Nederlands HVX 4-havo Fictie & non-fictie periode 4
Nederlands HVX 4-havo Fictie & non-fictie periode 4
Nederlands Fictie & non-fictie: SE Debat
Deze quest staat in het teken van fictie en non-fictie.
Je gaat hierin samenwerken, onderzoek doen, lezen en oefenen met debatteren. Je verdiept je in wat goede argumentatie is en hoe je een stelling of mening onderbouwd kunt verdedigen. Je werkt hiermee aan onderdelen van het schoolexamen in 4- en 5-havo.
Schoolexamen
In periode 4 heb je het SE Debat (10%). Je leest samen, in een 'leesclub' (minimaal 3, maximaal 6 leerlingen). Havo-kandidaten lezen in totaal 8 boeken. Het debat wordt gevoerd in groepjes van '3 tegen 3'.
Handelingsdelen
Daarnaast onderzoek je de geschiedenis van de Nederlandse literatuur en maak je een tijdlijn af (handelingsdeel). Je bent in de vorige periode gestart met het onderzoeken van een onderwerp uit de middeleeuwen. Dit presenteer je, samen met je tijdlijn, tijdens een middeleeuwse markt. Beide handelingsdelen sluit je hiermee af in deze periode.
Routeplanner
Je maakt een "tegel" aan in Egodact met de titel 'periode 4 SE Debat'. Je vult die aan gedurende deze periode. Het debat vindt plaats tijdens de toetsweek, maar je mag ook daarvoor al een afspraak voor dit SE maken.
Maak voor jezelf een planning waarin je het volgende verwerkt:
afspraken maken met leesgeno(o)t(en) / lezen (deel) roman Leesclub litlab.nl
vragen voorbereiden Leesclub litlab.nl
stelling bij gelezen boek bedenken + argumentatie verzamelen
Debat
Je mag eerder in deze periode een afspraak maken voor het debat; je hoeft dus niet te wachten tot de toetsweek om je SE te doen!
Handelingsdelen:
tijdlijn literatuurgeschiedenis maken
presentatie Middeleeuwse markt voorbereiden
In het begin van periode 4 lever je ook de handelingsdelen in: tijdlijn literatuurgeschiedenis en presentatie op Middeleeuwse markt (overkoepelend project met Engels en Duits).
Deze markt vindt plaats op donderdag 10 maart op HVX. Hiervoor worden ook je ouders uitgenodigd.
Theorie en oefening
Tijdens de blox krijg je meer uitleg en oefeningen. Je oefent ook in Blink (thema: 'Online identiteit', over dilemma's en argumenteren).
In het handboek Blink vind je meer informatie over argumenteren en beeldspraak. Het handboek is een naslagwerk voor uitleg en voorbeelden. Doe er je voordeel mee!
'Online identiteit' - oefeningen Blink (tijdens blox, inloggen via Magister Bronnen).
Spelling en Formuleren
Deze periode krijg je weer een formatieve toets spelling en formuleren, om te kijken waar je staat en wat je nog meer moet oefenen. De theorie vind je in Blink en in je spellingsboekje. Oefenen kan op uitgedeelde werkbladen en bijvoorbeeld op beterspellen.nl en cambiumned.nl.
SE Debat: donderdag en vrijdag voor de toetsweek
Noteer in je agenda: het SE Debat vindt plaats op donderdag 7 en vrijdag 8 april. Het rooster hiervan hoor je nog.
Opdracht 1 Leesclub Litlab
Leesclub Litlab
Je neemt deel aan een ‘leesclub’ (2 tot 4 leerlingen) en reflecteert op de inhoud van een literair werk. Dit gelezen werk telt mee voor je leeslijst van in totaal 8 boeken. Het leesclub-gesprek doe je samen. Dit helpt je het boek beter begrijpen. Je kunt het zien als oefening voor je mondeling in jaar 5. Bovendien heb je het lezen van fictie nodig voor je debat.
Deze voorbereiding neem je mee voor je SE Debat bij jouw gelezen boek. Dit debat is je SE (weging 10%). Over deze opdracht lees je verderop meer. Het is niet erg als je boek niet helemaal uit is, als je je debat houdt.
De opdracht
Stap 1 Je leest minimaal 1 boek in periode 4 van litlab.nl. Je kunt hiervoor kiezen uit onderstaande titels. Als je een andere titel kiest van litlab.nl, overleg dit dan altijd met je vakcoach.
Stap 2 Na lezing van het boek, meld je je met je leesclubje bij je vakcoach. Je maakt een afspraak om de leesclub-vragen te bespreken (ca. 15 minuten). Dit doen we tijdens blox. Het kan zijn dat je met meer leesclubjes tegelijk discussieert. In het gesprek laat je zien dat je het boek hebt begrepen, of kom je op inzichten die je nog niet had bedacht. Bovendien ga je je stelling voorbereiden die je bij het thema van het boek bedenkt. Hierover ga jij tot slot een debat voeren.
Opdracht 2 Debat Herhaling
Introductie en herhaling onderbouw
Bij debatteren gaat het vooral om argumenteren. Kies bij de volgende drie stellingen steeds het beste argument vóór of tegen de stelling.
Bediscussieer je antwoorden met een medeleerling (of groepje, tijdens de blox).
Stelling: Vlees eten is slecht, iedereen zou vegetariër moeten worden.
Mijn buurvrouw eet ook geen vlees en zij is heel aardig.
Iedereen met een beetje gevoel eet geen vlees.
Het eten van vlees is pijnlijk, dieren hebben vaak een slecht leven.
Stelling: Roken is schadelijk voor de gezondheid en moet daarom verboden worden.
M'n beste vrienden roken ook, dus zo slecht is het niet.
Veel mensen hebben werk in de sigarettenindustrie, dus niet verbieden!
Ik rook niet, dus mij maakt het niet uit.
Stelling: Ajax is de beste voetbalclub van de Nederland.
Ajax is super gaaf, de beste club van de hele wereld!
Ajax is al 30 keer landskampioen geworden.
Ik ben helemaal geen fan van Ajax.
Een debat is een discussie met spelregels die van tevoren worden afgesproken.
Om ervoor te zorgen dat de debaters zich tijdens het debat aan de regels houden is er een voorzitter.
De voorzitter leidt het debat en hij/zij zorgt ervoor dat iedereen aan het woord komt en dat iedereen uit kan spreken.
Naast de voorzitter is er een jury.
De jury beoordeelt de debaters en bepaalt uiteindelijk wie het debat heeft gewonnen.
Om een jury te helpen bij het beoordelen, kan de jury gebruik maken van een beoordelingsformulier.
Download het voorbeeld Juryformulier van 'Op weg naar het lagerhuis'.
Bespreek samen met een andere leerling de inhoud van het formulier. Zorg ervoor dat je weet waarop wordt gelet.
Tijdens een debat is niet alleen wat je zegt van belang maar ook hoe je het zegt en hoe je er bij staat.
Bekijk een stukje van het volgende debat. Al versta je de mensen (misschien) niet, maar hun lichaamstaal is wel duidelijk.
Bespreek met een klasgenoot wat jullie vinden van de presentatie van de debaters.
Probeer antwoord te geven op vragen als:
Hoe gebruiken de debaters hun handen?
Is het prettig om naar de debaters te kijken?
Komen de debaters rustig/onrustig over?
Worden jullie afgeleid door wat de debaters dragen?
et cetera
Tijdens een discussie/debat is het belangrijk dat je luistert naar de ander. Bekijk de volgende twee videofragmenten van YouTube.
Bespreek samen de beide filmfragmenten.
Reageren de debaters echt op elkaar? Wordt er geluisterd?
Als je zelf gaat debatteren zorg er dan voor dat je:
let op degene die aan het woord is,
af een toe een vraag stelt of vraagt om een voorbeeld of bewijs,
kort samenvat wat je hoort en dat je daarop reageert,
Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.
Na deze introductieopdracht kun je (weer):
uitleggen wat een discussie/debat is.
goede argumenten bedenken om je mening te onderbouwen.
aangeven waar je op moet letten als je zelf discussieert/debatteert.
zelf meedoen met een debat.
Bekijk onderstaande filmpjes en maak aantekeningen.
Schrijf je aantekeningen netjes uit (bewaar in Pages of Word) en laat je tekst zien in je logboek in Egodact. Wat wil jij hier zeker van onthouden en/of gebruiken?
Oefenopdracht: Debat
Je gaat je nu voorbereiden op een debat over twee stellingen.
Dat kunnen de stellingen hieronder zijn, maar het kan ook zijn dat je de stellingen van je docent krijgen.
Stelling 1: De leeftijd waarop je op een brommer mag rijden moet worden verlaagd naar 12 jaar.
Stelling 2: Op school moet Chinees als verplicht vak worden ingevoerd.
Bedenk nu zoveel mogelijk argumenten vóór en tegen bij iedere stelling.
Schrijf de argumenten op een kladblaadje.
Je gaat je nu voorbereiden op een debat over twee stellingen.
Dat kunnen de stellingen hieronder zijn, maar het kan ook zijn dat je de stellingen van je docent krijgen.
Stelling 1: De leeftijd waarop je op een brommer mag rijden moet worden verlaagd naar 12 jaar.
Stelling 2: Op school moet Chinees als verplicht vak worden ingevoerd.
Bedenk nu zoveel mogelijk argumenten vóór en tegen bij iedere stelling.
Schrijf de argumenten op een kladblaadje.
Ga met drie andere leerlingen in debat. Twee spelen 'voorstander' en twee spelen 'tegenstander'. Geef elkaar commentaar op de inhoud. Let ook op elkaars houding. Zorg dat één iemand de voorzitter is.
Evalueer samen het debat. Maak hierbij gebruik van het Juryformulier.
Tijdens het debat kijkt en luister je coach of een medeleerling mee.
Bij de beoordeling van het debat let hij/zij op het volgende:
De standpunten werden duidelijk overgebracht.
De argumenten werden goed onderbouwd.
Bij de argumenten werden voorbeelden gegeven.
Er werd duidelijk gesproken.
De lichaamstaal paste bij de toon van het debat.
Succes!
Opdracht 3 SE Debat
SE Debat
Aan het einde van deze periode houd je een debat, over een onderwerp (stelling) dat je bepaalt aan de hand van je gelezen boek. Het is dan ook handig om met minstens 6 mensen een boek te lezen, of in ieder geval over eenzelfde thema. Je boek hoeft niet helemaal uit te zijn als je het debat voert, maar handig is dat wel. Je kunt kiezen uit de titels van litlab.nl.
Basisregels
Je debatteert altijd over een stelling. Deze stelling moet eerlijk zijn.
Je spreekt pas als je bent gaan staan en de voorzitter je het woord geeft.
Elk team heeft een aanvoerder die het debat opent.
Speel niet “op de man”, belediging van teamleden is absoluut verboden en zorgt voor diskwalificatie.
De jury bestaat uit drie leden. Ieder lid heeft een eigen taak.
Domeinen van de jury
Presentatie: hoe presenteren de teamleden? Hoe is hun lichaamstaal?
Argumentatie: zijn de argumenten sterk? Zijn ze feitelijk of kun je ze zo onderuit halen?
Teamwork: komt iedereen in het team gelijkmatig aan het woord? Haken de teamleden op elkaar aan?
Fases van het debat
1. Openingsfase
Openingsfase:
Deze duurt maximaal twee minuten en de aanvoerder van de voorstanders begint hier het debat met de zin: “Beste aanwezigen, vandaag zijn wij bij elkaar gekomen om te debatteren over de volgende stelling:…. Wij zijn voor deze stelling omdat…..” Als de aanvoerder van de voorstanders klaar is, is die van de tegenstanders aan de beurt. Niemand reageert hier!
2. Reactiefase
Reactiefase:
Deze fase duurt zes minuten en de voorzitter houdt de tijd in de gaten. Iedereen mag op elkaar reageren, maar je moet wel gaan staan voordat je iets zegt. Pas als de voorzitter jouw naam noemt, mag je reageren.
3. Conclusiefase
Conclusiefase:
Deze duurt maximaal een minuut. In deze fase vertelt een van de teamleden waarom jullie vinden dat jullie team gewonnen heeft. Denk ook aan een goede uitsmijter!
Het debat duurt dus maximaal 12 minuten.
Soorten argumenten
Als je een stelling of jouw mening wilt verdedigen, doe je dit met argumenten. Het ene argument is sterker dan het andere. Hieronder volgen verschillende soorten argumenten.
Feitelijk argument
Je moet hier niet door rood fietsen, want daar staat een boete van 45 euro op.
Argument gebaseerd op onderzoek
Uit onderzoek blijkt dat 65% van de Nederlanders wel eens door rood licht fietst.
Gezagsargument
Elektrisch tandenpoetsen is veel beter dan poetsen met een gewone tandenborstel, want dat zegt mijn tandarts.
Nut
Europa moet Oekraïne steunen in de crisissituatie waar dit land zich in bevindt, omdat Oekraïne daar erg bij zou zijn geholpen.
Vermoedens
De kracht van de zon wordt steeds schadelijker voor de gezondheid. In de komende tien jaar zal het aantal mensen met huidkanker dan ook toenemen.
Normen en waarden
Mensen moeten geen vlees eten. Dieren zijn ook levende wezens, die net zo veel recht hebben op een lang en gelukkig leven als mensen.
Geloof of overtuiging
Het Interkerkelijk Vredesberaad is principieel tegen elke vorm van geweld en vond de Europese steun voor het verzet in Syrië dan ook verkeerd.
Opdracht:
1 a) Welk soort argumenten zijn het sterkst? Waarom?
b) En welke het minst?
2 a) Kun jij van elk type argument er een bedenken bij jouw (oefen-)stelling?
b) Noteer de argumenten die je bij a vond in je logboek in Egodact.
Argumenten labelen
Het is handig en duidelijk als je in je argumentatie aangeeft, waar jouw argumenten mee te maken hebben. Je geeft jouw argument als het ware een 'label' mee, zodat de toehoorder deze makkelijker herkent. Het brengt ook overzicht in jouw eigen verhaal. Dit noem je 'labelen'.
Voorbeelden van zulke labels zijn:
de economie, de solidariteit en het milieuprobleem.
Of, concreter: meer werk, een eerlijke verdeling en een beter milieu.
Afhankelijk van je publiek kun je een boodschap verder op verschillende manieren brengen. Bijvoorbeeld:
Ons plan is goed voor de economie en het milieu
Ons plan is goed voor de portemonnee én goed voor de wereld
Ons plan zorgt voor meer werk en een schonere lucht
Ons plan zorgt voor meer werkgelegenheid en betere luchtkwaliteit
Ons plan leidt tot meer groei in een duurzame wereld
Drogredenen
Drogredenen
Soms lijkt een argument best aannemelijk, maar als je verder kijkt, blijkt het niet zo logisch. Een argument is daarmee niet geldig: een drogreden. Je hebt daar heel wat van (zie ook blz. 61-62, Blink handboek). Als je een drogreden gebruikt, kun je daar soms mee wegkomen. Als je een scherpe debater voor je hebt, prikt die daar echter doorheen en verlies jij overtuigingskracht. Vermijd dus drogredenen!
Bekijk het filmpje en maak aantekeningen.
Extra: Drogredenen
Debatopstelling
Zo ziet de opstelling eruit bij je debat.
Stijlfiguren in je debat: beeldspraak
Beeldspraak
Retorica, of retorische middelen, worden al sinds de Oudheid gebruikt om een overtuigend verhaal te houden. Je verhaal komt beter ovder en blijft beter hangen. Dat maakt dat de toehoorder eerder in jouw redenering meegaat. Precies wat jij wilt bereiken bij een debat.
Ethos, logos en pathos
Aristoteles is een van de bekende figuren uit oude tijden, die retorica toepaste. Hij vond dat je verhaal drie dingen moet bevatten: ethos, logos en pathos. Ethos betekent dat je verhaal geloofwaardig moet zijn. Logos zorgt ervoor dat de inhoud van je verhaal klopt. En pathos raakt je toehoorders, bijvoorbeeld door een emotioneel voorbeeld te noemen.
Deze drie middelen maken een betoog overtuigend.
In het handboek van Blink vind je meer informatie over retorische middelen en beeldspraak, blz. 41-43. Bestudeer dit en pas voorbeelden toe in je eigen debatvoorbereiding.
Handelingsdeel Tijdlijn + Middeleeuwse markt
Tijdlijn literatuurgeschiedenis
Je verdiept je in literatuurgeschiedenis van de middeleeuwen (ME) tot nu. Daarnaast duik je iets dieper in een middeleeuws onderwerp, dat je met je groepje presenteert tijdens de Middeleeuwse markt (project, handelingsdeel).
Wat kun je straks?
Je kunt een grote lijn van de literatuurgeschiedenis van ME tot nu neerzetten en beknopt toelichten met voorbeelden.
Opdracht Tijdlijn literatuurgeschiedenis
Je maakt in groepjes (ca. 4 leerlingen) een algemene tijdlijn van de Nederlandse literatuurgeschiedenis, van de Middeleeuwen tot nu. Wat komt daarop te staan?
- belangrijke historische gebeurtenissen,
- titels van werken,
- schrijvers,
- uitvinders en wetenschappers,
- kunstenaars.
Het geheel is voorzien van jaartallen (uiteraard) en passende illustraties (foto's, tekeningen, plaatjes). Noteer ook de namen van de groepsleden.
Hoe?
Materiaal: groot papier (rol, via HVX), stiften, kleurpotloden, oude tijdschriften, etc.
Je maakt de tijdlijn op groot papier, zodat je je tijdlijn in HVX High kunt tentoonstellen (Central).
Je kunt je natuurlijk laten inspireren door tijdlijnen die je online kunt vinden, maar je moet zelf wetenschappers, schrijvers, gebeurtenissen aandragen die jij boeiend vindt. Je moet ook kunnen aantonen waarom jij vindt dat dit boek, deze kunstenaar, etc. op de tijdlijn moet staan. Overleg dit met je groepje. Je moet dus wat achtergrondkennis verzamelen. Kies dus zaken die jij ook daadwerkelijk interessant vindt!
Je kunt het onderdeel over de middeleeuwen ter inspiratie gebruiken voor jouw presentatie op de Middeleeuwse markt (uitleg volgt).
In de blox is specifiek aandacht voor de Middeleeuwen. Er zijn verschillende inspiratiesessies, vanuit verschillende achtergronden: geschiedenis, Nederlands, Duits, Engels, kunst, en mogelijk andere vakgebieden en werelden. Voor de tijdlijn kun je veel informatie vinden op internet (zie Bronnen), bij de vakcoaches Nederlands en geschiedenis.
(afbeelding: literatuurgeschiedenis.nl)
Middeleeuwse markt
Je neemt met je groepje deel aan een Middeleeuwse Markt, in februar/maart.
Hiervoor staan jullie bij een kraampje, om je kennis van de middeleeuwen te laten zien. Hoe? Er zit een creatief of praktisch deel in (iets wat je maakt, uitdeelt of uitvoert), en een theoretisch deel (waarin je je kennis laat zien).
Je mag je eigen onderwerp verzinnen, maar doe vooral inspiratie op:
een demonstratie van middeleeuwse wapens,
een deel van een toneelopvoering van Mariken,
reisorganisatie met stedentrips á la Mariken,
een uitvoering van middeleeuwse muziek,
een middeleeuwse lunch of snackkraam,
beeld een bekend persoon uit de Middeleeuwen uit,
een demonstratie van een gevecht uit Karel en Elegast of Roland,
een model van het klooster waar Beatrijs woonde,
een vergelijking van ridderverhalen en moderne 'ridders' in films of games.
Het arrangement Nederlands HVX 4-havo Fictie & non-fictie periode 4 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.