il est six heures moins vingt.
Het is kwart voor 6. Il est six heures moins le quart.
Het is 10 voor 6. Il est six heures moins dix.
Het is 5 voor 6. Il est six heures moins cinq.
Het is 6 uur. Il est six heures.
Het is 12 uur 's middags. Il est midi.
Het is 12 uur 's avonds. Il est minuit.

Getallen 0 t/m 100

 

Stencil Getallen 0 t/m 100

 

Oefening 1

 

Oefening 2

 

Oefening 3

 

Oefening 4

 

Oefening 5

 

Oefening 6

 

Oefening 7

Oefening 7 - Getallen - Doolhof 1-10

 

Oefening 8

Oefening 8 - Getallen - Doolhof 11-20

 

Oefening 9

Oefening 9 - Getallen - Doolhof 10-100

Dagen en maanden

Dagen

OPDRACHT 1
Klik op onderstaande link en kijk het filmpje over de dagen van de week.

https://www.youtube.com/watch?v=VCbPrgjEQsY

 

OPDRACHT 2
Leer onderstaande vocabulaire Frans-Nederlands.

Vocabulaire Dagen
lundi maandag
mardi dinsdag
mercredi woensdag
jeudi donderdag
vendredi vrijdag
samedi zaterdag
dimanche zondag
hier gisteren
aujourd'hui vandaag
demain morgen
la semaine de week
le jour de dag
le soir de avond
la nuit de nacht
le matin de ochtend
le midi de middag

 

OPDRACHT 3
Maak oefening 1 t/m 4

 

Maanden

OPDRACHT 1
Klik op onderstaande link en kijk het filmpje over de maanden.

https://www.youtube.com/watch?v=Iunu76XoedM

 

OPDRACHT 2
Leer onderstaande vocabulaire Frans-Nederlands.

Vocabulaire Maanden  
janvier        januari
février       februari
mars         maart
avril            april
mai           mei
juin            juni
juillet          juli
août          augustus
septembre september
octobre     oktober
novembre november
décembre december

 

 

OPDRACHT 3
Maak oefening 1

OPDRACHT 4
Herhaal de vocabulaire van de dagen.

Vocabulaire Dagen
lundi maandag
mardi dinsdag
mercredi woensdag
jeudi donderdag
vendredi vrijdag
samedi zaterdag
dimanche zondag
hier gisteren
aujourd'hui vandaag
demain morgen
la semaine de week
le jour de dag
le soir de avond
la nuit de nacht
le matin de ochtend
le midi de middag

 

Groenten en fruit

Groenten

OPDRACHT 1
Klik op onderstaande link en kijk het filmpje over de groenten.

https://youtu.be/Q6uhkfW_wso

 

OPDRACHT 2
Leer onderstaande vocabulaire Frans-Nederlands.

Vocabulaire Groenten  
l'aubergine de aubergine
la tomate de tomaat
l'asperge de asperge
la carotte de wortel
le poivron de paprika
la pomme de terre de aardappel
les petits pois de doperwten
le radis de radijs

 

OPDRACHT 3
Maak oefening 1 en 2

Fruit

OPDRACHT 1
Klik op onderstaande link en kijk het filmpje over het fruit.

https://youtu.be/8A5zsMFZ23Y

 

OPDRACHT 2
Leer onderstaande vocabulaire Frans-Nederlands

Vocabulaire Fruit  
le citron de citroen
l'orange de sinaasappel
la pomme de appel
la pastèque de watermeloen
le raisin de druif
la poire de peer
les cerises de kersen
la banane de banaan
l'ananas de ananas
la fraise de aardbei

 

 

OPDRACHT 3
Maak oefening 1 t/m 4

OPDRACHT 4
Herhaal de vocabulaire van de groenten.

Vocabulaire Groenten  
l'aubergine de aubergine
la tomate de tomaat
l'asperge de asperge
la carotte de wortel
le poivron de paprika
la pomme de terre de aardappel
les petits pois de doperwten
le radis de radijs

 

Stromae

Opdracht Stromae

> Kies een liedje van Stromae wat jou aanspreekt.
> Maak bij dit liedje een woordenlijst (Frans-Nederlands) van 10 woorden.
> Geef de woordenlijst als naam de titel van het liedje.
> Je kan gebruik maken van de Franse songteksen (zie link) en de website met de Nederlandse vertalingen van de songteksten (zie link).
> Je moet lidwoorden (le, la, l', les, un, une) gebruiken in je woordenlijst. Om te weten welk lidwoord precies bij een woord hoort, kan je gebruik maken van het online woordenboek (zie link).
> Lever je woordenlijst in via Teams (Teams, Opdrachten, Eindopdracht Woordenlijst Stromae)

 

Liedjes van Stromae

Stromae - Alors On Danse

Stromae - Bâtard

Stromae - Carmen

Stromae - Formidable

Stromae - Moules Frites

Stromae - Papaoutai

Stromae - Quand C'est ?

Stromae - Sommeil

Stromae - Ta Fête

Stromae - Te Quiero

Stromae - Tous Les Mêmes

 

Songteksten Frans

https://songteksten.net/artist/lyrics/7635/stromae.html

 

Songteksten Nederlands

https://songteksten.net/artist/translations/7635/stromae.html

 

Online woordenboek F>N of N>F

https://www.mijnwoordenboek.nl/vertaal/NL/FR/Frans

Escape game BONJOUR ÇA VA

Bonjour ça va?

Escape game Bonjour! Ça va?

Un petit jeu d'évasion

Où est Flair le ver?

Où est Flair le ver?

Escaperoom "le monde francophone"

https://www.defransejuf.nl/tip-gratis-online-escape-room-over-napoleon/?fbclid=IwAR1Ia7nLXIMNYsLHXImSqmmQMHYUh1i51rC8O3p2wHDb2G5yn-9rjtHR4Tc
Escaperoom

Lesbrief Welkom in Parijs

Spelletjescircuit

 

 

Doolhof kleuren     Doolhof kleuren      

 

Doolhof getallen 0 - 10     Doolhof getallen 0 - 10

 

Doolhof getallen 11 - 20        Doolhof getallen 11 - 20