Met een stamboom kun je (als je er eenmaal goed in bent) heel snel zien welke fenotypes in een familie voorkomen.
Door een aantal stappen te doorlopen kun je met een stamboom ook zien welke eigenschappen dominant zijn en welke recessief. Bovendien kun je uitvogelen welk genotype de personen in een stamboom hebben.
Afbeelding 1: Voorbeeld van een biologische stamboom
Stambomen worden in de praktijk vooral gebruikt om te voorspellen of iemand een erfelijke ziekte heeft en/of door kan geven aan zijn of haar nageslacht.
Sommige erfelijke ziektes erven dominant over. Iemand die de ziekte heeft (fenotype = ziek), heeft dan dus één of twee allelen voor die ziekte.
Andere erfelijke ziektes erven recessief over. Dan wordt iemand dus pas ziek als hij homozygoot recessief is (=twee recessieve allelen) voor die eigenschap.
Als een erfelijke ziekte recessief overerft, kan het voorkomen dat iemand die zelf niet ziek is (fenotype = gezond), wel een allel voor de ziekte bij zich draagt en door kan geven (genotype = heterozygoot, dus twee verschillende allelen). Zo iemand noem je een drager (afb. 1; de Engelse term is 'healthy carrier').
Als iemand die drager is een kind krijgt met een andere drager of iemand die de ziekte heeft, is de kans aanwezig dat hun kinderen de ziekte krijgen (of drager worden). Daardoor kunnen er zonodig alvast de nodige maatregelen worden getroffen. In sommige gevallen kunnen deze ouders besluiten om geen kind te krijgen (op de biologische manier).
Het aflezen van een stamboom
Bij een biologische stamboom stellen de rondjes vrouwen voor, terwijl de vierkantjes de mannen zijn. Door middel van verbindingslijnen wordt aangegeven wie de biologische ouders van welke kinderen zijn. Met kleurtjes wordt het fenotype aangegeven. Het genotype kun je alleen beredeneren. Zie afbeelding 1 voor een voorbeeld.
Afbeelding 1: Voorbeeld van een biologische stamboom
Afbeelding 2: Verschillende manieren om generaties aan te duiden
In een stamboom komen generaties voor. Die kunnen op twee manieren worden aangeduid. Of de generaties krijgen een romeins cijfer, of de ouders heten P, de kinderen van de ouders heten FI en de kleinkinderen FII (en zo verder).
Het belangrijkste: Zoek naar een setje waarbij de ouders een ander uiterlijk hebben dan één of meer van hun kinderen heeft. Een voorbeeld van zo'n situatie zie je op afb. 3.
Je weet nu:
De recessieve en de dominante eigenschap (het fenotype van het kind is recessief).
Het kind heeft een recessief fenotype, dus is homozygoot recessief (aa).
De ouders hebben een dominant fenotype, maar ook allebei een recessief allel doorgegeven. Die zijn dus heterozygoot (Aa).
Nu kun je verder doorredeneren. Sommige fenotypes zul je niet zeker weten. Vul dan de mogelijkheden in die ze zouden kunnen hebben (als je twijfelt is het altijd AA of Aa)
Let op: in het filmpje wordt er soms een vraagteken ingevuld, maar wij vullen in die situatie altijd de mogelijkheden in.
Afbeelding 3: Dominant of recessief?
Aan de slag
Als je vragen hebt of iets niet begrijpt, roep dan je docent erbij.
Het arrangement Erfelijkheid: Stambomen is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
J. Schep
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2022-03-22 09:59:47
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.