Het Heelal

Het Heelal

Hoofdstuk 1. 13,7 miljard jaar geleden

1.1 Geboorte van een universum

Hoe het universum precies is begonnen, zijn wij als de mensheid het nog niet helemaal eens. Wetenschappers zijn van mening dat het universum 13,7 miljard jaar geleden spontaan is begonnen. Dat is dus 13.700.000.000 jaar! Voordat het universum begon was er 1 enkel voorwerp, een voorwerp met een oneindig grote dichtheid. Een punt dat onvoorstelbaar klein was, en toch, tegelijkertijd alle massa van het universum in zich had.

Op een gegeven moment is dit punt ontploft en begonnen tijd en ruimte, maar niet zoals wij dit nu kennen. Het universum zette uit net als wanneer je een ballon opblaast, maar jij blaast een ballon op in enkele tientallen seconden. Het universum blies zichzelf op in een onvoorstelbaar klein deel van een seconde.

Het jonge universum was heet, van de ontploffing en bestond uit niet meer dan twee elementen.

1.2 Wat zijn elementen

Elementen zijn een soort bouwstenen, wij kennen er 92 die in de natuur voorkomen (het periodiek systeem der elementen laat ze allemaal zien). Van deze bouwstenen is alles wat wij kennen opgebouwd. Sterren, planeten, melkwegstelsels, jij en het apparaat waar je deze tekst op leest. De elementen waar het universum uit bestond waren: “Waterstof en Helium.”

Alle elementen die in de natuur voorkomen hebben wetenschappers ingedeeld in het: periodiek systeem.

Kan jij waterstof en Helium vinden?

1.3 Zwaartekracht en het eerste licht

Zwaartekracht is een kracht die je kent, de kracht die jou, mij en van alles hier op de Aarde stevig op de grond houdt. Ook in het jonge universum bestond er zwaartekracht, maar die zorgde ervoor dat de wolken bestaande uit Waterstof en Helium elkaar gingen aantrekken. Zoals je misschien weet, wanneer je meer massa in een vast volume stopt, neemt de dichtheid toe. Zo nam de dichtheid van die wolken Waterstof en Helium toe, en toe, en toe.

Als de dichtheid groot genoeg wordt, ontsteekt de wolk met hoge dichtheid zichzelf (de materie, drukt dan zo hard op zichzelf dat er iets bijzonders gebeurt, kernfusie). Denk aan een sterretje die je aansteekt bij oud en nieuw. Deze wolken, die na 200 miljoen jaar, als kaarsen aan gingen, waren de eerste sterren van het universum.

Deze eerste sterren stonden erg ver uit elkaar maar zwaartekracht zorgde ervoor dat zij langzaam naar elkaar toe gingen bewegen. Dit duurde erg lang, maar, wanneer er genoeg sterren bij elkaar kwamen, ontstonden de eerste sterrenstelsels.

Hoofdstuk 2. Orde van groottes

2.1 Fietsen en Lichtjaren

Als je met de fiets naar school gaat, of de bioscoop, meet je de afstand die je aflegt in kilometers (km). Meestal kan je zonder tegenwind, ongeveer 5 km fietsen in 15 minuten. De afstand van Haarlem tot Amsterdam is bijvoorbeeld 20 km. In theorie kan je dit fietsen in een uur. De afstanden waar je in je dagelijkse leven mee bezig bent, zijn zo ontzettend klein vergeleken met de kosmische schaal dat je het je misschien niet kan voorstellen.

2.2 De Astronomische Eenheid

In de ruimte zijn kilometers bijna niet meer bruikbaar, de omtrek van de Aarde is bijvoorbeeld 40.000 km! Als je een rondje om de evenaar zou fietsen zou dit tweeduizend uur duren. Hoeveel dagen zullen dit wel niet zijn. Dat niet alleen, de afstand van de Aarde tot de Maan is 384.400 km, bijna tien keer de omtrek van onze blauwe planeet.

Omdat de hoeveelheid kilometers steeds groter wordt hebben wetenschappers besloten om kosmische eenheden te gebruiken. Net als dat 1 kilometer gelijk staat aan 1000 meter gebruiken wetenschappers voor ons zonnestelsel de “Astronomische Eenheid”. Deze eenheid staat gelijk aan de afstand van de Zon tot de Aarde: 149.600.000 km. Fiets dat maar eens op en neer.

1 Astronomische Eenheid (AE is de afkorting) = 149.600.000 kilometer (km).

2.3 De snelheid van het licht

Op de snelweg in Nederland mag je overdag niet harder dan 100 kilometer per uur (km/h), dit is de snelheidslimiet. Het heelal heeft ook een snelheidslimiet, de snelheid van het licht. Als je in je kamer het licht aan zet is je kamer meteen gevuld met licht van de lamp, maar ook het licht moet zich door de wereld verplaatsen, net als jij op je fiets.

Licht heeft gelukkig geen last van tegenwind en beweegt zich met de allersnelste snelheid die mogelijk is: 300.000 km/s. Dit is per seconde, niet uur! Als we de omtrek van de Aarde nog een keer nemen, en onthouden dat jij er op je fiets ongeveer 2000 uur over doet. Kan een straal licht, 7 keer om de Aarde heen in één seconde.

2.4 Wat is een lichtjaar

Soms, wanneer je je verveeld kan je zeggen dat er wel een lichtjaar voorbij is gegaan sinds je bent begonnen. Dit is niet juist! Een lichtjaar is een eenheid (waarmee je een grootheid in meet) van afstand! Niet tijd. Een lichtjaar is de afstand die een straal licht, in één jaar aflegt. Dit getal is zo onvoorstelbaar groot, dat je het uit moet rekenen om te omvatten.

2.5 Onze kosmische buurman

Ons zonnestelsel beweegt zich door de Melkweg, ons sterrenstelsel samen met een groot aantal andere sterren. Onze buurman, de dichtstbijzijnde ster(ren): Proxima Centauri ligt wel 4,24 lichtjaar van ons af. Dit betekent dat licht, het allersnelste in het heelal, 4,24 jaar nodig heeft om deze sterren te bereiken. Je kan dus wanneer je in de brugklas aankomt een laser schijnen op Proxima Centauri, en dan, wanneer je je diploma haalt, is dat licht nog steeds niet aangekomen!

Hoofdstuk 3. Van sterrenstelsel tot zonnestelsel

3.1 De melkweg

In hoofdstuk 2 heb je kennis gemaakt met de Astronomische Eenheid en heb je berekend wat een lichtjaar nou precies is. Dat lichtjaar heb je nu nodig om te bekijken wat er nog meer buiten ons zonnestelsel is. Je hebt vast wel eens gehoord van de Melkweg, ons eigen sterrenstelsel.

In dit plaatje zie je de Melkweg.

 

Foto van een telescoop die uitkijkt op de Melkweg
Foto van een telescoop die uitkijkt op de Melkweg

Met in het midden een zwart gat. De Melkweg is zo brein brekend groot dat het zelfs met nummers moeilijk te beschrijven is. De diameter, ook wel de afstand van 1 rand tot de rand aan de andere kant, van de Melkweg is 200.000 lichtjaar. Er wordt door wetenschappers geschat dat er ongeveer 250 miljard (250.000.000.000) sterren in de Melkweg zitten. Maar waar zitten wij?

3.2 Ons plekje

Ons zonnestelsel zit samen met wat wij de “lokale buurt” noemen ongeveer op waar de pijl in dit plaatje aanwijst. 27.000 lichtjaar van het midden af.

Een bovenaanzicht van de Melkweg, met een pijl waar wij ongeveer zitten.
Een bovenaanzicht van de Melkweg, met een pijl waar wij ongeveer zitten.

3.3 Is dit alles?

Je vraagt je misschien af of de Melkweg alles is. Verre van…

Ons sterrenstelsel de Melkweg, is samen met het Andromeda sterrenstelsel en een aantal anderen onderdeel van: “The local Group”, de lokale groep.

Een 3D model van de lokale groep. Je kan zien hoe ver de sterrenstelsels uit elkaar staan!
Een 3D model van de lokale groep. Je kan zien hoe ver de sterrenstelsels uit elkaar staan!

En de lokale groep, is onderdeel van wat het “Virgo Supercluster” wordt genoemd waar nog talloze van deze groepen sterrenstelsels samenkomen. Het oudste en meest ver weg is sterrenstelsel GZR-18, deze heeft een gemeten afstand van 38,6 miljard lichtjaar.

Hoofdstuk 4. Het zonnestelsel

4.1.1 Het zonnestelsel in een notendop

Het zonnestelsel kennen wij als een soort schijf met de zon in het midden en de acht planeten er omheen. Deze planeten zijn ontstaan uit de schijf van stof en steen resten die over bleven van het ontstaan van de zon. Langzaam aan, over een periode van 4,5 miljard jaar kreeg ons zonnestelsel de vorm die het nu heeft.

Ons zonnestelsel kent drie verschillende soorten planeten:

  • Steenachtige planeten
  • Gasreuzen
  • IJsreuzen

De steenachtige planeten zijn in ons zonnestelsel de binnenste planeten. Mercurius, Venus, de Aarde en Mars hebben allemaal een oppervlak waar wij op kunnen staan. Hoewel niet allemaal even prettig natuurlijk.

De gasreuzen; Jupiter en Saturnus zijn afgezien van de kern (diep in het midden van de reus) helemaal gemaakt van gas. Je kan gemakkelijk honderden kilometers vallen als je uit een ruimteschip zou springen.

De ijsreuzen; Neptunus en Uranus zijn niet gemaakt van ijs, gek genoeg. Deze hebben dezelfde opbouw als een gas-reus. Het enige verschil is dat deze planeten ontzettend koud zijn. Wel -218 graden Celsius!

Om een idee te krijgen van de schaal van het zonnestelsel kan je deze video bekijken.

In de video gaat een groep mensen naar de woestijn om daar een zonnestelsel op schaal na te maken. De video is in het Engels maar je kan de ondertiteling aanzetten als je het lastig vind.

https://youtu.be/zR3Igc3Rhfg

4.1.2 Te warm, te koud en goudlokje

De zon straalt warmte uit en zorgt dus dat alle planeten van energie worden voorzien. Het is te bedenken dat hoe dichter bij de zon je staat hoe warmer het wordt. En dus hoe verder weg je bent van de zon. Hoe kouder alles is. Bij het hoofdstuk water heb je geleerd dat water bevriest bij 0 graden Celsius en dat het kookt bij 100 graden Celsius.

Er is een bepaalde afstand van de zon waar water vloeibaar kan bestaan op het oppervlak van een planeet. Deze afstand, heet de goudlokjes-zone. Hierin kan water op het oppervlak van een planeet vloeibaar bestaan en zorgen voor een water-kringloop, oceanen, rivieren, noem het maar op.

De Aarde bevindt zich precies in deze goudlokjes zone. Mars, zit er wel in maar het is aan de koele kant. Venus zit er net binnen. Hierna krijg je per planeet in het zonnestelsel een klein overzicht met wat feiten.

Een schematisch bovenaanzicht van de goudlokjes zone van onze zon
Een schematisch bovenaanzicht van de goudlokjes zone van onze zon

Hoewel Mars aan de buitenkant van deze zone ligt houdt de planeet wel wat warmte vast. Dit gebeurt door de atmosfeer of, dampkring die om de planeet ligt. Mars heeft een hele dunne, die wel 100 keer dunner is dan de Aarde. In de zomer is het ongeveer 3 graden op Mars en in de winter -90!

Een atmosfeer is voor een planeet belangrijk, voor levende organismen en voor het ecosysteem. Daarom moeten wij er goed op letten dat we niet teveel COde lucht in pompen. Een voorbeeld is Venus. Venus is de tweede planeet van de zon, naast Mercurius. 

Mercurius ligt dichterbij de zon en het is overdag op het oppervlak ongeveer 180 graden Celsius. Mercurius heeft geen dampkring en houdt ook geen warmte vast. Venus ligt verder weg van de zon maar op Venus is een extreem broeikaseffect bezig. De atmosfeer van Venus is bijna 100% CO2. Deze atmosfeer houdt zo ontzettend veel warmte vast dat, het overdag op Venus, 480 graden Celsius is! 

 

Niet alleen planeten kunnen een atmosfeer hebben. Dit kan ook bij manen! Een maan van Saturnus: Titan, is de enige maan in het zonnestelsel met een atmosfeer. Deze bestaat voornamelijk uit Methaan en Ethaan. Methaan kennen wij ook als aardgas! Als we op Aarde geen fossiele brandstoffen meer hebben zouden we kunnen gaan tanken op een maan van Saturnus.

4.2 De Zon

De Zon
De Zon

De zon is een gemiddelde ster die vrij rustig is. Aan het oppervlak heeft de zon een temperatuur van  5500 graden Celsius. De kern van de zon is ongeveer 10 miljoen graden Celsius. 

De zon houdt het hele zonnestelsel in zijn grip en zorgt voor voldoende warmte richting de Aarde voor het ondersteunen van leven. De zon is, vergeleken met de Aarde erg groot. De straal, ook wel de helft van de diameter van de zon is 700.000 km. Dat duurt wel even op de fiets.

De zon heeft ook een atmosfeer, net als sommige planeten en manen. Deze heet de Corona. De Corona kan je overdag niet zien, omdat de zon dan te fel is. (recht in de zon kijken is niet goed voor je.) Tijdens een zonsverduistering kan je de Corona wel zien.

Zie het plaatje hieronder:

De Corona van de zon, zichtbaar tijdens een zonsverduistering
De Corona van de zon, zichtbaar tijdens een zonsverduistering

Hierna volgen de planeten van het zonnestelsel met een aantal feitjes.

4.3 Mercurius

Mercurius
Mercurius

Mercurius is de eerste planeet vanaf de zon, en de kleinste van de acht planeten.

Mercurius is een steenachtige planeet die verder niet heel bijzonder is. Er is hier geen atmosfeer. Mercurius draait heel langzaam om zijn as, waardoor de temperatuur aan de kant die naar de zon staat ongeveer 180 graden Celcius is. De kant die van de zon af staat, de schaduwkant kan wel -200 graden Celcius worden. 

Afstand tot de zon: 0,39 AE

Diameter: 4880 km

Duur van een dag: 58,7 dagen

Duur van een jaar: 88 dagen

4.4 Venus

Venus
Venus

Venus is de tweede planeet vanaf de zon. Venus is de warmste planeet van het zonnestelsel door het broeikaseffect wat hier heerst. De temperatuur op Venus is 515 graden Celcius. De atmosfeer bestaat bijna volledig uit CO2. De druk van de atmosfeer is 80x keer zo hoog als op Aarde. Je kan hier ook niet zomaar doorheen kijken.

Er is ooit een robot naar Venus gestuurd om een kijkje op het oppervlak te nemen. Deze robot is na 100 minuten kapot gegaan op het steenachtige oppervlak door de druk, temperatuur en de zure regen op Venus.

Venus is de enige planeet die tegen de klok in om haar as draait. Alle andere planeten draaien met de klok mee. Venus wordt ook wel de duistere zusterplaneet van de Aarde genoemd, omdat Venus en Aarde ongeveer even groot zijn en een soortgelijke massa hebben.

Afstand tot de zon: 0,72 AE

Diameter: 12104 km

Duur van een dag: 243 dagen

Duur van een jaar: 224 dagen

 

4.5 De Aarde

De Aarde
De Aarde

De Aarde, die kennen wij maar al te goed. Een planeet met een comfortabel klimaat, leven, vloeibaar water, een atmosfeer noem het maar op. De Aarde wordt ook wel de blauwe knikker genoemd. 

De Aarde heeft 1 maan, die je elke nacht kan zien. Wat op valt is dat de verhouding tussen hoe groot de Maan is vergeleken met de Aarde erg groot is, dit is nog nergens anders gezien.

Afstand tot de zon: 1 AE

Diameter: 12742 km

Duur van een dag: 1 dag

Duur van een jaar: 365,6 dagen -> 1 jaar

De Maan
De Maan

4.6 Mars

Mars
Mars

Mars is misschien wel de planeet die wij het beste kennen naast de Aarde. Mars is de vierde planeet vanaf de zon en is een planeet waar wij een aantal robots op hebben rondrijden. 

Er wordt door wetenschappers gedacht dat Mars ooit, in een ver verleden vloeibaar water had. Dit ligt nu in de vaste vorm aan de polen. Mars heeft een dunne atmosfeer, bestaande uit 90% CO2. Het is gemiddeld op Mars -40 graden Celcius.

Ook heeft Mars 2 manen, nouja, het zijn meer asteroïden. Phobos en Deimos, vernoemd naar de zonen van Mars uit oude mythologie. 

Een reis naar Mars duurt ongeveer 9 maanden, en je moet zeker een ruimtepak aan als je wilt rondlopen op het vaste oppervlak. De rode kleur komt van dezelfde stof die op je fiets komt als je die te lang buiten laat staan, roest. 

Afstand tot de zon: 1,52 AE

Diameter: 6779 km

Duur van een dag: 24h en 37min. (Dit noemen we geen Mars-dag maar een: Sol)

Duur van een jaar: 1,89 jaar

4.7 Jupiter

Jupiter
Jupiter

Jupiter is de grootste planeet in het zonnestelsel, en is te herkennen aan de grote rode vlek. Deze vlek zit al honderden jaren op de planeet en is de grootste storm van het zonnestelsel. Zo groot zelfs, dat de Aarde hier 5 keer in past. Jupiter heeft 79 manen waarvan wij weten. 

Jupiter heeft geen vast oppervlak en is daarom een gasreus. De planeet bestaat uit waterstof en helium. De planeet heeft extreem sterke magneetvelden, hierdoor ontstaan er aan de polen aurorae. Een aurora is wat wij op Aarde kennen als het Noorder- of zuiderlicht. Alleen zijn deze op Jupiter zichtbaar vanaf de Aarde! (met een telescoop natuurlijk).

 

Afstand tot de zon: 5,2 AE

Diameter: 139.822 km

Duur van een dag: 10h

Duur van een jaar: 11,9 jaar

4.8 Saturnus

Saturnus
Saturnus

Saturnus is de 1 na grootste planeet en te herkennen aan de prachtige ringen. Deze ringen bestaan uit stof en ijs. Net als Jupiter bestaat deze planeet uit waterstof en helium en is daarom ook een gasreus. Saturnus heeft 82 manen. Titan is 1 van deze manen, en de enige maan in het zonnestelsel met een atmosfeer. 

De temperatuur op Saturnus is gemiddeld -139 graden Celcius. Een beetje fris dus.

Afstand tot de zon: 9,55 AE

Diameter: 116464 km

Duur van een dag: 10h 40 min.

Duur van een jaar: 29,5 jaar

4.9 Uranus

Uranus
Uranus

Uranus is de zevende planeet van de zon. Uranus bestaat uit waterstof, helium en methaan, het is hier zo koud dat Uranus geen gasreus meer is. Zo'n planeet wordt een ijsreus genoemd. Uranus heeft een klein ringenstelsel, lang niet zo groot en zichtbaar als die van Saturnus. 

Uranus heeft 27 manen.

Er is alleen iets geks gebeurd met Uranus. Alle planeten zijn een tikkeltje gedraaid op hun as, de Aarde bijvoorbeeld staat 23 graden scheef. Uranus staat 90 graden scheef! De planeet ligt als het ware op zijn zijkant. Hoe dit is gebeurd weten wetenschappers nog niet, zij denken dat er iets heel groots op Uranus heeft gebotst en de planeet op zijn kant heeft gedraaid.

Afstand tot de zon: 19,21 AE

Diameter: 50724 km

Duur van een dag: 17h 14m

Duur van een jaar: 84,2 jaar

4.10 Neptunus

Neptunus, de laatste planeet van het zonnestelsel en degene die het verst weg is.

Neptunus is net als Uranus een ijsreus en het is hier gemiddeld -200 graden Celsius. Neptunus heeft 14 manen.

Op deze ijsreus zijn de snelste windsnelheden in het zonnestelsel gemeten. Tot wel twee keer de snelheid van het geluid! Ongeveer 2400 km/h. 

Afstand tot de zon: 30,11 AE

Diameter: 49248 km

Duur van een dag: 16h 6 min

Duur van een jaar: 165 jaar

Hoofdstuk 5. Seizoenen, waarom?

5.1 Seizoenen op Aarde

Je hebt misschien bij Aardrijkskunde geleerd waarom er seizoenen zijn op Aarde. 

In het kort komt het omdat de Aarde niet recht rond zijn eigen as draait. De Aarde staat namenlijk 23,7 graden scheef. Hierdoor staat tijdens de zomer het noordelijk halfrond, waar wij wonen iets rechter naar de zon. Wij krijgen dan meer licht en warmte van de zon dan het zuidelijk halfrond. 

Tijdens de winter draait dit om, dan krijgt het zuidelijk halfrond meer licht en warmte en is het daar dus zomer. 

Zie het plaatje hieronder:

Hoofdstuk 6. Een thuis voor de toekomst

6.1 Exoplaneten

Na het ontdekken van de planeten binnen het zonnestelsel dachten de wetenschappers van vroeger verder. Zij bedachten dat er ontelbare andere werelden zouden zijn buiten ons eigen zonnestelsel. In de 20ste eeuw kregen zij bevestiging. Met ruimte-telescopen werd de eerste planeet buiten ons eigen zonnestelsel gevonden. Planeten die buiten het zonnestelsel zijn worden exo-planeten genoemd. Deze planeten bewegen om hun eigen ster heen en hoeven totaal niet te lijken op wat wij kennen van ons eigen zonnestelsel.

Zo heb je planeten met zulke extreme seizoenen dat zij volledig bevriezen en daarna weg koken. Of planeten waar het diamanten regent! Je kan het zo gek niet verzinnen of het bestaat (waarschijnlijk).

 

Wanneer wij naar een andere plaats om te wonen moeten zoeken is dat natuurlijk een plek die een beetje op de Aarde lijkt. Een plek met een dampkring, waar zuurstof in zit om te ademen. Een plek waar de zwaartekracht een beetje op die van de Aarde lijkt, waar het niet te warm en niet te koud is. 

6.2 De transitiemethode

Er zijn een aantal manieren om te bepalen of er om een ster planeten draaien. Een van de meest bekende methodes is de transitie methode.

Denk aan een zonsverduistering, tijdens een zonsverduistering schuift de maan tussen de zon en de Aarde. Hierdoor wordt de zon totaal bedekt door de maan. Iets wat hierop lijkt gebeurt ook tijdens de transitie methode. Wanneer je met een telescoop naar een ster kijkt kan je meten hoeveel licht er van deze ster af komt. Als er nu een planeet tussen de ster en jouw telescoop komt zal deze planeet een klein beetje van het licht van de ster blokkeren. Dan zakt de hoeveelheid licht die je meet, en wanneer de planeet weer langs is gegaan, zal de hoeveelheid licht weer terug gaan naar de hoeveelheid die je eerst zag.

Voor de transitie methode moet je heel lang naar een ster kijken. Denk bijvoorbeeld aan de Aarde, die doet er 365 dagen over om een rondje te maken. Als je vanaf een andere ster kijkt naar de zon zal je dus een jaar moeten kijken om de Aarde langs te zien komen! Een nadeel van de transitie methode is dat je deze alleen kan gebruiken wanneer de ster, de exo-planeet en jouw telescoop, in 1 lijn liggen met elkaar. Als je van boven kijkt zal een planeet nooit langs een ster gaan zodat je deze kan zien.

Er zijn natuurlijk ook andere methodes om te bepalen of er een planeet om een andere ster draait. Als je hier meer over wilt weten kan je dit altijd vragen!

 

Grafiek van een transitie methode
Grafiek van een transitie methode

In het plaatje zie je een grafiek van een transitie methode.

Op de horizontale as zie je de tijd, deze wordt aangegeven met de eenheid: dagen.

Op de verticale as zie je de hoeveelheid licht die wij door een telescoop zien van een bepaalde ster.

Wanneer er een planeet tussen de ster en onze telescoop komt zal de hoeveelheid licht zakken, omdat de planeet een deel van het licht van de ster blokkeert!

In het rood kan je de daling van het licht zien, hoe hoger de daling hoe groter de planeet is. 

In het groen zie je de tijd die nodig is voor de planeet om weer terug te komen, de planeet heeft dan 1 rondje gemaakt om de ster. Wanneer een planeet een rondje maakt om een ster noem je dat een 'jaar'.

Als je klaar bent met de leesteksten mag je een vragenblad halen bij je docent.

  • Het arrangement Het Heelal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    R. van Putten
    Laatst gewijzigd
    2022-05-08 13:42:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Kennis maken met de natuurwetenschappelijke revoluties omtrent het Heelal. Kennis maken met de hudige kennis omtrent het Heelal. Niveau: 2 VMBO-TL
    Leerniveau
    VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    NaSk;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/zR3Igc3Rhfg
    https://youtu.be/zR3Igc3Rhfg
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.