Marketingmix
Vooraf

Hieronder zie je vier producten: een scooter, een mobiele telefoon, een afhaalpizza en een pak luiers.

Kies samen met een klasgenoot één van deze producten uit en beantwoord voor dat product de volgende vragen:
- Wordt het product vooral gekocht door ouderen of door jongeren?
- Is er in ieder dorp of iedere stad een winkel waar je het product kunt kopen?
- Maakt de verkoper van het product veel reclame?
- Wordt het product verkocht in een zelfbedieningswinkel of is het belangrijk dat je goed advies krijgt?
- Zijn er van het product verschillende merken met verschillende prijzen te koop?
Bespreek jullie antwoorden met een tweetal klasgenoten die voor een ander product hebben gekozen.
Marketingmix
De winkelier richt zich op een groep kopers.
Deze groep kopers is de doelgroep van de winkelier.
Om zijn doelgroep te bereiken, heeft de winkelier zes instrumenten.

De zes instrumenten worden wel de 6 P's genoemd.
De basis van de marketingmix zijn de 4P's van product, prijs, promotie en plaats.
Winkeliers vullen die 4 P's in hun marketingmix vaak aan met de P van personeel en de P van presentatie (van de producten en de winkel).
De producten die worden aangeboden noem je het assortiment.
Bedrijven zetten de marketingmix in om meer te verkopen en zich te onderscheiden van de concurrenten. Dat zijn andere bedrijven die dezelfde of vergelijkbare producten verkopen.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- de volgende begrippen uitleggen met een voorbeeld: doelgroep, assortiment, concurrentie.
- uitleggen hoe een winkelier de P's van de marketingmix kan inzetten om meer te verkopen.
Stap 1: Marketingmix

- In de marketingmix van een ondernemer staat de doelgroep centraal. De ondernemer probeert met de marketinginstrumenten de doelgroep over te halen om zijn product te kopen.
- Omschrijf zo nauwkeurig mogelijk de doelgroep van de volgende vier producten.
- luiers
- brommers/scooters
- mobiele telefoons
- kant-en-klaarmaaltijden
Bespreek de antwoorden op deze twee vragen met een klasgenoot.

Product
Een ondernemer moet die producten verkopen die zijn doelgroep graag wil hebben.
Een speciaalzaak verkoopt producten die bij elkaar passen.
Voorbeelden van speciaalzaken zijn: een schoenenwinkel en een kaaswinkel.
1 Bekijk de negen winkels hieronder.
Maak twee kolommen. Zet boven de eerste kolom 'speciaalzaak' en boven de tweede kolom 'geen speciaalzaak'.
Verdeel de winkels over de kolommen
Slager |
Supermarkt |
Hema |
De Bijenkorf |
Beddenwinkel |
Telefoonwinkel |
Kaaswinkel |
Blokker |
Rijwielshop |
Een winkel kan A-merken, B-merken en huismerken verkopen. Een A-merk is een bekend merk met een goede kwaliteit en reputatie. Een B-merk is minder bekend en wordt op minder plekken verkocht. Een huismerk wordt verkocht onder de naam van de winkel, bijvoorbeeld AH of Jumbo.
2 Welke merken zijn volgens jou het duurste?
3 Welke merken maken volgens jou de meeste reclame?
Productaansprakelijkheid
De fabrikant van een product moet ervoor zorgen dat producten niet gevaarlijk zijn. Gaat er iets mis, dan heeft de fabrikant productaansprakelijkheid. Productaansprakelijkheid betekent dat de fabrikant aansprakelijk is voor schade als een product niet goed is. Hij moet ervoor zorgen dat een product veilig is bij normaal gebruik. Bijvoorbeeld:
- er mogen geen giftige stoffen in het eten zitten.
- er mogen geen scherpe randen aan kinderspeelgoed zitten.
- een elektrisch gereedschap moet uitgaan als je het loslaat.
- in de gebruiksaanwijzing moeten waarschuwingen staan als er gevaar is bij het gebruik.
4 Geldt in de volgende voorbeelden de productaansprakelijkheid?
- Je buurman laat zijn gereedschap in de tuin slingeren en jij trapt erop en beschadigt je voet. Heeft de fabrikant van de zaag hier productaansprakelijkheid?
- Je krijgt een zakje chips van je buurvrouw waar stukjes metaal inzitten als je het openmaakt. Heeft de fabrikant van de chips hier productaansprakelijkheid?
Stap 2: Product

Promotie
Bedrijven gebruiken in al hun reclameboodschappen vaak dezelfde slagzin. Bijvoorbeeld:
- 'AH blijft op de kleintjes letten',
- 'Heerlijk, helder Heineken'
- 'Nike, just do it'.
- Schrijf nog twee slagzinnen op.
- Waarom werken veel bedrijven steeds met dezelfde slagzin?
Om een product te verkopen, doen veel winkeliers aan promotie of reclame.
Een veel voorkomende vorm van promotie is prijspromotie:
het product wordt (tijdelijk) tegen een lagere prijs verkocht.
Hieronder staan 9 reclame-uitingen.
In welke reclame-uitingen gaat het om prijspromotie?
- Drie halen, twee betalen.
- Deze week € 2,- goedkoper.
- Iets duurder, stuk lekkerder.
- Niet goed, geld terug.
- Tijdelijk 20% meer inhoud.
- Zolang de voorraad strekt.
- Met goud bekroond.
- Tijdens de uitverkoop 25% korting.
- Waar voor je geld.
Vergelijk je antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
Stap 3: Plaats

Prijs
De winkelier stelt de prijs van zijn producten vast.
Bij het vaststellen van de prijs houdt hij rekening met:
- de kosten: als de verkoopprijs niet hoger is dan de kosten die hij maakt, dan maakt de winkelier geen winst.
- de concurrentie: de verkoopprijs mag niet veel hoger zijn dan de verkoopprijs in een winkel van een concurrent.
Bij prijspromotie is het belangrijk dat de winkelier de reactie van de concurrent goed inschat. Een prijsactie die klanten bij een andere winkelier weglokt, kan leiden tot een prijzenoorlog.
- Wat wordt, denk je, bedoeld met een prijzenoorlog?
- Leg uit waarom een prijzenoorlog voor alle winkeliers nadelig kan zijn.
Vaak zie je prijzen van producten zoals € 2,99, € 99 of € 195. Dat is dan net geen 3 euro, of 100 of 200. Waarom denk je dat wnkeliers deze prijzen gebruiken?
Stap 4: Personeel

Plaats
Voor de dagelijkse boodschappen ga je graag naar een winkel in de buurt.
Voor de aankoop van artikelen die je niet iedere dag koopt, wil je best een eindje reizen, bijvoorbeeld naar het winkelcentrum in de stad.
Bekijk de advertentie.
1
1 In de straat zijn al drie schoenenwinkels.
Vind jij het verstandig van Het Schoenenpaleis om zich in die straat te vestigen?
Leg je antwoord uit.
2 Waarom is het belangrijk dat een winkel waar je de dagelijkse boodschappen doet, goed bereikbaar is?
3 Waarom vind je in een winkelstraat vaak meerdere kledingwinkels?
4 In sommige plaatsen is er een 'meubelboulevard': een aantal meubelzaken die zich vlak bij elkaar hebben gevestigd.
Leg uit waarom een meubelboulevard voor consumenten prettig kan zijn.
Stap 5: Prijs
Personeel
In een winkel met zelfbediening pakt de klant zelf de artikelen.
Personeel is nodig voor het kassawerk en 'de weg wijzen'.
In een bedieningswinkel geeft de verkoper ook advies over de artikelen die worden verkocht.
1 Yasmin werkt als verkoopster in een kledingzaak.
Paul werkt als vakkenvuller in een supermarkt.
Yasmin en Paul werken beide in een winkel.
Toch zijn er wat betreft het werk wel verschillen.
Schrijf zoveel mogelijk verschillen op.
2 Bekijk de negen winkels hieronder.
Maak twee kolommen. Zet boven de eerste kolom 'bediening' en boven de tweede kolom 'zelfbediening'.
Verdeel de winkels over de kolommen
Slager |
Supermarkt |
Hema |
De Bijenkorf |
Beddenwinkel |
Telefoonwinkel |
Kaaswinkel |
Blokker |
Rijwielshop
|
3 Lees de vijf zinnen hieronder. Welke zinnen passen het best bij een winkel met zelfbediening en welke het best bij een bedieningswinkel?
- Het personeel mag bij zijn werkzaamheden de klanten niet in de weg lopen.
- Het personeel moet productkennis hebben.
- Het personeel wijst klanten de weg in de winkel.
- Het personeel vraagt de klanten waar hij ze mee van dienst kan zijn.
- Het personeel moet de schapvoorraden regelmatig aanvullen.
4 Een winkel in Volendam zoekt een verkoopmedewerkster. In de advertentie staat dat de nieuwe verkoopmedewerkster tenminste één vreemde taal vloeiend moet kunnen spreken.
- Zal het hier om een een winkel met zelfbediening of om een bedieningswinkel gaan?
Leg je antwoord uit.
- Sylvia vindt de eis dat de verkoopmedewerkster een vreemde taal moet spreken vreemd.
Als zij in het buitenland iets koopt, spreekt de verkoopster toch ook geen Nederlands.
Ben je het met Sylvia eens? Leg je antwoord uit.
Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Stap 6: Prijspromotie
Presentatie
Bij presentatie gaat het om de winkelpresentatie van artikelen en van de winkel.
Bij de presentatie hoort bijvoorbeeld het gebruik van logo's en kleuren in de winkel, de winkelinrichting en de manier waarop de producten in de winkel staan.
1. Bij goedkope supermarkten staan producten soms niet in stellingen, maar in dozen. Wat heeft deze presentatie met de prijs te maken?
2. Vaak herken je een winkel aan de inrichitng en de kleuren. Geef een voorbeeld van een winkel die je meteen herkent als je er een foto van zou zien.
3. Bij de kassa van een supermarkt staat vaak snoep. Waarom staan die producten daar?
Antwoorden
Antwoorden
Stap 1
1 a De ouders van gezinnen met jonge kinderen.
b Jongeren en mensen met een baan in de stad die zich veel moeten verplaatsen, zoals makelaars en koeriers.
c Alle mensen die mobiel bereikbaar willen zijn.
d Mensen die geen tijd of zin hebben om zelf een maaltijd te maken, bijvoorbeeld mensen die veel werken of alleen wonen.
Speciaalzaak |
geen speciaalzaak |
Slager |
De Bijenkorf |
Kaaswinkel |
Supermarkt |
Beddenwinkel |
Blokker |
Telefoonwinkel |
Hema |
Rijwielshop |
|
2/3 A-merken zijn meestel duurder dan B-merken en huismerken en maken het meeste reclame.
4 De fabrikant is niet aansprakelijk voor verkeerd gebruik van een apparaat: dat geldt voor het gereedschap van de buurman.
Er mogen geen stukjes metaal in een zakje chips zitten: hier is de fabrikant aansprakelijk.
Stap 2
1 a Eigen antwoord
b Hoe vaker je het hoort, hoe beter het blijft hangen.
Wanneer is het prijspromotie?
Geef een argument voor je antwoord: gaat het over de prijs? Lokt het kopers om te kopen? Is het een aanbieding?
Stap 3
1. Bij een prijzenoorlog bieden verkopers de producten aan voor een steeds lagere prijs, in de slag om de consument.
2. Om klanten van de concurrent te krijgen verlagen winkeliers hun prijzen. Die concurrent verlaagt dan ook de prijzen en zo krijgen ze allemaal steeds minder voor hun producten. Als dat lang doorgaat, verdienen ze allemaal minder.
Prijzen zoals € 9,99 of € 95 noem je psychologische prijzen. Het is net geen tien of honderd euro: mensen schatten dat veel lager in. 'Voor minder dan een tientje!'.
Stap 4
1. Het voordeel is dat mensen weten waar ze heen moeten om schoenen te kopen. Daar komen dus mogelijke klanten. Het nadeel is dat de schoenenwinkel niet de enige is.
2. Je wilt niet teveel moeite doen voor je dagelijkse boodschappen.
3. en 4. zie het antwoord bij 1. Winkels bij elkaar trekken ook weer klanten aan, die weten waar ze moeten zijn voor kleding of meubels.
Stap 5
1. De naam van de functie verschilt en het werk verschilt. Ze hebben verschillend contact met de klanten. Schrijf zelf op wie wat doet.
2.
Bediening |
Zelfbediening |
Slager |
Supermarkt |
KasswinkelDe Bijenkorf |
Hema |
Beddenwinkel |
Blokker |
Telefoonwinkel |
De Bijenkorf |
Rijwielshop |
|
Valt je iets op als je dit vergelijkt met de tabel in stap 1?
3a zelfbediening
b bediening
c zelfbediening
d bediening
e zelfbediening
4 Waarschijnlijk bediening, want ....
b In Volemdam komen veel toeristen, die spreken geen Nederlands terwijl veel Nederlanders wel een of meer vreemde talen spreken.
Stap 6
1 In de doos is goedkoper. De producten hoeven niet in een stelling te worden gezet.
2. Eigen voorbeeld, denk aan kleuren en logo's.
3. Je moet even wachten en denkt 'he, lekker!' Dit noem je impulsaankopen, 'plotseling' heb je er behoefte aan.